Kalima












Colofon
Voorwoord
Kalender
“Gehaast” - Zhu Ziqing
Kyrills Kamasoetra kennis
Teach the Teachers: Amber's avontuur in Peru
Yenthe proeft: Het Congolese eten in Matonge
Sterrenbeelden door een OAK-lens
Cantussen met Jelle de Zeden
Esra’s Baklava recept
Wij
Norah Baert
Kyrill De Pauw
Yenthe Goegebeur
Amber Moors
Julia-Faith Rutges
Jelle Marquebreuck Vangerven
Esra Verboven
Hanne Vermeulen
Mette Naessens
Maarten Zuiderhoek
Liefste OAK’ers en sympathisanten,
Twee jaar lang had ik de eer en het plezier om deze kring te mogen leiden als praeses. Twee jaar lang vol onvergetelijke activiteiten, cantussen die net iets te laat eindigden, reizen die ons van Gent tot Istanbul brachten, een lustrum en nog meer random avonturen. Ik heb deze rol met veel trots vervuld, maar vooral met enorme liefde voor wat de OAK betekent, namelijk een plek waar mensen samenkomen, vriendschappen ontstaan en herinneringen worden gemaakt. En of het nu een cocktailavond was in De Amber of in de Krawietel, de OAK wist er altijd een feestje van te maken. En nu zit het er (bijna) op.
Maar voor het écht voorbij is staan er nog wat fantastische activiteiten voor de deur! Samen met enkele andere kringen zullen we een lekker gerecht koken, laten we onze sportiefste kant zien op de 12-urenloop, waar we al jullie hulp zullen nodig hebben op het Sint-Pietersplein, en bereiden we ons samen nog even voor op de blok met onze studiemarathon. En dan is er nog de zwanenzangcantus, een avond om afscheid te nemen van wie stopt, maar ook een avond waar we voor de eerste keer zullen drinken op mijn opvolger. En na deze cantus zullen jullie officieel geen schacht meer zijn, maar een volwaardige OAK’er, zeker komen dus!!
In deze Kalima vind je alles van poëzie en culinaire ontdekkingen tot vakantieplannen en sterrenbeelden. De perfecte afleiding voor wie de examenstress al voelt opkomen.
Ik geef de fakkel door met een warm hart en het volste vertrouwen dat de OAK nog vele prachtige jaren tegemoet gaat.
Voor nu wens ik jullie veel leesplezier, succes alvast met de blok & examens en hopelijk zie ik jullie nog op een van onze laatste activiteiten.
TOT BINNENKORT!
JULIE (BIJNA PRO-)SENIOR…
Op een regenachtige dag in Nanjing las ik vorig semester in de les het kortverhaal “Het Aanzicht van Vader’s Rug” (背影), geschreven door Zhu Ziqing (1898-1948). Zowel het kortverhaal als de auteur, die ook dichter was, zullen geen onbekende zijn voor de sinologen die dit lezen. Het was echter lang geleden in mijn eerste bachelor, inmiddels bijna vijf jaar geleden, dat ik het kortverhaal nog gelezen had, en dat was toen ook een vertaling. Ik moet zeggen dat het me even deed slikken; zowel de inhoud als het poëtische taalgebruik raakten me. Ik besloot impulsief dan en daar in de les, lang leve TaoBao, om voor een kleine 2€ een verzameling kortwerken van deze auteur te kopen. Zo gezegd, zo gedaan. Eens ik terug was in het onverwachtse zonnige België, sloeg ik het boek open. Het eerste kortverhaal, “Gehaast”, raakte me meteen zo hard dat ik het nu graag ook met jullie wil delen. Het is een poëtische aanklacht, bijna een smeekbede, gericht aan het verstrijken van de tijd en de kortdurigheid van het menselijke leven. Zonder er nog veel meer woorden aan vuil te maken, geef ik jullie hierbij mijn eigen, vrije, Nederlandse vertaling van het kortverhaal en daaronder de oorspronkelijke versie. (PS: Filologica, please don’t hate me!)
NORAH BAERT
Wanneer zwaluwen weggaan, keren ze ooit nog terug; wanneer wilgen verdorren, bloeien ze ooit opnieuw.
Wanneer de perzikbloesems afsterven, zullen ze opnieuw openen. Maar u, wijs persoon, kunt u me eens vertellen, waarom onze dagen nooit meer terugkomen eens ze passeren? ––– Is het omdat iemand ze gestolen heeft? Wie zou dat zijn? Waar zou die ze dan verbergen? Of zijn ze gewoon zelf van ons gevlucht? Waar zijn ze nu dan?
Ik weet niet hoeveel dagen ze me gegeven hebben; maar mijn handen worden stilaan leger en leger. Wanneer ik ze in stilte tel, zijn er reeds meer dan achtduizend dagen vantussen mijn vingers geglipt; zoals een druppel water die vanop de punt van een naald in de oceaan vloeit, zo vloeien mijn dagen in de stroom van de tijd, geruisloos, en zonder een spoor achter te laten. Ik kan mijn hoofd er niet van weerhouden over te lopen, en mijn tranen er niet van weerhouden te vloeien.
Zij die wouden gaan, zijn zonder twijfel gegaan, zij die wouden komen, zijn zonder twijfel gekomen; waarom bestaat er zo’n haast tussen het gaan en komen?
Wanneer ik ’s ochtends opsta, scheen de zon in twee, drie schuine stralen mijn kamertje binnen. De zon (ze heeft voeten!) schuifelt lichtjes en zachtjes; ook ik roteer met haar mee, als het ware in een roes.
Daardoor, wanneer men de handen wast, glijdt de tijd weg vanuit het wasbasin; wanneer men eet, glijdt de tijd weg vanuit de rijstkom; in momenten van stilte, zie ik het voor mijn ogen wegglijden. Wanneer ik merk dat hij gehaast is, en mijn handen uitstrek om hem tegen te houden en naar me toe te trekken, ontwijkt hij mijn uitgestrekte handen. Wanneer het donker is, en ik op mijn bed lig, springt hij slim over mijn lichaam heen, en vliegt weg vanaf mijn voeteneinde.
Wanneer ik dan mijn ogen weer open, en de zon opnieuw groet, is dit weer een dag die me ontglipt is. Ik bedek mijn gezicht en zucht, maar de schaduw van de nieuwe dag begint opnieuw voorbij te razen terwijl ik zucht. Tijdens de dagen die voorbij lijken te vliegen, in een wereld van duizenden en duizenden families, wat kan ík betekenen? Ik kan enkel heen en weer ijsberen, ik kan me enkel haasten. In die achtduizend gehaaste dagen, wat valt er te doen behalve ijsberen? De dagen die zijn gepasseerd waren zoals lichte rook, weggeblazen door een milde bries; zoals dunne mist, opgelost in de ochtendzon; wat heb ik achtergelaten? Heb ik als reizend wezen ooit een spoor achtergelaten? Ik kwam spiernaakt op deze wereld, zal ik binnenkort in een oogwenk ook spiernaakt terug moeten gaan? Maar ik kan niet kalmeren, waarom moet ik dit alles meemaken als het toch voor niets is? U, grote wijze, vertel me, waarom zijn onze dagen voorgoed voorbij?
28 maart 1922
匆匆
燕⼦去了,有再来的时候;杨柳了,有再⻘的时候;桃花谢 了,有再开的时候。但是,聪明的,你告诉我,我们的⽇⼦为
什么⼀去不复返呢?
是有⼈偷了他们罢:那是谁?⼜藏在何 处呢?是他们⾃⼰逃⾛了罢:现在⼜到了哪⾥呢? 我不知道他们给了我多少⽇⼦;但我的⼿确乎是渐渐空虚了。
在默默⾥算着,⼋千多⽇⼦已经从我⼿中溜去;像针尖上 滴 ⽔滴在⼤海⾥,我的⽇⼦滴在时间的流⾥,没有声⾳,也没有 影⼦。我不禁头涔涔⽽泪潸潸了。
去的尽管去了,来的尽管来着;去来的中间,⼜怎样地匆匆 呢?早上我起来的时候,⼩屋⾥射进两三⽅斜斜的太阳。太阳 他有脚啊,轻轻悄悄地挪移了;我也茫茫然跟着旋转。于是 洗⼿的时候,⽇⼦从⽔盆⾥过去;吃饭的时候,⽇⼦从饭碗⾥ 过去;默默时,便从凝然的双眼前过去。我觉察他去的匆匆 了,伸出⼿遮挽时,他⼜从遮挽着的⼿边过去,天⿊时,我躺 在床上,他便伶伶俐俐地从我⾝上跨过,从我脚边⻜去了。等 我睁开眼和太阳再⻅,这算⼜溜⾛了⼀⽇。我掩着⾯叹息。但 是新来的⽇⼦的影⼉⼜开始在叹息⾥闪过了。
在逃去如⻜的⽇⼦⾥,在千⻔万⼾的世界⾥的我能做些什么 呢?只有徘徊罢了,只有匆匆罢了;在⼋千多⽇的匆匆⾥,除 徘徊外,⼜剩些什么呢?过去的⽇⼦如轻烟,被微⻛吹散了, 如薄雾,被初阳蒸融了;我留着些什么痕迹呢?我何曾留着像 游丝样的痕迹呢?我⾚裸裸来到这世界,转眼间也将⾚裸裸的 回去罢?但不能平的,为什么偏要⽩⽩⾛这⼀遭啊? 你聪明的,告诉我,我们的⽇⼦为什么⼀去不复返呢?
作者: 朱⾃清 1922年3⽉28⽇
Op maandag 17 maart bracht prof. dr. Eva Declercq ons een uiteenzetting van een van de bekendste werken uit de Indische literatuur: de Kamasoetra. Als jullie lezing-debat voorzie ik jullie graag van een korte inleiding in het werk en een verzameling van mijn favoriete fragmenten. Indien jullie het graag zelf lezen, kunnen jullie een Nederlandse, Engelse, of zelfs Duitse vertaling verkrijgen via de universiteitsbibliotheek.
‘Kamasoetra’ betekent letterlijk ‘leerboek over de liefde/intimiteit’. Het is met andere woorden geschreven als een soort handboek voor alle te ondernemen stappen met betrekking tot de liefde.
Denk daarbij aan een partner verleiden, vormen van affectie of hoe een relatie te onderhouden, maar ook aan het verleiden van getrouwde vrouwen, afrodisiaca of courtisanes. Het werk wordt toegeschreven aan Vatsyayana en werd vermoedelijk omstreeks de tweede eeuw (!) geschreven. Het is het eerste en bekendste literaire stuk binnen het genre. Omwille van de vaak uitvoerige en gedetailleerde beschrijving van sommige stukken is het boek tijdens de periode van Britse kolonisatie verbannen. In diezelfde periode werd ook de eerste Engelse vertaling gemaakt. Pas met de ontwikkelingen van de seksuele revolutie werd het boek opnieuw beschikbaar in het Verenigd Koninkrijk.
Vatsyayana’s werk is opgedeeld in zeven hoofdstukken: (I) inleiding, (II) over seksuele vereniging, (III) over het verkrijgen van een vrouw, (IV) over de echtgenote, (V) over de echtgenotes van andere mannen, (VI) over courtisanes en (VII) over middelen waarmee men op anderen hun aantrekkingskracht kan uitoefenen. Hieronder enkele fragmenten:
(I): Mannen en vrouwen moeten elkaars huizen bezoeken om daar te drinken. Bij zulke gelegenheden moeten de mannen de publieke vrouwen drank aanbieden en daarna zelf ook drinken, dranken zoals Madhoe, Aireya, Sara en Asawa, die een bittere en zure smaak hebben evenals dranken gemaakt van de schors van diverse bomen, van wilde vruchten en van bladeren.
(II): Wanneer een vrouw op handen en voeten staat als een viervoetig dier en haar minnaar haar als een stier bespringt, heet dit ‘de vereniging van de koe’. Hierbij krijgt de rug alle liefkozingen die gewoonlijk de borst ten deel vallen.
(III): Een meisje met veel aanbidders moet trouwen met de man aan wie ze de voorkeur geeft en van wie ze verwacht dat hij haar zal gehoorzamen en dat hij in staat zal blijken haar bevrediging te schenken. Maar wanneer een meisje uit hebzucht door haar ouders wordt uitgehuwelijkt aan een rijke man, zonder dat er met het karakter of het uiterlijk van de bruidegom rekening wordt gehouden, of wanneer zij wordt gegeven aan een man die al enkele echtgenotes heeft, zal zij zich nooit aan zo’n man hechten, ook al bezit hij goede eigenschappen, al houdt hij rekening met haar wensen en al is hij werkzaam, sterk en gezond en al streeft hij er in ieder opzicht naar haar gelukkig te maken.
(IV): Wanneer de koning uit zijn middagdutje is ontwaakt, moet de vrouw die tot taak heeft de koning inlichtingen te verstrekken over de echtgenote die de nacht met hem zal doorbrengen, zich bij hem vervoegen, samen met de dienstboden van de echtgenote die normaal gesproken aan de beurt is, en die van de echtgenote die eventueel toevallig is overgeslagen omdat ze toen ze aan de beurt was juist ongesteld was.
(V): Wanneer een man bezig is een vrouw te verleiden, moet hij niet proberen tegelijkertijd nog een vrouw te verleiden. Maar wanneer het hem bij de eerste is gelukt, en hij al geruime tijd van haar bekoringen heeft genoten, kan hij haar genegenheid behouden door haar de geschenken te geven die ze graag wil hebben, en dan beginnen een andere vrouw het hof te maken.
(VI): Wanneer een courtisane het plan heeft een bepaalde minnaar weg te zenden en een andere te nemen, of wanneer ze reden heeft om te vermoeden dat haar minnaar haar binnenkort zal verlaten en naar zijn echtgenotes zal terugkeren, of dat hij, na al zijn geld te hebben verkwist, door zijn voogd, zijn heer of zijn vader zal worden weggehaald, of wanneer ze vreest dat haar minnaar zijn betrekking zal verliezen of ten slotte als hij een zeer grillig karakter heeft, dan moet zij steeds proberen zo snel mogelijk nog zoveel mogelijk geld van hem los te krijgen.
(VII): Een man krijgt een grote seksuele potentie door melk te drinken, vermengd met suiker, de wortel van de uchchataplant, piper chaba en zoethout.
(VII): Wanneer men de zaden of de wortels van de trapa bispinosa, de kasurika, de Toscaanse jasmijn en zoethout samen fijnstampt, hieraan kshirakapoli toevoegt en dit poeder in melk doet, die vermengd is met suiker en vloeibare boter, en het geheel op een zacht vuurtje kookt en dit papje drinkt, zal men volgens de ouden talloze vrouwen kunnen bevredigen.
Hey hey, lezertjes van de Kalima!
Amber hier en ik neem jullie even mee naar mijn nieuwe zotte plannen voor de zomer. Nu een kleine back-story, ik ben op uitwisseling geweest naar Tanzania in het derde jaar van mijn opleiding Afrikanistiek. Nu zijn we al drie jaar verder, maar begon er ineens ietwat te borrelen binnenin. Deze borreling werd fel versterkt door mijn medepraesidiumleden op uitwisseling te zien. De verhalen, de foto’s en de avonturen vulden mij met jaloezie (positief hoor!), maar ook met heimwee. Werd ik ineens nostalgisch naar mijn uitwisselingsperiode?
Daar moeten we iets aan doen...
Nu studeer ik aan de KU Leuven en zie ik in mijn ooghoek ineens een pop-up verschijnen voor een vrijwilligersproject in... PERU! Meer heb ik niet nodig om mijn aandacht te verschuiven van de les naar deze informatiemail. Ik was nog niet eens goed en wel op het einde van de informatie of ik had me al aangemeld als vrijwilliger. Zelfs het vragen van ‘toestemming’ aan de partner kwam later (was ik even vergeten, oepsie). Nu, ik kwam ineens in een spiraal van interviews en selectieprocessen terecht. Na een maandje kreeg ik het bericht dat ik mee mocht werken aan het project! Amber is nu officieel een leerkracht voor het project TEACH THE TEACHERS in Peru. Ineens stond mijn agenda nog voller met afspraken dan voorheen.
Nu een beetje uitleg over het project zelf, dat een jaar van je tijd opslorpt ;). Op aanvraag van Peru zelf, zo’n drie jaar geleden, werd dit project opgestart waarbij leerkrachten vanuit België Engelse les geven aan leerkrachten in Peru. Het niveau Engels ligt daar vaak nog erg laag waardoor bepaalde kansen voor de jeugd achterwege blijven. Wanneer de leerkrachten goed Engels kunnen en ook tools aangeboden krijgen om Engels op een leuke en opbouwende manier aan te leren, krijgen veel kinderen meer kansen. Het feit dat het project vertrekt vanuit Peru en niet vanuit België gaf voor mij de doorslag om me hierbij aan aan te sluiten!
Nu, Engels aanleren doe je niet op 1 week tijd. Wij krijgen zelf coaching-sessies om de twee weken in Leuven. Deze wisselen af met teambuildings om de groep beter te leren kennen, de overige vrijwilligers van België, en zelfs basislesjes Spaans. De groep zelf is zeer divers waarbij we zelfs uitwisselingsstudenten aantrekken die hier langer dan een semester blijven. Zo geef ik les aan mijn groep samen met een meisje uit Italië en een meisje uit China! Onlangs kregen we elk onze groep leerkrachten in Peru toegewezen. Ons niveau is B2+. In mensentaal, mensen die reeds vrij goed Engels kunnen. Hierdoor kunnen we lessen opstellen die al een bepaalde graad van uitdaging bevatten...
Foto genomen na een dagje informatie verwerken en onze eerste les Spaans, gegeven door twee Peruviaanse leerkrachten volledig links en rechts op deze foto!
Onlangs was onze eerste ONLINE les met de Peruviaanse leerkrachten! We leerden onze leerkrachten kennen en gingen direct aan de slag in het Engels. Het enthousiasme vanuit hun kant was enorm overweldigend en ze zijn stuk voor stuk enorm gemotiveerd om meer Engels te leren! Dit is veelbelovend voor wanneer we ze in persoon zullen ontmoeten in de zomer! In totaal zijn er vier onlinesessies alvorens we overschakelen naar Peru zelf.
In juli is het dan zo ver! We reizen samen met de groep af naar Jaén in het noorden van Peru voor maar liefst zes weken (slechts 20u onderweg...)! De eerste twee weken zullen we de lessen van onze leerkrachten observeren.
Hoe geven ze les in het Engels? Welke methoden gebruiken ze? Waar ligt de focus? Maken ze gebruik van ‘leerrijke’ oefeningen zoals lezen, schrijven, luisteren en spreken? Na deze twee eerste weken, krijgen de leerkrachten twee weken les van ons. We reiken nieuwe methoden aan om Engels aan te leren. We geven hun ‘tricks and tips’ om het lesgeven leuker te maken en hun studenten gemotiveerd te houden. Tijdens deze periode hebben de leerlingen vakantie. De laatste twee weken gaan we dan weer observeren om te kijken hoe de leerkrachten hun nieuwe kennis toepassen in de klas en of ze iets meenemen uit onze lessen. Op het einde volgt er ook nog een examen Engels voor de leerkrachten, no strings attached though.
Na deze ongetwijfeld intense 6 weken maken we nog een collectieve tussenstop bij de Machu Picchu alvorens weer huiswaarts te keren! Ik vermoed dat het wel duidelijk is dat ik hier enorm naar uitkijk! Daarna zal Amber zich helaas moeten aanmelden aan de werkwereld...
Sfeerbeelden van onze teambuilding in Leuven met mijn klasgroepje B2+ leerkrachten. We moesten zo snel mogelijk 5 zaken vinden doorheen Leuven en deze fotograferen als bewijs:
- Latijns-Amerikaans eten
- Een boek over Peru
- Een foto op (of naast) het paard van Leuven (uiteraard zat ik erop ;))
- Een foto van een gedicht op een raam
- Een token die we kunnen meenemen naar
Peru met ons groepje (wij kozen voor keischattige Boba tea kettingen)
Voor de lessen Lingála III zijn we met onze professor naar Matonge, de Congolese wijk in Brussel, gegaan om de heerlijke Congolese keuken te ontdekken. Maar wat heb ik daar precies gegeten, en was het echt zo heerlijk? Hieronder lees je mijn (h)eerlijke review:
Bakbanaan is een absolute favoriet! De natuurlijke zoetheid komt perfect naar voren wanneer het wordt gebakken, en de karamellisatie aan de buitenkant zorgt voor een heerlijke textuur. Pluspunt, het kan als bijgerecht of snack worden gegeten. Vijf sterren.
(links pondu en rechts bakbanaan)
Deze cassavebladstoofpot heeft een unieke, aardse smaak die goed samengaat met rijst of fufu. De combinatie van kruiden, palmolie en soms vis geeft het een rijke en hartige smaak. Het kan wat wennen zijn voor wie niet gewend is aan bittere bladgroenten, dus vandaar rate ik het een 3,5/5
Fufu heeft een zachte, elastische textuur en dient perfect als begeleider voor soepen en stoofpotten. Op zichzelf heeft het weinig smaak, maar dat maakt het juist zo ideaal om te dippen in gerechten zoals pondu of pindasoep. Dit wordt met de handen gegeten dus geeft nog meer sensatie aan het eten hiervan. Ik ben meer fan van de Namibische ‘pap’ dus vandaar drie sterren.
Of het nu gegrild, gefrituurd of gestoofd is, vis is gigantisch lekker! In combinatie met een chilisaus smaakt vis nog lekkerder! In Kinshasa eten ze vooral Nijlbaars vanwege zijn grootte, stevige structuur en milde smaak. Deze is perfect om te grillen of stoven.
Andere vissen die vaak gekookt worden daar zijn:
Makayabu (gezouten en gedroogde kabeljauw), die vaak in stoofpotten gebruikt wordt.
Tilapia (lokale zoetwatervis), meestal gegrild of gefrituurd. Ngolo (meerval), geliefd om zijn vette en zachte vlees.
Dit kipgerecht bestaat uit kippenvleugels die gedipt worden in een mayonaise roomsaus. Hier kan ik niet zo eerlijk over zijn omdat ik mayonaise haat met een passie. De andere leerlingen waren wel hyped over dit gerecht, hoewel ze het ermee eens zijn dat het wel wat eentonig kan worden. Door de haat voor mayonaise: 1/5
Julia-Faith Rutges
Stel je voor: het is laat, je loopt naar huis van een cocktailavond of cantus, en je kijkt ondertussen naar boven, want je ziet toch weer niets omdat stad Gent besloot de straatverlichting uit te schakelen. Je herkent vaag die ene koekenpan en denkt: “Wat zou het verhaal achter de grote beer zijn en zouden er verschillende verhalen zijn als je kijkt naar andere culturen?”. Dat is inderdaad een doodgewone vraag die iedereen zich zou kunnen stellen.
Tijd voor een intergalactisch avontuur. Want zoals je al dacht tijdens die wandeling, sterrenbeelden hebben niet overal dezelfde betekenis of verhalen. Kom te weten wat het verhaal is achter de grote beer in enkele verschillende culturen.
De Grote Beer - Meer dan een steelpannetje
We beginnen met misschien wel het bekendste sterrenbeeld op het noordelijk halfrond: de Grote Beer of Ursa Major. Volgens de Griekse mythologie is dat Callisto, een nimf in dienst van godin Artemis. Alles liep vlot, tot Zeus de nimf verleidde en ze zwanger werd. Toen Hera, Zeus’ jaloerse echtgenote dat ontdekte, veranderde ze Callisto in een beer. Jaren later kwam haar zoon Arcas, die ondertussen jager was, haar tegen in een bos. Niet wetende dat ze in een beer veranderd was, wou hij zijn moeder vermoorden, maar Zeus greep net op tijd in en plaatste hen allebei aan de hemel. Callisto werd de Grote Beer en zoon Arcas de Kleine Beer. Zo jagen ze voor altijd rond de poolster.
Waar de Grieken in de Grote Beer een tragische beer zagen, gaven Arabische sterrenkijkers het sterrenbeeld een heel ander verhaal mee. Voor hen stelde het geen dier voor, maar een begrafenisstoet. De vier sterren van het ‘pannetje’ vormden de Naʿsh (ﺶﻌﻧ), een doodskist of baar/draagtoestel. De drie sterren van het handvat werden Banāt Naʿsh (تﺎﻨﺑ ﺶﻌﻧ) genoemd — “de dochters van de baar”.
Volgens de Arabische overlevering was de Naʿsh, de baar van een man die onrechtvaardig werd vermoord. Zijn dochters volgden zijn kist in een eeuwige stoet aan de hemel, uit rouw om hun vader en tegelijkertijd op zoek naar gerechtigheid.
Sommige vertellingen zeggen dat ze de moordenaar van hun vader zochten, vastbesloten om wraak te nemen. In andere versies van het verhaal zijn de dochters geen wraakzuchtige figuren, maar symbolen van rituele rouw, die de vergankelijkheid van het leven en de noodzaak van eer in de Arabische cultuur vertegenwoordigen.
De sterren van dit sterrenbeeld, zoals Alkaid, Mizar en Alioth, dragen nog steeds hun Arabische namen. Deze sterren herinneren ons niet alleen aan het sterrenbeeld zelf, maar ook aan de rijke mythologie die de Arabische sterrenkundigen aan de hemel gaven. Het is een verhaal van eer, gerechtigheid en de onvermijdelijke relatie tussen leven, dood en herinnering. Zo bewegen de sterren zich als een eeuwige stoet over de hemel, nacht na nacht.
In de Indiase hemel is de Grote Beer geen beer, maar een kring van zeven wijzen: de Saptarishi. Volgens de Puranas gaf Vishnu deze spirituele gidsen een vaste plek aan de hemel, waar ze zich rond de poolster Dhruva bewegen — de jongen die door zijn toewijding een goddelijke plaats tussen de sterren verwierf.
De zeven wijzen vertegenwoordigen kennis, orde en de overdracht van dharma in elk wereldtijdperk. Namen als Vashistha, Atri, Bharadvāja en Gautama keren regelmatig terug, als brug tussen het goddelijke en het menselijke. Elk van hen kreeg een eigen ster in het sterrenbeeld dat bij ons bekendstaat als Ursa Major.
Bijzonder is de aanwezigheid van Arundhati, de vrouw van Vashistha. Zij is zichtbaar als de zwakke ster Alcor, naast Mizar. In Indiase huwelijksceremonies wordt dit duo nog steeds aangewezen als symbool van evenwaardige en duurzame liefde — twee sterren, afzonderlijk zichtbaar, maar onlosmakelijk verbonden.
In de oude Chinese mythologie wordt de Grote Beer (Ursa Major) niet alleen gezien als een sterrenbeeld, maar ook als een symbool van de Jadekeizer (Yuhuang Dadi ⽟皇⼤帝), de oppergod die heerst over het universum en de hemelen. De zeven sterren van Ursa Major worden vaak gezien als de hemelse wachters die de toegang tot de hemelse paleizen bewaken.
Volgens de legende plaatste de Jadekeizer de Grote Beer aan de hemel als een manier om de sterren van het rijk te organiseren en in stand te houden. De ster Dubhe, de helderste van de zeven, werd gezien als de hoofdpoortwachter van de hemel, terwijl de andere sterren het pad naar de hemelse troon bewaakten. Ze waren de "bewakers" van de kosmos en controleerden de goddelijke administratie van het hemelse rijk.
De beweging van de Grote Beer langs de hemel had voor de oude Chinese volkeren een diep symbolische betekenis. De sterren herinnerden hen eraan dat de goden altijd waakten over de aarde, en dat de keizer, als afgezant van de Jadekeizer, de taak had om de orde in het rijk te bewaren. De Grote Beer, die altijd zichtbaar is in het noorden, vertegenwoordigde de onwrikbare kracht van het kosmische recht, en diende als een tijdloze gids voor de keizers en hun volk.
Door de San-volkeren van Namibië is de nachtelijke hemel geen verzameling verre lichten, maar een levend landschap vol herinneringen. Wat wij de Grote Beer noemen, zien zij als onderdeel van een groter verhaal: dat van een jonge man die het vuur stal van de goden om het met de mensen te delen.
Volgens dit verhaal stal hij een brandende fakkel en vluchtte de nacht in, achtervolgd door geesten. De sterren van de Grote Beer zouden de gloed zijn van zijn fakkel, dansend aan de hemel. De drie sterren van het ‘handvat’ zijn de vlammen die hij achterliet in zijn haast. Elk jaar beweegt dit patroon over de hemel als een herinnering aan de moed om kennis te delen, zelfs tegen de wil van machtige krachten in.
De San gebruikten dit verhaal niet alleen als uitleg voor sterren aan kinderen, maar ook als symbool voor verzet, vuur, en het belang van gemeenschap.
De sterren boven ons zijn niet zomaar wat glitter in de lucht. Ze hebben verhalen die al duizenden jaren meegaan – en misschien ook een paar oude roddels. Dus denk de volgende keer als je de Grote Beer ziet niet enkel aan de steelpan, maar ook aan de andere verhalen.
Jelle, de Zeden van de OAK, en cantusser extrordinair, vertelt ons hier een beetje meer over de geschiedenis van die schone cantus liederen. CANTUS IN!
‘Die kat kom weer’ is een pseudo-Afrikaanse herinterpretatie van 'The Cat Came Back' (1893), Harry S. Miller. De versie die wij zingen zou dus ook van deze periode zijn.
Het oorspronkelijke lied werd geschreven omdat niemand in de 19de eeuw van katten hield; ze werden gezien als dieren die zich moesten bezig houden met de ratten en muizen op straat. In hun ogen stond een kat lager dan een rat. Hier werd in die periode een lied over gemaakt waarvan de tekst hieronder te vinden is.
Het origineel speelt zich af in een kenmerkende stadse omgeving en vermeld bijvoorbeeld, een ballon, een trein en een schip, wat past bij de Amerikaanse liedcultuur van de late 19de eeuw. De Afrikaanse versie verplaatst het lied naar een plattelandse omgeving, wat beter aansluit bij het Afrikaanse volksleven. De kat belandt in een veld of bij de spoorlijn in plaats van in Westerse vervoermiddelen. Dit wijst erop dat ‘Die kat kom weer’ een volkslied werd in een agrarische context, waarin dieren een dagelijkse rol speelden.
De manieren waarop men van de kat af probeert te komen in het originele lied zijn extreem en soms gewelddadig. Zo wordt de kat in een ballon gestuurd die dan neerstort, of op een explosief gezet. In de Afrikaanse versie zijn die methodes minder gewelddadig en meer speels. De kat wordt weggestuurd, in een veld achtergelaten, op een schip gezet. Dit duidt erop dat ‘Die kat kom weer’ waarschijnlijk werd verzacht en aangepast tot een kinderliedje, terwijl ‘The Cat Came Back’ een donkerdere, bijna griezelige of lugubere sfeer had.
Old Mister Johnson had troubles of his own
He had a yellow cat which wouldn't leave its home;
He tried and he tried to give the cat away, He gave it to a man going' far, far away.
But the cat came back the very next day,
The cat came back, we thought he was a goner
But the cat came back; it just couldn't stay away. Away, away, yea, yea, yea
1. Ou Jan Wilson had ' n kat wat die ou nie wou verlaat
The man around the corner swore he'd kill the cat on sight,
He loaded up his shotgun with nails and dynamite; He waited and he waited for the cat to come around, Ninety seven pieces of the man is all they found.
Hy't alles geprobeer om die kat daar weg te keer
Selfs na die predikant om raad van hom te kry
Die predikant die het gesê, die kat moet daar bly
R. Maar die kat kom weer want hy wil nie langer wag
Die kat kom weer net die volgende dag
Die kat kom weer, glo vir my, dis waar
Die anderdag môre was die kat weer daar
2. Hul sit hom op ' n skip en hul stuur hom na Ceylon
Die skip die was gelaai met ' n twaalf-duisend ton
Nie ver nie van die land daar het die skip gesink
En al die matrose op die skip het verdrink
3. Die boer die sweer toe blou, ja, hy sou die kat doodskiet
Hy laai toe sy ou Sanna met kruit en dinamiet
Hy lê die kat toe voor, die pad wat hy sou kom
Die anderdag môre lê daar net vel en been
Iedereen die ooit al eens naar een Gentse cantus is geweest, kent de klassiekers uit de Codex: ‘Krambamboeli’, ‘Het Vliegerke’ en natuurlijk ‘Jan Klaassen de Trompetter’. Dit pareltje van Rob de Nijs (geschreven door Lennaert Nijgh en Boudewijn de Groot) mag dan wel uit Nederland komen, maar het past perfect in de rebelse, studentikoze sfeer van Gent.
Jan Klaassen is geen profvoetballer of figurant uit Samson & Gert, maar een trompetter uit de Tachtigjarige Oorlog. Althans, dat wordt gezegd. Historici zijn het er niet helemaal over eens of hij echt heeft bestaan, maar laten we eerlijk zijn: dat kan de gemiddelde student na zes pinten ook niet echt schelen. Wat we wél weten, is dat hij liever muziek maakte dan vocht. Een man naar ons hart dus.
Dit lied heeft alles wat een goed studentikoos lied nodig heeft. Een opzwepend refrein, een held die zijn eigen weg kiest en een verhaal waar je met een halve liter in de hand makkelijk in mee kan gaan. Bovendien, net zoals ‘Anne-Marieken’ en ‘Krambambouli’, heeft het een licht rebelse ondertoon: een underdog die zich niet zomaar laat doen.
Tijdens een cantus is dit lied een garantie voor ambiance. Het is net als ‘Molly Malone’ of ‘Home on the Range’: iedereen kent het, niemand zingt het perfect, maar dat maakt het juist zo goed. Terwijl de praeses nog een poging doet om de boel in toom te houden, schreeuwen de corona’s al; ‘Jan Klaassen was trompetter in het leger van de prins!’, alsof hun leven ervan afhangt.
Wat ‘Jan Klaassen de Trompetter’ zo mooi maakt, is dat het eigenlijk een anti-oorlogslied is, verpakt in een vrolijk melodietje. Jan Klaassen wil geen bloedvergieten, hij wil gewoon op zijn trompet blazen en de liefde verklaren aan zijn schone deerne. Net zoals een doorsnee student in de Overpoort om 3 uur ’s nachts denkt dat hij de beste zanger ter wereld is.
- 300g (gemalen) amandelen
- 100g (gemalen) pistache noten*
- 100g suiker
- Zeste van 2 appelsienen
- Zeste van 1 limoen
- 6 kardemonpeulen, vermalen met een vijzel (je hebt enkel de zwarte zaadjes nodig)
- Snuifje kaneel
- 150 ongezouten boter, gesmolten**
- 1 pak filodeeg (12-14 vellen)***
- 300g suiker De siroop
- 200ml water
- Halve citroen
1 2 3
Indien je volledige noten hebt gekocht, steek ze in een diepvrieszakje of keukenhanddoek en sla ze tot puin met een hamer. Je kan ze ook op pulse-functie in een blender of keukenrobot steken. Dan moet je wel voorzichtig zijn om ze niet te lang te mixen, want anders krijg je een pastabrij zoals pindakaas.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Doe de noten, de suiker, de zeste, de kaneel en de kardemon bij elkaar in een kom en meng alles door elkaar.
Neem een ovenschaal van ongeveer 25-30cm en zet die in het midden van de filobladeren. Trek een lijn van elke hoek van de schaal loodrecht naar de rand van het deeg en snij de hoeken van het deeg weg. Je snijdt dus een rechthoek of vierkant weg van elke hoek van de bladeren, afhankelijk van de grootte van het vel. Dit is om te voorkomen dat de hoekstukken van de baklava een dubbele laag filo krijgen bij het toevouwen. Zie deze mooie tekening ter illustratie:
4 5 6 7
Bestrijk de bodem en zijkanten van de ovenschaal met een flinke laag boter.
Neem de helft van de filobladeren (6-7) en leg ze voorzichtig in de ovenschaal. Zorg dat het deeg mooi tegen de zijkanten kleeft. Laat voldoende over de rand van de schaal hangen om het later terug toe te vouwen. Bestrijk opnieuw met een flinke laag boter.
Doe de notenmengeling op de filobladeren en duw wat aan.
Neem de rest van de filobladeren behalve één vel, en leg dit bovenop de notenmengeling. Vouw de loshangende resten zo netjes mogelijk over alles heen.
8 9 10
Leg het overgebleven vel over alles heen en duw de randjes netjes weg.
Bestrijk alles nog eens met een flinke laag boter.
Snij met een heel scherp mesje rechte of diagonale lijnen doorheen alle lagen, zodat je vierkante of ruitvormige gebakjes krijgt. Neem je tijd hiervoor want de filobladeren komen al graag eens los. Kuis af en toe het mes af met een schone doek of keukenpapier om het snijden wat gemakkelijker te maken.
11 12 13 14
Bak in de oven voor 25-30 minuten, of tot het goudbruin is.
Maak ondertussen de siroop: doe de suiker, het water en het citroensap in een kookpotje en zet op een middelzacht vuur.
Roer af en toe tot alle suiker is opgelost en alles wat is ingedikt.
Haal de baklava uit de oven en giet de siroop er onmiddellijk overheen. Laat het door alle lagen heen sijpelen.
Laat volledig afkoelen in de ovenschaal. Snij aan en enjoy!
1 2
Strooi nog wat gemalen noten of zeste over de bovenkant wanneer alles nog warm is.
Serveer met Marokkaanse muntthee, Turkse koffie of een bol rozen- of oranjebloesemijs.
Kyrill (Lezing ’24-’25) en ik schreven ons vorig semester samen met twee masterstudentes, Elise en Manon, in om deel te nemen aan het tv-programma De Campus Cup met Otto-Jan Ham!
Van een selectie-ronde was geen sprake, aangezien drie van ons tijdens die selecties, ra ra ra, in China waren. Een videocall was gelukkig genoeg om de VRT te overtuigen, we kregen groen licht om deel te nemen!
Vrijdag 28 maart trokken we dus voor het eerste met z’n vieren tegen de middag, en later natuurlijk al onze supporters, richting de NEPstudio’s in Londerzeel. We werden er meteen hartelijk ontvangen door Kaat en Trixie, zij zouden ons doorheen de dag begeleiden, ze waren allebei echt heel vriendelijk en luchtig! Met ons vieren kregen we een loge toegewezen en piepten we ondertussen al eens in de andere loges :) We zagen een loge voor studenten Medical Physics KUL’, geografie VUB en BATAC-radio van Thomas More, spannend afwachten wie onze tegenstanders zouden zijn!
Uiteindelijk nam Trixie ons samen met de studenten Medical Physics mee naar de ‘cafetaria’, waar we konden chillen in de zetels die er stonden, en konden genieten van een mand met snacks!!, gedurende onze wachttijd. Later zouden we ook avondeten krijgen. Medical Physics bleek niet onze tegenstander te zijn, maar we gingen wel al eens met hen de studio in. Om heel eerlijk te zijn, het decor was echt heel mooi, maar verrassend klein. Het moment dat we de studio binnen werden geleid en op onze plekjes moesten gaan zitten, en zeker wanneer de enige echte Otto-Jan Ham, met een pet, kwam binnengewandeld, voelde ik dat alle aanwezigen toch wat klamme handjes kregen. Nu kwam het pas echt binnen, we zouden dit echt doen. Na een korte speluitleg, speelden we enkele ‘oefenrondes’ tegen het team van Medical Physics, ze waren ijzersterk, we wonnen niet… buuuhhh. Maar kop op, het was nog niet voor echt!
Terug in de loge daalde het stresslevel opnieuw en mochten we elk om zijn beurt in de schminkstoel zitten bij een vriendelijke dame, van wie ik de naam vergeten ben (oops). Dat was eigenlijk wel cool, beeld je een schminkstudio met van die gigantische stoelen en duizend potjes schmink, mascara en lippenstift in, zoals je op tv ziet, zo was het echt!
De ‘schminkmevrouw’ wist duidelijk wat ze deed, en in een mum van tijd was heel m’n hoofd geschminkt. Ik schmink mezelf nooit, dus heel eerlijk, het was heeeeel raar om in de spiegel te kijken met zwarte ogen en een gezicht vol bruinsel. Kyrill moest trouwens ook naar de schmink hihi.
Maar de schmink was niet het enige, Laura kwam hierna ook in onze loge langs om onze outfits uit te kiezen. We hadden de opdracht gekregen elk drie outfits mee te nemen, maar daar heeft ze eigenlijk echt niet moeilijk over gedaan, de kledij-keuze ging vlot!
Helemaal klaar voor de opname moesten we weer de studio in. Voor ons publiek zou arriveren, moesten we in alle rust een paar ‘spontane’ momentjes filmen: ‘doe eens alsof het hier heel leuk is en praat een beetje met elkaar terwijl de camera rond jullie draait’. Beetje awkward, maar een spontaan luchtig gesprek lukte ons uiteindelijk wel, de gespreksonderwerpen: onze proffen en docenten XD
Het tweede deeltje dat op voorhand gefilmd werd, was de intro, waarbij ons team op een rij naast onze tegenstanders de studio komt binnengelopen terwijl Otto-Jan de intro voorleest. Dit was de eerste ontmoeting met onze vijanden: studenten geografie van de VUB, the game is on! Bij deze intro hoorde nog een immens cringe deeltje, terwijl we met ons team tegenover het andere stonden, moesten we stapjes naar achter en stapjes naar voor doen, tot amper een halve meter tussen ons en onze tegenstanders was. En dan: ‘kijk in elkaars ogen tot we stop zeggen’. Je kan je waarschijnlijk wel voorstellen dat we die take denk ik vijf keer hebben moeten doen tot niemand de slappe lach kreeg.
Zo zo, we hadden al ons best gedaan, dussss tijd voor eten! VRT had zijn best gedaan woohoo, we kregen soep met lekker brood en slaatjes en pasta pesto, ik heb gesmuld :) Daarna was het eerst aan de studenten van BATAC-Radio en Medical Physics om met elkaar de strijd aan te gaan. En wij? Wij mochten kijken vanuit de zetels in de cafetaria met onze tegenstanders, van vijandige sfeer was er eigenlijk weinig sprake, het was een gezellig moment.
Tijdens die aflevering kwam ons publiek toe, zij kregen een drankje in de VRT-bar (niet zo spectaculair). Wij gingen er voor de opname vluchtig even ontstressen bij onze familie en vrienden om dan weer rechtstreeks naar de schminkstoel te gaan om te worden bijgewerkt, en daarna terug de studio in. Een publieksopwarmer had onze bezoekers al goed warm gemaakt, en een paar mensen voor schut gezet, wat natuurlijk veel slappe lachen opleverde. Iedereen was in form. Ondanks dat het al een lange dag was voor ons, wij ook!
Vervolgens werd er ruim twee uur gefilmd, voor een uiteindelijke aflevering van 45 minuten, veel yappen dus. Maar ik kan jullie zeker meegeven dat de Campus Cup een verrassend spontaan programma is, alles van conversaties en acties die je op televisie ziet, zijn in het moment zelf. De enige retakes gebeurden wanneer Otto-Jan Ham zich verspreekt (toch wel vaak haha). Ik kan jullie al verklappen dat het gezellig was in ons blokkot, met discolichten, een springende kip en een gospelkoor. Maar hoe we het er verder vanaf brachten kun je op canvas zien op 4 juni!!
Dit academiejaar hebben heel wat uitspraken de ronde gedaan onder de leden van het OAK-praesidium. Kan jij raden wie wat heeft gezegd? De antwoorden staan onderaan de volgende pagina.
1) ‘Waarom naar huis gaan? Het is nog maar net licht’
2) ‘Ik drink geen bier meer vanaf nu’
3) ‘Ik zou nooit tuinieren zonder condoom’
4) ‘Elk jaar mag een delulu jaar zijn’
5) ‘Er zit een ijsblokje in mijn poep’
6) ‘Gaat daarmee naar de oorlog en je geraakt niet tot de oorlog’
7) ‘Als ik iets in mijn DIKKE VETTE MULLE
ga steken is het een saf’
8) ‘Het is niet omdat je in België bent, dat je leuk bent’
9) ‘Ja want elke keer dat ik Norah zie denk
ik: “Amai, dat staat me ook nog te wachten”’
10) ‘Die man mag mij op een onheilige manier aanraken’
Ga opzoek naar de volgende landen:
Algerije - Bangladesh - China - Congo - Egypte - Ghana
India - Irak - Libanon - Libië - Marokko - Namibië - Nigeria
Pakistan - Palestina - Syrië - Taiwan - Tanzania - Tunesië
Deze OAKartoon is geschreven in de vier belangrijkste talen van onze richting. Als jij wil weten wat er staat dan zal je het aan je medestudenten of je professoren moeten vragen ;)
(Je kan natuurlijk ook Google Translate gebruiken, maar dat is saai!)
Desirée Corrijn ~ Jan Willem De Jode ~ Aline De Ridder ~ Benjamin Herman ~ Laura Schuyesmans ~ Odry Vandenberghe ~ Tine Vekemans
Lotte Verleyen
Luna-May Wenjiao Christianssen Zhang
Limburgstraat 28, 9000 Gent
Sint-Pietersnieuwstraat 138, 9000 Gent 10% korting bij vertoon OAK-lidkaart
Piu’ Caffe
een kortingsmodule bij de Nespresso compatibel capsules 2+1 gratis, te kiezen uit 8 blends.
Kortrijksesteenweg 166, 9000 Gent
5% korting bij vertoon OAK-lidkaart
15% korting op de theedozen van 16stuks, te kiezen uit 8 smaken + 15% korting op de mix cadeauverpakkingen, een doos met 4 smaken
Graaf Arnulfstraat 11, 9000 Gent
10% korting op vertoon OAK-lidkaart