9 minute read

BERICHT UIT RIO DE JANEIRO

Ambassadeur André Driessen (links) en interviewer Hanno N. Ponder (rechts)

VAN VERRE: HANNO NICOLAAS PONDER UIT

Advertisement

Ambassadeur André Driessen: “Brazilië is internationaal verantwoordelijk voor behoud Amazonewoud”

Vorig jaar heb ik de nieuwe Nederlandse ambassadeur André Driessen (19790025) mogen ontmoeten op een receptie in de residentie van Roland Martin, de Nederlandse Consul Generaal te Rio de Janeiro. André is in 1979 aan zijn BBA-studie op Nyenrode begonnen, terwijl ik in dat jaar afstudeerde. We hebben elkaar destijds misgelopen, maar we hebben al snel herinneringen aan Nyenrode en Dr E.B.J. Postma uitgewisseld. Naar aanleiding van dit contact vroeg de redactie mij om André te interviewen over het thema klimaat en energie in Brazilië, mijn nieuwe thuisland. Het interview vond plaats op 25 januari 2022. Het bleek dat onze man in Rio goed voorbereid was op zijn missie.

DOOR HANNO NICOLAAS PONDER - FOTO’S HNP EN NL. AMBASSADE

HNP: Brazilië lijkt een ‘mixed bag’ als het gaat om milieubeleid. Zo is het land de grootste producent ter wereld van bio-energie (ethanol, biodiesel en biogas), aan de andere kant wordt het Amazone Regenwoud continu verkleind. Heeft André als Nederlands diplomaat een klimaatagenda meegekregen uit Den Haag?

AD: “Jazeker, in mijn diplomatieke opdracht zijn klimaat en duurzaamheid belangrijke thema’s. We kunnen Brazilië niet terzijde schuiven omdat we het niet eens zijn met bepaalde milieuzaken. Het land is een belangrijke speler in ecosystemen en onderdeel van zowel het probleem als van de oplossingen. Het is wat lastiger werken tegenwoordig met de denkbeelden van de huidige regering Bolsonaro, maar ook in de tijd van de vorige presidenten Lula en Dilma waren deze onderwerpen gevoelig. Als je de huidige ontbossing vergelijkt met het niveau van 20 tot 25 jaar geleden is dat veel lager. Maar de laatste jaren zijn de cijfers jammer genoeg wel weer sterk gaan stijgen. Om te kunnen samenwerken richten we ons nu vaak op regionale spelers, op deelstaat en gemeenteniveau, die wel het nut zien van internationale samenwerking. En de interesse hiervoor is zo groot dat we een keuze hebben uit allerlei projecten.”

HNP: Na de eeuwwisseling leek het de goede kant op te gaan met het behoud van het regenwoud, dat voor de helft in Brazilië ligt. Echter sinds 2018 bij het aantreden van Bolsonaro is de houtkap alleen maar opgelopen. Ziet Driessen dit als een internationaal probleem?

AD: “De Amazone is van ons, volgens Brazilianen, en het gebied beschikt over een rijkdom aan grondstoffen die nu niet worden geëxploiteerd en kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de lokale bevolking. Van de andere kant is de Amazone een van de longen van de wereld, dus het is een discussie die je wel met Brazilië moet voeren. Brazilië heeft volgens ons een mondiale verantwoordelijkheid om de Amazone te beheren en te behouden. Het is een groot spanningsveld. Voor een deel moet Brazilië het probleem zelf aanpakken en oplossen, voor een deel kunnen we helpen, bilateraal, met Europa en via internationale organisaties, met overheden en met allerlei private partijen.”

HNP: De regering Bolsonaro heeft het budget voor milieubewaking laatst met 24% naar beneden gebracht, terwijl net daarvoor

RIO DE JANEIRO

beloofd werd, tijdens een internetconferentie van de Amerikaanse staten (op initiatief van president Joe Biden,) om de illegale houtkap van het regenwoud in 2030 totaal uit te bannen. Hoe werkt dat diplomatiek, heeft André uit Den Haag meegekregen om hiertegen te protesteren?

AD: “Natuurlijk spreken we ons uit wanneer er signalen zijn die wijzen op een trend die we ongewenst vinden of die niet overeenkomt met de afspraken. We doen dit op verschillende vlakken maar vooral op Europees niveau, met 27 landen hebben we een krachtige stem. Gezamenlijk met andere landen steunen we initiatieven om de illegale houtkap en mijnbouw tegen te gaan en duurzame productieketens te stimuleren, zoals het Amsterdam Declaration Partnership. Van de andere kant praten we met Braziliaanse bedrijven die internationaal opereren. Om zaken te blijven doen moeten ze investeren in duurzaamheid, daarvan zijn ze zich heel goed bewust.”

HNP: Nederland is meer voeding en levende dieren gaan importeren uit Brazilië. Is dit in lijn met de beperking van de wereldwijde uitstoot van CO2?

AD: “Het beeld is genuanceerd. Brazilië is een grote producent van voedingsproducten zoals soja, vlees, mais en suikerriet die leiden tot ontbossing. Nederland is een handelsland en niet te vergeten een doorvoerland. Mondiaal zit de groei van de vraag echter vooral in Azië, met name China, waar de bevolking meer eiwitten is gaan consumeren. We zijn trots op onze status van tweede landbouwproducent ter wereld, maar we leren in Nederland ook onze lessen. We voelen een mondiale verantwoordelijkheid bij het terugdringen van de CO2 uitstoot en het oplossen van wereldwijde problemen die met de landbouw te maken hebben. We doen veel aan certificering in relatie tot ontbossing en de oorsprong van producten. We moeten dat verder ontwikkelen. Nederland stimuleert de zogenoemde eiwittransitie en we werken daar internationaal hard aan. En NL is goed in de ontwikkeling van meer efficiënte en productieve voedselsystemen, denk aan alle kennis en innovatie die Wageningen University & Research heeft.”

HNP: Het regenwoud moet hoofdzakelijk wijken voor het verbouwen van soja, waarvan Nederland weer een van de grootste importeurs is. Wat is de reactie van Driessen op dit punt?

AD: “In Europa is Nederland een grote importeur en we ontvangen we 2,5 tot 3% van de Braziliaanse soja. Maar bedenk dat China maar liefst 60% van de Braziliaanse soja koopt. Soja blijft een belangrijk gewas o.a. voor gebruik in het voer voor de Nederlandse veestapel. De bedrijven die in Nederland importeren werken allemaal met soja die gecertificeerd ontbossingsvrij is. Europa werkt nu aan verdergaande regels zodat we voor alle producten ontbossingsvrije normen gaan hanteren.”

HNP: Heeft Nederland een mening over het snel stijgend gebruik van aardolie (+ 25%) in Brazilië tijdens het jaar voordat de coronapandemie uitbrak?

AD: “We denken dat dit niet structureel is. Door de droogte hebben de waterkrachtcentrales hier recent minder stroom kunnen produceren en heeft men thermocentrales ingezet die op gas en olie draaien. De hogere olieproductie is verder vooral voor de export. We moeten niet vergeten dat Brazilië elektriciteit produceert die voor 80% duurzaam is. Hun klimaatopgave is niet de energie zoals in Europa maar vooral het behoud van het regenwoud en het verduurzamen van de landbouw. Er zijn miljoenen hectaren uitgeputte landbouwgrond die niet meer gebruikt worden en als wij een manier vinden om die weer in productie te brengen en de productiviteit te verhogen, verlagen we de druk op het regenwoud.”

HNP: Brazilië is de grootste landbouw-producent ter wereld, met koffie, soja, suikerriet en de veestapel als speerpunten. In hoeverre steunt de ambassadeur Europese initiatieven om

Onze ‘man’ in Rio op audiëntie bij de Braziliaanse president Bolsonaro.

VAN VERRE: HANNO NICOLAAS PONDER UIT

RIO DE JANEIRO

kleine boeren een ‘fair share’ te geven in de voedselketen?

AD: “We steunen zeker projecten gericht op het verbeteren van de betaling aan deze boeren en het ontwikkelen van interessante niches in de markt. Maar de vraag is of kleine boeren daar veel mee winnen. 1% van de boeren produceert namelijk 80% van deze cash crops. Nederland ziet meer kansen voor kleine boeren in bijvoorbeeld groenten en fruit, waar de productiviteit erg laag is en 20 tot 30% van de producten verloren gaan bij oogst, opslag of transport. Daar valt veel te aan doen. We kunnen als Nederland daarvoor veel kennis, kunde en techniek leveren.”

HNP: Het is wel zo dat vier Amerikaanse ondernemingen, te weten ADM, Bunge, Cargill en LDC, primair verantwoordelijk zijn voor de exploitatie van het Amazonegebied. Dus wordt er ook in Washington gewezen door de Nederlandse ambassadeur op deze dubbelrol van de VS?

AD: “De VS is ook onderdeel van de coalitie van landen voor duurzaamheid. Deze bedrijven zijn met name actief in de handel en distributie van deze producten. Ook hier moeten we de handel met China niet vergeten, de oplossing ligt niet alleen in het westen. Deze bedrijven verbouwen zelf geen gewassen, maar hebben wel beleid om aan duurzaamheid te werken. Dat kan bijna niet anders meer en investeerders eisen dit ook. Overheden zijn continu met bedrijven in gesprek om beleid te verbeteren op het vlak van duurzaamheid.”

HNP: Brazilië is koploper als het gaat om duurzame industrie (40% van de totale productie). Wat kunnen we leren van de Brazilianen?

AD: “Brazilië heeft al sinds de eerste oliecrisis in de 1970’s fors geïnvesteerd in de productie van ethanol uit suikerriet voor gebruik als brandstof voor auto’s. Bijna alle auto’s zijn tegenwoordig uitgerust met flexi motoren die van benzine naar ethanol kunnen switchen. Al eerder is opgemerkt dat 80% van de opgewekte elektriciteit duurzaam is vanwege het gebruik aan waterkracht. Van het hele energieverbruik is 40 tot 50% duurzaam, dat is veel meer dan Europa. Dit is dus het resultaat van tientallen jaren investeren in duurzame energiebronnen.”

HNP: De Braziliaanse kustlijn biedt de mogelijkheid om bijna 700 GW aan offshore windenergie op te leveren. Dat is 10 maal de Nederlandse ingeschatte productie. Ligt hier een gouden kans voor de combinatie Shell en Eneco om de ervaringen uit de Noordzee te exporteren?

AD: “In Brazilië wordt momenteel al veel windenergie onshore opgewekt op diverse locaties. Een groot deel van de Braziliaanse kust heeft gunstige windcondities en daarmee zou offshore een betere productiviteit kunnen worden behaald. Er zijn ruim 20 offshore windparken in voorbereiding en deze komen de volgende jaren in ontwikkeling. Nederland kan hier zeker een belangrijke rol spelen, denk aan de baggeraars en aan grote transport- en sleepboten operators. Ook in kranen, drijfdokken, specialisten, technici en materialen zijn we in offshore erg sterk. Daarnaast kun je met al die Braziliaanse windenergie ook groene waterstof maken die belangrijk is voor onze eigen energietransitie. Daar zien we grote kansen. De Rotterdamse haven speelt hier een grote rol en heeft een enorme infrastructuur en netwerk aan pijpleidingen, die naar de rest van Europa leiden en waarvoor grote investeringen nodig zijn.”

HNP : Laatste vraag aangaande het Mercosul-EU handelsverdrag. Dit werd na de aanvang van de regering Bolsonaro met enige fanfare in Brazilië aangekondigd, maar het was duidelijk dat de parlementen van de EU-landen het e.e.a. nog moesten goedkeuren. Tot dusver is weinig voortgang geboekt. Wat zijn de inzichten in deze en is het mogelijk het verdrag op korte termijn gerealiseerd te zien? Is het verdrag positief voor BV Nederland?

AD: “Dit is een verdrag waar al 20 jaar over wordt onderhandeld. De Braziliaanse economie is zeer gesloten met vele importheffingen en beperkingen. Vanuit dit oogpunt is het zinvol voor Brazilië dat het verdrag wordt goedgekeurd door de Europese lidstaten. Ook geopolitiek is het positief voor de relatie van Brazilië met Europa en de wereld. Maar de tijden zijn veranderd en vanuit Europa willen we dat zorgen over milieu en duurzaamheid in de afspraken worden opgenomen. Daarover wordt nu onderhandeld en we hopen dat we tot een hernieuwd akkoord kunnen komen. Voor Nederland zijn er veel voordelen, denk aan innovatie, technologie, doorvoer, opslag en distributie faciliteiten, waarmee we ons economische profiel in Brazilië kunnen moderniseren. Er is hier nog zoveel te doen voor Nederland! Never a dull moment, zoals E.B.J Postma zou hebben gezegd.” ♦

This article is from: