
4 minute read
Richard Koen RA/RC, business partner van Neste: Dieselen op frituurvet Het Finse Neste zorgt voor hernieuwbare diesel en duurzame kerosine.
RICHARD KOEN, FINANCIEEL PARTNER NESTE:
Dieselen op frituurvet
Advertisement
Richard Koen (RA/RC) is senior finance business partner bij Neste, ‘s werelds grootste producent van hernieuwbare diesel en duurzame vliegtuigbrandstof. De zuivere, duurzame brandstof heeft een vergelijkbare chemische samenstelling en net zulke hoge prestaties als gewone diesel, maar is fossielvrij en levert tot wel 90% reductie van uitstoot van broeikasgassen (CO2). Richard geeft inzicht in de wereld van ‘groene’ brandstof.
DOOR JAN VINCENT MEERTENS FOTO PRIVÉBEZIT RICHARD KOEN
Neste werd in 1948 opgericht en in 1995 aan de beurs van Helsinki genoteerd. Het bedrijf produceert hernieuwbare brandstoffen op basis van afval- en reststoffen zoals gebruikt frituurvet en dierlijke afvalvetten. Een voorbeeld is Neste MY Renewable Diesel, dat geschikt is voor alle dieselvoertuigen en -motoren. Voor Richard Koen was het niet vanzelfsprekend dat hij in deze business terecht zou komen. RK: “Ik ben in 1998 begonnen als accountant, 12 jaar bij twee van de grote 5 daarna als head of audit bij PepsiCo Nederland en daarna Heineken in Nederland en Zwitserland. Met mijn overstap naar finance kwam ik dichter bij de business. Mijn eerste niet-audit baan was die van finance director voor Heineken in WitRusland en later werd ik hoofd reporting en accounting bij Nigerian Breweries Plc, genoteerd aan de beurs in Nigeria. Een mooie baan die een mix was van de hoofdkantoorrol die bij Heineken voornamelijk in Amsterdam te vinden is, gericht op beursactiviteiten en jaar-rekeningen, en tegelijkertijd zat ik dicht op de bierproductie. Dat vind ik het leukst, dicht bij de operatie. En nu terug in Nederland, en sinds najaar 2021 bij Neste.”
Dicht bij de raffinaderij?
RK: “Ik werk voor het hoofdkantoor maar mijn werkplek is op de Maasvlakte, bij de raffinaderij. Neste is met 5.000 medewerkers wereldwijd kleiner dan Heineken. Maar dat betekent wel dat ik nu dichter bij de internationale operatie zit. En doordat de organisatie kleiner is, zijn de lijnen ook korter. Ik ben verantwoordelijk voor de business partnering (controlling) bij Neste’s Renewables Platform, zeg maar de productieorganisatie. We hebben 3 raffinaderijen: in Rotterdam, Finland en in Singapore. Die laatste wordt momenteel uitgebreid. Ook in Rotterdam werken we aan uitbreiding van onze productiecapaciteiten. Op de locaties zitten relatief kleine teams met wie ik terugkijk wat de financiële resultaten zijn van de afgelopen maand en wat de vooruitzichten op de korte en langere termijnen zijn. Op Nyenrode kreeg ik een bredere kijk op accounting en finance. De opleiding daar heeft me geholpen een stevige ruggengraat te krijgen die ik goed kan gebruiken in het samenspel tussen de verschillende afdelingen in het bedrijf. Maar ondernemerschap en meedenken leer je in de praktijk, van ‘het mag niet’ naar ‘is dit een alternatief?’”
Wat trok je aan bij Neste?
RK: “De wereld helpen wat schoner maken. Ik ben me daar in Nigeria veel bewuster van geworden. Ik had daar een zeilboot, samen met de buurman, en als we de rivier afvoeren, lag er overal zooi en plastic. Mensen gooien flesjes gewoon uit het raam van de auto. Het schilderij dat hier achter me hangt, brengt dat steeds weer in herinnering: al die mensen, dat verkeer, de rommel. Na een trainingsdag, terug in Nederland, heb ik ooit een brief moeten schrijven aan onze kinderen, alsof het tien jaar later was en je kind vraagt: ‘Wat heb je nou de afgelopen 10 jaar gedaan om mijn leefomgeving te verbeteren?’ Die dag en eigenlijk al eerder, in Nigeria, is de wil ontstaan om bij te dragen aan een beter klimaat. Neste houdt zich bezig met het tegengaan van klimaatverandering en het bevorderen van de circulaire economie door afval om te zetten in hernieuwbare brandstof. En dat spreekt me erg aan.”
Wat zou je met de minister voor Klimaat en Energie, Rob Jetten, willen bespreken?
RK: “We hebben stabiliteit nodig, heldere doelstellingen en helder lange-termijn beleid. Een raffinaderij bouw je voor de lange termijn met flinke investeringen. Dus ik wil het wel met Jetten hebben over: hoe bereiken we samen versnelling, stabiliteit en benutten we ook de oplossingen die we nu al hebben maximaal.”
Hoe kopen jullie de grondstoffen in?
RK: “Wij kopen onze grondstoffen wereldwijd in. Soms in grote hoeveelheden en soms in kleine beetjes die verzameld worden bij restaurants en andere gebruikers. De markt is erg gevoelig voor de prijs. maar de verwachting is dat er meer dan voldoende grondstoffen beschikbaar zijn om het gebruik van hernieuwbare brandstoffen nog flink te vergroten.”
De Europese Commissie stelt dat elektrificatie voor het Europees vrachtvervoer nog ver weg is: in 2030 zullen nog 9 van de 10 vrachtwagens op diesel rijden. Bieden jullie de oplossing?
RK: “Ja. Door hernieuwbare diesel te gebruiken, kunnen transportbedrijven nu meteen hun uitstoot effectief verminderen. De CO2-uitstoot bij het gebruiken van daarvan is gelijk aan nul. Wij produceren op basis van vrijwel alle soorten plantaardige oliën en dierlijk afvalvetten, dus zonder 1 druppel aardolie toe toevoegen. Onze hernieuwbare brandstof kan daardoor de uitstoot van broeikasgassen van diesel-voertuigen tot 90% verminderen tijdens de levenscyclus van de brandstof in vergelijking met fossiele diesel. Doordat er wel extra CO2 vrijkomt bij de productie en het transport, is de winst niet helemaal 100%. Maar met een vermindering van de uitstoot tot 90% komen we een heel eind. En we blijven werken om dat verder te verhogen.” We hebben kunnen lezen dat Heineken meer over het water vervoert. Dat scheelt veel wegkilometers en beperkt verkeersopstoppingen, met gunstige gevolgen voor de CO2 uitstoot. Maar wegvervoer is niet te vermijden; ik zou alle grote vervoerders erop willen wijzen dat je het gebruik van hernieuwbare diesel meteen kunt toepassen. Het is een eenvoudige en handige ‘drop-in’ oplossing voor alle dieselmotoren en vereist ook geen aanpassingen aan de voertuigen. Er is geen nieuwe infrastructuur vereist om deze brandstof te gebruiken omdat meer dan 111.000 tankstations in Europa deze vandaag kunnen aanbieden.” ♦









