Keramiek nr. 6 Jaargang 2011

Page 1

JAARGANG 37

|

NUMMER 6

|

DECEMBER 2011

TWEEMAANDELIJKS MAGAZINE VAN DE NEDERLANDSE VAKGROEP KERAMISTEN

Kleisymposium Boom De museumcollectie 10 Museum Beelden aan Zee Maximale stilte in beelden Sylvia Evers

Nick Renshaw: ‘Ik probeer niet een perfect beeld te maken, maar een gevoel van mezelf vast te leggen.’


11

16

30

Sándor Sinkó, Human Tree, 2011; diverse keramische figuren van grove chamotteklei, bewerkt met oxides en acrylverf om het blauw­ groenige bronseffect te krijgen. Totale afmetingen: h. 300 cm, b. 250 cm, d. 30 cm.

Kees Zandvliet, Annunciation, 2011; aardewerk, glazuur; h. 27,5 cm, b. 29 cm. Het silhouet van een engel is de inspiratiebron voor dit werk. In de kleine vaasopening is maar plaats voor één bloem: een witte lelie, symbool van de maagdelijkheid.

Sylvia Evers, Disarmed, 2010 (detail); steengoed, brons; h. 13 cm, b. 16 cm, d. 18 cm.

Redactioneel

Omslagfoto Nick Renshaw, Myriad (Motief), 2011; steengoed, glazuren, sinterengobes; h. 65 cm.

De Biënnale Nieuw land Nieuwe klei komt er weer aan. De tweede editie van wat moet uitgroeien tot een aansprekende internationale manifestatie op keramiekgebied. Vorig jaar vond de eerste aflevering plaats in paviljoen De Verbeelding in Zeewolde (thema: Weerspiegeling), in 2012 staat de tentoonstelling met werk van de deelnemers (thema: Ondersteboven / Topsy-turvy) eveneens in Zeewolde, maar vinden er ééndaagse symposia plaats in Museum Nieuw Land en het Provinciehuis in Lelystad. Dit alles met als doel de keramiek stevig onder de aandacht te brengen en door middel van de manifestatie de provincie Flevoland het stempel van keramiekprovincie te geven. In de jongste provincie van Nederland is de klei tenslotte nog overal zichtbaar en wat past hier beter bij dan keramiek? Het streven is dat over tien jaar de biënnale, maar ook keramiekroutes en activiteiten in musea en op onverwachte plekken, niet meer uit die provincie is weg te denken. Maar daarvoor zijn natuurlijk keramisten en beeldend kunstenaars nodig. Zij leveren de werken die ervoor moeten zorgen dat het publiek de weg naar al deze locaties weet te vinden. Deelnemen kan nog. Inzendingen moeten 1 januari 2012 binnen zijn. Zie hiervoor de advertentie in dit nummer, maar ook het artikel in nummer 5. En dat keramiek spraakmakend, verwarrend of verrassend kan zijn, wordt in deze uitgave weer eens bevestigd. Mooie artikelen over de mensfiguren van Nick Renshaw en Sylvia Evers en aansluitend over Museum Beelden aan Zee waar de mensfiguur natuurlijk centraal staat in het tentoonstellingsen verzamelbeleid. De humorvolle beelden van Sándor Sinkó, de verstilling in het werk van Marja Hooft en de gezamenlijke werken van Qassim Alsaedy en Brigitte Reuter geven een beeld van de vele gezichten die het materiaal kan hebben. Met een grote hoeveelheid korte berichten heeft u weer een redelijk compleet beeld van wat er op dit moment in de keramische wereld aan de hand is. Alvast heel fijne decemberdagen. Piet Augustijn

COLOFON Keramiek 6 (2011), zevenendertigste jaargang, is een uitgave van de Nederlandse Vakgroep Keramisten. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de redactie. ISSN 1382-2039

R edactie Piet Augustijn, Annemiek Engels en Paul Kuyer. R edactiesecretariaat Paul Kuyer, Ringdijk 16, NL-1097 AB Amsterdam. t +31(0)20-6937384 e-mail: kskeramiek@xs4all.nl H oofdredactie Piet Augustijn e-mail: redactie@nvk-keramiek.nl

M edewerkers aan dit nummer : Peggie Breitbarth, teja van hoften, Indra Kamerling, Cecil Kemperink, Cor Knoester, Guus Schipperheijn en Ieneke Suidman A anmeldingen

abonnementen

adreswijzigingen

Administratie NVK, Billitonlaan 23-2, NL-7314 CN Apeldoorn, t + 31(0)55-5220407. e-mail administratie@nvk-keramiek.nl, Een abonnement omvat jaarlijks zes nummers.

Abonnementsprijs Nederland ¤ 34,- per jaar; studenten ¤ 23,- per jaar (voor drie jaar, bij opgave kopie van collegekaart meesturen). Abonnementsprijs buitenland ¤ 40,per jaar. Los nummer Keramiek lopende jaargang ¤ 6,50; eerdere jaargangen ¤ 5,50 Alle genoemde prijzen zijn inclusief 6% BTW (de NVK is per 1-1-2011 ondernemer voor de omzetbelasting). Het opzeggen van een abonnement dient schriftelijk te geschieden voor 1 november van de lopende jaargang.


4

34

38

Karel Appel, Boer met blauwe muts, 1975; keramiek; 74 x 62 x 39 cm. Aankoop 1982.

Qassim Alsaedy / Brigitte Reuter, Ceramic Field The Lightness of Being, 2009; witte klei, kleurstoffen onder glazuren, vaak twee over elkaar; 55 x 55 cm.

Nick Renshaw “ Mijn beelden zijn vaak zelfportretten, soms letterlijk afgietsels van mijn hoofd. Daarom werk ik graag met klei: het is een direct medium, je kunt er emoties in vastleggen, het is zowel fysiek als conceptueel inzetbaar. Ik zoek naar de essentie.”

11

En verder… 8

Kleisymposium Boom

16 Kort Nieuws 34 Museum Beelden aan Zee

Sándor Sinkó “ Ik pas graag een portie humor in mijn werk toe. Ieder mens draagt bovendien een bepaalde bagage met zich mee door gebeurtenissen en ervaringen die niet altijd door hemzelf geregisseerd worden. Belangrijk is dan, hoe je daarmee omgaat.”

42 Boeken 44 Agenda

14 Marja Hooft “ Wit en blauw zitten er bij mij diep in. Misschien komt dat door mijn werk bij de Porceleyne Fles.”

30 Sylvia Evers “ Vroeger meende ik dat ik eerst schetsen of tekeningen van een beeld moest maken. Nu begin ik direct, bij wijze van schets, in klei.“

38 Alsaedy en Reuter Het gezamenlijk oeuvre bestaat uit series kastelen, torens, tempels, poorten, oude spelen (hinkelbaan, dambord), ceramic fields (bestrating), stele’s, muur­stenen en, recentelijk, muren. Als overkoepelend thema zou je de verstedelijking als oorsprong van onze beschaving kunnen zien.

W ijze van bestellen U kunt bestellen door het aange­ge­ven bedrag (onder vermelding van het gewenste artikel en uw adres) over te maken op nr. 3363.20.043 t.n.v. Nederlandse Vakgroep Keramisten te Apeldoorn. De bankgegevens voor betalingen uit het buitenland zijn: RABONL2U (BIC) en NL95 RABO 0336 3200 43 (IBAN) Alle genoemde bedragen zijn inclusief portokosten.

O pgave advertenties E-mail: adverteren@nvk-keramiek.nl O pgave tentoonstellingen Indra Kamerling-Schakelaar, Van Beuningenlaan 22a, NL-3953 BR Maarsbergen. t +31(0)343-444469. e-mail: agenda@nvk-keramiek.nl N ederlandse V akgroep K eramisten De NVK is een beroepsvereniging van en voor professioneel werkende beeldend kunstenaars en vormgevers die keramiek vervaar­­digen.

De vakgroep zet zich in voor ruim 350 leden om hun belangen te behartigen bij overheid, bedrijfs­­leven en publiek.

NVK- website : www . nvk - keramiek . nl Voor laatste nieuws, activiteiten, persberichten en aanmel­dings­­ formulieren voor nieuwe leden.

A anmelden nieuwe leden Voor inlichtingen en aanmeldings­ formulieren: Nina Veluwenkamp, Dwarsgracht 35a, NL-8355 CV Dwarsgracht, t +31 (0)6-53937895 of via de NVK-website. Ook afmeldingen. adreswijzigingen en wijzigingen in e-mailadres doorgeven aan Nina Veluwenkamp.

G rafische vormgeving Beekhuis & Holthuis, Asten e-mail: info@beekhuis-holthuis.nl Keramiek verschijnt in februari, april, juni, augustus, oktober en december. De deadline voor de teksten van het februari-nummer is 10 december 2011.


Nick Renshaw brengt in zijn beelden de complexiteit van het leven tot uitdrukking Beeldend kunstenaar Nick Renshaw (York, UK, 1967) maakt keramische beelden. Mensbeelden: Wachters, Dromers en Vrienden in verschillende formaten, in een stille stramme houding, met een te groot hoofd of een te klein lijf, met een puntmuts, geglazuurd in pasteltinten of bedekt met veelkleurig mozaïek. Het oeuvre van Renshaw telt een grote diversiteit aan verschijningsvormen. Hij speurt naar wat de mens beweegt en wat zijn identiteit bepaalt. De mensfiguren zijn teruggebracht tot een elementaire vormentaal en herinneren aan de vroege kindertijd door de eenvoudige verbeelding van het menselijk lichaam met rechte ledematen en een gezicht dat bestaat uit de meest basale vormen, vaak weergegeven door uitsparingen in het glazuur voor ogen, mond en neus. De beelden dragen soms maskers, zijn kleur- en fantasierijk, zijn absurdistisch en hebben door verhoudingen iets onbehaaglijks. Zijn doel is de complexiteit van het leven tot uitdrukking te brengen.

Nick Renshaw volgde van 1985 tot 1986 het basisjaar aan het York College of Art. Van 1986 tot 1989 studeerde hij 3D Design aan het Manchester Polytechnic, inclusief in 1988 een periode aan het New York State College of Ceramics, Alfred University, in de Verenigde Staten. “In Manchester heb ik vooral de basistechnieken geleerd, in Amerika wat uitgebreider. Keramiek is in Engeland een belangrijk materiaal. Het land heeft een lange en rijke traditie op keramiekgebied, de pottery heeft er veel aanzien en de invloed van Craft op Art, en andersom, blijft enorm. Op een gegeven moment wilde ik nieuwe grenzen verkennen en vooral meer met het materiaal doen en mijn ideeën kunnen verwezenlijken. Na Manchester en een paar jaar in Londen ben ik naar de Gerrit Rietveld Academie (Keramiek, 1993-95, cum laude) gegaan en heb mijn studie afgerond aan het Sandberg Instituut (Vrije Vormgeving, 1995-97), beide in Amsterdam. Tijdens deze studie heb ik nog een half jaar aan het Pratt Institute in New York gestu­deerd. Ik woon vanaf 1993 in Nederland.” “In het begin heb ik van alles gedaan

en vooral veel geëxperimenteerd. Mijn geboortestad York is een van de belangrijkste oude steden in Engeland. Elementen uit de historie van die stad kwamen terug in mijn werk, maar vooral mijn eigen interesses en geschiedenis zag je weerspiegeld in mijn beelden. Dat is overigens nog steeds zo: ik word beïnvloed door de dingen om me heen, gebeurtenissen, personen, verhalen. De vormen zijn een soort opstapelingen van kennis en ervaring, tot uitdrukking gebracht in klei en glazuur. “

Nick Renshaw, Spaceman (Blue), 2001; steengoed, glazuur; h. 45 cm. Privé collectie.

Nick Renshaw, Native Earthling (Mosaic), 2005; steengoed, mozaïek; h. 90 cm. Privé collectie.

Nick Renshaw, Earthling Candyman, 2001; steengoed, glazuur, sinterengobes; h. 165 cm. Collectie Keramiek­ museum Princessehof Leeuwarden. Foto Corné Bastiaansen.

door Piet Augustijn

4

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

Nick Renshaw is niet alleen geïnteres­ seerd in de menselijke figuur, maar ook in voorwerpen uit het dagelijks leven van de mens. In Reference to Cast Histories (Gasunie, 2003) werden diverse voorwerpen als archeologische vondsten gecombineerd en gepresenteerd in de vorm van een liggend menselijk lichaam. Behalve de individuele geschiedenis van de mens uitgebeeld in voorwerpen, voeren de beelden de toeschouwer terug in de tijd. Tijdens de tentoonstelling Native Procreation in Eboracum in Galerie


Linksboven: Nick Renshaw, Skinman, 1999; porselein, glazuur; h. 60 cm. PrivĂŠ collectie. Rechtsboven: Kupfernickel (Blauw Hoofd), 2006; steengoed, glazuren; h. 135 cm. Onder: Casement Head, 2003; steengoed; h. 110 x d. 95 x b. 80 cm. K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

5


‘Ik word beïnvloed door de dingen om me heen.’

6

Nick

De Witte Voet (2004) bevolkte een leger kleine beelden de ruimte. Eboracum, het huidige York, was een militaire vesting die in de eerste eeuw na Christus werd gesticht door de Romeinen en die uitgroeide tot de belangrijkste stad van de regio. Speelgoedbeesten en poppen in de installatie zijn te duiden als voorwerpen uit de individuele geschiedenis van de mens. Uit 2001 dateren zijn grote beelden Earthling Candyman, Earthling (Blue) en Earthling (Pink), die ontstonden tijdens een werkperiode in datzelfde jaar in het EKWC in Den Bosch en die werden gepresenteerd in Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden. Een beelden­groep van aardbewoners, bestaande uit manshoge beelden, die door middel van de coilingtechniek zijn opgebouwd: hol van binnen en in één stuk gebakken. Deze aardbewoners zijn met glazuren in fijngevoelige, zoetige tinten als zachtroze, geel en lichtblauw overgoten. Gezichten zijn niet geboetseerd (Renshaw gebruikte vaak zijn eigen hoofd als kop voor zijn beelden) maar zijn gevormd door uit­sparingen in de klei of het weglaten van glazuur op de plaats van ogen, neus en mond. De lichaamsvormen zijn log en contrasteren sterk met de lieflijke, snoep­goedkleurige pasteltinten van de beelden. “De achtergrond van mijn ideeën is altijd de vraag hoe het is om als mens in deze wereld te leven. Ik probeer

van buiten­af naar mensen te kijken, zoals een buitenaards wezen naar ons zou kijken. Mensen praten en bewegen veel, maar behalve simpele dingen doen ze eigenlijk niet zoveel. Daarom maken mijn beelden een verstarde indruk en verwijzen ze naar een soort primitieve immobiliteit. Ze zijn ook altijd een beetje eng”, zei Renshaw in KERAMIEK 6-2001 over deze beelden. Titels, kleuren en vormen horen bij elkaar en versterken elkaar. Kleur geeft een extra laag, titels brengen mensen in contact met hun eigen idee over de betekenis van een woord en de betekenis die Renshaw eraan geeft.

Nick Renshaw, Kupfernickel (Chocolate), 2006; steengoed, glazuren; h. 140 cm.

Nick Renshaw, Terrestrial Being, 2006; steengoed, sinterengobes; h. 60 cm. Privé collectie.

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

In 2005 liet Renshaw in de tentoonstelling Nick Renshaw: 10 jaar beelden bij Maliebeeld (in de Malietoren) in Den Haag een groot aantal van zijn beelden zien. Een kleilegertje van minimensjes noemde Chris Reinewald de tentoonstelling in het Financieele Dagblad. “De figuren staan bij elkaar als een legertje wachters, dat zich stilzwijgend doet gelden. Het zijn net minimensjes, allemaal bevroren in dezelfde archaïsch Griekse houding. Ze zijn seksloos, maar nooit kinderlijk of kinder­achtig. Behalve dat de mensjes inmiddels een scala aan archetypen belichamen – van afgodsbeeld en vrucht­baarheidssymbool tot superman en science­fictionheld – vormen ze ook een prachtige staalkaart van keramische technieken.”

Vanaf 2006 ontstond de serie Kupfernickel, figuratieve sculpturen waarin de nadruk ligt op de ‘geklede’ aspecten van de menselijke figuur. Enkele beelden zijn bedekt met een glazuurlaag die doet denken aan chocolade, de huid bij andere beelden roept associaties op met watten. De verkleinde figuren uit deze serie roepen een ongemakkelijk gevoel op, alsof ze ieder moment tot leven kunnen komen. De glanzende heldergele glazuur op één figuur doet denken – zo schrijft Siobhan Wall – aan de beschermende pakken van brandweerlieden, de matwitte glazuur op een ander beeld aan de kleding van forensisch onderzoekers of rampenbestrijders. Renshaw zinspeelt met de serie beelden op zowel de ingebeelde als de werkelijke gevaren die de kijkers van nieuwsuitzendingen bedreigen. “In de 17e eeuw ontdekte men bij het zoeken naar zilver een donkerkleurig erts waarvan men dacht er koper van te kunnen maken. Dat mislukte. Denkend dat dit waardeloze materiaal iets duivels was, noemde men het Kupfernickel”, zegt hij over de herkomst van de figuren. Kupfernickel (2007) refereert aan oeroude figuren, archaïsch beeldhouwwerk en hedendaagse gestileerde beelden. De figuur draagt een stille, geduldige en droomachtige boodschap en functioneert tevens als vorm waarop een reeks regelmatige horizontale strepen te zien is. Deze horizontale delen

Nick Renshaw, Terrestrial Being (Geel), 2006; steengoed, sinterengobes; h. 60 cm. Collectie Isala Ziekenhuis Zwolle.


Renshaw refereren aan verpakkingen, een omhuld figuur, lagen kledingstukken, of contouren die de subtiele variaties in karakter aangeven. De laatste jaren zijn kleine veranderingen in de vorm ontstaan, maar zijn ook verschillen in maat een belangrijke rol gaan spelen. De kleine figuren lijken een soort schetsen voor de grotere. “Ik probeer niet een perfect beeld te maken, maar een gevoel van mezelf vast te leggen. Mijn beelden zijn vaak zelfportretten, soms letterlijk afgietsels van mijn hoofd. Daarom werk ik graag met klei: het is een direct medium, je kunt er emoties in vastleggen, het is zowel fysiek als conceptueel inzetbaar. Ik zoek naar de essentie. De belangrijkste dingen van een mens zitten van binnen. Die wil ik in mijn beelden laten zien. Ik gebruik vaak mallen. Daarmee maak ik de afzonderlijke delen die ik later bij elkaar voeg. De figuren ontstaan al werkend, spontaan en intuïtief. In mijn recente werk kun je de koppen wisselen, zodat een hoofd steeds op een ander lichaam kan staan. Het geheel moet bij elkaar passen. Veel staande figuren zijn gebaseerd op een foto van mijn broer: ingetogen, naar binnen gekeerd, sober, protestant. Ik modelleer mijn beelden naar het Noord-Europese (protestantse?) model en niet naar het Zuid-Europese. Het was voor mij heel belangrijk uit mijn eigen Engelse omgeving te komen en ervaringen

Nick Renshaw, Myriad (Punt), 2011; steengoed, porselein, glazuren; h. 85 cm. Privé collectie.

op te slaan. Dat is mijn werk ten goede gekomen. Kijken en afwegen, dat is mijn mentaliteit. Eerder Hans Coper en Lucie Rie dan de West Coast Ceramics.”

Tot het recente werk behoort de serie Myriad, menselijke figuren die op poppen lijken. Kleine figuren, zo’n 60 tot 80 cm hoog, verschillend van kleur, met wisselende karaktertrekken. Figuren met ongekende mogelijkheden, begin dit jaar gepresenteerd in Galerie De Witte Voet. Regelmatig terugkerend in het oeuvre van Renshaw zijn de koppen. Losse hoofden die als zelfstandig beeld fungeren. Tien jaar geleden ontstonden gesloten rotsachtige formaties, recent opengewerkte exemplaren. Hoofd (2003) is zowel een figuratief portret als een geologische vorm. De massieve en enorme vorm draagt sporen van een gezicht, maar heeft ook de maat en het karakter van een rots. Uitgesneden perforaties leiden het oog van de buitenkant van het beeld naar de binnenkant en verder en refereren ook aan visuele verrassingen die terug te vinden zijn in de natuur.

invloed van keramiekresidencies. Met Sundaymorning@ekwc als model, maar ook met aandacht voor de Amerikaanse en Chinese ontwikkelingen. Daarnaast werk ik regelmatig in China, waardoor je invloeden uit al die landen en omgevingen in mijn werk terugvindt. In China heb ik andere mogelijkheden dan hier, kan ik soms veel groter werken maar vooral voel ik me daar prettig. Chinezen die ik ken staan ook open voor wat er van buiten komt. In dat opzicht zijn er voor mij geen grenzen. Een volwassen kunstenaar verenigt alle invloeden tot een eigen stijl en dat geeft een groot gevoel van vrijheid. Het maakt mij niet zoveel uit waar ik ben, omdat ik overal prettig kan werken. Daarnaast leer ik veel over andere culturen en kan vervolgens mijn eigen geschiedenis beter relativeren. Positieve, maar ook negatieve aspecten. Zoals het leven is.” Werk van Nick Renshaw is regelmatig te zien in • Galerie De Witte Voet, Kerkstraat 135, NL-1017 GE Amsterdam, t +31 (0)20-6258412. Open: woensdag t/m zaterdag 12.00-17.00 uur, 1e zondag van de maand 14.00-17.00 uur. www.galeriedewittevoet.nl | www.nickrenshaw.com

Nick Renshaw woont en werkt in Amsterdam, maar hij is regelmatig in Engeland, bezig aan het promoveren in samenwerking met de University of Sunderland. “Ik hoop daar volgend jaar een proefschrift af te hebben over de

Nick Renshaw, Myriad (Zwart), 2011; steengoed, glazuren, sinterengobes; h. 65 cm. Privé collectie.

• Kith and Kin - New Glass and Ceramics. The National Glass Centre at the University of Sunderland, Liberty Way, Sunderland, UK, SR6 OGL, t +44 (0)191515-5555. Open: dagelijks 10.00-17.00 uur. Tot en met 19 februari 2012. www.nationalglasscentre.com

Nick Renshaw, Deep Blue Suspension, 2007; steengoed; h. 63 cm. Privé collectie. Foto Peter Lee. K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

7


Steenbakkerij Frateur in Boom (B).

Vuur|werk: De Nederlandse Kring van Beeldhouwers pakte uit tekst en foto’s teja van hoften

Alsof de tijd heeft stilgestaan, meer nog bevroren is midden in het moment van de handeling. Rijen dakpannen in de droogkamers, geduldig wachtend op verdere bewerking. Een kiepkarretje halverwege de rails. Dansende lichtvlekjes door de kieren van de dakspanten. Klimop en bramen die ook de binnenruimte willen veroveren. Tot je middel in een bloemenzee. Dat is de plek waar de Nederlandse Kring van Beeldhouwers voor de tweede keer een kleiwerkperiode organiseerde, in Boom op het terrein van Steenbakkerij Frateur, nabij Antwerpen. Werken met klei uit de streek (kosteloos geleverd door de Wienerberger in Rumst), waarbij de deelnemers hun eigen ovens bouwden waarin het werk werd gestookt of waarbij de oven om het beeld heen werd gebouwd. Het werkproces van het mengen van de klei met diverse materialen als stro, schelpen, paardenmest, vlas en andere, van het opbouwen van de beelden en later ook de ovens tot aan de diverse manieren van stoken toe, dat experiment, daar ging het om. Maar ook de uitwisseling onderling was belangrijk. In de eerste helft van juni werkten de kunstenaars hun ideeën uit, op donderdag 1 september werden de resultaten gebakken, op zondag 4 september konden belangstellenden deze resultaten zien. Vuur | werk kreeg het project als pakkende titel. De deelnemende kunstenaars waren Johan Sietzema, Hans Reijnders, Lucie van der Zijde, Anki van der Kamp, Marian Meerbeek, Joop Haring, Wil van Blokland, Rita van der Vegt en Thea van Vliet.

8

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

De geschiedenis Vanwege de rijke kleigrond waren er in het verleden veel steenbakkerijen in de Rupelstreek. Nu zijn er nog enkele over. In 1980 werd Steenbakkerij Frateur stilgelegd. Jarenlang werden de gebouwen verwaarloosd en alles verwilderde. Vier jaar geleden begon men met het ontbossen van het terrein en het restaureren van de fabriek en de droogovens. Nu zijn deze cultuurhistorisch monument geworden. De gebouwen liggen dicht bij Museum ’t Geleeg, waar het hele proces van klei tot baksteen en de geschiedenis van de steenbakkerij van ambachtelijke handenarbeid tot volledig gemechaniseerde industrie te beleven is. Het openluchtgedeelte van het museum toont de werksituatie en de ruimtelijke opbouw van een 19e-eeuwse steenbakkerij met steentafel, droogveld en verschillende soorten droogloodsen. Binnen is een uitgebreide collectie gereedschappen, machines, unieke documenten en beeldmateriaal te zien.

De kunstenaars Een aantal kunstenaars nam deze inspirerende plek als uitgangspunt voor hun werk. Zo zette het ronddwalen in het spoor van het verwerken van klei tot baksteen, het zanden van de mallen en het tempo maken Johan Sietzema (1953) aan, stenen te vormen met de hand, één voor één. Vervolgens heeft hij op het fabrieksterrein gevonden onderdelen van ooit bruikbare machines en gereedschappen verzameld en deze op een rij neergelegd, als bij een opgraving. Het afdrukken, weergeven, of beter gezegd het inprenten van deze onderdelen in de gezande en nog natte door


Thea van Vliet, van opbouw tot stook.

hem gemaakte bakstenen, gaf een patroon te zien als een tableau vol geheime tekens, een soort hiĂŤrogliefen bijna. Hoewel het werk van Marian Meerbeek (1958) ook bestaat uit afdrukken in de klei die over deze plek gaan, is het niet de geschiedenis van de fabriek, maar de schoonheid van het vergankelijke dat haar boeit. De natuur die het van de mensen overneemt, de bladeren van de wingerd die op de hele locatie de herinneringen letterlijk overwoekert en stammen van bomen die eens op het terrein stonden en later gekapt zijn. De bladeren zijn tijdens het stoken in de klei gebrand en hebben zo, als moderne fossielen, hun sporen achtergelaten. Versleten sporen die een eigen verhaal vertellen. Een verhaal vol verleden, herkenbaar maar nooit helemaal zoals de herinnering zelf.

belangrijk element in al haar werk. Zowel het staal als de keramiek heeft langgerekte glooiende vormen. Tijdens het werken hield ze al rekening met het stoken, waar de stookmonden moesten komen en hoe de vlam geleid moest worden. Gaas en klei waren zo opgehangen dat ze konden krimpen tijdens de stook. Haar om het beeld geboetseerde oven domineerde in al zijn organische pracht het stookweekend. Het duurde 29 uur voordat de oven een temperatuur van 1180 graden bereikte. Het uiteindelijke beeld bestond uit een

combinatie van zwartgebrande stalen treinrails en de langwerpige keramische vormen met daarop mooie schakeringen van geel naar roze en rood tot donkere vlekken, waarmee ze de tekening van de vlam heeft weten te vangen. Anderen hadden minder geluk en moesten voor het stoken afhaken. Zoals Joop Haring (1952) en Wil van Blokland (1954), die een samenwerkingsproject waren begonnen met de titel A close Conversation naar aanleiding van een gezamenlijke

Thea van Vliet (1956), de initiatiefneemster van het project, maakte een beeld waarbij de maat geen beperking mocht zijn en daarom bouwde ze de oven rondom het werk. In tegenstelling tot vorig jaar, waarbij ze haar werk met de hand opbouwde, besloot ze dit keer met een mal te werken waarmee ze hoopte meer vrijheid te creĂŤren voor het spel van horizontaal naar verticaal, tussen aarde en hemel. Ze vond oude, verroeste stukken rails, waartussen ze keramische vormen heeft gehangen. Lijn is een Johan Sietzema, het eindresultaat.

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

9


Anki van der Kamp, voor en na de stook.

reis in 2009 naar Mali. Geïnspireerd door de organische leembouw met de indrukwekkende moskee van Djenné, die ondanks zijn enorme afmetingen door het met de hand opbouwen toch een menselijke maat heeft behouden. Het uitgangspunt was om in gesprek, gelijktijdig twee grote torens te bouwen, die qua maat en vorm gelijk opgingen, maar die wel hun eigen karakter zouden krijgen. Het samen werken hieraan was heel belangrijk. Het toelaten van elkaars ideeën en het zoeken naar de balans in vorm en inhoud bleek meer op te leveren dan het beeld alleen. Tijdens het drogen was het plastic afdak weggewaaid en waren de beelden zo beschadigd door regen en wind, dat ze besloten het in delen mee naar huis te nemen om het daar te restaureren en later te stoken. Lucie van der Zijde (1958) was heel open aan het project begonnen. Tijdens de kleibereiding, het delven, water toevoegen en door de pers halen werd de wil van de klei direct al duidelijk door de structuur en de stukjes vodden. Zij liet zich inspireren door een moment waarop zij glassplinters in de veldkeuken vond. Die heeft ze verzameld om daar (later thuis) samen

met de boomklei zeven tranen van te maken. De rest van de week besteedde ze aan het opbouwen van een fabriekje, de tranenfabriek van België. Tijdens het stookweekend zat Rita van der Vegt (1940) nog volop met haar handen in de zwarte kleimassa, die ongelofelijk stonk nadat het al die tijd ingepakt had liggen rotten. Maar dat komt de plasticiteit van de klei alleen maar ten goede. De monumentale bonk en ook haar maakster straalden van vitaliteit. Een schouderblessure had het werk vertraagd. Keramist is toch een risicovol beroep. Helaas was er alleen voor dat weekend een stookvergunning afgegeven en zou het werk dus later in stukken verdeeld en uitgehold naar huis moeten worden getransporteerd om daar verder te kunnen drogen en te worden gestookt. In tegenstelling tot de organische massa van Rita was het beeld van Hans Reijnders (1946) juist heel strak van vorm: twee driehoekige punten, geïnspireerd op vormen uit de Chinese bronstijd uit de Shueh periode, 1600 voor Chr. Na het stoken kwam er nog een derde vorm (van hout) bij. Hoewel hij als beeldhouwer veel boetseerervaring heeft en klei vaak als schetsmateriaal heeft gebruikt, was deze werkperiode een heel nieuwe uitdaging dankzij de totaal andere werkwijze. “Al die verschillende factoren waarmee je rekening moet houden. In tegenstelling tot steen, hout en metaal, die zo concreet zijn, blijft de klei zijn mysterie behouden en kan na het bakken helemaal anders geworden zijn.”

dat wel de instelling die Anki heeft en vond ze deze onbedoelde overgang van volledig gesinterd naar deels gesmolten werk tot vormen die duidelijk herkenbaar waren prachtig. Onder invloed van de sfeer van de plek – het is een soort kom zonder horizon, een plek ook van verdriet, armoede en milieuvervuiling – waar Anki zich tamelijk opgesloten voelde, maakte ze met een meegebrachte Friese nokvorst een kom, een schaalvorm met een diameter van ongeveer 60 cm in een berg zand. Ook mengde ze ballen klei met stro, schelpen en al het organische materiaal dat ze vond, benieuwd naar de schatten die daaruit zouden ontstaan. Ze verzamelt, herschikt en verandert dingen die ze vindt, soms ook in haar eigen atelier. Het voortdurende proces van herscheppen van haar vondsten is bijna een vorm van archeologie. Hoe het materiaal zich gedraagt, wat het vuur doet, hoe het licht er dan op valt, dat alles bepaalt hoe ze ermee verder moet. Dit kleisymposium liet weer duidelijk zien hoe belangrijk de rol van het toeval vaak is in het keramische werkproces en hoe heerlijk het is die uitdaging met volle overgave aan te gaan.

De oven van Anki van der Kamp (1943) heeft – gezien de grote gesinterde klont – plaatselijk zeker een temperatuur van 1180 graden gehaald. Toch waren er nog duidelijke vormen, zoals ballen, herkenbaar waardoor het proces niet alleen natuurgeweld was, maar ook menselijk handelen. Wel was de kracht van het vuur zo heftig zichtbaar, dat je je als mens alleen nog maar kon overgeven aan wat er was gebeurd. Gelukkig is Beeld van Joop Haring en Wil van Blokland.

10

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

Rita van der Vegt aan het werk.


Sándor Sinkó: sociaal getinte gevelklimmers door Cor Knoester foto’s Sándor Sinkó Sándor Sinkó, Muurdansers (wandobjecten), 2011; chamotteklei; 15 x 15 x 3 cm elk.

“Zelf voel ik mij geen ‘vensterbankkeramist’. Mijn keramiek is van de sokkel af geklommen en mijn beelden bewegen zich tegen een muur op; soms alleen, vaak ook in groepen. Hoewel de meeste figuren ook op een sokkel of bijvoorbeeld op een vensterbank kunnen staan of liggen, zijn ze meestal ook goed op te hangen, soms zelfs in meerdere standen voor zover de

kringloopmateriaal en zonder subsidie tot stand gekomen en is rolstoeltoegankelijk!” Hier worden bovendien cursussen en workshops gegeven en diverse manifestaties georganiseerd. “Er is een samenwerkingsverband met een stichting voor mensen met beperkingen. Scholieren worden tijdens hun CKV-lessen in aanraking gebracht met de betekenis en herkomst van de verschillende kunstdisciplines. Buurtbewoners leren samen een eigen gevelsteen maken, waardoor hun wijk weer iets eigens te zien geeft. En bij dit alles is het sociale aspect van veel belang.” Er zijn ook al enkele andere kunstenaars werkzaam in Het Kunstfront, maar Sándor en Diana fungeren als de inspirerende motor van het geheel.

verdeling van het gewicht dat toelaat.”

Lastdragers Sándor Sinkó werkt met de nodige humor aan zijn figuren. Hoewel hij niet de bedoeling heeft om aan zijn keramische werk een ‘boodschap’ te verbinden, blijken bij nadere beschouwing zijn beelden wel degelijk een verhaal te vertellen. En dat verhaal houdt verband met zijn sociaal ingestelde motivatie.

Jong geleerd Sándor Sinkó (Heerlen, 1976) is vanaf zijn jeugd met kunst in aanraking gekomen via zijn Hongaarse vader (olieverfschilder) en zijn Nederlandse moeder (beeldhouwer). “Vooral Moeder heeft haar passie voor klei op heel wat familieleden overgebracht.” Sándor volgde eerst de Middelbare Kunstopleiding Humaniora in Hasselt (B) en na zijn terugkeer in Nederland de Academie Beeldende Kunsten in Maastricht, waar hij in 2002 afstudeerde. Hij studeerde bovendien nog een periode van vier maanden aan de Academie Schone Kunsten in Boedapest (H), waar hij zich vooral toelegde op het maken van grote klimmende beelden (tot 1.50 m). Sindsdien werkt hij regelmatig aan zulke grote beelden.

Voor de mensfiguren die Sándor maakt, heeft hij in de loop der tijd een eigen vorm ontwikkeld. Ze hebben altijd een klein hoofd, een buitenproportioneel lichaam en kleine voetjes; ze benadrukken de kwetsbaarheid van de mens en het materiaal klei. Als beweeglijke types klimmen ze tegen muren of hangen aan een trapeze. En heel vaak torsen ze een aanzienlijke bagage op hun rug mee, dikwijls groter dan zijzelf. Wie ernaar kijkt, vindt ze vaak humoristisch, kinderen noemen het een circus; anderen vermoeden een zekere dramatiek. “Al die gevoelens kloppen eigenlijk wel”, vertelt Sándor. “Ik pas graag een portie humor in mijn werk toe. Maar ieder mens draagt bovendien een bepaalde

Na diverse verhuizingen in Maastricht heeft hij samen met zijn Italiaans-Nederlandse vriendin en kunstcollega Diana Gambardella (beelden van diverse materialen) een leegstaand kantoorpand op een bedrijventerrein geschikt gemaakt als werkplek en expositieruimte: Het Kunstfront. “Alles is met Sándor Sinkó in zijn atelier.

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

11


Sánder Sinkó: ‘Ik pas graag een portie humor in mijn werk toe.’ bagage met zich mee door gebeurtenissen en ervaringen die niet altijd door hemzelf geregisseerd worden. Belangrijk is dan, hoe je daarmee omgaat. Mijn figuren proberen op een opgewekte manier hun weg te vinden. Met hun last klimmen en buitelen ze erop los, zitten elkaar na en geven aan een muur iets aparts.” Alle figuren zijn uniek en worden in series gemaakt, vaak met een bepaald thema. Sándor gebruikt nooit mallen. De kleinere afmetingen worden als één geheel gemaakt, maar krijgen na de biscuitstook wel een verschillende glazuurlaag voor de mensfiguur en zijn bagage. Het glazuren vindt in één stook plaats. “Ik pas graag zelf samengestelde, brons- of roestachtige glazuren toe op de figuren en hun bagage. Hierdoor wordt de ‘zwaarte’ van de ‘last’ een beetje benadrukt en de mensfiguren lijken hierdoor aangetast en verweerd door de tijd en het weer. Ook wordt op deze manier de vergankelijkheid verbeeld, zowel van mensen als van hun bagage.” De beelden(groepen) kunnen zowel binnen als buiten geplaatst of opgehangen worden, mits het niet vriest. Bij een enkel beeld torst de figuur een hele stapel bagage, met vrolijke kleuren. Soms lijkt een mens immers heel wat aan te kunnen! Veel beelden hebben betekenisvolle titels die dan in de vorm­ geving herkenbaar zijn, zoals bij Hangjongeren (duidelijk in de

houding van de groep), Ballastdrager, op sokkel geplaatst (na een moeilijke periode in het leven van de opdrachtgever) of In balans (samenwerking in een groepsproces). Bij een beeld als Dromer is de vormgeving abstract geworden. De ‘droom’ zit, sterk vergroot, vast aan het hoofd, waardoor de uitstraling bijna surrealistisch oogt, een effect dat wordt versterkt door de glazuurkeuze. De thema’s van de beeldenseries zijn vaak gekozen vanuit de sociale interactie tussen mensen. “Tijdens cursussen en workshops blijkt dikwijls hoe belangrijk de functie van de verhalen van mensen is. En het is voor cursisten een ontdekking dat zij hun woorden kunnen vormgeven en mede daardoor hun betekenis soms verwerken.” Sándor Sinkó werkt vaak in opdracht. Zijn keramische werk is in verschillende galeries te zien. Regelmatig neemt hij deel aan exposities, aan een muur of in een boom vol ‘klimmers’. Vanaf oktober 2011 is zijn werk in Het Kunstfront permanent op afspraak te zien. Van april t/m oktober 2012 wordt zijn werk tentoongesteld tijdens een groepsexpositie op de Floriade in het Limburgs Museum in Venlo en tijdens Keramiek Noord-, Midden- en Zuid-Limburg in Museum Het Petershuis in Gennep. Samen met Diana Gambardella wil hij zich bovendien wat meer Europees oriënteren. Zij bereiden de stichting voor van het ‘Cultuurfront Europa’, met plannen voor exposities en samenwerkingsprojecten in en met andere Europese landen. • Sándor Sinkó, Atelier/galerie Het kunstfront, Cabergerweg 45, NL-6219 PE Maastricht, t +31 (0)6-40879215, sandorsinko@ hotmail.com. Open na afspraak. www.sandorsinko.nl • Floriade. Tentoonstelling Keramiek Kring Limburg. Limburgs Museum, Keulsepoort 5, NL-5911 BX Venlo, t +31 (0)77-3522112; info@limburgsmuseum.nl. Open: dinsdag t/m zondag 11.0017.00 uur. April t/m oktober 2012. www.limburgsmuseum.nl • Keramiek Noord-, Midden- en Zuid-Limburg. Museum Het Petershuis, Niersstraat 2, NL-6591 CB Gennep, t +31 (0)485514400. Open: woensdag t/m zondag 14.00-17.00 uur. Van 4 november t/m 2 december 2012. www.museumhetpetershuis.nl

Sándor Sinkó, Lastdrager (wandobject), 2008; chamotteklei; 37 x 22 x 17 cm.

12

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

Sándor Sinkó, Lastdrager (detail), 2008.


Linksboven: S谩ndor Sink贸, Familie (wandobject), 2011; chamotteklei; 33 x 28 x 16 cm. Rechtsboven: Trombonespel (wandobject), 2009; chamotteklei; 48 x 45 x 2 cm. Onder: Gedragen (wandobject), 2011; chamotteklei; 29 x 19 x 22 cm.

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

13


Marja Hooft, een leven in

Marje Hooft, Twee vrouwen met muis, 2010; porselein, kobaltoxide; h. 28 cm, b. 15 cm.

Marja Hooft, Vrouw met salamander op bloembed, 2010; porselein, kobaltoxide; h. 36 cm, b. 22 cm.

Marja Hooft, Geblinddoekte vrouw met salamander, 2010; porselein, kobaltoxide; h. 28 cm, b. 10 cm.

door Paul Kuyer en Guus Schipperheijn foto’s Meije Timmerman

op de experimentele afdeling van de Porceleyne Fles in Delft. “Ik mocht daar vrij experimenteren, dat was een goede leerschool. Daar ontstonden onder meer spiramiden, hoge gedraaide torens waaraan glazen bollen ontstegen. In 1974 kreeg Hooft een stipendium voor het Keramisch Werkcentrum in Heusden, waar net afgestudeerden de gelegenheid kregen hun eigen werk te maken. In Heusden zou zij vele jaren blijven wonen.

de innemende sfeer van naïeve kunst en zijn intieme portretten van het vredige Brabantse landschap. Zij hadden veel succes, maar op den duur voelde Hooft behoefte aan vernieuwing. “Vanaf 1982 is de rust van het vroegere werk verstoord, mede doordat kleuren nu een veel belangrijker rol spelen”, schreef Mieke Spruit-Ledeboer (Nederlandse Keramiek 1975-1985) en even verder: “De grote vazen die Marja sinds begin 1985 maakt zijn nog uitbundiger en barokker gedecoreerd (…)”.

Marja Hooft (Amsterdam, 1946) was vanaf 1970 keramisch kunstenaar en vanaf 1979 ook docente keramiek, eerst aan de Chr. Academie voor Beeldend Kunstonderwijs in Kampen, later aan de Kunstacademie Maastricht. Nu neemt zij afscheid van het onderwijs waar zij altijd met plezier heeft gewerkt. “Ik heb het erg leuk gevonden kennis door te geven en de mogelijkheden van jonge mensen aan te boren en ze door iets heen te brengen, zodat ze hun eigen mogelijkheden verleggen. Ik vind dat studenten hun eigen weg moeten bewandelen, hun eigen visies moeten ontwikkelen. Maar misschien dat ze de vrijheid waarmee ik zo natuurlijk met klei in de weer was, overnemen”. Als scheppend kunstenaar zal Hooft actief blijven; zij is bezig een nieuwe koers voor de toekomst uit te zetten.

Spiramiden Marja Hooft studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie (1964-1968, keramiek) en de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten (1967-1970, schilderen, beeldhouwen en beeldende kunst in de architectuur) in Amsterdam. Na haar afstuderen werd zij aangenomen

14

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

Verstild Het weidse landschap rond Heusden maakte indruk op Hooft. Zij voelde zich uitgedaagd om daaraan in klei vorm te geven. Zo ontstonden haar ‘coulisselandschappen’, gevormd uit enkele zeer dun uitgerolde plakken klei, evenwijdig achter elkaar geplaatst. Op de voorzijde zien we gestileerde landschapsimpressies. Een object wordt bekroond door enkele bomen die ook uit dunne plakjes klei zijn gevormd, een ronde, rafelig uitgescheurde kroon op een rechte stam. De kleuren zijn ingehouden: lichtblauw; grijs, wit … Bomen, huizen, akkers en rivieren hebben de standaardvorm die ongeoefende tekenaars en kinderen eraan geven. Hooft mengt verschillende soorten perspectief: vogelperspectief en perspectief van iemand die vooruit kijkt. De decoraties hebben

Strijdbaar De reden voor de omslag is dat Hooft de interesse in haar oude werk verloren had. “Ik wilde mezelf weer voeden, was nieuwsgierig naar nieuwe mogelijkheden”. Het gekleurde werk uit Engeland en Amerika werd haar nieuwe inspiratiebron. Daarnaast voelde zij onvrede, onder meer met het onderscheid dat gemaakt werd tussen kunst en ambacht. Die onvrede uitte zij in een tentoonstelling van installaties, gemaakt met textielkunstenaar Daniëlle Janssen. Hooft maakte “de meest clichématige, traditionele keramiek vaasjes” (Thea Figee) en Janssen dito kleedjes. In de installaties staan de vazen op tafeltjes met bijpassende kleedjes. Als geheel zijn zij verheven tot autonoom object. Maar plaatsen we de delen van


keramiek de installatie buiten de context, dan worden het traditionele gebruiksvoorwerpen. Spectaculairder is de groep die zij met Rob Brandt (1946), Tjitske Dijkstra (1946), Michel Kuipers (1949) en Jan van Leeuwen (1943-1992) in 1985 oprichtte: Cheops (speelse verwijzing naar aardewerkfabriek De Sphinx) met als toevoeging Salon Curieux (nieuwsgierigheid naar ononderzochte mogelijkheden van klei). De leden wilden met experimenten vernieuwing in het vakgebied stimuleren en ”een soort beweging op gang brengen om de keramiek in de beeldende kunst te zetten”. De dood van Jan van Leeuwen bracht grote verslagenheid. “We konden niet zonder Jan”. De groep besloot in 1996 uiteen te gaan. Het werk (174 objecten) werd geschonken aan het Zwols Museum. Wim van der Beek publiceerde een fraai boek over de groep (Waanders, 1998; ISBN 90 4009276 1). Enkele citaten daaruit: “Er zijn verhalende, ironische, absurdistische, humoristische oplossingen bedacht” (Van Beek, uit een recensie van Piet Augustijn); “In talloze werken is definitief met bepaalde conventies gebroken” (Van Beek); “Keramiek met een vette knipoog naar schilderkunst” (idem); “De keramische kunst van het Cheops-collectief bezit alle eigenschappen van authentieke en tegendraadse beeldende kunst” (idem). In een interview werd Hooft gevraagd of zij met haar werk ‘een boodschap’ had. Haar antwoord was categorisch “nee”. “Het zat misschien een beetje in Cheops, we waren strijdbaar.”

Marja Hooft, Twee muizen, 2009; porselein, kobaltoxide; h. 12 cm, l. 15 cm (2x).

‘ Studenten moeten hun eigen visies ontwikkelen.’

Porselein De opheffing van Cheops bracht een leegte. “Ik was zo vergroeid met het gebeuren. Het was moeilijk om mijn werk weer in een ander kader te zetten, er weer een nieuwe identiteit aan te geven.” In 1999 kreeg zij een stipendium van het EKWC en zij besloot zich daar op porselein te richten. Zo vond zij haar nieuwe weg, ook weer een weg van rust: kleine objecten van mensen en dieren in allerhande combinaties. Het zijn kleine, sprekende, gestileerde plastieken: een vrouw die met een grote vis tegen een rots leunt; een muis aan de wandel met een vlinder; een man liggend op een vliegende meeuw als een moderne Nils Holgersson; onschuldige vlindermannen, tegenhangers van hedendaagse idolen van het uitzinnig geweld als Batman, Spiderman, Darkman c.s. De fantasie van de beschouwer wordt geprikkeld er verhalen bij te bedenken. Op een enkele na zijn zij wit met een kobaltblauwe decoratie. “Wit en blauw zitten er bij mij diep in. Misschien komt dat door mijn werk bij de Porceleyne Fles.” Een tak / takken met een camelia(‘s) is een thema door Mieke Spruit-Ledeboer geïnspireerd. Die koestert zo’n plant in haar tuin en vroeg Hooft er een plastiek van te maken. Dat sloot aan hij Hoofts liefde voor Japanse kunst. Marja Hooft heeft in haar leven enkele malen een periode gehad waarin zij een nieuwe oriëntatie zocht. Ook nu heeft zij weer behoefte aan rust voor bezinning. “Het is een lastige maar spannende periode.” Maar zoals in het verleden gebeurde, zal de nieuwe weg zich wel weer aftekenen. In haar grote, witte, mini­malistisch ingerichte werkruimte staan al enkele ‘schetsen’ en ‘probeersels’. Eén ding is zeker: Hoofts artisticiteit, vakmanschap en inventiviteit zullen weer tot interessant en aansprekend werk leiden.

Marja Hooft, Vliegen, 2010; porselein, kobaltoxide; h. 30 cm, b. 46 cm.

Marja Hooft, Vroenhof 18, NL-6301 KG Valkenburg a/d Geul. Marja Hooft, Romantisch porselein (detail), 2011; muurplastiek; porselein, kobaltoxide; h. 40 cm, l. 80 cm K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

15


kort nieuws

1

2

4

16

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

3

5


De monumentale vazen van Kees Zandvliet Kees Zandvliet

Kees Zandvliet (Aalsmeer, 1946) maakt vazen. Monumentale keramische vazen, functioneel werk. Dat ligt voor de hand, als zoon van een bloemenkweker! Vazen en bloemen horen bij elkaar. Hij noemt zijn werk Vase-Art. Het werk kenmerkt zich door strakke geometrische vormen (rechthoeken, driehoeken) en decoraties, waarin art deco invloeden zijn terug te vinden. In zijn keramische vormgeving hanteert Zandvliet een constructieve benadering, waarbij zijn achtergrond als werktuigbouwkundig ingenieur ongetwijfeld een rol speelt. Vanuit een schetsontwerp maakt hij een constructietekening die de basis vormt voor zijn kartonnen mallen. De vaasvormen worden opgebouwd uit kleiplaten die met slib aan elkaar worden ‘gelast’ tot de eindvorm. Daarbij geldt vooral dat ‘de vorm de versiering is’. Hij werkt zijn unica af met eigen glazuren die de vorm en betekenis van het werk ondersteunen. Elk werk heeft een eigen identiteit. In kunstzinnig opzicht is Kees Zandvliet een laatbloeier. Sinds begin 2007 volgt hij opleidingen keramiek en glazuurtechniek bij vrije academies in Voorschoten en Sassenheim. Bij de Vrije Academie voor Kunsthistorisch Onderwijs

1 Kees Zandvliet, Blue Vortex, 2010; aardewerk, glazuur; h. 21,5 cm, Ø 15 cm. Een draaikolk in het water….Een wervelwind….Het zijn die kolkende activiteiten die voorwerpen aanzuigen en opvreten en die de inspiratiebron waren voor dit ontwerp. De zeskantige trechter symboliseert het hart van de draaikolk. De schuin geplaatste, scherpe ribben geven het zijn werveling en dynamiek. Gespoten in glanzend blauw met een glazuur waarin koper- en cobaltoxide het waterige blauw geven. Zirkoon geeft het glazuur zijn sterkte.

volgde hij een tweejarig colloquium kunstgeschiedenis en leergangen Art Deco en Moderne Architectuur. Sinds 2010 studeert hij ‘a la carte’ kunstgeschiedenis aan de Universiteit Leiden. Hij heeft geëxposeerd in galerie Het Oude Raadhuis in Warmond (2009) en samen met andere keramisten in Museum De Zwarte Tulp in Lisse (2010) en het Historisch Museum Voorschoten (2010). Vanaf eind januari is zijn werk weer te zien in het Historisch Museum Voorschoten. PA • Kees Zandvliet, De Weiden 1, NL-2361 VX Warmond, t +31 (0)71-3012145; cazand@planet.nl. Foto’s Marlou Zandvliet. • Historisch Museum Voorschoten, Voorstraat 17, NL-2251 BL Voorschoten, t +31 (0)71-5616242; info@historischmuseumvoorschoten.nl. Open: woensdag, zaterdag en zondag 14.00-17.00 uur. Van 29 januari t/m 22 april 2012. www.historischmuseumvoorschoten.nl

Internationale keramiekmarkt Oldenburg 2012 De 30ste editie van de Internationale Keramiekmarkt Oldenburg vindt plaats op 4 en 5 augustus 2012. In meer dan 100 kramen zullen kunstenaars uit vele landen hun werk presenteren op het grote plein voor het Oldenburgs Staatsmuseum voor Kunst- en Cultuurgeschiedenis. In het museum is een tentoonstelling van werk dat de deelnemers aan de markt op een gegeven thema hebben gemaakt. Een jury kent drie geldprijzen toe en het publiek één. Tenslotte wordt er ook een Nieuwe Keramiekprijs uitgereikt voor bijzondere verdiensten op het gebied van keramiek. De markt vormt het middelpunt van de Internationale Keramiekdagen Oldenburg. Voor informatie en inschrijving kunt u zich wenden tot Werkschule e.V. , Hochheider Weg 169, D-26125 Oldenburg, t +49 (0)441-382930, fax +49 (0) 441-382742; info@werkschule.de; www.keramiktage.com. De inschrijving sluit op 14 januari 2012.

2 Kees Zandvlliet, Faces of War, 2010; aardewerk, glazuur; h. 23,5 cm, Ø 16,5 cm. Oorlogen worden al sinds mensenheugenis gevoerd. De hoekige, scherpe vormen ervan zien we terug in harnassen, tanks en kruisraketten. Van de kruisvaarten tot starwars toont de oorlog ons haar grimmige gezicht. De hoekige vormen van dit werk zijn geïnspireerd door de stalen ridderhelm en de afschrikwekkende gelaatsbescherming van starwar’s Darth Vader. De scherpe punten, gevormd door de ribben, refereren aan lansen, bajonetten en raketten. Gespoten in een mat, donker grijsbruin glazuur, dat de indruk geeft van gietijzer. Dit versterkt de hoekige vormen. Mangaan- en ijzeroxide geven dit glazuur zijn metalige kleur. 3 Kees Zandvliet, Revolution, 2009; aardewerk, glazuur; h. 22,5 cm, Ø 12 cm. Een Frans gezegde luidt: Les révolutions font perdre beaucoup de temps: revoluties doen heel wat tijd verloren gaan. De strakke lijnen van deze vaas verbeelden de omwenteling, de tandraderen van de revolutie. Uit de ronde vorm ontstaan naar boven toe twaalf ribben: de tanden van het tandrad. In bovenaanzicht is het een symbolische wijzerplaat met ribben die staan voor de twaalf uren van de klok. Bewerkt met een mat, antraciet kleurig glazuur. Dit geeft een mechanische, gietijzeren impressie die de vorm versterkt. Het glazuur bevat o.a. ijzer-, koper- en mangaanoxiden. 4 Kees Zandvliet, Palm of our Past, 2010; aardewerk, glazuur; h. 23 cm, Ø 19,5 cm. De palmboom heeft een zuilvormige stam met een ruwe celstructuur, ontstaan door de afvallende kroonbladeren. Miljoenen jaren oude palmtronken worden soms als palmacieten teruggevonden in versteende toestand. Dit werk vond zijn inspiratie in de versteende tronk van een palm die miljoenen jaren geleden op aarde groeide en bloeide: De palm van ons verleden. De zeshoekige plaatjes verbeelden de stamstructuur. Het werk is eerst ingewassen met omber en mangaanoxide en daarna afgesponst. Vervolgens is het gespoten met een glazuur waarin ijzer- en titaanoxide aanwezig zijn. Dit geeft de honinggeel tot oker kleuren. 5 Kees Zandvliet, Corona, 2010; aardewerk, glazuur; h. 24 cm, Ø 24 cm. De stralenkrans om de zon wordt corona genoemd. Het is Latijn voor kroon, het hoofddeksel van koningen als teken van hun macht en waardigheid. Dit gegeven vormt de grondslag voor dit ontwerp. De hoge zeshoekige vorm is de basis voor de kroon die erop prijkt. De concaaf gevormde ribben versterken het effect van de macht: Omhoog gestrekte armen reikend naar de zon. In bovenaanzicht heeft het werk dan ook de vorm van een stralende zon. Gespoten in een honinggoud tot donkerbruin glazuur, dat verloopt van licht naar donker. De honingbruine tinten komen van ijzeroxide en titaandioxide. De grove structuur in de donkere delen wordt veroorzaakt door het toegevoegde siliciumcarbide.

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

17


kort nieuws Porcellana Porselein­tentoon­ stelling in Wassenaar Met de porselein tentoonstelling Porcellana wil Kunstgroep Wassenaar een breed beeld geven van de vele uitingen waarmee porselein gebruikt wordt door hedendaagse beeldend kunstenaars. In de tentoonstelling zijn keramisten vertegenwoordigd van nationaal en internationaal niveau. Zij brengen zowel twee- als driedimensionaal werk, porselein gecombineerd met zilver, puur wit of gloeiend van kleur. Daarbij worden wandtableaus en ambachtelijk gemaakte vazen afgewisseld met industriële ontwerpen en autonome beelden. De naam van de tentoonstelling stamt uit de 13e eeuw. Als Marco Polo op zijn reizen als eerste Europeaan in China komt, krijgt hij eetgerei van een wonderbaarlijk materiaal in handen. Hij vergelijkt het met de tere roze schelp van de zeeslak, die thuis in Italië ‘porcella’ (varkentje) wordt genoemd. Hij noemt het materiaal dan ook ‘porcellana’. Kunstgroep Wassenaar In het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw organiseerde een gedreven groep kunstenaars zich in de Vereniging van Wassenaarse Beeldend Kunstenaars met als doel de kunst voor een breed publiek toegankelijk te maken. Met prominente leden als Paul Citroen, Paul Schuitema en Piet Zwart hebben deze kunstenaars in belangrijke mate bijgedragen aan het imago van Wassenaar als kunstenaarsdorp. De ideologie van de VWBK leeft voort in de tegenwoordige Kunstgroep Wassenaar, die al meer dan 10 jaar haar galerie heeft in de gerestaureerde molen De Windlust. Door de diversiteit van de kunstdisciplines van de leden is er een aantrekkelijk programma van maandelijks wisselende exposities van leden en gastexposanten. Elke twee jaar organiseert de Kunstgroep een grotere tentoonstelling. Dit keer rond porselein.

Diederik en Wied Heyning, Schaal 3837, 2010; porselein; 38 x 10,5 cm. Foto Diederik Heyning.

der Lans, Monique Polman, Bob van Schie, Peter en Heide van Veen, Jolanda Verdegaal en Greetje Sieders, Judith de Vries Jeroen Bechtold 15 Claims: porseleinen ijsbergen, hooggebakken ijs dat nooit meer smelt. Hard als glas is de zachte sneeuw, het harde ijs. De bevroren zee zweeft in plassen rond de weerbarstige klompen. Bevroren in tijd, tijdelijk en tijdloos tegelijk. Met zijn aangrijpende Art of Climate Change refereert Jeroen Bechtold (1953) aan de desastreuze claims die naties leggen op de ongerepte poolgebieden. Een onplezierige boodschap vertaald in porselein. Joop Cock In 2006 verbleef Joop Cock (1948) zes

Tineke van Gils, Odette (uit Ballet Series), 2010; Blanc de Chine porselein; h. 22 cm, Ø 17 cm. Gemaakt tijdens werkperiode in China. Foto Tineke van Gils. K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

Tineke van Gils Ook Tineke van Gils (1953) verblijft vele malen in China. In 2010 ontving zij een uitnodiging om tussen de eeuwenoude drakenovens in de heuvels van Dehua meer dan honderd unieke theepotjes te komen draaien van het porselein uit de streek, wereldwijd bekend als ‘Blanc de Chine’. Deze porseleinklei verwerkt men in China in mallen, maar er wordt zelden mee gedraaid. De werkperiode resulteerde in een unieke collectie theepotjes die in mei 2010 werd geëxposeerd in Shanghai en daar lovend werd ontvangen. Een tiental van deze theepotjes is te zien op Porcellana. Heyning W/D. Wied (1948) en Diederik (1950) Heyning maken gecombineerd keramisch werk onder de naam Heyning W/D. In hun studio in Zeist werkt Diederik met klei, vormen en glazuren waarna Wied op de vormen patronen, kleur en ritme aanbrengt. Hun gedraaide en handgevormde werk heeft drie hoofdlijnen: White and Light, waarin

De deelnemers Deelnemende kunstenaars zijn Jeroen Bechtold, Joop Cock, Tineke van Gils, Wied en Diederik Heyning, Netty Janssens, Thomas Jan König, Olga van

18

weken in het Sanbao Ceramic Art Institute in Jingdezhen, dé keramiek stad van China. Voor zijn ogen zag hij keramische technieken gebruiken, waarvan hij tot dan toe dacht dat ze onmogelijk waren. Om het geheim van deze wonderen te ontdekken en omdat China een eindeloze bron van inspiratie bleek, is hij al drie keer teruggegaan. In Wassenaar toont Joop een serie op China geïnspireerde werken van porselein. Draaitechnieken, glazuurkennis en zelfgemaakte transfers komen hier samen.


doorschijnendheid en reliëf voorop staan; Brushpainting, met decoraties in rood/ groen koperglazuur en Water Colour on Porcelain beschilderd met chloriden of zouten. Veel werk is opgebouwd uit papierdunne plakken porselein, waaraan ter versteviging vlasvezels worden toegevoegd. Netty Janssens In de tentoonstelling toont Netty Janssens (1961) een serie doosjes. Haar werk is vaak kleurrijk, van tere pasteltinten tot diep warme roden of intensieve blauwen. Met platen klei bouwt zij vormen die de dragers zijn van een rijke decoratie: abstracte patronen, figuratieve motieven en schrifturen. Vaak zijn de schrifturen onleesbaar; symbolen gevangen in een kader, karakters uit een andere wereld. Om de gewilde effecten te bereiken, maakt zij gebruik van zowel een elektrische, als een gas- en een zoutoven. Thomas Jan König Thomas Jan König (1966) leerde het ambacht van pottenbakker in de DDR. Na de val van de Muur verhuisde hij naar Nederland en werkte in verschillende keramische bedrijven. Na enkele jaren ontwikkelingswerk in Bolivia begon hij zijn eigen pottenbakkerij in Kleve. Er wordt handgedraaid serviesgoed en porselein geproduceerd. Op Porcellana zijn wandtableaus te zien. Olga van der Lans Het gedraaide werk van Olga van der Lans (1952) heeft een rustige en tijdloze uitstraling. Vazen, schalen, dekselpotten: ieder werkstuk is uniek. Zij is uiterst kritisch op het resultaat, want porselein is een moeilijke materiaal om mee te draaien, weggewerkte foutjes tonen zich meedogenloos als het werk uit de oven komt. De decoratie is voor haar een belangrijk deel van het werk. Intuïtief werkend laat zij in een heldere vlakverdeling rasters, lijnen en schrifttekens ontstaan.

porseleinen kragen en sieraden en in haar vazen staan boeketten. Monique’s inspiratiebronnen zijn divers: de kleurencombinaties bij insecten, vormen van groenten, harpklanken door een openstaand raam. Op dit moment werkt ze met kleur of juist in wit porselein. Bob van Schie Naast de ontwikkeling van eigen werk verzorgt Bob van Schie (1971) projecten voor anderen. Als specialist in de keramische productontwikkeling begeleidt hij fabrieken, ontwerpers en kunstenaars. Zijn eigen werken zijn onder te verdelen in Bobjecten en Watervallen. Bobjecten zijn gebruiksvoorwerpen die een nieuwe visie op traditionele gebruiksvoorwerpen geven. De Watervallen zijn klank-waterkunstwerken op maat gemaakt voor een ruimte en samengesteld uit diverse materialen als hout, glas, metaal en natuurlijk keramiek, waarmee iedere waterval zijn eigen unieke klank krijgt. Greetje Sieders en Jolanda Verdegaal Jolanda Verdegaal (1952, keramist) en Greetje Sieders (1953, edelsmid) zochten elkaar in 2010 op om te ontdekken wat het ambacht van de één betekent voor de ander. Een serie wit porseleinen doosjes waarop verrassende zilveren ‘knoppen’ zijn gesmeed, was het resultaat. Vrolijke visjes en vogeltjes van corian op zilver bevolken de doosjes die door hun geperforeerde deksels een kijkje geven op de inhoud. Daarnaast wordt een serie sieraden getoond waarbij edelmetaal, parels en porselein een hoofdrol spelen.

Heide en Peter van Veen, 7-treden, 2009; porselein, staalkabel, rubber; h. 126 cm, b. 52 cm. Foto Peter van Veen.

Keramiekatelier Van Veen Heide (1946) en Peter (1945) van Veen werken al jarenlang met verschillende kleisoorten, passen verschillende decoraties toe (metaalzouten en glazuren) en stoken hun ovens op verschillende manieren. Gefascineerd door de transparantie en lichtheid van het materiaal specialiseren zij zich uiteindelijk in het werken met Limoges porselein, paperclay-porselein en Bone China. Het kwetsbare materiaal met zijn zachte, licht ruwe huid, wordt gedecoreerd met grafische voorstellingen. In sommige objecten worden ook andere materialen als glas, ijzer of leisteen toegepast. Judith de Vries Het werk van Judith de Vries (1957) kenmerkt zich door tere vormen en geraffineerde kleuren in vele patronen. Franse porseleinklei uit Limoges wordt ingekleurd met pigmenten. Op ingenieuze wijze maakt zij van deze verschillende kleuren kleipatronen die tot zeer dunne plakken worden uitgerold. Haar textiel­ achtergrond duikt hierbij regelmatig op: weven, vlechten, draperen, ikat. Decoratie is voor haar een essentieel onderdeel van de vorm, geen toevoeging achteraf. Porcellana. Galerie in de Molen, Molenplein 10a, NL-2242 HW Wassenaar. Open: donderdag t/m

Monique Polman Naast keramist is Monique Polman (1964) ook kok. Als ze een diner kookt voor een kunstuitleen komen al haar creaties en ambities samen: het eten wordt opgediend in door haar ontworpen stapelservies, de bediening draagt haar

zondag 14.00-17.00 uur. Van 10 december 2011 t/m 8 januari 2012. www.kunstgroepwassenaar.nl Info: Jolanda Verdegaal, secretaris Kunstgroep Wassenaar, Elzenhorst 25, NL-2215 MN Voorhout, t +31 (0)6-42148291 | +31 (0)252-220413; jolandaverdegaal@xs4all.nl; www.jolandaverdegaalkeramiek.nl Jolanda Verdegaal en Greetje Sieders, Porseleinvogels, 2011; doosje; porselein, zilver, corian; h. 15 cm, Ø 8 cm. Foto Erik Zurcher. K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

19


kort nieuws Overzicht keramisch werk Lucebert in Princessehof In Keramiekmuseum Princessehof is het eerste overzicht van keramisch werk van Lucebert (1924-1994) te zien. Keramiek vormt een onderbelicht aspect in het oeuvre van deze Nederlandse dichter, kunstschilder en tekenaar. Naast de keramische werken van Lucebert geven gedichten, muziek en fotomateriaal inzicht in het rijke gedachtegoed van deze veelzijdige kunstenaar. In het oeuvre van Lucebert is keramiek een terugkerend medium. Dit materiaal bood hem de mogelijkheid om kleur te combineren met driedimensionaliteit. Tijdens de CoBrA-periode beschilderde Lucebert zijn eerste keramische borden. Daarna legde hij zich in de jaren zestig vooral toe op het maken van schilderijen, die als figuratief expressionistisch kunnen worden omschreven. In 1990 hervatte Lucebert zijn passie voor het schilderen op schotels en vazen. Gedurende een aantal periodes werkte hij bij de Droysen Keramikstudio in Berlijn. Daarin werd hij bijgestaan door Kattrin Kühn, keramiste en artistiek leider van deze studio. De uitbundige glazuurtekeningen waarmee de kunstenaar zijn keramische werken decoreerde zijn geïnspireerd op het goede en het kwade en de fascinatie voor de mens. Andere belangrijke aspecten in Lucebert, model voor een beeld bij Museum Kranenburgh in Bergen, 1994; aardewerk; h. 30 cm, b. 33 cm, d. 18,5 cm. Collectie Keramiekmuseum Princessehof. Foto ©Keramiekmuseum Princessehof.

Lucebert, Drie vazen, 1991 en 1994; aardewerk, h. 53 cm.

zijn werk waren vrijheid en experiment. Zelf omschreef hij dit ooit krachtig als De schreeuw uit het harnas. De schreeuw uit het harnas - keramiek van Lucebert toont een zo compleet mogelijk overzicht van het keramisch werk van Lucebert. Met ruim 130 objecten uit particuliere en museale collecties. De tentoonstelling past in de reeks solopresentaties van beeldend kunstenaars van internationaal niveau. Recentelijk werden in dit kader presentaties met Johan Creten (1963), James Brown (1951) en Armando (1929) getoond. De schreeuw uit het harnas - keramiek van Lucebert. Keramiekmuseum Princessehof, Grote Kerkstraat 11, NL-8911 DZ Leeuwarden, t +31 (0)58-2948958; info@princessehof.nl. Open: dinsdag t/m zondag 11.00-17.00 uur. Tot en met 19 februari 2012. www.princessehof.nl

De ontdekking van het wapenschildje Nog tot en met 4 december 2011 is in museumgoudA de tentoonstelling De ontdekking van het wapenschildje te zien: sierlijk en kleurrijk gedecoreerd, gevarieerd aardewerk, gemaakt tussen 1921 en 1942 door het familiebedrijf Zenith in Gouda. Het schildje, het wapen van Willem van Oranje, was het eerste werk in mat plateel

20

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

dat door Gerrit van der Want (1901-1985) na langdurig onderzoek werd gemaakt. Bij de sluiting van de fabriek verdween het in een schoenendoos waar het pas in 2000 werd teruggevonden. Dit gaf aanleiding tot onderzoek naar de geschiedenis van het bedrijf, een publicatie (zie boekbesprekingen) en de expositie. De ontdekking van het wapenschildje. museumgoudA, Achter de Kerk 14, NL-2801 JX Gouda, t +31(0)182-331000. Open: dinsdag t/m vrijdag 11.00-17.00 uur, zaterdag en zondag 12.00-17.00 uur. Tot en met 4 december 2011. www.museumgouda.nl

Wapenschild met het wapen van Willem van Oranje, circa 1923; ontwerp en uitvoering Gerrit F. van der Want; h. 11,3 cm, b. 10,8 cm, d. 1,4 cm. Collectie museumgoudA. Foto Tom Haartsen.


Keramische kevers kleuren Princessehof In Keramiekmuseum Princessehof wordt tot en met 4 maart 2012 een zestigtal monumentale keramische kevers geëtaleerd. Ontwerpers Beate Reinheimer (1943) en Ulrike Rehm (1976) tonen de scherpe contouren en de kleurenpracht van deze insecten. Een tentoonstelling die de bezoeker aan het denken zet. De wandinstallatie Schwarm | Zwerm is ontstaan uit de fascinatie die het kunstenaarsduo RaR heeft voor natuur­historische verzamelingen. Aanvankelijk begon het project als een glazuuropdracht tussen leerling (Rehm) en docent (Reinheimer). De kunstenaars besloten een tiental kevers te vervaardigen in keramiek, waarbij ook gefantaseerde exemplaren ontstonden. Elke kever werd afzonderlijk met diverse technieken geglazuurd waardoor er esthetische, kleurrijke beelden zijn ontstaan. De torren met een doorsnee van circa 30 centimeter vullen een gehele wand en kruipen hierdoor als het ware tegen de muur op. Meubelontwerpbureau Pilat & Pilat ontwierp ‘boomstambanken’ die de bezoekers de mogelijkheid bieden het visuele spektakel te bewonderen. De getransformeerde kevers confronteren de bezoekers met de vele verschijningsvormen van de natuur. De presentatie wekt verwarring: Komen al deze felle kleuren en verschillende vormen werkelijk bij de kever voor? Dit kan geverifieerd worden, want er zijn tientallen opgezette torren in bruikleen van het Fries Natuur Museum. RaR is in 2010 opgericht door Reinheimer en Rehm. Eerstgenoemde studeerde onder andere aan de Gerrit Rietveld Academie, waar ze meer dan 25 jaar actief was als docente. Haar keramisch werk bevindt zich in de vaste collectie van onder meer Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam en Keramiekmuseum Princessehof. Rehm studeerde af aan het Sandberg Instituut in Amsterdam. Haar werk is onder andere tentoongesteld in het Stedelijk Museum Amsterdam en tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven.

Beate Reinheimer en Ulricke Rehm (RaR), Schwarm | Zwerm (detail), 2010; keramiek, div. glazuren; gemiddelde doorsnede 30 cm. Schwarm | Zwerm. Keramiekmuseum Princessehof, Grote Kerkstraat 11, NL-8911 DZ Leeuwarden, t +31 (0)58-2948958; info@princessehof.nl. Open: dinsdag t/m zondag 11.00-17.00 uur. Tot en met 4 maart 2012. www.princessehof.nl

De lustertechniek van Jordi Serra Na de succesvolle introductie in Nederland van het werk van de Catalaanse keramist Jordi Serra (1942) in 2006 volgt dit jaar een tweede kennismaking met zijn bijzondere techniek. Jordi Serra beoefent een keramische techniek – en heeft daarin een waar meesterschap bereikt – die ons terugvoert naar het oude Irak en Perzië van de 9e eeuw. De techniek werd door de Arabieren door de Islamitische wereld en de landen ten zuiden van de Middellandse Zee verspreid en tenslotte door de Moren in de 10e-11e eeuw in Spanje geïntroduceerd. Deze techniek was met grote geheimzinnigheid omgeven en werd door de middeleeuwse pottenbakkers van vader op zoon doorgegeven. De techniek bezorgt de keramiek waarop ze wordt toegepast een rijke metallieke glans, die wordt veroorzaakt door een extreem dun laagje metaaloxiden. Een glans die van kleur verandert naarmate de lichtval erop verandert of als de kijker zijn standpunt wisselt. Dit iriserende effect is goed te vergelijken met het effect van

een olievlek op water. De keramiek van Jordi Serra is niet alleen betoverend door deze zacht glanzende lusters, het zijn ook de vormenrijkdom en de expressieve dynamiek van de vaak figuratieve decoraties die zijn werk tot begeerlijke verzamelobjecten maken. Niet alleen in zijn geboorteland maar ook in Duitsland, Frankrijk en Japan wordt het werk van Jordi Serra hoog gewaardeerd. Jordi Serra. Loes & Reinier International Ceramics, Korte Assenstraat 15, NL-7411 JP Deventer, t +31 (0)570-613004; info@loes-reinier.com. Open: woensdag t/m vrijdag 11.00-18.00 uur, zaterdag 11.00-17.00 uur. Tot en met 24 december 2011. www.loes-reinier.com Jordi Serra, Vaas, 2006; steengoed met lustertechnieken en extra reducerende stook; h. 40 cm.

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

21


kort nieuws Kaat Schulte wint prijs Vrijdag 30 september heeft het werk Going round van Kaat Schulte (1957) een prijs gewonnen op de Internationale Keramiek Biënnale in Kapfenberg, Oostenrijk. De prijs, officieel de Award of the Kapfenberg Trade and Tourism Association, bestaat uit een vermelding in de catalogus, een oorkonde en een geldbedrag. Het is een van de drie hoofdprijzen die werden uitgereikt. Daarnaast kregen nog vier werken een speciale vermelding en zijn er vier werken aagekocht. Het werk Going round viel in de prijzen vanwege ‘the divine interpretation made here of the ceramic material and its exceptionally dynamic impact.’ De Biënnale had als thema Inside-out. Schulte lichtte haar werk als volgt toe: “Going round is een ode aan het konijn. Van een afstand zie je een carrousel aan de muur, roestige konijnen die eindeloos achter elkaar aan rennen. Gefossiliseerde ‘animal locomotion’ à la Muybridge. Kom je dichterbij, dan zie je dat het alleen maar zakkerige huiden zijn, stoffelijke resten van konijnenlevens. Gemummificeerd in een veengebied. Hun binnenste eruit. Vergaan met de jaren, maar toch nog steeds rennend. Een klein aandenken achterlatend

Kaat Schulte, Going round, 2011; muurinstallatie van twaalf terracotta konijnen; Ø 220 cm. Foto Jasper Drexhage

Kaat Schulte, Going round, detail. Foto Jasper Drexhage.

22

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

van zeer aaibare konijnenhuiden.” Opvallend was dat de prijs eigenlijk (in alle openheid) naar een container/vessel moest gaan, maar de jury zei geen prijs te kunnen geven voor een van de vessels. De twee andere prijzen gingen naar Alfredo Eandrade (Argentinië) en Irmgard Schaumberger (Oostenrijk). Eervolle vermeldingen: Team Uganda, Karolina Tengler, Alex Kyakuwa en Isaac Ssenabulya. Het werk was tot 6 november te zien in het Kulturzentrum in Kapfenberg. In de maand december staat de tentoonstelling bij de Croatian Ceramic Association, Križani´ceva 13, 4200 Varaždin, Kroatië. Van 3 t/m 31 december 2011. www.kerameikon.com

Princessehof presenteert zeldzame Japanse keramiek

Japanse fles, 17e / begin 18e eeuw; porselein; h. 53 cm.

gevarieerde verzameling Aziatisch porselein van Nederland en omvat ruim 3000 jaar keramische geschiedenis. Bijzonder zijn de omvangrijke collecties Kraakporselein en Celadon en de Mingverzameling. Keramiekmuseum Princessehof, Grote Kerkstraat

In Keramiekmuseum Princessehof wordt op dit moment aandacht besteed aan uiterst zeldzame Japanse keramiek. Het museum in Leeuwarden stelt in een kleine presentatie vijf objecten uit de 17e en 18e eeuw tentoon. Er is onder andere door de VOC naar Nederland geëxporteerd porselein te zien. In de presentatie is een schotel te bewonderen van shoki-Imari porselein. Dit zeer zeldzame porselein werd uitsluitend voor de binnenlandse markt geproduceerd. De schotel is typerend voor de Japanse smaak. De maker schilderde alleen een bamboetak en een vogel op de schotel die dateert uit de jaren 40 van de 17e eeuw. Na 1650 kwam de export naar Nederland op gang. In de presentatie vormt een grote fles hiervan een uniek voorbeeld. De fles werd in Japan vervaardigd, maar in Nederland aan het begin van de 18e eeuw overgeschilderd met Aziatische motieven en de initialen B.S. Deze zouden kunnen verwijzen naar Balthasar Sweer, die in 1690 als opperhoofd in Deshima was aangesteld. Deze fles is een van de best bewaard gebleven voorbeelden van het uitbundige Amsterdams Bont. De presentatie licht een tipje op van de sluier van de internationaal befaamde Aziatische collectie van het Princessehof. Het museum bezit de grootste en meest

11, NL-8911 DZ Leeuwarden, t +31 (0)58-2948958; info@princessehof.nl. Open: dinsdag t/m zondag 11.00-17.00 uur. Tot en met 30 juni 2012. www.princessehof.nl

De picture stories van Lucille Nobleza Op 2 september vond er een bijzondere ééndagsexpositie plaats in het atelier van Saskia Phaeltzer (Keramiek 4-2011) in Amsterdam: foto’s van Lucille Nobleza. Deze fotografe uit de buurt van Sidney is van origine keramiste en glaskunstenaar. Daarnaast heeft zij een passie voor fotografie. Daarom bedacht zij een creatieve manier om keramiek en fotografie te combineren: zij ging foto’s maken van keramisten tijdens

V.l.n.r.: Saskia Pfaeltzer, Lucille Nobleza, Godelieve Smulders en Suzie Edwards in Amsterdam. Foto Wil van Blokland.


het scheppingsproces. Voor haar werk bezoekt Nobleza kunstenaars, meestal in hun atelier. Zij neemt dan een stuk klei mee en vraagt haar gastvrouw/-heer daar één of meer miniatuurtjes van te maken. Als de kunstenaar aan het werk is, maakt Nobleza een grote hoeveelheid foto’s. Scarica L’allegato vertelt dat zij daarbij een ontspannen, veilige sfeer weet te scheppen. “Daardoor weet zij de werkende kunstenaars te betrappen en aspecten van hun persoonlijkheid op een moment van intieme spontaniteit vast te leggen”. Zo legt zij een relatie tussen de kunstenaar en zijn werk. L’allegato spreekt van ‘kunst in kunst’, de foto’s vormen een spiegel. Tenslotte maakt Nobleza een foto van het object in nauw, lichamelijk contact met de maker. Zij vertelt met haar foto’s een persoonlijk verhaal in beelden: picture stories. “I’m a storyteller.” Nobleza reist nu rond met een reeks tentoonstellingen in Azië en Europa. In Sanbao en Jingdezhen maakte zij enkele maanden geleden picture stories van kunstenaars uit 24 landen, onder wie Saskia Pfaeltzer, Godelieve Smulders, Wil van Blokland en Pepijn van den Nieuwendijk (zie de sprekende en humoristische foto’s op Google: Lucille Nobleza – Body and Clay Exhibition Tour Europe/Asia). Eind september opende in Polen een expositie van haar werk. In oktober was het werk te zien in Italië en in november in China. Nobleza voelt een speciale band met Nederlandse keramisten, volgend jaar brengt zij in de Nederlandse Ambassade in Canberra een expositie van haar ontmoetingen met een aantal van hen. Het is te hopen dat Nobleza binnenkort ook in Nederland een ruime overzichtstentoonstelling krijgt. lucille.nobleza@gmail.com PK

‘Kleien’ op Lowlands De Volkskrant schreef over Lowlands 2011 (19 t/m 21 augustus): “…daar blijven hangen was een feest” en Arjen van Veelen, debutant op het festival, publiceerde in de NRC negen ‘bevindingen’ waaronder deze: (8) “Op Lowlands is iedereen blij” en (9) “Lowlands is een heerlijk pretpark voor volwassenen.” Voor, tijdens en na het festival schreven alle kranten

Impressies van het opbouwen van de beelden op Lowlands.

over de muziek, het terrein, de sfeer …, (alleen?) Spits (22-8-2011) meldde dat de deelnemers “een stukje (konden) kleien aan een gezamenlijk festivalkunstwerk.” Sinds vorig jaar biedt Lowlands het publiek de gelegenheid beeldend bezig te zijn. Eric Begeman Producties organiseerde dat onderdeel. “Ons doel is kunst als een laagdrempelig onderdeel van het festival aanbieden, waarbij publieksparticipatie een sleutelwoord is.” (Doran Schmaal van het productiebureau). New Sculpture Department (Lorenzo Quintanilla en Kees Bouvé) verzorgde het ‘kleien’, geassisteerd door vele keramisten en studenten. Beiden zijn student op de Gerrit Rietveld Academie, afdeling Keramiek, in Amsterdam. Zij hopen volgend jaar af te studeren op het grootste kunstwerk van Nederland. Dit jaar bouwden zij van 23000 kilo klei drie delen van een 6,5 meter hoge piramide die voor de slotavond opgestapeld werden. Op de voorafgaande dagen kregen bezoekers het verzoek een demonische kop te boetseren. Hun werkstukken werden op de piramide aangebracht: ”Monsters die zich aan

de chaos ontworstelen”. Quintanella en Bouvé boetseerden twee grote demonen voor de top. Zij moesten vaak op de kunstenaars in spé inpraten om hen tot medewerking te bewegen, maar het resultaat was geïnspireerd, inventief en humoristisch. Elke keer dat je om de piramide heen liep, deed je andere ontdekkingen. De griezels – met een vette knipoog – toonden met hoeveel plezier er gewerkt was. Het is jammer dat het beeld na afloop van het festival gedemonteerd werd. Van de klei werd 1200 kilo aan de Kleiacademie in Amsterdam gegeven; de leden van het New Sculpture Department hielden de rest. “Dit vormt de basis voor ons eindexamenwerkstuk. Zo’n grote bult klei voor de deur van ons atelier geeft ons de vrijheid voluit te bouwen.” Het eindexamen van Kees Bouvé en Lorenzo Quintanilla vindt plaats van 4 tot en met 8 juli 2012. Inmiddels zijn er al afspraken over de volgende editie van Lowlands. Het is te hopen dat de directie dit onderdeel handhaaft en de uitvoering in dezelfde competente handen legt. PK www.newsculpturedepartment.com

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

23


kort nieuws Foto links: Tineke van Gils, Tulip, 2011; blanc de Chine theepot, speciaal gemaakt voor 400 Jaar Exchange Delft-Jingdezhen. Deze theepot stond in de Delft-stand in Jingdezhen om Nederland te vertegenwoordigen met de tulp en de connectie Delft-Jingdezhen met de kleuren blauw&wit; 15 x 17 x 11 cm.

400 Jaar Exchange Delft-Jingdezhen Vanaf 2006 is er intensief contact tussen de keramieksteden Delft en Jingdezhen (China). De Gemeente Delft, Erfgoed Delft, Royal Delft, bestuur en musea van Jingdezhen en het Sanbao Ceramic Art Institute werken samen aan een uitwisselingsprogramma. In 2010 ondertekenden de burgemeesters van Delft en Jingdezhen op een tegeltableau van Pepijn van den Nieuwendijk (1970) de zusterband tussen de beide steden. De Nederlandse kunstenaar Adriaan Rees (1957), die sinds jaren een studio in Jingdezhen heeft, is de aanjager en de motor van dit 400 Jaar Exchange Delft-Jingdezhen-project. Belangrijk onderdeel is een ‘artist in residence’ programma waarmee daadwerkelijk artistieke, educatieve en industriële uitwisseling plaatsvindt. In 2010 werkten de kunstenaars Jiansheng Li uit Jingdezhen bij Royal Delft en Pepijn van den Nieuwendijk in het Sanbao Ceramic De burgemeesters van Delft en Jingdezhen, samen met Jiansheng Li en Adriaan Rees in Jingdezhen.

24

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

Art Institute in Jingdezhen. Deze zomer werkte Wan Li Ya bij Royal Delft, terwijl zijn monumentale schemerlamp The national treasure in de expositie Den Haag Sculptuur stond. Dit najaar werken de Nederlandse kunstenaars Pauline Wiertz (1955) en Tineke van Gils (1953) in Jingdezhen. Op de grote Jingdezhen International Ceramic Fair zal Delft in haar stand werken tonen van alle genoemde kunstenaars in combinatie met een collectie van Royal Delft. Tineke en Pauline zullen tijdens de beurs demonstraties geven. Tegelijkertijd vindt in Jingdezhen de tentoonstelling plaats van de 1e China Kaolin Grand Prix for International Ceramic Art.Tineke van Gils is hiervoor genomineerd met een blanc de Chine theepot en Adriaan Rees met het porselein kunstwerk Hairy Monster dat hij maakte in zijn studio in Jingdezhen.

Etrusken. Vrouwen van aanzien, Mannen met macht Iedereen die belang stelt in keramiek doet zichzelf tekort als hij de dubbeltentoonstelling Etrusken. Vrouwen van aanzien, Mannen met macht niet bezoekt. Het R(ijks) M(useum) van O(udheden) in Leiden toont van dat intrigerende volk Vrouwen van aanzien. De Mannen met macht zijn te zien in het Allard Pierson Museum in Amsterdam. De Etruskische maatschappij ontstond, bloeide en ging ten onder in het huidige Toscane en een deel van Umbrië tussen rond 1000 en 30 v.Chr. Lange tijd werd zij als ‘mysterieus’ gezien, maar dankzij archeologisch onderzoek beschikken wetenschappers nu over een schat aan gegevens waardoor een deel van het mysterie is opgelost. Maar de fascinatie voor de Etrusken is nog niet verflauwd. Dit is te danken aan de overvloed aan (kunst)werken in brons, aardewerk, goud en zilver, hun perfectie en hun schoonheid. Alle zijn gevonden in de

dodensteden, de necropolen, waar de doden eeuwen rustten in askisten en urnen eerst, later in sarcofagen of op hun doodsbed. Zij werden omringd door rijke grafgiften: sieraden, serviezen, tafelgerei en ander huishoudelijk gerief, religieuze voorwerpen… Alles toont hoe hoog de cultuur ontwikkeld was, al blijkt dat niet uit geschreven bronnen. Er zijn wel zeer veel teksten – waarvan het schrift ontrafeld is – maar die zijn alle kort en geven nauwelijks informatie over de ontwikkeling van het volk. De twee tentoonstellingen vullen elkaar mooi aan. Bij de samenstelling ondervond het team, samengesteld uit medewerkers van beide musea, veel medewerking van een aantal van de belangrijkste Europese musea, waaronder een aantal in Italië. Hierdoor kunnen bezoekers kennismaken met unieke topstukken waarvan vele tot de vaste collecties behoren. De opzet van de tentoonstelling is niet chronologisch maar thematisch. Het zwaartepunt ligt op de vroege Etruskische maatschappij. Van de vrouwen en de mannen wordt een aantal aspecten belicht. Die scheiding wordt gerechtvaardigd door de bijzondere positie die de Etruskische vrouwen innamen, althans die van de (zeer) rijke bovenlaag. Van de sociale lagen daaronder is niets teruggevonden. Van de vermogende vrouwen worden onder meer de rol in het openbare leven en hun rijkdom belicht. De Etruskische vrouw was zeer geëmancipeerd en bezat veel vrijheid. Zij konden lezen en schrijven, werkten – als leider van een pottenbakkerij bijvoorbeeld – en hadden in veel opzichten dezelfde rechten als de man: zij konden met hem naar openbare gelegenheden en lagen met hem aan bij banketten. Dat blijkt uit decoraties op askisten (bijvoorbeeld een prachtig terracotta deksel met een beeld van een man en een vrouw die in volle harmonie aan een banket deelnemen) en fresco’s met dezelfde voorstellingen. De kinderen droegen de naam van de moeder. Op de tentoonstelling zijn gouden en zilveren sieraden te zien die tot op de dag van vandaag edelsmeden inspireren. Tussen het goud ligt zelfs een keramische sierspeld: een bloedzuigerfibula. Het diertje heeft de vorm van een kleine croissant om het oneerbiedig te formuleren. Er zijn rijk van decoraties voorziene spiegels waarop teksten gegraveerd staan. Omringende volkeren


en latere schrijvers maakten zich van die emancipatie verregaande voorstellingen: de vrouwen zouden ‘bandeloze en onbeschaamde prostituees’ zijn. Bij de Mannen van macht zijn de belichte aspecten krijgers, paarden, wapens, zeevaart, kortom zaken waaruit echte mannelijkheid spreekt. Er is zoveel moois te zien dat elke beschrijving te kort schiet. Hoogtepunten zijn een terracotta votief-beeldje van een ingebakerde baby en de vaak levensgrote terracotta goden en voorouderfiguren die op de nok van daken stonden. Bedenk bij het kijken dat die in hun tijd uitbundig beschilderd waren! (1). U vindt askisten, huisgerei van keramiek waaronder het diepzwarte bucchero aardewerk, soms flinterdun. De naam komt uit het Spaans: aardewerk dat ‘naar een bok ruikt’. De middeleeuwse schrijver Ristoro van Arezzo: “De vazen kwamen uit de hemel; ik zou niet weten hoe hun vorm en kleur gemaakt zijn.” (L.B. van der Meer, De Etrusken, 1977). Ach, hoogtepunten? De ruim 600 topstukken op de dubbeltentoonstelling zijn samen één indrukwekkend hoogtepunt. PK 1) Zie V. Brinkmann, H. Brijder e.a. Kleur! Bij Grieken en Etrusken. Waanders, Zwolle, 2006. ISBN 90 400 9134 9. Aanbevolen literatuur • P.S. Lulof en I. van Kampen (hoofdred.), Etrusken. Vrouwen van aanzien, Mannen met macht. Zwolle, WBOOKS (2011), 184 blz., gebrocheerd, 150 illustraties. Prijs E 24,95.

Bucchero aardewerk, 600-550 v. Chr.; v.l.n.r.: amfoor, h. 34 cm; schepbeker (kyathos), h. 19 cm; wijnkan (oinochoë), h. 29 cm. Bucchero is kenmerkend Etruskisch zwartglanzend aardewerk uit de 7de-6de eeuw v. Chr. Het wordt gemaakt van ijzerhoudende klei. Wanneer de klei in een luchtdichte oven wordt gebakken, wordt het zwart. Als er echter zuurstof in de oven komt, oxideren de ijzerdeeltjes en wordt het aardewerk rood van kleur. Het bucchero aardewerk werd versierd met fijne waaierpatronen of met stempels. Collectie Allard Pierson Museum, archeologisch museum van de Universiteit van Amsterdam.

Deksel van askist met aanliggend echtpaar, ca. 500-450 v.Chr.; terracotta; l. 90 cm. Uit Cerveteri. De man en vrouw op dit deksel waren waarschijnlijk een echtpaar. Ze liggen samen op een aanligbank voor een banket, waarbij de man liefdevol zijn arm op de schouder van zijn vrouw heeft gelegd. Het is opvallend dat Etruskische mannen en vrouwen vaak op een gelijkwaardige manier staan afgebeeld, op o.a. de deksels van askisten en wandschilderingen. Het is een van de tekenen dat in de Etruskische maatschappij vrouwen een bijzondere en gelijkwaardige positie innamen. Collectie Museo Archeologico Cerveteri.

Voorouderbeeldje, 650-630 v.Chr.; terracotta; h. 47 cm. Uit Tomba delle Cinque Sedie, Cerveteri, Banditaccia necropolis. In het graf van de Cinque Sedie (graf van de vijf zetels) in Cerveteri zijn vijf van deze beeldjes gevonden. Ze zaten op een rij in de linker bijkamer van het graf, in uit tufsteen uitgehakte zetels. De Etrusken geloofden in een leven na de dood. Terracotta beeldjes die voorouders voorstellen komen in Etruskische graven vaak voor. Men geloofde dat de voorouders (zowel mannen als vrouwen) de familie beschermden. In de vorm van beeldjes konden de voorouders in de graven deelnemen aan de rituele dodenmaaltijden. Collectie British Museum, Londen.

ISBN Ned. editie 978 90 400 7806 4, Eng. editie 978 90 400 78067 1. • RoMeO Magazine, uitgave Vriendenvereniging Rijksmuseum van Oudheden, 24 blz., E 2,95. Verkrijgbaar in de museumwinkels. Allard Pierson Museum, Oude Turfmarkt 127, NL-1012 GC Amsterdam, t +31 (0)20-5252556; allard.pierson.museum@uva.nl. Open: dinsdag t/m vrijdag 10.00-17.00 uur, zaterdag en zondag 13.00-17.00 uur. Tot en met 18 maart 2012. www.allardpiersonmuseum.nl Rijksmuseum van Oudheden, Rapenburg 28, 2311 EW Leiden, t +31 (0)71-5163163. Open: dinsdag t/m zondag 10.00-17.00 uur. Tot en met 18 maart 2012. Beide musea vragen een toeslag van E 3,- op de entreeprijs. Die vervalt als de bezoeker het entreebewijs van het andere museum bij de kassa inlevert. www.rmo.nl

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

25


kort nieuws Marijke Gémessy maakt werk voor openbare ruimte In de afgelopen maanden werden van Marijke Gémessy (1944) twee werken voor de openbare ruimte onthuld: in juli Zittende tapijten en in oktober De Ommedijkse kruik. Zittende tapijten is een betonnen zitrand van 55 meter in het Fakonahof in de Schilderswijk in Den Haag. Gémessy wil met dit werk ertoe bijdragen dat de zeer gemêleerde bevolking zich in de wijk thuis voelt. Daarvoor putte zij uit haar herinneringen aan uitnodigingen thee te drinken in Marokko en Turkije en aan tapijten uit allerlei culturen. Bij Haagse tapijthandelaren fotografeerde zij hun producten, maakte ‘tapijtcomposities’, bracht ze aan op tegels en metselde die op de betonnen rand. Zij werkte het geheel af met een speciaal gegoten porseleinen rand die de kans op beschadiging vermindert. Het sfeervolle, bonte kunstwerk zal eenieder veel zitplezier verschaffen, ongeacht de etnische achtergronden. Er zijn 18 zitjes gecreëerd. Op een stenen trap naar een vijver bij Woonzorgcomplex De Ommedijk (ingesloten door de Engelendaal, Heinsiuslaan en Cor Gordijnsingel in de wijk Buitenhof) in Leiderdorp ligt De Ommedijkse kruik (genoemd naar

Marijke Gémessy, Zittende Tapijten, 2011; beton, steengoed, keramische transfers, porselein; totale lengte 5500 cm, h. 45 cm; de tegels zijn 20 x 20 cm, de ronde porseleintegels 6,5 x 20 cm. Totaal 18 zitjes, variërend van 60 tot 140 cm breed voor één-, twee- en driepersoonszitjes. Fakonahof, Schilderswijk, Den Haag. Foto Piet Gispen.

de omringende dijken). Deze kruik lijkt op een wezen dat met de motoriek van een slak uit het water klimt: de evolutie herhaalt zich. Of ontvlucht het wezen juist het land? Het onderwerp sluit aan bij Gémessy’s fascinatie voor kruiken, ooit universeel bewaarmiddel, van voedsel tot ontslapenen; symbool voor leven en dood. De decoratie op een brede rand rond de buik verwijst naar de geschiedenis van de streek en toont een landschap met onder meer Romeinse soldaten, vroegere plateelbakkerijen, het verdwenen Augustijner klooster … Over de rand lijkt een oneindige stroom melk te komen (met honing?). De kruik is een verre verwant van de hoorn des overvloeds en een familielid van de kruiken van Kana, al waren die van steen (Joh 2:6). Beide werken getuigen van de inventiviteit die Gémessy eigen is. Marijke Gémessy, Westeinde 205, NL-2512 GZ Den Haag, t +321 (0)70-3892993 / 06-21894074;

Marijke Gémessy, De Ommedijkse kruik, 2011; steengoed, glazuur, majolica, transfers, goudluster; h. 95 cm, Ø 210 cm. Woonzorgcomplex De Ommedijk, De Ommedijk 51, NL-2353 GM Leiderdorp, t +31 (0)71-5811000. Foto Piet Gispen.

www.gemessy.nl

MIKE DODD: new pots Goldmark Gallery is very pleased to announce the exhibition of potter Mike Dodd. Perhaps one of the most accessible and user-friendly of the UK’s finest potters, Dodd’s work comes from the heart of the kitchen and the beauty of the countryside. Dodd’s range of what he terms ‘general purpose’ domestic ware is the perfect addition to kitchen and table. He makes baking dishes and casseroles perfect for taking straight from oven to table, large bowls for mixing or serving salads and smaller bowls from which to eat soup or noodles. For him, his pots’ function is

“firstly to enrich, to keep alive a sense of beauty, to touch feeling as a counter or balance to reason” and that “as probably the most tactile of all the crafts, not to be useable would deny the intimacy necessary for ‘presence’ to emerge in everyday use.” Combining his fascination with making his glazes from locally sourced materials with functionality, Penlee Stone, Somerset Basalt and River Iron are just a few of the rich glazes that work to enhance his simple, unfussy forms. His pots are tactile, intimate and accessible. The handles on his mugs and jugs invite you to hold and pour, the texture of his crackle glazed pots is alluring, the soft black of his basalt glaze contrasts dramatically with the blue tinged high silica ash often poured over the neck and shoulders of his bottles. Paddling on jars leaves indentations in which ash glazes pool. Recently he has reintroduced the use of porcelain to his studio, a material he hasn’t worked with regularly since the 1970s, using a palette of cool blue celadon and soft ash glazes on the beautifully faceted lidded boxes and delicately fluted vases. Inspired by Bernard Leach and mentored by Donald Potter as a schoolboy, Dodd went on to study medicine at Cambridge

Mike Dodd, Lobed Store Jar, 2011; steengoed; 30 x 20cm.

26

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011


but after graduating he abandoned it all to return to his first love of pottery, taking a post-graduate course in ceramics in London. He has worked as a professional potter since 1968, becoming one of the most important potters working today. He currently lives and works in Somerset, producing his beautiful pots at the Dove Pottery Workshops. Mike Dodd. Goldmark Gallery, 14 Orange Street, UK-Uppingham, Rutland, LE15 9SQ, t +44 (0)1572-821424. Open: maandag t/m zaterdag 9.30-17.30 uur, zondag 14.30-16.30 uur. Tot en met 24 december 2011. www.modernpots.com

Het Familieservies van Marjanne van der Stok Het Familieservies / Familiar Tableware (2011) van Marjanne van der Stok (1978) is gebaseerd op het familieservies dat van generatie op generatie wordt doorgegeven. De kwetsbaarheid en de emotionele waarde van zo’n erfstuk zijn gebruikt als ingrediënten voor dit familieservies. De keuzes die Van der Stok maakt zijn gebaseerd op vorm, functie en betekenis, maar ook op toeval en omstandigheden. De afzonderlijke delen van het servies zijn te herkennen als lichaamsdelen (een schouder, bovenarm, borsten, elleboog) van familieleden. Omgezet in dun porselein – gepigmenteerd met bodystains die zijn gebaseerd op de huidskleur van de betreffende familieleden – hoort het servies bij het gezin of de familie. Net als het leven doordrongen van invloeden als tijd, omgeving en tradities. De personen transformeren in deze betekenis van lichaamsdeel en toon naar een onderdeel van het familieservies dat weer generaties kan worden doorgegeven als het

Marjanne van der Stok, Installatie Broerekerk Zwolle, september 2011; porselein gepigmenteerd met bodystains tot de huidskleur van de betreffende familieleden, v.l.n.r.: Marjanne, 8 x 14 x 8 cm, Andre, 10 x 24 x 12 cm, Jasper, 10 x 5 x 5 (2x), Ineke, 10 x 45 x 17 cm, Martijn 9 x 4 x 5 cm (2x), Erik-Jan 25 x 9 x 7 cm, Fanja, 6 x 15 x 8 cm (2x) en Ewout, 11 x 10 x 8 cm.

familieservies van 2011. Is het eerste servies gebaseerd op haar eigen familie, de volgende serviezen kunnen van andere families worden. Uiteindelijk is geen enkele servies hetzelfde, want niet alleen de samenstelling, ook de afmetingen van de verschillende onderdelen verschillen net zoveel als er mensen zijn. Marjanne van der Stok is docent beeldende kunst en vormgeving op Scholengemeenschap De Meergronden in Almere. Daarnaast is ze zelfstandig keramist met een eigen atelier. Ze studeerde in januari van dit jaar af als docent beeldende vormgeving aan de Windesheim Hogeschool in Zwolle. “Ik werk nu 3 jaar als docent beeldende kunst en vormgeving, daarnaast ben ik mentor. Heb afgelopen januari mijn docentenopleiding afgesloten. Die opleiding was een pure verrijking en een ontwikkeling van mijn eigen beeldende vermogen die ik in mijn groepslessen en in begeleiding van het beeldend proces kan toepassen.” Het Familieservies was in september te zien in de Broerekerk en de Kunstuitleen in Zwolle en in november in de Grote Kerk in Naarden. Tot en met 24 december neemt Van der Stok deel aan de groepstentoonstelling Kerst & Carry in Corrosia in Almere Haven.

Keramiekmarkt Dordrecht Op zondag 2 oktober werd voor de twaalfde keer de jaarlijkse keramiekmarkt Dordrecht gehouden. Op deze zonovergoten dag genoten 43 keramisten uit o.a. Nederland, België en Duitsland en zo’n 7000 bezoekers van het gevarieerde aanbod en het goede niveau. De markt werd gelijktijdig gehouden met Kunstrondje Dordt in de historische binnenstad van Dordrecht, op de locaties het Hof, de Hofstraat en de Kloostertuin. Aan de keramiekmarkt was ook weer een wedstrijd verbonden. Winnaar van de juryprijs was Conny Pols (1960; NVKlid) met het object Duin. De jury zag in haar werk o.a. de hand van een ervaren keramist die sterke vormen maakt met een vakkundig materiaalgebruik. Een eervolle vermelding was er voor de jonge Belgische keramiste Katja van Breedam. Het winnende werkstuk van de juryprijs is volgend jaar te zien op alle affiches en flyers die door de organisatie worden verspreid.

• Marjanne van der Stok, Lofotenweg 60, NL-1339 SZ Almere, t +31 (0)36-5231603; mj_vd_stok@hotmail.com • Label me², Marjanne van der Stok, Keramiekkeuken, Kobaltstraat 7d, NL-1411 AM Naarden, t +31 (0)6-40766658; www.labelme2.nl; www.keramiekkeuken.nl • Kerst & Carry. Kunst & Design voor de donkere dagen. Corrosia! Expo, Markt 5, NL-1354 AP Almere Haven, t +31 (0)36-5215929. Open: dinsdag t/m zaterdag 12.00-17.00 uur. Tot en met 24 december 2011. www.corrosia.nl Marjanne van der Stok, Fanja, 2011; porselein.

Conny Pols, Duin, 2009; aardewerk, glazuur, sinterengobe; h. 20 cm, l. 38 cm. K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

27


kort nieuws De Gouden Eeuw van China in Drents Museum Het Drents Museum was bijna een jaar gesloten voor een grote verbouwing en de bouw van een nieuwe museumvleugel naar ontwerp van architect Erick van Egeraat. Op 17 november ging het museum open met een compleet nieuwe inrichting van alle collectiepresentaties, een nieuw kindermuseum, een groter museumcafé en een nieuwe tentoonstellingszaal. In deze zaal presenteert het museum de openingstentoonstelling De Gouden Eeuw van China, over de bloeitijd van de Tangdynastie (618-907 na Chr.), de glorieuze dynastie met de grootste open culturele uitstraling uit de hele Chinese geschiedenis. In Nederland denkt men bij Gouden Eeuw aan de 17de eeuw, de eeuw van welvaart en ongekende activiteiten op het gebied van bouwkunst, beeldende kunsten, letterkunde en wetenschap. Historici zien de Tangdynastie als een van de hoogtepunten in de Chinese beschaving: de Gouden Eeuw van China, de bloeitijd van de Chinese cultuur in de 7e tot en met de 9e eeuw na Chr. Het is voor Chinezen de belangrijkste dynastie uit hun geschiedenis; dé bloeitijd van Chinese

cultuur. Chang’an (het huidige Xi’an) vormde het hart van het keizerrijk, de eerste stad in het oosten van waaruit de Zijderoute over het land liep als een levensader van cultuur, religie en handelswaar. Handelaren en kooplieden uit alle windstreken kwamen met luxe artikelen naar China. Nieuwe culturen en religies kwamen mee. Kleding en sieraden, gebruiksvoorwerpen, etherische oliën, voedingsmiddelen en wijn uit het buitenland waren zowel in de paleizen als bij een groot deel van de stadsbevolking populair. Kunst en literatuur bloeiden. De tentoonstelling laat bijzondere archeo­ logische vondsten uit de Tang-dynastie zien. Circa 150 voorwerpen van aardewerk, zilver, goud, glas en steen tonen het vakmanschap van de Gouden Eeuw van China. Er zijn uitzonderlijke terracotta beelden van mensen en dieren, geglazuurd in prachtige kleuren en unieke wandschilderingen met de sfeer van het leven aan het Chinese hof. Kamelen met hun bagage, mooie vrouwen met ronde vormen, muzikanten op paarden die de bedrijvigheid van een wereldstad laten zien. De tentoonstelling is de eerste internationale expositie in het vernieuwde Drents Museum. De Gouden Eeuw van China. Drents Museum, Brink 1, NL-9401 HS Assen, t +31 (0)592-377773; info@drentsmuseum.nl. Open: dinsdag t/m zondag 11.00-17.00 uur. Tot en met 15 april 2012.

De hemelse koningen, Tang-dynastie, 618-907 na Chr.; driekleurig geglazuurd aardewerk; h. 63 cm. Oorspronkelijk de hindoeïstische beschermers van de vier windrichtingen, in het boeddhisme de behoeders van de leer. Ze trekken ten strijde tegen het kwaad en beschermen de tempels tegen vijandelijke machten. Collectie Xian, XMM, Xi’an Municipal Museum.

28

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

www.drentsmuseum.nl Slapend meisje op een kameel, Tang-dynastie, 618907 na Chr.; koud beschilderd aardewerk; h. 73 cm. Slapend meisje in Centraal-Aziatische klederdracht. Dit beeld verwijst mogelijk naar de uit Chinese documenten bekende slavinnenhandel. Collectie Hansenzhai, XMM, Xi’an Municipal Museum.

Made in Poland: Fucking Up the Financial System Keramisch kunstenaar Jeroen Bechtold (1953) was een van de deelnemers aan het 35ste Internationale Symposium Porcelain Another Way, dat van 5 tot 30 september plaatsvond in Walbrzych in Polen. Het evenement speelt zich al die jaren al af in drie fabrieken die nog in de Duitse tijd gebouwd zijn en nu dus onder Polen vallen: twee fabrieken voor serviesgoed en een voor isolatoren. Bechtold werkte in een serviesgoedfabriek die tijdens de werkperiode langzaam haar laatste adem uitblies. “Een nogal droevige ervaring, weer een ooit zo geweldige productieunit te zien verdwijnen”, zegt Bechtold over zijn werkperiode. “Ik maakte het al eerder mee in Duitsland en in Nederland bij twee fabrieken waar ik als ontwerper bij betrokken was. Productie van keramiek is nu eenmaal te duur in onze financieel uitgemolken maatschappij. Er zijn Oosterse landen waar de lonen lager liggen en ‘dus’ wordt alles efficiënt overgeplaatst dan wel opgedoekt. Je eigen werk maken in zo’n omgeving is wel geweldig. De enorme hitte en herrie die ovens en machines om je heen veroorzaken, open ramen en tocht voor wat frisse lucht, en werknemers die honderden theepotten, schalen en deksels produceren, zijn wel even wat anders dan je eigen, veilige atelier. Hier heb je ook opeens prachtige gietbanken en porselein dat schitterend en vloeibaar uit de buizen in het plafond via een pistool in je emmer loopt. Hier heb je ovens die dag en nacht stoken en waar je je spullen alleen maar bij hoeft te zetten.” Het was voor Jeroen Bechtold de eerste keer dat hij, gewapend met zijn favoriete mes en een spons, volledig zonder vooropgezet plan naar zo’n happening afreisde. Hij zou zich door de productie ter plekke laten inspireren. Uiteindelijk waren het de spaarpotten waarmee hij aan de slag ging. Dat is de serie Fucking Up the Financial System geworden. Die verhaalt over de graaicultuur die ons wankele financiële systeem in rap tempo onderuit haalt. De porseleinen varkens ‘rijden op’ tegen gouden constructies. Munten die je in deze ‘spaarvarkens’


Jeroen Bechtold, Fucking Up The Financial System FUFS1#3, 2011; porselein, goudluster; 14 x 15 x 30 cm.

stopt, zijn voor eeuwig verloren. Daar gaat je investering, want als je je munten ooit weer terug wilt hebben, zul je het hele kunstwerk moeten vernietigen en de kosten daarvan zijn groter dan de waarde van het geld zelf. Zoals gebruikelijk waren ook dit keer goede keramisch kunstenaars uitgenodigd. De deelnemers uit Japan, de USA, Taiwan en een aantal Europese landen deelden hun werk met elkaar middels presentaties, maar een van de mooie zaken van zo’n symposium is de onderlinge uitwisseling van kennis en ervaring, omdat de kunstenaars elkaar aan het werk zien. Onder flinke belangstelling werd het symposium op 30 september afgesloten met een tentoonstelling in het museum van Walbrzych.

Ien van Laanen: De tegels der Nederlanden In het Nederlands Tegelmuseum in Otterlo zijn tot 30 januari de illustraties te zien die Ien van Laanen maakte bij de artikelenserie De Encyclopedie der Nederlanden van Wilma de Rek en Bert Wagendorp in het zaterdagkatern Het Vervolg in De Volkskrant. Van Laanen tekende quasi-oudhollandse Delftsblauwe wandtegeltjes, soms met wijsheden eronder, die bij nadere beschouwing zo lieflijk niet zijn. De illustraties zijn gebundeld in een boek, terwijl van verschillende exemplaren echte tegels zijn gemaakt. Illustraties en tegels zijn nu dus te zien in de tentoonstelling De tegels der Nederlanden.

Na het gymnasium volgde Ien van Laanen de opleiding tekenen en schilderen aan de Nieuwe Lerarenopleiding (NLO) in Nijmegen, Amsterdam en Groningen. Zij begon in 1980 met autonoom werk en ontwierp affiches en toneelbeelden voor het Grand Theatre in Groningen. Sinds 1989 woont en werkt zij in Amsterdam en heeft ze zich toegelegd op toegepast en grafisch werk. Ze tekent regelmatig voor De Volkskrant en maakte de afgelopen jaren o.a. werk voor Vrij Nederland (VN), de Groene en VPRO-gids. Ze illustreerde voor HP/De Tijd en het maandblad J/M en werkte behalve voor tijdschriften en weekbladen ook voor diverse culturele en non-profit organisaties. Vanaf 2000 neemt ze deel aan de jaarlijkse tentoonstelling Politiek in Prent van de Stichting Pers&Prent waar ze twee keer een eervolle vermeldingen kreeg voor inhoud (2009) en beeld (2010). De laatste was voor de tegel Tolerantie die ook te zien is op de tentoonstelling in het Tegelmuseum. Het werk van Ien van Laanen valt op door de techniek en de beeldtaal die zij gebruikt. Zij hanteert de pen en het penseel even gemakkelijk als het elektronische tekentablet. Ze tekent, schildert, fotografeert en maakt collages met uiterste precisie. Ze gebruikt alle mogelijkheden die de computer te bieden heeft. Door deze gemengde techniek bestaan haar beelden vrijwel altijd, letterlijk en figuurlijk, uit meerdere lagen. De tegels der Nederlanden. Nederlands Tegelmuseum, Eikenzoom 12, NL-6731 BH Otterlo, t +31 (0)3318-591519; info@nederlandstegelmuseum.nl. Open: dinsdag t/m vrijdag 10.00-17.00 uur, zaterdag en zondag 13.00-17.00 uur. Tot en met 29 januari 2012. www.nederlandstegelmuseum.nl Encyclopedie der Nederlanden. Uitgave Atlas Uitgevers, Amsterdam. Prijs E 24,95. ISBN 978-90-45019-369.

Fucking Up the Financial System and other Works: porseleinwerken die Bechtold tijdens het symposium Porcelain Another Way in september in Polen heeft gemaakt. Jeroen Bechtold (gallery), Korte Leidsedwarsstraat 159, NL-1017 RA Amsterdam, t +31 (0)20-6249871; jeroen@jeroenbechtold.nl. Open: woensdag t/m zondag 11.00-17.00 uur of na afspraak (telefoon of email). Tot en met 8 januari 2012. www.jeroenbechtold.nl Ien van Laanen, Tegels uit de serie De tegels der Nederlanden, 2010/2011; 30 x 30 cm elk.

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

29


Maximale stilte in beelden Sylvia Evers door Ieneke Suidman

Wanneer Sylvia Evers (Rheine, Duitsland, 1971) wordt gevraagd waarmee zij zich als kunstenaar bezighoudt, twijfelt zij tussen beeldhouwen en mixed media. “Ik ben wel constant met boetseren bezig, maar ik beperk me niet tot een materiaal of medium”, voegt zij er aan toe. Bij het maken van de keuze voor materiaal gaat zij uit van wat het betreffende beeld nodig heeft. “Ik houd van subtiele tegenstellingen, zoals bijvoorbeeld in het beeld met de werktitel Pistoolman. Hier heb ik de ‘wapens’ – het gewei van het ree en de als wapen gestolde hand van de jongen – met glanzend glazuur genuanceerd. Het keramisch beeld met de titel Disarmed heb ik gecombineerd met een gewei van brons. De huid van een

beeld werk ik zo glad mogelijk af. Perfectie is voor mij de manier bij uitstek om mijn werk kwetsbaarheid en verstilling te doen uitstralen.”

Signalen Omringd door haar aangrijpende beelden in de museale ruimte van Galerie Smarius blijkt het plezierig praten over wat haar bezielt. De galerie bevindt zich op een industrieterrein in Gorredijk. De dynamische architectuur – acht meter hoog plus vide, wit interieur – biedt alle ruimte aan de verstilde beelden. De meeste liggen op de lichtgrijze vloer. Kleinere staan op sokkels of hangen – soms zwart en van brons – aan de muur. Ofschoon de zachte gladde, geboetseerde vormen te herleiden zijn – dieren en menselijke gestalten, geweien van herten en gestapelde kledingstukken – is er geen sprake van puur realisme. Wat op het eerste gezicht ‘echt’ lijkt, wijkt bij nader inzien af van de anatomische werkelijkheid. Sylvia werkt in de regel niet naar model of afbeelding, maar laat zich leiden door wat haar inspireert, zoals signalen die de mens uitzendt zonder zich daarvan bewust te zijn. Deze signalen, die tussen de regels door gelezen moeten worden, verbeeldt zij in haar werk. Symbolen effenen de weg naar herkenning. Ook taal en tekst zijn regelmatig een bron van inspiratie. Op het ogenblik is zij bezig met een beeld dat berust op een zin die zij enige tijd geleden heeft opgeschreven: ‘Alle Taue in der Hand, ballt sich meine zur Faust.’ Een zin, afgeleid van een gezegde in haar moedertaal, die in haar geest zo vaak opdook dat ze hem tenslotte als uitgangspunt voor een nieuw beeld is gaan gebruiken. Na de keuze voor dit onderwerp werd het materiaal voor de uitvoering bepaald. “Buitenbeelden voldoen aan andere criteria dan binnenbeelden, hetgeen diverse uitdagingen oplevert. Soms zou ik een object graag in klei willen uitwerken. Gezien de duurzaamheid schakel ik dan bijvoorbeeld over op brons. Ook daarin kan ik, waar het sfeer betreft, van alles doen. Ik kan de huid laten zoals deze is – giethuid – maar er ook lagen op aanbrengen. Er zijn bijna eindeloze mogelijkheden zowel waar het kleur, uitstraling als patina betreft.” Sylvia Evers werkt niet constant aan een beeld dat zij onder handen heeft. Regelmatig afstand nemen is voor haar absoluut noodzakelijk en de inhoud kan er zelfs door veranderen. Hoe meer zij vordert hoe vaker zij stoot op dingen die zij onbewust inbrengt. “Vroeger accepteerde ik dat niet. Een eenmaal gevormd idee moest en zou er komen. Tegenwoordig ontstaan er momenten waarop ik het werk zijn eigen inhoud laat bepalen. Uiteraard

Sylvia Evers, Zonder Titel, 2009; steengoed; van boven naar beneden: Ree, l. 120 cm, b. 90 cm, h. 17 cm; Kind, l. 123 cm, b. 75 cm, h. 20 cm; Ree, l. 93 cm, b. 103 cm, h. 18 cm; Ree, l. 120 cm, b. 117 cm, h. 18 cm; Ree, l. 114 cm, b. 110 cm, h. 20 cm.

30

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011


Linksboven: Sylvia Evers, Zonder Titel (Hertjongen), 2009; steengoed; l. 102 cm, b. 40 cm, d. 42 cm. Rechtsboven: Zonder Titel (Hertjongen), 2009 (detail) Onder: Zonder Titel (Kind), 2009; (detail 5-delig beeld); steengoed; l. 123 cm, b. 75 cm, h. 20 cm.

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

31


Silvia Evers: “Beelden ontstaan onder mijn handen waarmee ik er als het ware ‘de ziel in aai’.”

komt boven wat ik er inleg, maar langs een route die ik ervaar als ‘uit handen geven’. Vroeger meende ik dat ik eerst schetsen of tekeningen van een beeld moest maken. Nu begin ik direct, bij wijze van schets, in klei.“ Ze wijst op de beeltenis van een naakt jongetje in witte klei dat oorspronkelijk diende als schets voor een meisje dat onderdeel is gaan uitmaken van het prominente beeld van vier reeën en een kind. “Door een tragische gebeurtenis die plaatsvond in mijn persoonlijke omgeving, werd ineens duidelijk dat het jongetje een autonoom beeld kon worden. Het ligt hier nu met als titel Disarmed.”

Stilte

Sylvia Evers, Zonder Titel (Pistoolman), 2010; steengoed, glazuur; l. 53 cm, d. 35 cm, h. 41 cm.

Ze werkt niet voor niets het meest in klei. “Beelden ontstaan onder mijn handen waarmee ik er als het ware ‘de ziel in aai’.” Een medestudent aan de AKI in Enschede, waar ze is opgeleid, beschreef haar eindexamenproject als ‘De maximale stilte’. “Kennelijk is dat iets wat mijn werk mij vanzelfsprekend oplevert. Het zijn de rust en de aandacht die ik soms zo mis in het dagelijks bestaan. Eerlijk gezegd zou ik best wat maatschappelijker georiënteerd willen zijn. Maar dat is vooral omdat ik veronderstel dat dit beter zou verkopen.” Lang heeft Evers alle mogelijkheden voor een beroepskeuze opengehouden. Toen zij op haar 35e jaar een basisstipendium kreeg, begon zij zich te realiseren dat kunst een onderdeel van haar leven was geworden. “Als een bouwsteen die je neerlegt en waar je op verder gaat.” Regelmatig vraagt zij collega’s haar werk te beoordelen. “Daar heb ik veel baat bij. Op mijn negentiende, vier jaar voordat ik naar de academie ging, heb ik allerlei cursussen aan de Volksuniversiteit in Duitsland gevolgd. Van zilversmeden tot en met schilderen. Mijn vader houdt daarentegen vol dat ik altijd met mijn handen in de klei heb gezeten.” Kunstwerken van Sylvia Evers worden gekocht door particulieren, bedrijven en gemeenten. Onlangs schafte het Ministerie van Buitenlandse Zaken een beeld aan voor een van de Nederlandse Ambassades. “Hier in Galerie Smarius voel ik mij thuis”, besluit de kunstenaar. “Ik onderhoud een goed contact met de galeriehouder. Hij toont belangstelling voor mijn werk en ziet mij niet alleen maar als een bron van inkomsten.” Werk van Sylvia Evers is permanent te zien bij • Galerie Smarius, Hellingbaas 1, NL-8401 JH Gorredijk, t +31 (0)6-10595904; info@galeriesmarius.nl. Open: donderdag t/m zondag 13.00-17.30 uur en op afspraak. www.galeriesmarius.nl • Art Kitchen Gallery, Joris van den Bergweg 101, NL-1067 HPO Amsterdam, t +31 (0)20-6223422; info@artkitchen.nl. Open: woensdag t/m zaterdag 13.00-18.00 uur en op afspraak. www.artkitchen.nl | www.sylviaevers.com

Sylvia Evers, Zonder Titel (Pistoolman), 2010 (detail)

32

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011


Boven: Sylvia Evers, Disarmed, 2010; steengoed, brons; l. 105 cm, b. 40 cm, h. 18 cm. Linksonder: Zehnender, 2004; brons; l. 55 cm, b. 48 cm, d. 65 cm. Rechtsonder: Zonder Titel, 2009; steengoed, gewei; l. 123 cm, b. 150 cm (incl. gewei), d. 110 cm.

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

33


De museumcollectie 10 museum Beelden aan Zee Scheveningen door teja van hoften

José Vermeersch, Gedrapeerde figuur, 1978; keramiek; 99 x 47 x 39 cm. Aankoop 1984.

In de jaren 60 jaren kochten Theo en Lida Scholten hun eerste beeldje. Ze verzamelden werk van toenmalige jonge kunstenaars. Het merendeel van de werken uit de collectie van museum Beelden aan Zee, dat het echtpaar in 1994 stichtte, dateert dan ook uit de tweede helft van de twintigste eeuw, vanaf de naoorlogse periode tot heden. Internationale beeldhouwkunst met als leidraad het mensbeeld in de ruimste zin van het woord. Niet per definitie figuratief, het kan ook het mensbeeld in conceptuele zin zijn, maar het gaat wel om fysiek aanwezige objecten. Ook bij het ontwerpen van het gebouw met zijn binnen- en buitenruimtes is architect Wim Quist daarvan uitgegaan. Er is bij voorbeeld geen klimaatcontrole aanwezig. De collectie omvat op dit moment zo’n 1000 beelden en enkele honderden penningen.

Particulier initiatief Beelden aan Zee is een particulier museum dat vanaf het begin met vrijwilligers heeft gewerkt. Dat was niet alleen een kwestie

34

k

e R a M i e k

6|

d e c e m b e r

2011

Carmen Dionyse, De slangenman, 1981; keramiek; 60 x 50 x 23 cm. Aankoop 1983.

van geld, het paste ook goed binnen het initiatief van de oprichters en het zorgt voor heel betrokken werknemers, een positieve sfeer en grote klantvriendelijkheid. Na 2002 heeft men er toch professionals bij gehaald en is Jan Teeuwisse directeur geworden. Hij was hoofdconservator van het RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie) en de beeldhouwkunst was het gebied waarop hij publiceerde. Bovendien zat hij al in de adviescommissie van het museum. Toen ze hem voor deze functie vroegen was één van zijn wensen om er een onderzoeksinstituut bij op te zetten, met een link naar de universiteit, om zijn wetenschappelijke werk te kunnen voortzetten, maar vooral ook om het museum meer diepgang te geven. Verbanden leggen en tijdslijnen doortrekken van het verleden naar de toekomst. Dit gebeurt in het Sculptuur Instituut, dat in 2004 onder de terrassen is uitgegraven. Daar zijn de hersenen van het museum, daar worden de programma’s bedacht, de

boeken geschreven, symposia en lezingen voorbereid en fundraising gerealiseerd. Lida Scholten is ondanks haar hoge leeftijd nog steeds nauw betrokken bij het museum en werkt zelf als vrijwilliger, heeft het documentatiesysteem opgezet en leidt de groep vrijwilligers. Ook heeft zij een fonds in het leven geroepen speciaal voor de Nederlandse beeldhouwkunst. Als particulieren kochten Theo en Lida Scholten vaak kleinere beelden, waarvan ze persoonlijk gecharmeerd waren of als documentair werk. Als museum koopt men anders, minder maar wel groter en daarmee ook duurder. In zijn beginperiode als directeur heeft Jan Teeuwisse weinig kunnen aankopen, omdat in 2004 de permanente installatie SprookjesBeelden aan Zee van de Amerikaanse beeldhouwer Tom Otterness (1952) op de boulevard is gemaakt, waardoor meteen het aankoopbudget voor velen jaren was besteed. Maar sinds drie jaar geeft de BankGiroLoterij twee ton per jaar voor aankopen. Daarnaast


Alphons Freijmuth, Portret van Ger van Elk, 1982; keramiek; 25 x 22 x 30 cm. Aankoop 1983.

wordt er net als bij Museum Boijmans van Beuningen samengewerkt met privĂŠ-verzamelaars. Als het museum hun collectie aanvaardt, zijn verzamelaars verzekerd van de toekomst van hun collectie en andersom als het museum iets graag wil aanschaffen dat aansluit bij de desbetreffende collectie, betalen de verzamelaars de aankoop en kan het werk, als ze dat willen, ook voor enige tijd in hun huis staan. Daarnaast leent het museum voor bepaalde tentoonstellingen soms ook werk uit de collectie van de verzamelaar. Dat concept spoort natuurlijk helemaal met het particuliere initiatief.

Aankoop- en tentoonstellingsbeleid Criteria voor aankopen zijn vanzelfsprekend de kwaliteit, maar ook dat het een ambachtelijk vervaardigd object is. Niet in de zin van degelijk, maar uniek, met de hand gemaakt. Hoewel ook ready mades en werk dat op de computer ontworpen is, zijn aangekocht, heeft dat geen prioriteit. De

Carolein Smit, Margarethe, 2003; witbakkende klei, ijzerdraad (kroontje), goud-, platina- en parelmoer­ luster; h. 165 cm. Aankoop 2003/2004. Foto Winnifred Limburg.

nadruk ligt op fysiek aanwezige objecten. Jan Teeuwisse vindt dat je als museum koopt om gezien te worden. Dat is een van de redenen dat er veel werk uit de eigen collectie aan andere musea wordt uitgeleend, zoals aan De Havixhorst in De Wijk (Drenthe) en binnenkort aan Museum De Fundatie in Heino (Overijssel). Buiten de tijdelijke tentoonstellingen wordt de opstelling van de vaste collectie ook voortdurend gewisseld en wordt er nauwkeurig bijgehouden wat waar en wanneer getoond is zodat, net zoals de boer door wisselbouw de grond, het museum zijn publiek niet zal uitputten. Voor de exposities geldt een ruimer beleid en is er meer vrijheid om grenzen te verkennen en heel diverse uitgangspunten voor een tentoonstelling te nemen. Zo komt er soms helemaal geen mensbeeld aan te pas, zoals onlangs in de tentoonstelling Van Barye tot Bugatti. Les Animaliers (18-02 t/m 29-05-2011), een tentoonstelling over negentiende-

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

35


Karin Arink, Zusjes, 1994; aardewerk; 235 x 105 x 45 cm. Aankoop 2010.

eeuwse dierplastiek. Op dit moment bereidt Carel Blotkamp een tentoonstelling voor over hangende beelden. En zo is er in het verleden in 1997 een grote keramiek­tentoon­ stelling in het museum te zien geweest onder de titel Brandend zand. Deze was in opdracht van de Stichting PMK (Promotie Monumentale Keramiek) door Christhilde Klein, conservatrice van het Frans Halsmuseum in Haarlem, samengesteld.

Bezoek

Mimmo Paladino, Uomo e coccodrillo, 1994; keramiek, geglazuurd; 145 x 115 x 62 cm. Aankoop 1995. Foto Piet Augustijn.

Tijdens mijn bezoek aan het museum waren er drie tentoon­ stellingen die elkaar prachtig aanvulden: een solo van Sui Jianguo, die vooral liet zien hoe je met Chinese ogen naar de wereld kijkt. Erg mooi was de zaal Slant Paradise waar hij een typisch Nederlands paradijs liet zien van boerinnetjes, molens, klompen enz….. scheef aan het plafond opgehangen, in dezelfde hoek als waarin Nederland en China ten opzichte van elkaar staan op de aardbol. De Denkeilanden van Eveline van Duyl (1957), een serie meer dan levensgrote borstbeelden van filosofen, opgesteld op strijkplanken en gemaakt met de meest uiteenlopende materialen. De installatie Heads van Alfred Haberpointner (1966), bijna een magazijnopstelling van rekken vol grote koppen, een soort encyclopedie van het hoofd. Beide laatstgenoemde beeldhouwers hanteren een eigenzinnig materiaalgebruik met veel oog voor details, vol humor en poëzie. Maar het werk van Eveline is zo vrouwelijk; niet alleen door de klosjes garen, schelpen en plooirokjes, om maar eens een paar dingen te noemen, maar ook door de psychologiserende, persoonlijke, bijna intieme benadering van haar onderwerp, terwijl Haberpointner afstand bewaart en een soort overzicht wil tonen van een bijna wetenschappelijke soortenrijkdom. Maar individuen worden zijn portretten nergens. Op het dakterras is het heerlijk pauzeren met grote schepen, verglijdend aan de horizon, een licht briesje en het geruststellende geluid van de branding op de achtergrond.

Gipsotheek Vanuit alweer die behoefte aan onderzoek is ook besloten tot de bouw van een gipsotheek, die naar alle waarschijnlijkheid in het voorjaar van 2012 zijn deuren zal openen. Meestal toont een museum alleen de eindproducten en blijven de schetsen en ideeën die er aan voorafgingen voor het publiek verborgen. Maar door het werkproces met al zijn modellen en probeersels te laten zien, leert de bezoeker anders te kijken naar de beeldhouwkunst.

Keramiek Annemarie van Sprang, links: Tree, 2009/2010; bone China; h. 21,5 cm; rechts: Get Loose, 2009/2010; bone China; h. 22 cm. Beide beelden oplage 4, nr. 1 van 4. Aankoop 2011. Foto Peter Cox.

36

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

Zo ontdekte ik in het depot dat museum Beelden aan Zee eigenlijk een behoorlijk grote collectie keramiek heeft in de vorm van terracotta voorstudies. Rond 1920 werkte in Parijs een groep


Jake en Dinos Chapman, Say Goodbye to loneliness, 2008; beschilderd brons; 176 x 89 x 73 cm. Aankoop 2010, mogelijk gemaakt door BankGiroLoterij.

David Vandekop, Vanitas, 1988; keramiek; 58 x 38 x 34 cm. Aankoop 1989.

keramisten, die werk uitvoerde voor een beeldhouwer als Aristide Maillol (1861-1944), die grote invloed heeft gehad op de naoorlogse classicisten in Nederland. Beeldhouwers als Han Wezelaar (19011984) trokken naar Parijs om terracotta beeldjes te laten maken, die later door een schilder werden gekleurd. Dat werk had een heel andere uitstraling dan het toen gebruikelijke brons. Het had iets mediterraans en steenachtigs. Op een gegeven moment gingen beeldhouwers ook echt glazuur toepassen op vaak nog massief geboetseerde beelden, die later werden uitgehold. Als eersten waren dat de Cobrakunstenaars en met name Karel Appel (1921-2006), waarbij Structuur 68 een belangrijke rol heeft gespeeld. Op eenzelfde manier ontstond ook het keramische werk van Mimmo Paladino (1948), David Vandekop (1937-1994) en Alphons Freijmuth (1940). Deze laatste maakte in 1982 een Portret van Ger van Elk voor de Portretgalerij van het museum, die sinds 2003 bestaat en waarvoor het museum dankzij sponsors opdrachten verleent aan eigentijdse kunstenaars tot het maken van een portret van een prominente Nederlander. Freijmuth koos bewust voor de keramische mogelijkheden van de kleur. Dat is ook wat Jan Teeuwisse benadrukt: “Iets wordt gekocht als kunstwerk en niet als keramiek, maar het materiaal kan wel degelijk een rol spelen in de kwaliteit van het beeld zoals bij het werk van Carolein Smit (1960). En daarmee krijg je letterlijk kleur in de collectie.” Toch is niet alleen kleur een belangrijk aspect van keramiek. Keramiek is niet zoals plastic neutraal, maar een materiaal met een heel eigen identiteit, waarbij het beeld groeit onder de handen van de maker en zo al vormend ontstaat. Als je kijkt naar Zusjes (1994) van Karin Arink (1967) kan dat echt alleen maar in dat materiaal gemaakt zijn. En daarnaast zijn in de collectie ook werken van rasechte keramisten zoals de mythologische figuren van Carmen Dionyse (1921), de onbeholpen oermensen van José Vermeersch (1922-1997) en, als meest recente aankoop op keramiekgebied, de frêle porseleinfiguurtjes van Annemarie van Sprang (1960) opgenomen.

Toekomst Gevraagd naar zijn persoonlijke voorkeur geeft Jan Teeuwisse aan één keer in de twee jaar een tentoonstelling te willen maken van een beeldhouwer met een grote naam en kijken welke invloed deze heeft gehad op de Nederlandse beeldhouwkunst. In de jaren ’50 veroverden de moderne Italianen Giacomo Manzu (1908-1991) en Marino Marini (1901-1980) Nederland via een tentoonstelling in Museum Boijmans Van Beuningen. Hun naturalisme was wel geabstraheerd, maar stoelde op iets dat al duizenden jaren oud was. Dat sprak de Nederlanders aan. Zo doken er opeens ook hier allemaal paardenbeeldhouwers op, waarvan Arthur Spronken (1930) een goed voorbeeld is. In de jaren ’60 domineerden de abstractie en de conceptuele kunst. Pure abstractie lag in Nederland toen toch tamelijk moeilijk. Met Sonsbeek kwamen de pioniers van de moderne beeldhouwkunst als Henry Moore (1898-1986), Jacques Lipchitz (1891-1973) e.a. in Nederland. Dan is de figuratie nagenoeg verdwenen. Pas in de jaren tachtig staat deze weer op met Henk Visch (1950), maar dan volstrekt anders. Er mogen weer verhalen verteld worden. Kunstenaars als Thom Puckey (1948) en Nicolas Dings (1953) krijgen opdrachten om standbeelden te maken en komen soms zelfs weer heel dicht bij de beelden die Mari Andriessen (1897-1979) in de jaren vijftig maakte. Dit leggen van verbanden, dit communicatieve, educatieve aspect vindt men bij Beelden aan Zee, denk maar aan de gipsotheek, zeker belangrijk. Op mijn vraag wat er in de collectie nog mist, antwoordt de directeur, dat in deze blingbling-tijd keramiek zeker bepaalde mogelijkheden biedt en dat natuurlijk ook Guido Geelen (1961) en het duo Bertozzi (1957) & Casoni (1961) in deze collectie horen. Museum Beelden aan Zee, Harteveltstraat 1, NL-2586 EL Den HaagScheveningen, t +31(0)70-3585857. Open: dinsdag t/m zondag 11.00-17.00 uur. Allemensen! Het mooiste uit de collectie Beelden aan Zee, tot en met 29 januari 2012. Tot en met 22 januari 2012: Oswald Wenckebach (1895-1962) en Jehoshua Rozenman (1955): Rusted Glass. www.beeldenaanzee.nl

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

37


Qassim Alsaedy / Brigitte Reuter, Waal Fragments (2 delen), 2010; rode klei, engobes + oxides, elektrische stook; h. 16 cm, b. 22 cm en h. 22 cm, b. 14 cm.

Het gezamenlijk keramisch werk van door Peggie Breitbarth foto’s Paul Hoedemaekers

Het komt natuurlijk vaker voor dat twee kunstenaars van verschil­ lende disciplines samenwerken. Met name in de keramiek zijn er voorbeelden te over. Meestal gaat het dan om een keramist die verantwoordelijk is voor de vorm en een schilder die de decoratie voor zijn rekening neemt. Maar een langdurige samenwerking als die van Brigitte Reuter en Qassim Alsaedy, die al bijna tien jaar bouwen aan een gezamenlijk oeuvre naast hun eigen praktijk, mag toch wel uitzonderlijk heten. Qassim Alsaedy wordt geboren in Bagdad (1949), waar hij aan de Academie voor Schone Kunsten wordt opgeleid tot kunstschilder (1969-1973). Voor jonge kunstenaars, die hun werk in vrijheid en onafhankelijkheid willen uitoefenen, is er geen plaats onder het toenmalig regime. Qassim belandt in de gevangenis en neemt na

Brigitte Reuter en Qassim Alsaedy met Stele Rythm of New Times, 2007; witte klei, zoutglazuur; 26 x 18 cm. Foto: Frank Welkenhuysen.

38

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

zijn vrijlating de wijk naar Libanon, waar hij door de oplaaiende burgeroorlog niet kan blijven. Dan vlucht hij opnieuw, nu naar Iraks Koerdistan om zich aan te sluiten bij de verzetsbeweging. Vandaar belandt hij in Libië, waar hij als docent aan de Academie van Tripoli terecht kan, maar ook daar is hij op den duur niet veilig. Uiteindelijk komt hij in 1994 in Nederland, waar hij al snel zijn werk op exposities gaat tonen. Brigitte Reuter ziet het levenslicht in Duitsland. Begin jaren tachtig komt zij, haar hart volgend zoals dat zo romantisch heet, naar Nederland. Daar begint zij de vakopleiding Keramiek aan de Technische School in Gouda (1983-1986) en komt al spoedig in contact met de Utrechtse keramist Gert de Rijk. Veel van haar enorme kennis op het gebied van zout- en andere glazuren, heeft ze aan hem te danken (1985-1987). In 1989 begint zij haar eigen atelier annex galerie Keramisch Atelier in de Utrechtse Brigittenstraat. Zij richt zich op de ambachtelijke kant van het vak, maakt vooral gebruiksgoed en, wat zij noemt, meditatieve objecten (‘een plek voor een steen’), met als specialisatie zoutglazuren en raku. Wanneer zij het werk van Qassim op een tentoonstelling ziet, heeft zij meteen het idee eens ‘iets’ met deze kunstenaar te willen doen. Hem uitnodigen voor deelname aan een expositie in haar galerie bijvoorbeeld. Zo leren ze elkaars werk kennen. En toen haar voor de Keramiekroute 2002 gevraagd werd samen met een kunstenaar uit een andere discipline iets te maken, aarzelde zij geen ogenblik. Voor Qassim kwam de uitnodiging onverwacht, maar hij was meteen enthousiast. Door Brigitte ging de wereld van de keramiek voor hem open. “Ik voelde me Columbus. Het was alsof ik een heel nieuw continent ontdekte.” Later realiseerde hij zich dat hij een enorme affiniteit met klei bezat, een affiniteit die alles te maken had met het land van herkomst en zijn vroegste jeugd. “Ons huis was van leem, mijn eerste kindertekeningen tekende ik in het stof.”


Qassim Alsaedy / Brigitte Reuter, Ceramic Field Love Shadow, 2011; witte klei, oxides, glazuren (2 over elkaar), elektrische stook; 26 x 26 cm.

Qassim Alsaedy / Brigitte Reuter, Stele To Ishtar, 2010; rode klei, engobes + oxides, elektrische stook; h. 65 cm, b.(onderkant) 27 cm, b. (bovenkant) 22 cm.

Brigitte Reuter en Qassim Alsaedy En daarin ligt meteen de verklaring van de manier waarop hij de keramische vormen en objecten decoreert. Hij krast tekeningen in de huid, drukt er motiefjes in, brengt kleine toevoegingen in klei aan. De term decoratie dient hier in louter technische zin opgevat te worden, tekenen is voor Qassim veeleer als communicatie op te vatten. Zijn werk herinnert aan de kleitabletten, aan de opschriften en boodschappen op muren (voor hemzelf in het bijzonder aan die op de wanden in zijn cel), aan straatstenen, die de sporen dragen van al die voeten en karren die er overheen reden. Wie wel eens bij een opgraving waar dan ook geweest is, zal dat gevoel herkennen. Wat op het eerste gezicht een ordeloze berg stenen is, blijkt – wanneer men zich er tussen begeeft – talloze sporen te dragen van het leven van eeuwen her. Klei, zowel de materie als het product, draagt altijd sporen van een verleden.

Wisselwerking Hoe gaat zo’n samenwerking feitelijk? Brigitte maakt de vormen, Qassim slaat aan het tekenen, Brigitte gaat aan de slag met engobes, oxides, kleurstoffen, glazuren en zout. En als het werk uit de oven komt, is het resultaat daar. Het klinkt alsof ieder

onafhankelijk van de ander zijn eigen terrein bedient. Maar zo is het niet. Het gaat om een vergaande vorm van actie en reactie, van wisselwerking dus. Vanzelfsprekend is dat ieder zijn eigen expertise meebrengt. Voordat Brigitte aan het werk gaat, is er soms niet meer dan een titel bekend. Ook overleggen ze wel over de kleur van de klei, over de mate van detaillering wellicht, maar vervolgens moet Qassim het overlaten. Hij kan Brigittes handen niet sturen. Bij het tekenen is hij geheel autonoom. Brigitte bemoeit zich daar niet mee. Maar als zij de bewerkte objecten terugkrijgt, is zij weer aan zet. Zij leest Qassims dromen uit de tekening en reageert. Ze kiest bij elk object voor de juiste glazuren om het totaalbeeld te schetsen, verschillende accenten te leggen, sommige passages te laten oplichten. Omdat zij alleen weet hoe de verschillende glazuren zullen kleuren in de oven en zij soms heel veel kleuren gebruikt, kun je je voorstellen dat het een inspannend en supergeconcentreerd werk is. En ook, dat na voltooiing van het bakproces de spanning groot is. Voor Brigitte om te zien hoe haar ingrepen werken en hoe de kleuren zijn opgebloeid. Voor Qassim is het elke keer een klein wonder. “Maar”, zegt hij, “het is nog nooit tegengevallen.” Brigitte voegt daaraan toe dat Qassim de oven als derde medespeler ervaart.

Qassim Alsaedy / Brigitte Reuter, Ceramic Field Traces of the Road, 2006; witte klei, zoutglazuur; 35,3 x 13,4 cm. Privé Collectie. Foto Patrick van der Sande

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

39


Qassim Alsaedy / Brigitte Reuter, Stele Ziggurat, 2009; witte klei, zoutglazuur; h. 38 cm, b.(onderkant) 42 cm.

Qassim Alsaedy / Brigitte Reuter, Steles Childhood Memories (2 delen), 2008; witte klei, zoutglazuur; kubus 12 x 12 x 12 cm en h. 25 x b. 12 x d. 6 cm.

Het gezamenlijk oeuvre bestaat uit series kastelen, torens, tempels, poorten, oude spelen (hinkelbaan, dambord), ceramic fields (bestrating), stele’s, muurstenen en, recentelijk, muren. Als overkoepelend thema zou je de verstedelijking als oorsprong van onze beschaving kunnen zien. De vormen verwijzen in eerste instantie naar het verre verleden tussen Eufraat en Tigris, maar de lijnen zijn eenvoudig door te trekken naar de hedendaagse stadsjungle. Deze eeuwenoude typen van menselijke bouwlust hebben niet zelden een symbolische betekenis gekregen. Zo verbindt de toren hemel en aarde, scheidt of beschermt de muur en stelt de poort de voorbijganger voor de keuze binnen te treden of om te keren. Met zijn tekeningen en tekens roept Qassim eeuwen van bewoning en gebruik op, maar vooral van menselijke aanwezigheid. Zijn tekenhand vertoont verwantschap met die van Paul Klee (1879-1940). Door eenvoudige, soms kinderlijke, beelden, krabbels, letter- en cijferachtige tekens brengt hij het leven van toen en nu heel dichtbij, waardoor de kijker zich ervan bewust wordt deel uit te maken van zoiets abstracts als ‘de mensheid’. Qassim, die het nodige heeft meegemaakt en zijn ogen zeker niet wil sluiten voor het kwaad in de wereld, wil zijn overtuiging, dat alleen liefde overwint, uitdragen. In zijn schilderijen refereert hij regelmatig aan de strijd tussen goed en kwaad, ondermeer door gebruik van puntige spijkers en kogels. In de keramiek richt hij zich veeleer op de lieflijke droom van een harmonische wereld. Hij gunt zichzelf een sprookje, iets poëtisch, iets lichts, iets om van te dromen en van te genieten. Dankzij de al bijna tien jaar durende samenwerking met Brigitte Reuter kunnen wij, het publiek, daarin delen. Het werk is regelmatig in Nederland te zien. Bijzondere presentaties van het duo waren Who said no?, een installatie van keramiek en schilderijen in Museum Flehite in Amersfoort in 2006. In 2010 gevolgd door deelname aan Terracotta in het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden. Bij deze gelegenheid installeerden zij een vloer van stenen (ceramic fields) in het Taffeh-tempeltje in de hal van het museum, terwijl zij verder in het tentoonstellingsparcours een tiental stukken keramiek toonden. In 2011 realiseerde Qassim de tentoonstelling Shortly after the War in galerie Diversity & Art in Amsterdam, waarbij hij onder meer een wandinstallatie maakte bestaande uit schilderijen en keramiek. Eerder (2005) waren beiden te gast in Bahrain, terwijl Qassim momenteel in gesprek is met het museum van Bagdad. De eerstvolgende tentoonstelling waaraan zij deelnemen is in Den Haag bij Gemak, de tentoonstellingsruimte van de Vrije Academie. • Keramisch Atelier Brigitte Reuter, Brigittenstraat 12, NL-3512 KK Utrecht, t +31 (0)30-2312392; keramischatelier@zonnet.nl. Open op afspraak. www.utrechtseaarde.nl • Qassim Alsaedy, Kloosterdrift 23, NL-3436 TC Nieuwegein, t +31 (0)30-2283714; Qassimalsaedy@hotmail.com; www.Qassim-alsaedy.com • Alsaedy wordt vertegenwoordig door Galerie Frank Welkenhuysen, Lichte Gaard 3, NL-3511 KT Utrecht, t +31 (0)30-2679034; info@kunstexpert.com. Open: woensdag t/m zondag 14.00-17.30 uur en op afspraak. www.kunstexpert.com; • Qassim Alsaedy, schilderijen en keramische objecten, Brigitte Reuter, keramische objecten. MuseumgoudA, Achter de kerk 14, NL-2801 JX Gouda, t +31 (0)182-331000; info@museumgouda.nl. Open: dinsdag t/m vrijdag 11.00-17.00 uur, zaterdag en zondag 12.00-17.00 uur. Van 7 oktober 2012 t/m 13 januari 2013. www.museumgouda.nl

Qassim Alsaedy / Brigitte Reuter, Stele Taste of Missing Things, 2009; witte klei, zoutglazuur; 32 x 17 cm.

40

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011


Colpaert & Van Leemputten Alles voor de keramist onder één dak • Meer dan 100 soorten klei (Colpaert, Witgert, Creaton, Fuchs, ...) • Exclusief invoerder van Potterycrafts producten • Het volledige gamma BOTZ-glazuren • Meer dan 300 verschillende poederglazuren • Invoerder van Shimpo-draaischijven • Verdeler van Nabertherm kwaliteitsovens • Eigen hersteldienst

e

Gent centrum

E40 Afrit 12richting Nevele

An tw er

pe

n

Opgelet: nieuw adres: Oostend

Biebuyckstraat E40-E17 Zwijnaarde

Brussel

Ko

rtr

ijk

Colpaert Ter Mote 5 9850 Nevele

Nevele centrum

Colpaert, Ter Mote 5, 9850 Nevele, +32 (0)9 226 28 26, www.colpaertonline.be, info@colpaert-ceramic.be

In het Keramisch centrum Nederland aan de Oudeweg 153 te Haarlem worden WORKSHOPS en LEZINGEN gegeven. Als u een workshop of lezing wilt bijwonen, of meer over de inhoud wilt weten, kunt u het telefoonnummer van Keramikos bellen en vragen naar Aty Boonstra: Tel: 023-54 24 416, Fax: 023 54 28 081, E-mail: info@keramikos.nl KUNSTLIJN HAARLEM EXPOSITIE van 5 november t/m 10 december 2011 Noortje Meijerink: Tijdstip: Aantal deelnemers: Kosten: € 85,00

BRONZclay en COPPRclay zaterdag 3 december 2011 van 10.00 tot 16.00 uur 10 Incl. materiaal, lunch en 19% BTW

Netty Janssens: Tijdstip: Aantal deelnemers: Kosten: € 85,00

Werken met Opglazuur en Transfers 10 december 2011 van 10.00 tot 16.00 uur 15 inclusief materiaal, lunch en 19% BTW

Wille Boudewijn:

Deel A: Basiskennis en vaardigheden Workshop: Alles over Klei – Oven - Kleur Tijdstip: 16 en 17 december 2011 van 10.00 tot 16.00 uur Aantal deelnemers: 10 Kosten: € 150,00 inclusief materiaal, lunch en 19% BTW Netty Janssen: Tijdstip: Aantal deelnemers: Kosten: € 85,00

Kwastglazuur en Decoreren met kleurpigmenten zaterdag 7 januari 2012 van 10.00 tot 16.00 uur 15 Inclusief lunch en 19% BTW

Andrew Martin:

Driedaags Seminar: Eendelig Gietmallen/Unieke Multiples Tijdstip: vrijdag 13 t/m zondag 15 januari 2012 van 10 tot 16 uur Aantal deelnemers: 15 Kosten: € 240,00 Inclusief lunch en materialen en 19% BTW Tineke van Gils:

Theepotten Draaien voor gevorderden en aansluitend FILM/LEZING “Theepottenproject in China” Tijdstip: vrijdag 20 januari 2012 van 10 -16 uur Zaterdag 21 januari 2012 van 10 – 12.30 uur Aantal deelnemers: 10 Kosten: € 180,00 Inclusief materiaal, inclusief lunch en 19% BTW FILM/LEZING: Tineke van Gils

Zaterdag 21 januari 2012 van 14 -16 uur De onuitputtelijkheid van de theepot en Blanc de Chine: “Mijn liefde op het eerste gezicht”

Henk Wolvers: Tijdstip: Aantal deelnemers: Kosten: € 185,00

Werken met gekleurd Porselein zaterdag 28 en zondag 29 januari 2012 15 Inclusief lunch en 19% BTW

k

e R a M i e k

6|

d e c e m b e r

2011

41


KERAMIEK BOEKEN Het tegel boek - Hoogtepunten uit het Nederlands Tegelmuseum Het Nederlands Tegelmuseum bestaat 50 jaar. Het is gestart in Otterlo door architect Gerrit Feenstra (1890-1985), een Friese boerenzoon die in 1950 was begonnen met het verzamelen van tegels. De aanleiding daartoe was de restauratie van een achttiendeeeuwse commandeurswoning met een betegelde kamer op Terschelling. Hij besloot in 1961 zijn tegelverzameling toegankelijk te maken voor anderen, aanvankelijk in een paar speciaal voor dit doel gebouwde zalen achter zijn huis in Otterlo. Ter gelegenheid van het jubileum is dit jaar een prachtig boek uitgegeven, in de vorm van een robuuste, dikke tegel: 17 cm in het vierkant, 288 pagina’s. Na het voorwoord van de huidige directeur Willem Hollander volgt in drie hoofdstukken de geschiedenis van de tegelindustrie die reeds in de 7e eeuw in het Midden-Oosten ontstond. Deze industrie verspreidde zich in de volgende eeuwen langs de kusten van de Middellandse Zee en vandaar via

Middelburg en Haarlem naar Amsterdam en Delft. De Haarlemmer Hendrick Vroom (1562-1640), die vooral bekend is geworden als schilder van zeegezichten, begon zijn loopbaan met het beschilderen van ‘majoolkens oft porceleijnen’, maar ‘zijn lust was verderstreckende’. Tijdens zijn studiereizen viel hij regelmatig terug op het oude ambacht dat toen nog nieuw was in Nederland en zou uitlopen op het Delfts aardewerk en een bloeiende tegelindustrie. De drie hoofdstukken hebben sprekende titels: De Gouden eeuw: opkomst en doorbraak van 1580 tot 1675; Schaalvergroting in de drie eeuwen erna: heroriëntatie, tegeltableaus en remmende voorsprong van 1660 tot 1900 en tenslotte Industrie en kunstnijverheid: schilderkunst en plateelschilderwerk in het interbellum van 1920 tot 1940. Naast grote bloei is er door oorlogen en crises ook sprake van een soms dramatische terugslag. De beschrijvingen van de prachtige tegels door Johan Kamermans zijn zeer levendig en

getuigen van een grote kennis van zaken. Als je eenmaal met lezen en bekijken begint, is het haast onmogelijk te stoppen, zodat het gemakkelijk nachtwerk wordt. Behalve de informatie, die wel moet berusten op uitgebreide studie van het onderwerp, bevat het boek een schat aan illustraties van uiteenlopende aard: losse tegels in Delfts Blauw, geel, groen of oranjerood en prachtige tegeltableaus met een eigen verhaal. Het Tegelboek is een boek van grote schoonheid dat bij menigeen de hebberigheid zal oproepen. Guus Schipperheijn Johan Kamermans, Het Tegelboek. Hoogtepunten uit het Nederlands Tegelmuseum. Uitg. Waanders, Zwolle en Nederlands Tegelmuseum, Otterlo, 2011. 288 pag., kleurenillustraties. Prijs E 19,95. ISBN 978-90-400-7770-8.

Symbols on Chinese porcelain 10.000 x Happiness! Waarvoor staan de symbolen yin en yang, de draak en feniks. Waarom is de perzik symbool voor onsterflijkheid, de lotus voor het boeddhisme en het mandarijeneendenpaar voor een gelukkig huwelijk? De publicatie Symbols on Chinese porcelain onthult de geheimen van deze gelukbrengende symbolen op meer dan tachtig objecten van Chinees porselein. De stukken maken deel uit van de internationaal befaamde collectie Chinese keramiek in het Princessehof in Leeuwarden. Het is voor het eerst dat de verborgen betekenis van de symbolen op deze keramische objecten wordt toegelicht en geïnterpreteerd. Symbols on Chinese porcelain is een uitgave die niet alleen de meest interessante objecten uit de collectie van het Princessehof laat zien, maar is ook

42

k

e R a M i e k

6|

d e c e m b e r

2011

een handleiding voor liefhebbers van Aziatische keramiek en geïnteresseerden in symboliek en karakters in de Chinese taal- en cultuur. Het boek is ingedeeld in acht hoofdstukken die elk een thema behandelen: de wens naar een kosmische harmonie, kleuren en getallen, de draak als symbool van de Chinese cultuur, mythologische wezens, dieren en planten, een lang leven, vele zonen, carrière en rijkdom en vrijheid en geluk in de natuur. In de index een verklaring van Chinese symbolen en karaktertekens. Symbols on Chinese porcelain - 10.000 x Happiness! is een publicatie bij de gelijknamige tentoonstelling in Keramiekmuseum Princessehof. Een lust voor het oog en een voldoening voor de geest.

Dr. Eva Ströber, sinoloog en specialist voor Oostaziatische kunst en filosofie, is conservator Aziatische keramiek in Keramiekmuseum Princessehof. Twee van haar vele publicaties zijn Ostasiatika (2002) en La maladie du porcelain, over de collectie van August de Sterke in Dresden (2001). Eva Ströber: Symbols on Chinese porcelain - 10.000 x Happiness! Uitgever: Arnoldsche Art Publishers, Stuttgart. Engelstalig, 245 pag., ca. 175 afb. in kleur; 24 x 29 cm, gebonden. Verkoopprijs E 58,00. ISBN 978-3-89790-350-0. De publicatie is mede mogelijk gemaakt dankzij de Ottema-Kingma Stichting, Stichting

Piet Augustijn

Woudsend Anno 1816 en particuliere ondersteuning.


De vondst van het wapenschildje - heraldiek, tragiek en keramiek Op 3 september werd in museumgoudA een tentoonstelling geopend met als titel De ontdekking van het wapenschildje. Aanleiding was de publicatie van een boek, waarin de geschiedenis van de familie Van der Want en die van de Goudse Plateelbakkerij Zenith (1921-1942) is beschreven door Johanna (Hennie) Cora van Es-Wagner. Dit aardewerkbedrijf was in 1917 ontstaan uit de anderhalve eeuw oude pijpenfabriek P.J. van der Want Azn, die sinds 1749 zogenaamde gekaste (in een messing mal geperste) pijpen maakte. Het boek bevat zes hoofdstukken, verlevendigd met 28 portretten en familiefoto’s, alle in koperdiepdruk en 18 kleurenfoto’s van werk. Het voorwoord maakt direct benieuwd naar de inhoud. De onverwachte vondst van een wapenschildje van mat plateel in een oude doos van haar moeder riep bij Hennie vele vragen op. Navraag bij familieleden brachten raadsels, die haar jarenlang hadden bezig gehouden, tot een oplossing. Het schildje was vervaardigd door haar oom Gerrit Fredrik van der Want (1901-1985). Die is de centrale figuur om

wie altijd ‘een waas van melancholie’ hing, onder meer veroorzaakt door de ernstige doofheid die hij als kind had overgehouden aan een verwaarloosde oorontsteking. Hij wilde eigenlijk na de H.B.S chemie gaan studeren aan de T.H. in Delft, maar zijn vader wilde hem in het familiebedrijf hebben. Wel mocht hij één jaar naar de Rijkskleischool (later het Keramisch Instituut). De kennis die hij daar opdeed, kwam hem uitstekend van pas in het familiebedrijf. Om de grote concurrentie het hoofd te bieden was onderzoek nodig. Gerrit beschouwde het als een welkome uitdaging om zelf de glazuurtechniek voor Gouds Mat (mat plateel) onder de knie te krijgen, want elk bedrijf hield zijn technieken zorgvuldig geheim. Hij had enige ervaring opgedaan bij zijn vader en tijdens zijn studiejaar, maar nu moest hij het hebben van zijn eigen vindingrijkheid. Hij begon een experiment dat leidde tot het genoemde wapenschildje, niet met het gebruikelijke wapen van Gouda, maar met het wapen van de door hem bewonderde Prins Willem van Oranje Nassau. Het lukte hem het schildje van

witbakkende klei te decoreren met mat glazuur. Daarmee begon de fabricage van plateel, die uiteindelijk veel succes had. De gedetailleerde geschiedenis van de op- en neergang van een familiebedrijf waarin de Tweede Wereldoorlog een cruciale rol speelde, is met veel vaart en een grondige achtergrondkennis geschreven. De term tragiek in de ondertitel is geheel op zijn plaats. Guus Schipperheijn Hannie van Es-Wagner: De vondst van het wapenschildje - heraldiek, tragiek en keramiek. Uitgave in eigen beheer, 112 pag., zwart-wit en kleurenillustraties. Prijs E 9,95. Te koop bij de museumwinkel van museumgoudA. ISBN 978-90-81 5093-1-2. Zie ook KORT NIEUWS, pag. 20.

HELLY OESTREICHER In 1962 kocht Museum Boijmans Van Beuningen voor de eerste keer werk aan van beeldend kunstenaar Helly Oestreicher (1936). Eerder dit jaar presenteerde het museum een selectie van werken uit haar veelzijdige oeuvre, waarin keramiek een belangrijke rol speelt. In het begin van de jaren 60 behoorde Oestreicher tot de generatie Nederlandse keramisten die nieuwe wegen insloeg. In de decennia die volgden ontwikkelde de traditionele keramiek, die destijds tot de toegepaste kunst werd gerekend, tot een autonome vorm van beeldende kunst. Tot deze generatie behoorden ook Jan van der Vaart (1931-2000) en Johan van Loon (1934) die in 1991 en 2010 hun werk exposeerden in Museum Boijmans Van Beuningen. De drie keramisten hebben ieder op geheel eigen wijze de keramische vormgeving in Nederland verrijkt.

Helly Oestreicher had vanaf het begin van haar carrière een voorliefde voor het werken met klei. Daarnaast gebruikte ze met regelmaat andere materialen als glas, brons en porselein. Ze liet zich in de keuzes die zij maakte leiden door de specifieke eigenschappen van het materiaal, zoals de vorm, kleur of structuur. Door haar onconventionele technieken en het combineren van contrasterende materialen wordt de kijker regelmatig op het verkeerde been gezet. Het bij de tentoonstelling verschenen boek HELLY OESTREICHER geeft een overzicht van vijftig jaar werk. Met vaak paginagrote foto’s en teksten van onder anderen Beppe Kessler, Marjan Boot, Thimo te Duits en Elisabeth Moortgat geeft de grootformaat publicatie een goed beeld van het oeuvre van Oestreicher.

Helly Oestreicher. Museum Boijmans Van Beuningen, Mueumpark 18-20, NL-3015 CX Rotterdam, t +31 (0)10-4419400 / +31 (0)10-4419561. Open: dinsdag t/m zondag 11.00-17.00 uur. www.boijmans.nl Verkrijgbaar in de museumwinkel en de boekhandel. Uitgever: 99 Uitgevers/Publishers, prijs E 40,- taal: Nederlands/Engels.

Piet Augustijn

ISBN 978-90-78670-19-3

k

e R a M i e k

6|

d e c e m b e r

2011

43


Keramiek Agenda

AMERSFOORT Kerámevo Langegracht 14 t +31 (0)33-2585878 www.keramevo.nl Open: wo t/m za 11-17.30 uur, za 11-17 uur, 3e zo v.d. maand 14-17 uur permanent: o.a. Lilian Wiebier, Wekie Bos, Marian Timmer e.a.

AMSTERDAM European Makers Gallery Spiegelgracht 2A t +31 (0)20-6223088 www.europeanmakers.nl Open: do t/m za 12-17 uur en op afspraak permanente expositie met werk van Europese kunstenaars Uitgelicht: Susan O’Byrne (IRE) Galerie ArtOlive Cultuurpark Westergasfabriek Polonceaukade 17 t +31 (0)20-6758504 www.galerie.nl Open: ma t/m vr 11-17 uur, zo 13-17 uur permanent: o.a. keramiek Jeroen Bechtold Gallery Korte Leidsedwarsstraat 159 t +31 (0)20-6249871 www.jeroenbechtold.nl Open: woe t/m zo 11-17 uur en op afspraak t/m 8 januari 2012 Jeroen Bechtold: Fucking Up the Financial System and other Works

3 t/m 31 december: Groepstentoonstelling: Kommen 2011

DEVENTER Loes & Reinier International Ceramics Korte Assenstraat 15 t +31 (0)570-613004 www.loes-reinier.com Open: wo t/m vr 11-18 uur, za 11-17 uur, 1e zo v.d. maand 12-17 uur t/m 24 december: Jordi Serra

t/m 4 december: De ontdekking van het wapenschildje. Selectie van plateelproductie van Gerrit van der Want (periode 19211942)

t/m 4 maart 2012: Schwarm, installatie met keramische kevers van Beate Reinheimer en Ulrike Rehm

Open: wo t/m vr + zo 13.3018 uur, za 10-17 uur permanent: Ruud Bergkotte, Hennie Waalwijk

LEIDEN

ROODESCHOOL

GRONINGEN

Galerie Patio Voltastraat 16 t +31 (0)71-3626040 Open: op afspraak permanent: diverse kera­ misten o.a. Olav Slingerland, Edward van Vliet en Jan Kamphuis t/m 5 februari 2012: Tony Laverick

LITI Galerie/Pottery Laanweg 1 t +31 (0)595-412548 www.lindabouter.nl www.urnen-engedenktekens.nl Open: op afspraak In de Pottery: waddenkeramiek en urnen + graftekens permanent: Linda Bouter en Tiny Bouter-Snijders

Galleria Unexpected Schuitendiep 47 t +31 (0)503183144 www.galleriaunexpected.com Open: ma t/m vr 10-16.30 uur, zo 13.30-16.30 uur t/m 15 januari 2012: o.a. keramiek van Tineke Meinema

Galerie Zône Nieuwstraat 17b t +31 (0)71-5126307 www.galeriezone.nl Open: wo t/m vr 12-18 uur, za 10-17 uur, zo 13-17 uur permanent: Jolanda Verdegaal, Annika Delfos en Marianne Hensel Jordi Serra

DRONTEN Alligt De Vliet 8 t +31 (0)321-337838 Open: ma t/m vr 9-17 uur en op afspraak permanent: Kitty Korver/ KIKO

EPE Kunst-galerie en Beeldentuin Oudenhoven Rietberglaan 12 t +31 (0)57-8641493 www.oudenhoven.nl permanent: Paz Sanz Fle

APELDOORN

GEERSDIJK

Zorggroep Apeldoorn Locatie Casa Bonita Anklaarseweg 91 t +31 (0)55-5260400 Open: dagelijks, werk staat in vitrines in de entree/aula t/m 1 december: Cisca Kok

Hofstede Galerie Lijn 3 Provincialeweg 1 t +31 (0)113-850609 www.galerielijn3.nl Open: do t/m zo 11-17 uur en op afspraak permanent: Jan Cupido

DELFT

GOUDA

Galerie Terra Delft Nieuwstraat 7 t +31 (0)15-2147072 www.terra-delft.nl Open: di t/m vr 11-18 uur, za 11-17 uur

MuseumgoudA Achter de Kerk 14 t +31 (0)182331000 www.museumgouda.nl Open: di t/m vr 11-17 uur, za + zo 12-17 uur

NIJMEGEN Tineke Meinema

HAARLEM Kunstcentrum Haarlem Gedempte Oude gracht 121-125 t +31 (0)23-5327695 www.kunstcentrumhaarlem.nl Open: di t/m za 11-17 uur t/m 10 december: Hélène van Dongen

44

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

LEEUWARDEN Keramiekmuseum Princessehof Grote Kerkstraat 11 t +31 (0)58-2948958 www.princessehof.nl Open: di t/m zo 11-17 uur t/m 15 januari 2012: Moderne keramiekcollectie van J.W.N. van Achterbergh t/m 19 februari 2012: Lucebert

CBK Rotterdam Nieuwe Binnenweg 75 t +31 (0)10-4360288 Open: di-zo 11-18 uur 17 december t/m 17 januari 2012: Arja Hoogstad (in de grote vitrine van het CBK)

Keramisch atelier Toon Thijs Krayenhofflaan 45 t +31 (0)24-3778832 www.toonthijs-keramiek.com Open: do + vr 14-17 uur, za 10-17 uur en op afspraak permanent: Toon Thijs en vele anderen

OOSTVOORNE Arja Hoogstad

Atelier Imago Orchislaan 6 t +31 (0)181-484182 www.atelierimago.nl Open: op afspraak permanent: Kobi van der Kooi

Heksenvuur Nieuwe Crooswijkseweg 50a www.heksenvuur.nl Open: op afspraak permanent: Heike Rabe

OUDENHOORN Hélène van Dongen

ROTTERDAM

Ateliers Frederik’s Hoeve Molendijk 94 t +31 (0)181-320225 www.ateliersfrederikshoeve.nl Open: za 10-16 uur en op afspraak permanent: Ada AndreaeHelder

ROCKANJE Zeeweg Pottenbakkers Zeeweg 11-13 t +31 (0)181-403427 www.zeewegpottenbakkers.nl

K

Theemaas Kareldoormanstraat 469 t +31 (0)10-4111213 www.theemaas.nl Open: di t/m za 9-17.30 uur, zo 12-17 uur t/m 18 december: Lucky Lamboo

SCHIMMERT Keramiekgalerie De Kunstwinkel Hoofdstraat 65 t +31 (0)45-4042206 Open: wo + zo 12-18 uur en op afspraak

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011


De redactie is niet verantwoordelijk voor on­juiste vermelding van gegevens. Het is raad­zaam de galerie of het museum dat u wilt bezoeken te bellen. Beeldmateriaal wordt uit­­­sluitend retour­gezonden bij insluiting van een aan uzelf geadresseerde en gefran­keer­de enveloppe. Opgave tentoonstellingen vóór 10 december sturen naar Indra Kamerling-Schakelaar, Van Beuningenlaan 22a, NL-3953 BR Maarsbergen. t +31(0)343-444469. E-mail: agenda@nvk-keramiek.nl

t/m 31 januari 2012: Van de schoonheid en de troost. Godelief Ceulemans, Yolanda Verdegaal, Anne Martens, Marian Waanders, Marga Janssen, Lei Hannen en Dré Kerbusch

SCHOKLAND

t +31 (0)222-311214 www.eilandgalerij.nl permanent: Kerstin Edelmann Oosterend Blazerstraat 4 t +31 (0)222-318879 permanent: Nesrin During

t/m 21 december: Elisabeth Leyen 22 december t/m 18 januari 2012: Adriana de Lange In ’t Keldertje: t/m 30 december: Laura Hilhorst 1 januari t/m 31 maart 2012: Helmi Schellinger

UTRECHT

Museum Schokland Middelbuurt 3 t +31 (0)527-251396 Open: ma t/m zo 11-17 uur t/m 31 december: Bodemvondsten vinden bodem. Werk van o.a. Joop Crompvoets, Wouter Dam, Tineke van Gils, Marijke Gémessy, Jolanda Verdegaal

Keramisch atelier - galerie Brigittenstraat 12 t + 31 (0)30-2312392 Open: di, wo, vr 14-17 uur en op afspraak t/m 16 december: Kees Hoogendam 70 – Een meester in de klei

TEGELEN

VELDHOVEN

Keramiekcentrum Tiendschuur Kasteellaan 8 t +31 (0)77-3260213 www.tiendschuur.net Open: di t/m za 14-17 uur, zo 11-17 uur t/m 4 december: La Borne, het Franse mekka van de keramiek

Atelier Hoogeind Keramiek Hoogeind 24 t +31 (0)40-2953950 Open: ma t/m zo 11-17 uur 26 december t/m 1 januari 2012: Hedendaagse keramiek i.s.m. atelier Els Borger en atelier Le Vent de Forets

Galerie in de Molen Molenplein 10a www.kunstgroepwassenaar. nl Open: do t/m zo 14-17 uur 10 december t/m 8 januari 2012: Porcellana, porselein­ tentoonstelling met: Jeroen Bechtold, Joop Cock, Tineke van Gils, Wied en Diederik Heyning, Netty Janssens, Thomas Jan König, Olga van der Lans, Monique Polman, Bob van Schie, Peter en Heide van Veen, Jolanda Verdegaal, Greetje Sieders en Judith de Vries

WARMOND

WOLVEGA

TEXEL

Galerie De Pomp Dorpsstraat 38 t +31 (0)71-3011109 Open: wo t/m vr 15-17 uur, za 11-17 uur, zo 13-17 uur

Hannie Mein Keramiekgalerij Frisaxstraat 12 t +31 (0)561-614545 Open: ma 13.30-18 uur, di t/m vr 9.30-18 uur,

WASSENAAR

do 9.30- 21 uur, za 9.30-17 uur t/m 5 januari 2012: Jannie Steenstra, Wilma Meyerink, Thea Zoet-Olde Wolbers, Ardie Blok en Aleid Dertien te Voortwis

ZEIST

t/m 18 december: Vladimir Groh & Yasuyo Nishida, Mieke Everaet, Johan van Geert, Gilette Fosty, Lazlo Fekete, Pavel Knapek, Helen Martino, Horst Göbbels, Dick Blacquiere, Jan Vander Elst en Evelyn De Winter

Stichting P’Arts Antonlaan 185 www.stichtingparts.nl Open: za + zo 11-18 uur 3 + 4 december: a baker’s dozen. 13 keramisten, elk met 13 stuks werk o.a. Judith Hódos, Lucia Fransen, Rob Muylaert, Willy van Bussel

Vladimir Groh

België

Duitsland ANTWERPEN GELSENKIRCHEN-BUER Atelier Luc de Backer Gallifortlei 19 Open: di t/m za 12-18 uur t/m 22 januari 2012: o.a. keramiek van Hannie Mommers (gesloten 1 t/m 9 januari 2012)

Galerie Jutta Idelmann Cranger Strasse 36 t +49 (0)209595905 www.idelmann.eu Open: do + vr 16-19 uur, za 14-16 uur en op afspraak t/m 18 december: Mieke de Groot

ERPE

De Cocksdorp Eiland Galerij Postweg 72

Mini’s De rubriek mini’s wordt met ingang van 2012 niet meer in het tijdschrift KERAMIEK, maar op de website van de NVK geplaatst: www.nvk-keramiek.nl. Opgave Mini’s bij webmaster@nvk-keramiek.nl

Aangeboden Te koop: Keramiek-oven. Z.g.a.n. Maar 6 keer gebruikt. E 1250,-. 200 Liter, ovale schachtoven (Keramikos) op onderstel. Binnenmaten 66 x 83 cm, hoog 45 cm. Voorzien van dekselscharnier. Max. temperatuur 1260 °C. Krachtstroom 3 x 220/380 Volt 9900 Watt. Met microprocessor aansluiting. Kunstatelier T. Stoop Tilburg, t +31 (0)13-5446377. tstoop@ dds.nl Te koop: grote keramiek RVS .. inrijoven. Binnenmaat 65 x 80 cm x 115 cm hoog. 220 / 380 Volt. E 3.500,- incl.btw, ex besturing. Slechts 4-5000 branduren, gebruikt door kunstenaar.in absoluut perfecte staat. t +31 (0)20-4200803. mail: degoedejan@gmail.com

Galerij pi kwadraat Dorpsstraat 75 t +32 (0)53801412 Open: vr t/m zo 14-18 uur

www.nvk-keramiek.nl

Drenthe. Te huur keramiek­atelier met woonruimte en winkel Boerderij met bijgebouw. Overname atelier­inrichting. Bijgebouw met alle ovens. Aparte grond­­ stoffenopslag Info t +31 (0)6-457 960 27 Werkbespreking. Heeft u behoefte aan feedback over uw keramische werk? Individueel of in groepjes bespreken van uw keramische werk. Wat aan bod kan komen: vorm, decoratie, hoe nu verder, kleur, jouw zienswijze, techniek, exposeren, prijsbepalingen, inspiratie, etc. Door: Cecil Kemperink. Voor wie: gevorderde cursist, gedreven hobbyist en de (semi)professional. Prijs: bepaalt u zelf. Waar: atelier van Cecil Kemperink in De Gruyter Fabriek, Veemarktkade 8 in ’s-Hertogenbosch. Info: www.cecilkemperink.nl, t +31 (0)73-6412135 of +31 (0)6-23836620.

K

e r a m i e k

6|

d e c e m b e r

2011

45


Reeds meer dan 40 jaar leveren wij in de Benelux de beste merken keramiekovens: zowel laag geprijsde ronde en vierkante schachtovens, als kleine en grote voorladers en wagenovens. Gebruik onze langjarige ervaring, uitgebreide documentatie op aanvraag.

46

k

In Lier hebben wij de grootste keuze en voorraad in klei, grondstoffen, glazuren, penselen, draaischijven, strengpersen, stapelmateriaal, reservedelen voor alle merken ovens, regelapparatuur en niet te vergeten uitgebreide lectuur.

Voor Nederland:

Voor BelgiĂŤ:

SNIJSTAAL B.V.

N.V. VAN LEEMPUTTEN

Boterdijk 67, 1424 ND De Kwakel. Telefoon: 0297 51 90 20 Fax: 0297 56 32 50 E-mail: info@snijstaal.com Website: www.snijstaal.com Dagelijkse verzendingen in de Benelux

Ondernemersstraat 9, B-2500 Lier. Telefoon: 0032 3 4805272. Fax: 0032 3 4890657. E-mail: vanleemputten@skynet.be Openingsuren: Van 9 u tot 12 u en van 14 u tot 17 u. Vrijdag, zaterdag en zondag gesloten. Let op extra sluitingsdagen !

e R a M i e k

6|

d e c e m b e r

2011


Foto Marlotte van Kerkhof

Biënnale Nieuw Land Nieuwe klei / New land New clay 2012 Ondersteboven / Topsy-turvy De Nederlandse Vakgroep Keramisten (NVK) organiseert in 2012 voor de tweede keerde keramiekbiënnale Nieuw land Nieuwe klei in gebouw De Verbeelding in Zeewolde. Het thema is Ondersteboven / Topsy-turvy. Deelgenomen kan worden door keramisten, keramisch kunstenaars of kunstenaars die met klei werken uit Nederland en België, zonder beperkingen van leeftijd, status of nationaliteit. Naast een tentoonstelling van de geselecteerde werken in de periode 12 mei t/m 16 juni 2012 vinden diverse activiteiten plaats op meerdere locaties in de provincie Flevoland. De selectie van de werken vindt plaats in februari 2012 door een jury van drie keramiekdeskundigen, te weten Annemie Boissevain, Frank Steyaert en Ranti Tjan. De jurering zal gebeuren op nummer, dus anoniem. Een onafhankelijke voorzitter, die niet stemgerechtigd is, waarborgt het thema van de biënnale. Deadline voor inzending: 1 januari 2012

Zie voor de meest actuele informatie, de voorwaarden, selectie en het downloaden van het deelnameformulier: http://www.nvk-keramiek.nl/informatie/actueel1.html

k

e R a M i e k

6|

d e c e m b e r

2011

47



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.