10 minute read

Pandemie haalt de interesse van onderzoekers naar de inzet

Next Article
Multi en de man

Multi en de man

Pandemie haalt de interesse van onderzoekers naar de inzet van vitaminen, mineralen en kruiden naar boven; ijzer.

DOOR: JAN BLAAUW In de eerste drie uitgaven van Nutriënt & Supplement is er een naast de inleiding een inzet gemaakt van vitaminen, mineralen en kruiden met de artikelen over SARS-CoV-2 in rol van ontdekker van vitamine- en mineralentekorten en herontdekker van het Post Viraal Syndroom alsmede uitlokker van reactivatie van eerdere ziekten. Hierin is als eerste vitamine D aan bod gekomen. In het eerste artikel is vitamine C besproken, in het tweede artikel zijn zink en selenium besproken, in het derde artikel is vitamine A besproken, in het vierde artikel zijn foliumzuur, folaat en vitamine B12 besproken en in het vijfde artikel is vitamine B6 besproken. Het is lastig om volledig te zijn, daar er vele onderzoeken zijn met daarnaast nog lopende onderzoeken. Dit geldt ook voor andere stoffen die behandeld (gaan) worden. In deze aflevering gaat het om vitamine ijzer.

Advertisement

Zoals eerder gemeld en beschreven, is met de gekozen wetenschappelijke informatie door het bevoegde wetenschappelijke panel van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) vastgesteld dat onder andere vitamine ijzer belangrijk is voor het gezond in stand houden van het immuunsysteem. Het EFSA-panel concludeerde dan ook dat er definitief bewijs is voor de oorzaak-gevolgrelatie tussen de dagelijkse inname van dit mineraal en de normale, gezonde werking van ons immuunsysteem.

DE ROL VAN IJZER EN CLAIMS DIE GEMAAKT MOGEN WORDEN

De betekenis van ijzer voor het immuunsysteem is duidelijk aanwezig. Wetenschappelijk advies over de onderbouwing van gezondheidsclaims met betrekking tot ijzer die volgens EFSA (European Food Safety Authority) gemaakt mogen worden, zijn de volgende. IJzer ondersteunt: • de vorming van rode bloedcellen en hemoglobine (ID 249, ID 1589) • het zuurstoftransport (ID 250, ID 254, ID 256) • het energieleverend metabolisme (ID 251, ID 1589 ) • de functie van het immuunsysteem (ID 252, ID 259) • de cognitieve functie (ID 253) en • celdeling (ID 368). https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/1215 (geraadpleegd op 18-5-2022).

SAMENVATTEND DE BELANGRIJKSTE INVLOEDSFEREN VAN IJZER MET BRONNEN VOOR IJZER

IJzer werd het eerst bij dieren als essentieel gezien. Het lichaam bevat 3 tot 5 gram ijzer, waarvan een substantieel deel in hemoglobine voorkomt. Het is betrokken bij het energiemetabolisme, als zuurstofcarrier in hemoglobine en als component van cytochromen en bij het elektronentransport. IJzer maakt deel uit van het antioxidantenzym catalase en FeSOD. Desondanks wordt ijzer niet gezien als een antioxidant, maar wordt er ook gewaarschuwd voor de schadelijkheid van ijzer juist als oxidant. IJzer als pro-oxidant ontstaat in een zogenaamde Fentonreactie, waarbij Fe 2+ wordt omgevormd tot Fe 3+ en zeer instabiel wordt. Bij ijzer speelt dat voor een optimale functie, zowel een te lage als een hoge spiegel in het bloed bijdraagt aan ontstekingsgevoeligheid.

Voedingsijzer bestaat uit heemijzer (vlees) en non-heemijzer (groenten en graan). Heemijzer wordt via mucosacellen

“Bij het in kaart brengen van de een ijzertekort spelen specifieke biomarkers zoals ijzer, ferritine, transferrinereceptor, hepcidine en zinkprotoporfyrine een rol.”

geabsorbeerd als intact porphyrinecomplex. Heemijzer wordt beter geabsorbeerd dan non-heemijzer: voor circa 25% in vergelijking met 5% voor non-heemijzer. Dat is sterk afhankelijk van de zuurgraad in het maag- en darmstelsel. IJzer wordt omgezet naar een ferrous staat (gereduceerde vorm). Transferrine vervoert ijzer verder in het lichaam. Omdat vegetariërs alleen het slecht opneembare non-heemijzer innemen, is te verwachten dat de serumwaarde van ijzer laag is. In de praktijk echter is vaak te zien dat de hoeveelheid transferrine (ijzertransport) weliswaar laag is, maar het gehalte ferritine (ijzeropslag) wel op peil is. Het lichaam heeft dus een manier gevonden om het slecht opneembare ijzer toch beter op te nemen (Reader BOOT 1 en 2 , Ortho Linea).

IJzer is een in wateroplosbaar mineraal dat wordt aangetroffen in verschillende voedingsmiddelen: spinazie, aardappelen, peulvruchten zoals bonen, linzen, kikkererwten en sojabonen, verder bevatten zaden zoals vlas, pompoen en chia ijzer. Pompoenpitten bevatten bijvoorbeeld 2,5 mg ijzer in één portie (28 gram). Broccoli bevat 1 mg ijzer per portie van 150 gram gekookte broccoli. Met 3,4 mg ijzer per portie donkere chocola van 28 gram is dit waarschijnlijk het lekkerste ijzerrijke voedsel dat u in uw dieet kunt opnemen. Alle droge vruchten inclusief rozijnen, vijgen. Aardappelen, een veelgebruikt voedselproduct in onze huishoudens, zijn een zeer rijke bron van ijzer. In gedroogd (en geconcentreerd) fruit zit per 100 gram meer ijzer dan in vers fruit, omdat er meer stuks in 100 gram gaan. Om extra ijzer binnen te krijgen is het een gemakkelijke bron, het is gemakkelijker vijf gedroogde abrikozen op te eten dan vijf verse. Als iemand vlees, vis, groente en zuivel eet (en dus niet vegetarisch of veganistisch is), krijgt diegene ongeveer 90% van heemijzer binnen en 10% van non-heemijzer.

INTERACTIES MET IJZER VANUIT SUPPLEMENTEN, VOEDING EN MEDICIJNEN

• IJzersupplementen remmen de opname van tetracycline met 50-90%. Adviseer minimaal 2 uur tussentijd bij inname. • Vitamine C bevordert de ijzeropname. • IJzer werkt verlagend op de opname van zink, koper en chroom. • NSAID’s kunnen de ijzerstatus verlagen door beschadiging van de slijmvliezen in het maagdarmkanaal met (subklinisch) bloedverlies. • Protonpompremmers en allupurinol kunnen de ijzerstatus verlagen. • Maagzuurbinders (antacida), maagzuurremmers (H2-receptorantagonisten), pancreasenzymen en cholestyramine kunnen de opname van ijzer verminderen. • IJzer kan de opname van methyldopa, levodopa, levothyroxine en penicillamine, antibiotica (fluoroquinolone, tetracycline antibiotica) en bifosfonaten (clodronaat) verlagen. Neem ijzer niet gelijktijdig met deze medicijnen in. • Calcium kan de ijzerabsorptie verlagen. Neem deze mineralen zo mogelijk los van elkaar in. • Vitamine A helpt bij de mobilisatie van in weefsels opgeslagen ijzer, verbetering van de vitamine

A-status verbetert de ijzerstatus. • Suppletie met vitamine B2 (riboflavine) kan de bloedaanmaak door ijzersuppletie versterken.

WELKE ROL SPEELT VITAMINE IJZER IN HET LICHAAM ALS HET GAAT OM HET IMMUUNSYSTEEM?

Bij het in kaart brengen van de een ijzertekort spelen specifieke biomarkers zoals ijzer, ferritine, transferrinereceptor, hepcidine en zinkprotoporfyrine (ZnPP) een rol.

Onlangs is gevonden dat SARS-Cov-2 bindt aan het hemoglobine van gastheerbloed, waar de glycoproteïnen zich binden aan heem, wat resulteert in dissociatie van toxische oxidatieve ijzerionen die vrij te komen in het bloed van de patiënt (Liu en Li, 2020). Deze vrije ijzerionen zijn aanzienlijk giftig omdat ze een snelle oxidatieve schade aan de longen veroorzaken. Deze gebeurtenissen zouden inderdaad de resultaten verklaren die zijn gezien op de CT-thorax van COVID-19patiënten, die voorheen ten onrechte werden behandeld als bilaterale pneumonie. Ondertussen kan het beschadigde hemoglobine niet binden aan O2, waardoor resistente hypoxie ontstaat en als gevolg daarvan eindigt het met microtrombose, multi-orgaanfalen en uiteindelijk met de dood (Morsi D.D., 2020).

Hoewel ijzermetabolisme een centrale rol speelt bij de uitkomst van infecties, is kennis over de dynamiek van spelers die de ijzerhomeostase bij COVID-19patiënten beheersen schaars. In de studie van Hippchen, Th. et al., 2020) worden de onthullende

voorspellende waarde van ijzergerelateerde markers bij patiënten met bevestigde COVID-19-ziekte in kaart gebracht. Ze richten zich op deze parameters als vroege indicatoren voor ziekteprogressie en als leidraad voor therapiebeslissingen bij ernstig getroffen patiënten. In multivariate analyse voorspellen alleen serumijzerspiegels en ferritine significant de ernst van de ziekte, terwijl CRP, leeftijd, geslacht, evenals transferrine en zijn verzadiging dat niet zijn. Op basis van een meervoudig regressieanalysemodel was de oddsratio voor ziekenhuisopname 6,7 keer lager per tweevoudige toename van serumijzer. Hepcidine is de hoofdregulator van ijzerhomeostase. Door zijn doelreceptor ferroportine af te breken, regelt hepcidine de opname van ijzer via de voeding en de afgifte van ijzer door macrofagen die ijzer recyclen. Tijdens toestanden van infectie of ontsteking nemen de hepcidinespiegels toe, waardoor de ijzerbeschikbaarheid in het plasma wordt beperkt. De resulterende hypoferremie is een integraal onderdeel van het afweermechanisme van de gastheer. Behalve IL-6 dragen verschillende andere cytokinen zoals IL-1, 7, IL-22, 9 en interferon a, 10 bij aan het verhogen van de expressie van hepcidine. Voor zover bekend, is deze studie van de Universiteit Groningen de eerste bijgewerkte en uitgebreide systematische review en meta-analyses die het potentiële klinische nut van bloedarmoede en ijzermetabolisme bij COVID-19 erkennen. Op basis van gegevens van 189 onderzoeken en 57.563 COVID-19-patiënten van alle leeftijden, vonden ze een gepoold gemiddeld hemoglobinegehalte van 129,7 g/l, dat afnam met de hogere leeftijd en een groter aandeel van comorbiditeit en ernst van de ziekte. Ze vonden ook pathologische waarden van ferritine bij de meeste patiënten, een bevinding die prominenter was bij mannen, ouderen en personen met hypertensie. Er werden grote verschillen in ferritinespiegels gerapporteerd tussen verschillende niveaus van ernst, en tussen patiënten die het overleefden en degenen die dat niet deden. Bovendien hadden ernstige patiënten, vergeleken met matige COVID-19-gevallen, een lager aantal rode bloedcellen en een hogere RDW. Vanwege beperkt bewijs en/of heterogeniteit tussen de opgenomen onderzoeken, waren ze niet in staat om het bewijs voor andere biomarkers van ijzermetabolisme en bloedarmoede te meta-analyseren (Taneri P.E. et al., 2020). Een andere interessante invalshoek is die met zink protoporhyrine (ZnPP)spiegels bij COVID-19. In deze studie rapporteren onderzoekers voor het eerst over ZnPP bij COVID-19-patiënten. Hierbij werd gezien dat verhoogde ZnPP-spiegels wijzen op een ijzertekort bij anemische patiënten met de diagnose COVID-19. Verder werd gezien dat er een nauw verband bestaat tussen verhoogde ZnPP-niveaus en de ernst van de ziekte en dat de ZnPP/lymfocyt (ZnPP/L)-verhouding het potentieel heeft om de ernst van COVID-19 te voorspellen, specifiek beoordeeld in de eerste vijf dagen wanneer patiënten in het ziekenhuis worden opgenomen (Kilercik M., 2021). In een post-cohort studie werd mechanistisch gekeken naar de suggestie dat hyperferritinemie en ontregeling

“Bij gezonde personen is de gemiddelde ijzerconcentratie ongeveer 20 μmol/l.”

van hepcidine verband houden met ijzertoxiciteit en kunnen bijdragen aan eindorgaanschade bij COVID-19. In de context van COVID-19gerelateerde ijzerdyshomeostase kunnen monocyten en macrofagen een cruciale rol spelen. Monocyten en macrofagen zijn cruciale mediatoren van ontsteking en door ontstekingen aangedreven ijzersekwestratie, terwijl hun immuuneffectorfunctie wordt veranderd door de beschikbaarheid van ijzer. Deze cellen kunnen dus specifiek worden blootgesteld tijdens COVID-19, en veranderingen in de behandeling van monocyten/ macrofaagijzers kunnen van invloed zijn op het verloop van COVID-19. Het onderhavige onderzoek laat zien dat COVID-19 geassocieerd is met langdurige veranderingen van de ijzerhomeostase, die op zich verband houden met een ernstiger initiële ziekte, maar ook met aanhoudende radiologische pathologieën in de long en verminderde fysieke prestaties van patiënten. Een verstoorde ijzerhomeostase is gekoppeld aan weefselbeschadiging en een verminderde immuunfunctie van de gastheer, dus het is waarschijnlijk dat ijzerstoornissen niet alleen een onschuldige toeschouwer zijn, maar aanzienlijk kunnen bijdragen aan de verloop van COVID-19 (Thomas Sonnweber T., 2020).

NEDERLANDS NORMWAARDE VOOR IJZER IN BLOED EN VOOR DE VOEDING.

Bij gezonde personen is de gemiddelde ijzerconcentratie ongeveer 20 µmol/l. Voor mannen is een ijzerwaarde tussen de 14 en 35 micromol per liter normaal, voor vrouwen is het normaal om tussen de 10 en 25 micromol per liter ijzer in het bloed te hebben. De transferrineverzadiging 20-45%. De ferritineconcentratie is tussen 20 en 200 microgram/l.

Volgens de laatste VCP 2012-2016 is de inname van ijzer in Nederland gemiddeld 11,3 mg per dag (mannen 12,4 mg en vrouwen 10,1 mg per dag). Er zijn geen verschillen in inname van ijzer naar gewichtsklasse, opleiding, regio of mate van stedelijkheid.

“WAT HEPCIDINE IS VOOR IJZER, IS WAT INSULINE IS VOOR GLUCOSE”

Daarnaast speelt hepcidine een belangrijke rol voor de regulatie van de ijzerstofwisseling. Dit kleine peptidehormoon is in 2001 ontdekt en eerder LEAP-1 genoemd (liver-expressed antimicrobial peptide). De hepcidinesynthese vindt voornamelijk plaats in de hepatocyt, hoewel ook enige extrahepatische productie (bijvoorbeeld in de retina, de renale tubulaire cellen, het hart, de vetcellen, de macrofagen en de neutrofielen) voorkomt. Of deze extrahepatische productie naast een lokale rol ook systemisch een rol speelt, is niet bekend. Hepcidine bindt aan het transmembraaneiwit ferroportine, een essentiële en tot dusver enige bekende cellulaire ijzerexporter (Brouwer HB, et al., 2008). Lage waarden kunnen duiden op een genetische afwijking. Referentiewaarden voor hepcidine zijn voor WCX-TOF MS – [Hepcidin-25/ ferritin] ratios: • Mannen, gemiddeld 28,2 pmol/µg of 6,9%/nM • Vrouwen, pre-menopausaal, 37,6 pmol/µg of 13,2%/nM • Vrouwen, menopausaal, 42,7 pmol/µg of 5,4%/nM (www.hepcidinanalysis.com, Nijmegen).

DOSERINGEN VOOR IJZER, VEILIGHEID EN EUROPESE DAGBEHOEFTEN

Voor mensen zonder ijzergebrek is 45 mg ijzer per dag veilig gebleken. Mensen met een deficiëntie kunnen tijdelijk hogere doses veilig verdragen. Vroeger werd ijzersulfaat en ijzeroxide voorgeschreven door de huisarts bij een ijzertekort. Dat veroorzaakte in veel gevallen obstipatie. Tegenwoordig wordt ferrofumaraat voorgeschreven, dat minder klachten van obstipatie veroorzaakt. Om oxidatie te voorkomen is ijzerbysglycinaat het beste. De ADH varieert tussen 8 en 16 mg en de aanvaardbare bovengrens voor volwassen is gezet op 25 mg.

AFSLUITENDE CONCLUSIE

Een optimale voedingsstatus met ijzer draagt bij aan een goede afweer en beter herstel. IJzer speelt een belangrijke rol in onze voedingsimmuniteit.

Jan Blaauw is orthomoleculair en natuurgeneeskundig therapeut bij Praktijk Blaauw. Hij is tevens oprichter en hoofddocent van het opleidingsinstituut Ortho Linea.

This article is from: