(OMGEVING VAN ÖREBRO, 8-7-2000) “Kijk, daar staat nog eens Sköllersta aangeduid …” zegt Hadewig twijfelend. Ze tuurt nadrukkelijk op de kaart: “Deze splitsing vind ik hier niet terug? Kijk jij eens …” waarop ze mij de kaart aanreikt. “Verdoemme, we gaan da hier nog nie zo gemakkelijk vinden.” verzucht ik. We zijn al een half uur op zoek naar een voor mij nieuw natuurreservaat: “Kvismaren”. De wegenkaart die we daarvoor gebruiken, lijkt geruststellend gedetailleerd. Ze vertoont een verwarrend netwerk van grintwegen waarop het Zweedse platteland een patent lijkt te hebben. Zodra je het asfalt verlaat word je echter geconfronteerd met een werkelijkheid aan achterafwegjes waarvan misschien de helft op je zo degelijk uitziende kaart vermeld staat. De weg kwijtspelen wordt dan meer regel dan uitzondering … Thuis heb ik namelijk een detailkaartje van het reservaat afgeprint van het internet maar de exacte ligging en de bijhorende omgeving staan daar jammer genoeg niet bij vermeld. Het moét hier ergens zijn, maar waar precies?
“Spijtig als we het niet zouden vinden” treedt Hadewig mij bij. “Jij wou daar toch …” Ik knik: “Ja, Kuifduiker, die broeden daar. Ik heb die nog maar één keer in zomerkleed gezien, jij was daar bij. In april, op Rügen …” Ze schudt het hoofd, het doet geen belletje rinkelen. Geen wonder dat ze zich dat niet meer herinnert, denk ik bij mezelf. Er stond een koude wind en het groepje Kuifduikers kwam telkens maar even in beeld, ver weg in de telescoop, tussen de golven op een woelige zee. Een memorabele waarneming kon je dat niet écht noemen … Als we een zoveelste bocht ronden zie ik “hem” plots in de berm verschijnen. Alle gedachten aan Kuifduikers in zomerkleed verdwijnen nu als sneeuw voor de zon: blauwpaars met geeloranje vlekken schieten aan 60 km/h voorbij. “Kijk, het staat hier vol, allemaal nemorosum!!” roep ik uit. Iemand anders zou er misschien zo voorbij gereden zijn maar zelfs bij een veel hogere snelheid zou ik dit botanisch topmodel nog herkennen. Dat vinden niet-natuurkijkers altijd knotsgek: het herkennen van bermplanten terwijl je daar op volle snelheid voorbij scheurt en dan als klap op de vuurpijl een Latijnse naam uitkramen. Een De Boomklever I juni 2018 I de eerste keer
DE EERSTE KEER
NACHT EN DAG
51