Buiten gekeken
Fisherman's pride Brouwersdam/Goeree, 27-1-'85 11Misschien even een wandelingetje plegen ? Met dit weer is het feitelijk zonde om heel de tijd in de auto te zitten." laat André een proefballonnetje op. Ik zie dat ook onmiddellijk zitten:"Ja, even verder is er dat gat in de duinen vanwaar je het strand op kunt." ..."Ah ja, daar aan die baai waar nogal eens ijseenden zitten" vult André vlot aan. Als je al zoveel keren ergens samen naar vogels gekeken hebt, is een halve zin of een vragende blik soms al genoeg. Enkele minuten later parkeren we op de bewuste plek. Monique, die door de autoruit met haar kijker het strand afkijkt, zucht:"We gaan hie toch nie wandele, hie zienekik geen vogels, zulle". Onze suggestie dat watervogels nu éénmaal niet graag op droog zand zitten, brengt haar terug bij haar ornithologische positieven. Terwijl we de telescopen uit de koffer halen, heb ik even vestimentaire twijfels. Monique heeft dat dadelijk gezien:"Hoe, gij doe gene jas aan. Zeg, 't is wel winter, hè." We geven haar direct een uitvoerig relaas van vorige verblijven aan de Brouwersdam toen het écht, écht koud was. Vandaag is het een aangename 13
°
C en er staat geen zuchtje wind:"Nee, dit is het
beste weer dat we hier al ooit gehad hebben. Wedden dat we zelfs in onze pull te warm gaan hebben ?" ketsen we haar welgemeende bekommernis om onze gezondheid af. Aan de zeekant van de Brouwersdam ligt hier bij laagwater een zandige landtong die noordwaarts afbuigt en een ondiepe minilagune vormt. Enkele honderden meters stappen brengt ons oog in oog met de Noordzeebranding. Alhoewel, branding ? Vandaag ligt de zee er vrijwel spiegelglad bij. Met de verrekijker is het meteen duidelijk dat de vorst van de voorbije weken veel watervogels heeft doen verhuizen naar het zoute water. "Wow, wat een massa brilduikers" merkt André als eerste op. 11 Ja, fameus, en ginder ver zitten er nog, kijk maar, dat zijn er honderden" vul ik aan. Het duurt even voor Monique ze in de kijker heeft maar uiteindelijk lukt het haar wel: "Ik zie zo éne mee ne groene kop, is da een manneke ? Lap, nu duikt 1m toch wel nie onder, zeker" Vooraleer ik kan antwoorden, roept mijn maat geagiteerd:"Kijk daar, dat zijn geen brilduikers, ja, het zijn ijseenden, zeker een stuk of tien.11 Vrijwel onmiddellijk zie ik dit groepje ook. Ze zitten dan ook nauwelijks 50 m ver op zee. André is al druk aan het schuiven met statiefpoten: "Hopelijk blijven die daar nog even zitten". Ik ruik dit buitenkansje ook en al vlug staan er twee telescopen gericht op ... een uniek tafereel. Zeven mannetjes ijseend, het merendeel in smetteloos prachtkleed, zwemmen rond 4 vrouwtjes. Af en toe spetteren een paar mannetjes laag over het wateroppervlak achter elkaar aan. Kennelijk willen ze allemaal zo kort mogelijk bij een vrouwtje vertoeven en proberen ze daarom de concurrentie op een aanvaardbare afstand te houden. Af en toe rijst er één verticaal hoog uit het water en kijkt enkele seconden met een lange nek naar een vrouwtje. "Waaw, hebde da gezien, Herwig? Zouden die dat watertrappelend doen?" vraagt André zich luidop af bij dit vreemde schouwspel. Ik moet het antwoord schuldig blijven: ik heb nog nooit baltsende ijseenden gezien. Even plots als het begonnen is valt het spektakel van de achter elkaar aan ravottende ijseendwoerden still. Eén of twee vogels beginnen te duiken en de rest volgt, zo'n ijseend petst in een oogwenk onder water. "V lak veu dat die onder gaan, doen die precies hun vleugels ope" draagt Monique haar steentje bij. De hele groep gaat telkens ongeveer gelijktijdig onder water. Geen enkele andere eend blijft zo lang onder water als een ijseend. Geen wonder want ze kunnen tot 50 meter (!) diep duiken. Minutenlang vergapen we ons aan het zonovergoten tafereel van de schitterende ijseendjes, duikend in een groenblauwe zee. Dan barst er weer tumult uit tussen de mannetjes en spetteren ze achter elkaar aan. "Oh, die drie daar, ze vliegen weg" zucht Monique ontgoocheld. Even lijkt dat inderdaad 162