Themanummer vijvers van de DiJïevallei
Vijvers als broedgebied voor watervogels Troebele plassen niet in trek De vijvers van de Dijlevallei zijn voor elke natuurliefhebber onlosmakelijk verbonden met watervogels.
Generaties vogelkijkers hebben hun vak geleerd vanaf de vijveroevers of
turend doorheen de kijkopeningen van een schuilhut. Zelfs in die mate dat vogelkijken in het Dijleland lange tijd gelijk stond met 'watervogels kijken'.
In navolging van de
Inventarisaties voor de Vlaamse Broedvogelatlas in 200�2002 steeg de belangstelling en de expertise onder enkele Dijlelandse vogelkijkers voor regionaal broedvogelonderzoek. Hiermee kwamen ook de broedende watervogels terug onder de aandacht. De
relatief
grote
verscheidenheid
aan
broedende watervogels zoals we deze vandaag de dag kennen, is een vrij recent fenomeen. Een actueel talrijke soort als de Fuut
(Podiceps cnstatus) was ten tijde van Verheyen ( 1951) nog een ''plaatseliJke, vrij zeldzame broedvogel voor Laag- en Midden-B el gië". Als gevolg van
populatieverschuivingen op Europese schaal,
'60 (Aythya tenno), Krakeend (Anas
vestigden sinds vanaf eind de jaren achtereenvolgens Tafeleend Kuifeend
strepera)
(Aythya fuligula)
en
zich als regelmatige broedvogel in de
1972; Herroelen 2000). Het laatste
Dijlevallei (Van Scharen & Joiris, & De Fraine,
1975;
Hens
decennium kwamen daar nog een reeks al dan niet gewenste soorten bij. Ondermeer Bergeend
( Tador na tador na) en exoten als Nijlgans 'rAlopochen aegyptiacus) en Canadese gans (Branta canadens1s) slaan de laatste jaren geen
Broedaantaen van de Kuieend hangen nauw samen met de toestandwaan"neen vijverzich enkel broeds eizoe n meer over bevindt. Foto: Fredenk Fluyt nakomelingen te zorgen.
om voor
Binnen deze 'watervogelgroep' kunnen zich op lokaal niveau soortafhankelijke wijzigingen voordoen in de broedaantallen. Het was vogelkijkers reeds opgevallen dat per afzonderlijke vijver vooral het aantal broedende duikeenden opvallende fluctuaties vertoonde en dit binnen een periode van hooguit enkele jaren.
Voor andere watervogelsoorten bleef het
aantal broedparen stabiel. Een belangrijke factor die direct of indirect van invloed is op de broedaantallen betreft de helderheid van het water.
De resultaten van een meerjarige
monitoring van de broedende watervogels op de plassen van de Dijlevallei, verschaffen ons meer inzicht in de relatie tussen beide variabelen. De voornaamste bevindingen worden in deze bijdrage toegelicht.
Broedvogelinventarisatie 2003 In 2003 inventariseerde Bruno Nef de
broedende watervogels in alle vijvergebieden in de
Dijlevallei tussen Leuven en Wavre. De inventarisatie van de in totaal elf gebieden gebeurde zeer grondig, waarbij tussen
1
maart en
30 augustus maar liefst 45 teldagen 'geklopt' werden.
Eerder dan het karteren van territoria, werd getracht van iedere soort het effectief aantal 145