De Boomklever Juni 2006

Page 4

Bwlen gekeken

FALKDALEN Välädalen, 14 juli 2005 Dit is dan misschien niet het beste ontbijt maar wel met voorsprong de beste ontbijtplek van de afgelopen maanden!! Ik zit aan de voet van een uit de kluiten gewassen granietblok midden in de ruige natuur van "Vólódalen". Dit natuurreservaat ligt tegen de Zweeds/Noorse grens, het is een slordige 1175 vierkante kilometer groot. Als je het centrale deel wil verkennen vergt dat enige moeite: je kan het immers alleen te voet bereiken. Een aantal uitgestippelde paden verbindt de overnachtingshutten. Als je plots overvallen wordt door levensbedreigend noodweer, in het winterhalfjaar is dat bittere realiteit, kan je terecht in strategisch gelegen noodhutten. Alhoewel Vólódalen dus niet onder echte "wildernis'' valt, voldoet het toch 100 3 aan hoe vroegere Avésiens Scandinavië omschreven als "de la nature vierge a coté du sentier". Ik ben nu aan een meerdaagse voettocht bezig. Vier jaar geleden heb ik reeds een ander gedeelte van dit fantastische gebied verkend. De twijfel op voorhand over het precieze reisdoel blijft altijd door mijn hoofd spoken: "Waarom is juli zo synoniem met Zweden, Herwig ?" Na al die jaren begin ik het eindelijk te begrijpen. Ik heb vrienden die altijd nieuwe bestemmingen uitkiezen. Als je hen achteraf vraagt wat ze daar zoal gezien of beleefd hebben komt naast geweldige anecdotes steevast enige twijfel bovendrijven." Hoe heette die schitterende tanager uit Panama ook al weer? En die blauwe pijlgifkikkers, schat, was dat in Mexico? Nee, dat was in ..." De kick van "het nieuwe", dat herken ik in elk geval, ik kan daar ook intens van genieten. Ik twijfel dus helemaal niet aan de kern van hun, dikwijls, enthousiaste verhalen. Alleen mis ik er diepgang in. Hoe kan je op zo'n korte tijd alle indrukken verwerken en er hun juiste betekenis aan geven ? Ik houd er in tegendeel van om op bestaande kennis verder te bouwen, er thuis verder over te lezen en de zaak grondig uit te spitten, een "ecologische context te creëren"."Alles zien" is daarbij een illusie, tenzij je gedetailleerde info van een "local" opvist. En dus toch weer belandt bij het "natuurhistorisch postzegels verzamelen" Mijn persoonlijke aanpak heeft zo zijn nadelen. Frustratie loert hierbij immers om de hoek als je na 3 bezoeken deze of gene sleutelsoort alweer op je buik kunt schrijven. Of we nu veel zien of niet, het is een waar genoegen om hier weer te zijn. De blauwe lucht is vandaag doorspekt met hoge cumuluswolken. Er is nauwelijks wind. Af en toe trekt een meer dreigende wolk over maar ik verwacht vandaag geen noemenswaardige regen. Eergisteren ben ik aan deze vierdaagse voettocht begonnen. Bij de eerste eetpauze, een idyllische plek aan een rivier met baltsende waterspreeuwen onder een stralende zon wist ik het al: dit wordt andermaal "a terrible beauty". Terwijl ik een mueslikoekje verorber, geniet ik van het mij omringende land-schap. De Zweden noemen dit"fjäll" In het Nederlands spreekt men van bergtoendra. Mijn naaste familieleden zouden dit maar niks vinden. Op een kaal hoogplateau of in een onherbergzame woestenij van rotsblokken zie ik hen nog niet zo gauw rondstappen maar ik ben er wel dégelijk op verslingerd. Het klimaat is hier zo ruig dat alleen in beschutte beekvalleien wat houtige vegetatie de kop opsteekt. De overige vegetatie is minimaal maar daarom des te interessanter. Alle planten die hier voorkomen hebben speciale aan-passingen om het hier te kunnen uitzingen. Om veel vogels te zien moet je alvast niét naar hier komen. Bij een eerste bezoek is dat besef er nog niet. Je loopt dan uren rond en speurt gretig de horizon af. Graspiepers, een occasionele goudplevier, de alomtegenwoordige stormmeeuwen. Als je weet waar je moet zoeken wil een rooggesterde blauwborst ook wel lukken. 38


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
De Boomklever Juni 2006 by Natuurstudiegroep Dijleland - Issuu