Bu!len gekeken
Stil zitten en wachten tot ik tot 3 tel ! Holdalen, juli
'04
Als ik uit de tent kruip, kijk ik om me heen. Deze kampeerplaats is naar Scandinavische normen niet bepaald super te noemen. In de fjordenregio met zijn spectaculair landschap vormt een vlak weitje bijna een "contradictio norvegica" en ook in andere gebieden is het hier veel harder zoeken dan in het kampeerwalhalla Zweden. We zijn hier gisteravond aanbeland, na een schitterende wandeling op de Dovrefjell. Net na de laatste huizen van een dorp ging een zandweggetje naar beneden een groen valleitje in. Een 300 meter verder moesten we wel stoppen want de weg ontaardde daar in een zompig karrenspoor. Ver van menselijke activiteit en bewoning is dit allerminst: aan het einde van de weg liggen gemaaide hooiweides die aansluiten op een sparrenbos. Achter het bos rijst een heuvelkam op die, gezien de vele zomerhuizen, druk bewoond wordt. Naast het karrenspoor loopt een ontwateringsgracht afgezoomd met elzen. In de beek vond ik gisteravond volop bloeiende dotterbloemen. Door het noordelijk klimaat schuiven lente en zomer hier kennelijk veel meer in elkaar dan op onze breedtegraad. V lakbij de tent is er een plek die niet zo goed ontwaterd raakt: het gras is er veel ruiger en groeit er meer in onregelmatige bulten. Hier en daar staat wat knikkend nagelkruid. Waar een minimum aan strooisel op de bodem ligt bloeit Primula scondinovico: een sleutelbloem van och arme 5 cm hoog, je loopt er zo voorbij.In V laanderen zou dit al wel wat voorstellen maar hier is het een totaal gedegradeerd niemendalbiotoopje van een dikke hectare. Ik speur even met de kijker de omgeving af of die 2 vossen van gisteravond nog in de buurt rondhangen maar dat is vergeefse moeite. "Weeral te lang blijven liggen, Herwig" klinkt een stemmetje in mijn hoofd maar ik negeer het totaal ... Ik zet koers naar de achterzijde van het ruigere "eiland": er is daar
een verhoogde bult
waarop wat kleine wilgen groeien. Korterbij gekomen zie ik dat het eigenlijk een agrarisch stort is. Een aantal grote rotsblokken is hier lang geleden bij elkaar gesleept. Aan de linkerzijde heeft men een heleboel planken neergekwakt. Meer recent is er ook wat gebruikt plastic gedumpt. Het geheel is uitbundig overgroeid met gras en tussen de rotsblokken zijn verspreid ook wat wilgen opgeslagen. Dit geboomte is nog niet zo lang bezig met deze verovering want de grootste onder hen is nauwelijks 3 meter hoog. Uitgestrekt is deze gedeeltelijk door de natuur overgenomen rommelhoek niet, een goeie 15 m diameter en that is it. Op enkele nabijgelegen rotsblokken groeit een mooi baksteenrood korstmos. Als ik me buk om het wat nader te bekijken, hoor ik een raar geluid dat ik niet kan thuisbrengen. Een langgerekt zuigend "Kisht"; het lijkt van onder de blokken te komen. In de wilgjes is geen vogel te zien, dat kan het alvast niet zijn. Daar ! Er huppelt iets halfverborgen achter 2 steenkanjers en springt dan bovenop een imposant stuk graniet. Veel tijd om hem te bekijken heb ik niet want even snel als hij verscheen, is hij alweer foetsie. De zwarte staartpunt laat echter geen twijfel bestaan: een hermelijn ! "Die komt zeker terug, Herwig" fluistert dat breinstemmetje mij toe. Dat doet hij ook en hoe ... Binnen de minuut komt hij nog zeker 5 keer poolshoogte nemen: achter de hoek van een steenblok uitkijkend, met zijn kopje als een periscoop vanuit dekking rondspeurend, kegelend vanop een verdroogde graspol. Ik krijg hem fantastisch te zien.
128