Buiten gekeken
DE VALKENKONINGIN Bommeneede, 31-12-'94
De aanloop Het is me weer eens teveel geworden. Het scenario is bekend: je rotst de ganse Dijlevallei af in een waterige decemberzon en buiten het allergewoonste waterwild prijkt er niks op je ornithologisch palmares. "Zelfs geen torenvalk of nen buizerd, dat kan toch nie" zucht ik vertwijfeld als ik diep ontgoocheld in het tanende licht de terugweg aanvat. "Zo moet je je schaarse vrije tijd vooral verknoeien" , foeter ik in gedachten op mezelf. Er is maar één oplossing. Als de vogels niet naar hier willen komen, moet ik naar ze toe. "Volgende week ga ik naar Zeeland" zeg ik luidop tegen mezelf en zie, plots ziet de toekomst er al vééél beter uit. En in een opwelling voeg ik er nog aan toe: "En niet voor één dag maar 2 of zelfs 3 dagen". Een mens moet af en toe voor zichzelf zorgen, nietwaar?
Eenmaal ter plaatse Het is niet de eerste keer dat ik dit doe, een meerdaagse in het winterse Zeeland. Vooral het feit dat je alles op je dooie gemakje kan bekijken spreekt me erg aan. Als je een paar uur bij de ijseenden wil blijven aan de Brouwersdam, het kan. Een tekening maken van die slapende smienten aan de Flauwers Inlagen ? Geen probleem. Alleen was het de vorige keer wel veel beter weer. Ik heb nu al 2 dagen de ene na de andere bui getrotseerd. Gisteren had ik me eindelijk geparkeerd bij een groep brandganzen waarvan enkele vogelijkers me hadden verzekerd dat er een roodhalsgans tussen zat. Begon het daar toch niet opnieuw zeker? Een half uur, een uur: je zag niks meer door die bedampte ruiten. Als je ook maar even durfde het raam open te draaien kletterde het stonde pede naar binnen. Om de muren van omhoog te lopen als je, zoals ik, nog nooit een roodhalsgans hebt gezien ... De rest van de namiddag was toch nog best genietbaar: ik rond de 5 futensoorten af af met een roodhals en 3 geoorde in de buitenhaven van Stellendam. Een late namiddagwandeling aan de slikken van Flakkee in de invallende schemering leverde wél de verhoopte soorten op weliswaar als glimp in de verte (ruigpootbuizerd) of een langs jakkerend stipje (smelleken). Terwijl het dankzij de niet nader te determineren soep van laaghangende mist en wolken ontijdig vroeg donker werd, luisterde ik even naar het weerbericht op de Nederlandse radio. "Morgen wordt het beter", en ik dank de goden daarvoor
106