Buiten gekeken
"I WILL BE BACK" Berneray, augustus '97
"lnterested in wildlife, are you ?11 vraagt ze als ze mijn bestelling brengt. Ik wil al vragen hoe ze daar bij komt maar ja natuurlijk, niet iedereen wandelt zomaar een tearoom in met een verrekijker rond zijn nek. Ik knik bevestigend: "Yes, birds, wildflowers, butterflies, the whole lot ... 11
11
Well, yesterday afternoon, we had two otters playing on that spit there"
terwijl ze door het venster wijst naar een drooggevallen hoopje rotsen op zo'n 100 meter van het room verwijderd. 11 1 haven 't seen them today but ... " Ik heb mezelf al bruusk omgedraaid om het zonet genoemde eilandje af te speuren. Is dat daar geen . . ? Neen, Herwig, overtuig ik mezelf. Dat is GEEN slapende .
otter, het is een afgeronde met bruinwier overdekte rots. Ik slik even wat teleurstelling weg:"There is nothing there now, in any case." Waarop zij heftig knikkend weerwerk biedt: "They sure were there" Ik stel haar meteen gerust, ik geloof haar best wel, ondanks hun grootte zijn het nu eenmaal niet de gemakkelijkste klanten om te zien te krijgen. "I know how it goes: One moment, they are there and 5 minutes later vanished as if nothing hos happened." Een gemengd gevoel van opluchting en nieuwsgierigheid straalt nu van
haar gezicht af: "Oh; you've seen them before, have you ?"
Ik knik bevestigend: "Yes, some years ago, on North Uist and also here on the island" Ik krijg een waarderende blik mee terwijl ze afrekent. Er zijn immers weinig mensen die dit eiland meerdere keren na elkaar aandoen. De mensen zijn telkens gevleid dat je toch de moeite wil doen om hier te belanden in plaats van, vergezeld van horden Duitse en Italiaanse rugzaktoeristen, de obligate plekken op Skye plat te lopen. De tearoom bevindt zich vlakbij de weg naar de ferry want Berneray is een eilandje gelegen aan de buitenzijde van een ganse archipel, de Outer Hebrides. In '80 kwam ik hier voor de eerste keer. In Sollas, een dorpje lukraak gekozen op de kaart door mijn vriend: "Dat ligt kort bij de zee, daar zal wel wat te zien zijn" In mijn geheugen (ik had toen nog geen fototoestel) zijn ettelijke bytes gevuld met onuitwisbare beelden van toen: een slingerend karrenspoor tussen laagveen met paapjes, baltsende watersnippen, diep baksteenrode orchideeĂŤn waarvan ik nu nog altijd niet met zekerheid weet welke soort dat nu juist was, 10 roepende kwartelkoningen vanuit de tent. En de duinen, ach ... Een ware bloemenzee met prachtige duinviooltjes en ogentroost die je wel moest plattrappen, elke vierkante meter stond er "boezjevol" mee, zoals mijn maat het zo plastisch uitdrukte. Toen we op de laatste duinenrij naar het strand stonden, een welhaast mythisch moment: een leeg wit zandstrand waarop een intens groenblauwe Atlantische oceaan te pletter sloeg. Kilometers naar links: niemand. Kilometers naar rechts: niemand. 74