Vernatting in de Dijlevollei
Vernatting in de Dijlevallei
Inleiding Afgelopen jaar is iedereen getuige kunnen zijn van enkele spectaculaire gevol gen van vernatting. In Oud-Heverlee staan reeds enkele jaren weiden lange tijd onder water, in de Doode Bemde zag het gras op de duur zelfs zwart, ... Hoewel dit laatste weiland reeds enkele jaren van akker omgezet is naar een grasland, steeg de natuurwaarde pas echt na een foutje in de uitvoering van werken aan het hydrologisch systeem. Elders in de vallei hebben natuurlijke trends de vallei verder vernat, wat in sommige zones duidelijk tot uiting kwam, in andere gebieden in mindere mate. Dit artikel wil licht werpen op enkele oorzaken en alvast aangeven of dit alles bedoeld was en zo ja, welke filosofie er achter steekt.
Vernatting Vernatting houdt in dat het grondwaterpeil stijgt. De vraag is hoe lang dit water peil moet stijgen vooraleer vernatting een feit is. Frequent kunnen immers wa terplassen in de vallei ontstaan door enkele korte onweders. Dit houdt in dat regenwater op het maaiveld blijft staan, waar het langzaam wegstroomt naar het oppervlaktewater of infiltreert naar het diepere grondwater. Op de lemige en soms kleiige bodems in de Dijlevallei kan dit een poos duren. Toch kunnen we dit niet als vernatting bestempelen. In een drietal gebieden is in de vallei echt vernatting aanwezig. In twee gebie den is dit duidelijk uit de vegetatie afleidbaar, in een ander gebied is dit sluime rend. De eerste twee gebieden zijn Oud-Heverlee en de komgrond van Neerijse, in de Doode Bemde. In onderstaande figuur is de grondwaterstijging van het derde gebied weergegeven: de komgrond van de Doode Bemde tussen Reiger straat en Molenbeek. Vernatting uit zich vooral in de stijging van de zomerpeilen. Tot co 1997 zakt het zomerpeil elke zomer dieper dan l meter onder het maai veld (m-mv). Na 1997 gebeurt dit nog slechts één maal, de andere zomers ligt het peil steeds boven 0,5 m-mv. De winterpeilen stijgen ook, maar minder spec taculair.
104
I