Hoogtelijn 4/2016

Page 71

Roland Bekendam (links) en Hans Lanters tijdens hun beklimming van de Dent Blanche.

A

ls jochie van zeven had ik nog geen idee dat ik later de wondere wereld van gletsjers en sneeuw zelf zou betreden. In mijn klimmersleven zou het niet bij eeuwige sneeuw blijven, maar zocht ik ook wat steiler spul op. Uiteindelijk kwam ruim twintig jaar geleden de Dent Blanche hoog op mijn verlanglijstje te staan. De meest uitdagende route leek de directe NNW-graat, op 30 juni/1 juli 1976 geopend door André Chévrier, André Georges en Alphonse Vuignier. Op 27 en 28 juni beklom André Georges, klimlegende van het Val d’Hérens, zijn creatie als eerste (en enige) solo. In een krantenartikel uit die tijd beval hij de route aan als de mooiste en moeilijkste route van het Val d’Hérens.

‘Grand engagement’ De NNW-graat loopt halverwege dood op een verticale wand van 350 meter hoogte. De klassieke, maar ook weinig beklommen NNW-graatroute ontwijkt dit steile gedeelte via een traverse over platen naar rechts. De directe route gaat door deze wand heen en volgt tenslotte de laatste 100 meter van de graat naar de top. De beschrijving in het SAC-gidsje staat vol technische rotspassages, wat je maar zelden tegenkomt in de Walliser Alpen. Verder wordt er Grand engagement beloofd. Dit is zeker de mooiste manier om de top van de prachtige Dent Blanche te bereiken! De route heeft ook een belangrijk nadeel, en dat is de ligging van de rotswand op het noordnoordwesten. Hier komt nauwelijks zon en er hoeft niet veel sneeuw te vallen of de rotsen op 4000 meter zijn voor een langere periode wit of verijsd. In die twintig jaar heb ik heel wat keren, soms met en soms zonder klimmaatje, de berg aandachtig bekeken, maar nooit was de route in conditie.

Acclimatiseren Begin juli 2015 ziet alles er wel hoopvol uit. Er ligt al ruim twee weken een krachtig hogedrukgebied boven Europa en door de hitte zijn de bergen zo vroeg in het seizoen al helemaal droog. Net op dat moment staat een tiendaagse klimvakantie met Hans gepland, en hij heeft net zo veel zin in de Dent Blanche als ik. Maar een dag voor vertrek zit mijn rug ineens muurvast. We rijden toch naar de Alpen, met regelmatige onderbrekingen voor rek- en strekoefeningen in de berm. Het is duidelijk dat ik

zo niet kan klimmen. Ik moet iets doen. In Zwitserland laat ik zelfs mijn rug in een kuuroord masseren tegen een onbehoorlijk tarief, met kaarsjes en zenmuziek erbij. Hoewel ontspannend, helpt het in eerste instantie niet veel. Dan bel ik mijn fysio Danny, die een paar oefeningen uitlegt. Ik doe die vol overgave waardoor na twee dagen het wonder is geschied: er kan weer geklommen worden. Ondertussen heeft Hans met bewonderenswaardig geduld zich met wat wandelingen vermaakt. Om te acclimatiseren vertrekken we naar het Refuge des Bouquetins boven Arolla. Onderweg hebben we goed zicht op de Dent Blanche en stellen we tevreden vast dat de wand droog is. De 4356 meter hoge Dent Blanche wordt ook wel La Reine (de koningin) van Wallis genoemd: vooral vanuit het Val d’Hérens ziet ze er ongenaakbaar uit, met deze wat ‘klotsige’ berg maak je geen grappen. Als ik haar met een echte koningin zou vergelijken, heeft ze wel iets weg van Wilhelmina. We beklimmen de Mont Brulé en maken de lange traverse van de Bouquetins. Om op tijd voor het avondeten in de Cabane de Bertol te zijn, laten we de noordtop zitten, want voor ons hoofddoel willen we nog wel een beetje fris zijn. De volgende dag dalen we af naar het dal en pakken meteen onze rugzakken voor de Dent Blanche.

Op weg naar de Dent Blanche We zijn om half vier opgestaan en na ruim een uur rijden lopen we vanuit Ferpècle in de relatief frisse ochtend omhoog. Het is nog steeds mooi weer en de hittegolf duurt voort. Naar het Dent Blanche bivak is het 2000 meter stijgen, dat willen we zo veel mogelijk doen in de schaduw. Zo komen we aan het einde van de morgen aan bij het prachtig gelegen bivak, waar we thee en soep maken. Wat later arriveren twee aardige, jonge Zwitserse gidsen, die de zuidgraat van de Grand Cornier willen doen. In het huttenboek zien we slechts één beklimming van onze route, en niet door de minste: Patrick Gabarrou met vrienden in 2010. We luieren wat in de zon, terwijl de achtergrondmuziek wordt verzorgd door steenlawines, die de hele middag door de vrijwel weggesmolten noordwand razen. Aan het eind van de middag verschijnen nog drie Duitsers, ook voor de Grand Cornier. Ik bel Wendelien nog een keer voor het weerbericht, dat nog steeds

HOOGTELIJN 4-2016 |

71


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.