3 minute read

Op pad met de markeerder

“Accuboor, stickers, bordjes”

Ooit een Lange-Afstand-Wandeling gevolgd, of een etappe ervan? Een Streekpad of Wandeltweedaagse gelopen? En vond je het ook zo fijn dat je dan gewoon wit-rode of geel-rode bordjes kon volgen, zonder steeds op de kaart te moeten kijken? Dat is te danken aan bijna duizend vrijwilligers, die als padmarkeerder een stukje wandelroute voor hun rekening nemen. Alleen al binnen Nivon zijn er ruwweg driehonderd actief.

Jolanda Verwoert zal het zelf nooit hardop zeggen (en waarschijnlijk zelfs niet denken), maar is een van drijvende krachten achter wandelen bij Nivon. Behalve padcoördinator voor het Maarten van Rossumpad, is zij sinds kort actief voor de nieuwe wandelcommissie; is zij aanjager van de Nivon Wandeltweedaagsen (van NS-station naar natuurvriendenhuis naar NS-station) en geeft zij, net als andere ‘padco’s’, markeringscursussen aan nieuwe geïnteresseerde markeerders. Zelf is zij -natuurlijk- ook padmarkeerder. Vandaag loopt zij een stukje van ‘haar’ route na, langs de Nederrijn in haar woonplaats Kesteren.

Pad onder water

vaak verschillende wandelingen van verschillende organisaties over een route lopen. ‘Over alleen al dit stuk lopen drie paden,’ vertelt Jolanda onderweg. ‘Het maakt deel uit van de Romeinse Limesroute, de NS-wandeling Blauwe Kamer en het Maarten van Rossumpad.’ Niet zo vreemd, het is een prachtig stuk natuur langs de rivier, door de uiterwaarden en met de Grebbeberg aan de overkant. ‘In het voorjaar, als de sneeuw gesmolten is, of als er bovenstrooms veel regen is gevallen, staat dit pad helemaal onder. Dan moet je de route omleiden via de winterdijk. Maar driekwart van het jaar kun je hier gewoon lopen.’

Een markeerder van een Nivon Wandelpad is verantwoordelijk voor een route van ongeveer 15 kilometer. Deze controleert hij in elk geval twee keer per jaar, in beide richtingen. Is alles nog duidelijk? Zijn de

bordjes goed zichtbaar? Is de route nog begaanbaar? Markeren is op zichzelf niet moeilijk, maar je moet wel opletten. ‘Vaak ontwikkel je een blinde vlek op je eigen route,’ zegt Jolanda. ‘Daarom is het goed af en toe een buitenstaander mee te nemen om te checken of alles duidelijk is.’ op de kaart te kijken. Dat betekent dat er voldoende markeringstekens moeten zijn en dat deze consequent worden toegepast.

De markering mag geen schade aanbrengen aan bomen of eigendommen en moet het landschap zo weinig mogelijk verstoren. Verder ziet hij erop toe dat alle routes nog goed begaanbaar zijn en geeft hij eventuele wijzigingen door aan de padcoördinator.

Jolanda schroeft nog twee nieuwe aluminium plaatjes op een hek. Aan twee kanten. ‘Zo. Nu is het echt helemaal duidelijk.’•

Een accuschroefboor. Aluminium plaatjes. Een stapel tweekleurige stickers (wit-rood). Schoonmaakdoekjes. Een markeerder gaat met een goedgevulde rugzak op pad. Even wat mos van een eerder bevestigd plaatje vegen. Een wit-rood kruis aanbrengen bij een weggetje waar je juist níet in moet lopen. Een omleidingsbordje plaatsen: bij hoog water bijvoorbeeld vaart de pont niet altijd, dat moet de wandelaar ruim op voorhand weten.

Paaltje ondersteboven

De belangrijkste regel is dat de markering vanaf enkele tientallen meters te zien moet zijn. ‘Verplaats je in de wandelaar: wat is zijn zichtlijn? Van welke kant is hij gekomen? Is bij een afslag of kruising duidelijk welke kant de route op gaat? Staat er geen bord of boom voor?’ De plaatjes moeten goed zichtbaar zijn, maar weer niet vandalismegevoelig. ‘Ik heb wel eens een melding gekregen dat markeerpaaltjes ondersteboven in de grond waren gevonden. Niet handig.’

Waar moet een markeerder nog meer rekening mee houden? Het uitgangspunt is dat de wandelaar het routeboekje in de rugzak kan houden. Het is niet relaxed om tijdens het wandelen steeds

Ook markeerder worden?

Stuur een mailtje naar ikwilmarkeren@nivon.nl

Het Maarten van Rossumpad (vernoemd naar de sporen die krijgsheer Maarten van Rossum hier heeft achtergelaten) is een Lange-Afstands-Wandelpad van 358 km lang. De route loopt van Den Bosch door de Betuwse uiterwaarden langs Maas en Waal; via de Bommeler- en Tielerwaard door de bosrijke en heuvelachtige Veluwe naar Salland en de vallei van de Vecht. Het pad eindigt in de Overijsselse veengebieden en het Drentse esdorpenlandschap.

De route loopt langs natuurvriendenhuizen de Bosbeek, het ABK-huis en het Hunehuis, en is dus goed te combineren met een wandeltweedaagse. Kijk voor meer informatie op de pagina van de accommodaties.•

This article is from: