
5 minute read
Reisverslag in negen voorwerpen
Reisverslag in negen voorwerpen
Geniet mee van het reisverslag van Mara, over de eerste herfstkanoreis van Treq in Zweden, september 2024: ‘Tien dagen kanoën langs de Noors-Zweedse grens, terwijl de bladeren roodbruin kleuren, de muggen zich in hun holen verschuilen en de kans op noorderlicht aanzienlijk is’. Ik las de wervingstekst en meldde me direct aan. Tijdens een voorbereidingsdag kregen we een paklijst die ons zou moeten klaarstomen voor de slechtst mogelijke weeromstandigheden. Ik nam de lijst door alsof ik een recept volgde waarbij elk ingrediënt een even belangrijke bijdrage vormde voor het succes ervan. De reis is dan ook het beste te beschrijven aan de hand van negen voorwerpen die een belangrijke rol speelden tijdens de kanotocht.

Backpack
In de trein naar Zweden leerden we elkaar kennen aan de hand van onze bepakking. De deelnemer tegenover me vertelde dat haar backpack 21 kilo woog. Onze reisleider had ook een zware tas, maar ik vermoedde dat daar ook spullen in zaten om ons uit hachelijke situaties te redden. Zelf had ik mijn backpack niet gewogen, maar die was zo makkelijk te tillen dat ik gok dat-ie met moeite de 10 kilo zou halen.
Waterdichte sokken
Stuk voor stuk namen we onze uitrusting door. Ultralichte opklapstoeltjes, laplandmokken, waterfilters, opvouwbare zitlapjes, en een dry bag ter grootte van een backpack. Ik blonk niet uit in ingenieuze gear maar nam de complimenten over de bescheidenheid van mijn bepakking trots in ontvangst. In plaats van de waterdichte sokken waarop ik had bespaard nam ik plastic vuilniszakken uit de trein mee, precies ter grootte van mijn voeten. Zij zouden mij twee weken lang beschermen tegen opspattend water en verraderlijk Zweeds gemiezer.
Nepdonzen pufferjas
Toen ik een paar uur voor onze eindbestemming de kou door de dunne mouwen van mijn trui voelde kruipen, sloeg mijn trots om in paniek. Tijdens een overstap rende ik halsoverkop een H&M binnen, griste een nepdonzen pufferjas uit een rek en rekende het af bij de zelfscankassa. Bij de uitgang ging het alarm af, maar daar besteedde ik geen aandacht aan. Niet alleen zou ik twee weken lang plastic voetzakken met mij meedragen, maar ook de ronde beveiligingstag van mijn nieuwe H&M jas.
Waterdichte tonnen
Bij de kanoverhuur verdeelden we onze belangrijkste spullen over waterdichte tonnen. Mocht de kano omslaan, dan zouden onze slaapzakken, wandelschoenen, maaltijden en elektronica in ieder geval droog blijven. Het is niet zo ver gekomen.

De wieltjes
Onze dagen op het water volgden een vast patroon. We stonden op, ontbeten met havermout, braken de tenten af, vormden kanoduo’s en laadden de boten in. Elke kano kreeg eigen wielen voor onze landtransporten. En elk landtransport veranderde onze groep meer en meer in een organisme waarvan elk onderdeel een eigen functie had. Naarmate we langer onderweg waren, leefden we dan ook minder als solitaire elanden, maar meer als een kolonie mieren. Het einde van de dag was een omgekeerde herhaling van het begin: de kano’s uitladen, tenten opzetten en ons drie-gangen-avondmaal koken.
Poepschep
We kampeerden in de wildernis en ontlastten daar dus ook. Door de dag heen zag ik reisgenoten met een uitklapbare schep in de bosjes verdwijnen. De eerste dagen voelde ik ongemak om in de aanwezigheid van de groep de ‘poepschep’ op te pakken. Maar opmerkelijk snel schudde ik dit laagje beschaving van mij af. In de ruimte kreeg de poepschep een vaste positie: hij lag trouw naast de tent van een specifieke deelnemer, alsof dat nooit anders was geweest.
Aansteker
De aansteker (of lucifer) is onmisbaar voor het verbranden van toiletpapier. Ook dit voelde de eerste dagen onwennig. Ik hield geen rekening met de windrichting en verbrandde herhaaldelijk mijn vingers. Geleidelijk sloeg mijn onwennigheid om in puur geluk. Aan de rand van een onbewoond eiland, omringd door loofen naaldbomen, met zicht op een kalm meer, had ik mijn eigen kampvuur in de vorm van smeulend toiletpapier. Na afloop van dit ritueel controleerde ik zorgvuldig of ik geen bosbranden had veroorzaakt en prees mij gelukkig met de vochtige herfstnatuur.
Het vrolijk gekleurde plaslapje
Ondanks de toenemende gemeenschapsvorming bleven tot het einde van de reis twee kampen bestaan: zij die zwoeren bij wc-papier en zij die een vrolijk gekleurd plaslapje aan hun backpack hadden bungelen. Het plaslapje is een alternatief voor wc-papier en dient na gebruik in het meer te worden gewassen. De lapjes zijn verkrijgbaar in vrolijke kleuren en vormen een kruising tussen een pannenlap en Oilily kinderkleding. Na tien dagen in de wildernis was ik getuige van een zeker plaslap-dispuut dat draaide om de vraag of de plaslap in de openbare ruimte (lees: aan het handvat van de kano) mocht hangen of niet. Beide kampen waren onverbiddelijk in hun oordeel. Het is nooit helemaal goed gekomen, maar het volstaat hier te zeggen dat beide deelnemers het einde van de reis hebben gehaald.
Hooikist
Een hooikist houdt pannen warm en zorgt dat het eten kan nagaren. Het is feitelijk een slaapzak zonder eigenaar en dat trok mijn aandacht. Voor aanvang van de reis had ik aangegeven te willen afzien, maar alleen in de tent, gehuld in al mijn kleding, terwijl de vorst door het tentdoek naar binnensloop, kon de romantiek van het afzien geen vat op mij krijgen. Tijdens het avondeten kreeg ik de zegen van mijn groepsgenoten en ik zou me de rest van de reis om de hooikist-slaapzak ontfermen. Ik heb het niet meer koud gehad.
