Mag dat zomaar?

Page 1

1
dat zomaar? Praktische vragen over juridische kwesties NVJ Advocaten & Juristen
Mag

Colofon

Auteurs

mr. Yvonne Berkeljon, advocaat mr. Maarten van den Berg, advocaat mr. Rutmer Brekhoff, advocaat mr. Mira Herens, advocaat mr. Petra Oudhoff, jurist mr. Yolanda E. Pattiasina, jurist mr. Sacha Schraven, jurist

Vormgeving Claudia van der Rijst, Studio Ryza

Illustraties

TRIK

Organisatie & eindredactie Connie Wiering

Uitgever

Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) Postbus 75997 1070 AZ Amsterdam Telefoon 020 – 303 97 00 E-mail vereniging@nvj.nl Website www.nvj.nl

Mag dat zomaar?

Praktische vragen over juridische kwesties

NVJ Advocaten & Juristen

Inhoudsopgave

INLEIDING ALGEMEEN

Is mijn programma-idee beschermd?

Kan ik smartengeld eisen na (verbaal) geweld?

Moet ik na rectificatie ook publiekelijk sorry zeggen?

Mag de gemeente onze correspondentie openbaar maken zonder zienswijze te vragen?

Mag ik gesprekken zomaar opnemen?

Moet ik mijn anonieme bronnen bekendmaken?

VOOR WERKNEMERS

Kan mijn bedrijfsarts mij opleggen dat ik bij mijn arbeidsconflict in gesprek moet?

Moet ik een geheimhoudingsbeding van mijn werkgever serieus nemen?

Mijn werkgever gaat niet in op mijn verzoek om minder te werken, mag dat?

Mag ik in een andere salarisschaal worden geplaatst dan in de vacature staat?

Mag de werkgever mij na twee jaar ziekte in dienst houden?

Mijn werkgever is niet tevreden over mijn prestaties. Kan hij mij ontslaan? Moet ik solliciteren naar mijn eigen baan?

Mag mijn vorige werkgever een beroep doen op mijn concurrentiebeding?

7 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38

VOOR FREELANCERS

Mag mijn opdrachtgever het tussentijds opzeggen van mijn opdracht weigeren?

Mag ik mijn eigen werk op mijn website publiceren?

Zijn mijn eindredactionele werkzaamheden vrijgesteld van BTW?

Mag ik freelancewerkzaamheden blijven doen, terwijl ik WW ontvang?

Mag mijn opdrachtgever onze samenwerking per direct stopzetten?

Mijn opdrachtgever betaalt mij alleen als mijn artikel wordt gepubliceerd. Mag dat zomaar?

Mag de uitgever mijn artikel zomaar doorverkopen?

Mag de krant mij verbieden mijn artikel door te verkopen?

VOOR FOTOGRAFEN

Kan hij eisen dat ik de foto verwijder?

Mogen door mij gekiekte BN’ers zomaar deze foto’s plaatsen?

Moet ik op grond van de AVG een foto uit mijn online beeldbank verwijderen?

Mag hij foto’s van Nederlandse nieuwssites plaatsen op zijn website?

PRAKTISCHE INFORMATIE

NVJ Rechtshulp

Balie Persvrijheid

PersVeilig

Persvrijheidsfonds Wegwijs op NVJ.nl

70
40 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66 68 68 69
70 70

Inleiding

De advocaten en juristen van de NVJ verzorgen sinds jaar en dag de rubriek Mag dat zomaar? columns waarin zij vragen uit de praktijk beantwoorden. De onderwerpen worden veelal aangedragen door onze leden. Want je zal er maar mee zitten:

“Mag ik gesprekken zomaar opnemen?”

“Moet ik mijn anonieme bronnen bekendmaken?”

“Mag mijn opdrachtgever onze samenwerking per direct stopzetten”?, of “Moet ik een geheimhoudingsbeding van mijn werkgever serieus nemen?”.

Op deze en andere vragen vind je zomaar een antwoord in deze bundeling dat voor elke journalist handig is om te weten. Natuurlijk kunnen we in de columns niet altijd alle ins en outs van de veelal ingewikkelde juridische problemen behandelen, maar wij denken dat we er door de jaren heen in zijn geslaagd ingewikkelde juridische materie in leesbare taal en in een beperkt aantal woorden uit te leggen en onder de aandacht te brengen. Maar ook: juristen zouden geen juristen zijn als niet veel van de stukken een hoog enerzijds-anderzijds gehalte hebben. En ook een formulering als “het hangt ervan af”, zul je veelvuldig tegenkomen. Dus voor het complete antwoord op de voor jou relevante vraag, mag je ons natuurlijk ook altijd even bellen.

Advocaat & hoofd NVJ Advocaten & Juristen (tot 1 januari 2023)

7

Algemeen

Mag je een gesprek zomaar opnemen? Is je eigen programma-idee voldoende beschermd? Ben je verplicht om anonieme bronnen bekend te maken? Onze juristen beantwoorden in dit hoofdstuk vragen omtrent ethiek, Wet open overheid, en auteursrecht.

8
9 5

Is mijn programma-idee beschermd?

Een paar maanden geleden ben ik door een tv-producent uitgenodigd om met een groepje freelancers een middag te brainstormen en ideeën uit te wisselen. Daarbij besprak ik een format voor een programma waarvoor ik al langer een idee heb. We werden hartelijk bedankt maar tot een samenwerking kwam het niet. Nu zie ik tot mijn verbazing dat diezelfde producent een programma uitzendt dat gebaseerd lijkt te zijn op mijn programma-idee. Mag dat zomaar?

Ja/nee

Oftewel, dat hangt er vanaf. Een idee of een format is niet zo makkelijk te beschermen. Gedachten zijn vrij en dus kunnen meerdere mensen op hetzelfde tijdstip hetzelfde idee hebben. Echter, naarmate een idee of programma-format verder is uitgewerkt, kan het onder de bescherming van het auteursrecht vallen. En, hoe origineler het idee, hoe onwaarschijnlijker het is dat iemand anders op datzelfde moment nou net hetzelfde idee heeft gekregen.

Kortom, een format kan auteursrechtelijk beschermd zijn als het gedetailleerd is uitgewerkt. Helaas valt die bescherming weer weg als een aantal

10

elementen van dat format wordt veranderd. Een andere naam, een andere volgorde van items, andere belichting, geluid, muziek of decor, en er is een ander programma.

Bij het pitchen van ideeën en programma-voorstellen is het dan ook raadzaam om niet het achterste van je tong te laten zien. Geef voldoende informatie om de interesse op te wekken, maar leg daarna afspraken over samenwerking vast zodat men niet met je format aan de haal kan gaan. Er wordt ook nogal eens door een opdrachtgever of producent gezegd dat ze allang met dat idee bezig waren.

Daarom is het van belang om je idee of format te registreren. Dan staat vast dat je vanaf die datum het idee had. De registratie geeft geen auteursrechtelijke bescherming, maar is bewijsrechtelijk wel van belang. Er zijn vele bureaus die zo’n registratie aanbieden. Daarvan is het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom één van de goedkopere met i-DEPOT. Een registratie voor vijf jaar kost 37 euro. Maar zelfs met zo’n registratie geeft het maken van goede afspraken de beste bescherming.

Petra Oudhoff, NVJ Advocaten & Juristen Maart 2022

11

Kan ik smartengeld eisen na (verbaal) geweld?

Recent werkte ik als fotograaf bij een demonstratie.

Daar werd ik door een omstander bedreigd en beledigd en door een ander werd ik uit het niets geslagen. Een agent was hiervan getuige en kon de daders aanhouden, maar sindsdien voel ik mij onveilig en slaap ik slecht. Ik wil daarom een schadeclaim indienen. Kan dat?

JaAls slachtoffer van bedreiging, belediging of mishandeling kun je schadevergoeding eisen.

Natuurlijk is het belangrijk om aangifte te doen en bewijs van het voorval en de schade te bewaren. Vaak worden daders van bedreiging, belediging en zogenaamde eenvoudige mishandeling veroordeeld tot betaling van een geldboete of werkstraf. In zeer ernstige gevallen volgt soms een gevangenisstraf.

Een opgelegde straf geeft misschien enige voldoening, maar daarmee is jouw schade nog niet vergoed. Voor het indienen van een schadeclaim kan een slachtoffer zich bij aanvang in de strafprocedure ‘voegen’. De vordering kan betrekking hebben op geleden materiële schade, zoals een vernielde camera of misgelopen inkomsten, en op immateriële schade (ook wel

12

smartengeld genoemd). Maar reken je niet rijk! Smartengeld bedraagt helaas vaak niet meer dan een paar honderd euro.

Een slachtoffer heeft wettelijk recht op smartengeld als hij lichamelijk letsel heeft opgelopen, zoals bij mishandeling. Ook wanneer zijn eer of goede naam is geschaad kan smartengeld worden toegekend. Dat is al snel het geval bij belediging. Een derde categorie vergrijpen waarbij de wet smartengeld mogelijk maakt is bij ‘aantasting in zijn persoon op andere wijze’. Op deze categorie doe je een beroep bij bedreiging, maar helaas wordt schadevergoeding in deze categorie niet snel toegekend.

Van ‘aantasting van de persoon op andere wijze’ is in ieder geval sprake als geestelijk letsel is opgelopen. Dat kun je bijvoorbeeld aantonen met een psychiatrisch rapport. Bij bijvoorbeeld gevoelens van onveiligheid of stress zal je echter meestal niet beschikken over zo’n rapport dat als bewijs kan dienen. Dat leidt soms tot onrechtvaardige situaties. Zo ontving een journalist die via Facebook Messenger werd bedreigd met verkrachting van zijn naasten, hiervoor geen smartengeld. De rechtbank Amsterdam kon zich goed voorstellen dat de journalist hierdoor gevoelens van angst en onveiligheid had, maar dat was niet voldoende om smartengeld toe te kennen. Volgens de rechter was namelijk onvoldoende aangetoond dat door de bedreiging ook echt psychisch letsel was ontstaan.

Het is dus zeker mogelijk om smartengeld te vorderen bij mishandeling, belediging en bedreiging. Wel is het soms moeilijk om de schade aan te tonen en is het bedrag geregeld laag. Omdat het proces verder relatief eenvoudig is - je hoeft slechts een voegingsformulier in te vullen - kan het toch de moeite waard zijn.

Rutmer Brekhoff, NVJ Advocaten & Juristen November 2021

13

Moet ik na rectificatie ook publiekelijk sorry zeggen?

In een door mij geschreven artikel is een vervelende fout geslopen. Ik ga dit rectificeren. Nu eist degene die door de fout is benadeeld dat ik ook publiekelijk excuses maak. Moet dat?

Nee

Dat mag natuurlijk wel, maar hoeft niet! De Leidraad van de Raad voor de Journalistiek schrijft voor dat een journalist een publicatie die onjuistheden bevat ‘op passende wijze en zo snel mogelijk’ moet rectificeren. Gebeurt dat niet vrijwillig, dan kunnen benadeelden bij de rechter een rectificatie vorderen. Soms eisen zij dat een journalist daarnaast ook excuses voor de fout maakt, bijvoorbeeld omdat dat voelt als een vorm van erkenning van het aangedane leed. De rechter zal gevorderde excuses echter afwijzen.

Een opgelegde rectificatie is uitsluitend het oordeel van de rechter. Lezers mogen deze onvrijwillige rectificatie niet opvatten als een uiting van de journalist zelf. Niemand kan namelijk worden gedwongen om tegen zijn zin - in eigen naam - een mededeling te doen. Dat is in strijd met ‘het spiegelbeeld van de vrijheid van meningsuiting’, zo overwoog het Gerechtshof Amsterdam eerder. Dit geldt ook voor het maken van excuses. Sorry zeggen mag altijd, maar een journalist heeft net als ieder ander ook het recht om zich niét schuldig te voelen over een gemaakte fout.

14

Hoewel de rechter gevorderde excuses dus zal afwijzen, blijven veel advocaten het toch proberen. Soms vorderen zij rectificatie en doen zij een tekstvoorstel waarin verontschuldigingen zijn verstopt, in de hoop dat de rechter het voorstel integraal overneemt. Meestal mislukt dit. Dan streept de rechter, vóór de rectificatie toe te kennen, de excuses eruit.

Recent nog eiste oud-voetbaltrainer Clemens Westerhof rectificatie met excuses van oud-collega Jo Bonfrère. Die laatste zou in de Nigeriaanse media hebben gesuggereerd dat Westerhof zich als bondscoach van Nigeria schuldig zou hebben gemaakt aan matchfixing. In Westerhofs tekstvoorstel stond: “Mr. Westerhof is a great coach. . .” en “I publicly apologize to Clemens Westerhof”. De kortgedingrechter verving de rectificatietekst door een eigen tekst. Deze tekst bevatte noch excuses noch een verheerlijking van coach Westerhof, maar vermeldde slechts dat ‘de rechtbank heeft geoordeeld dat’ Bonfrères uitingen geen feitelijke basis hebben en Westerhof daarom onrecht is aangedaan.

Kortom, soms is rectificeren nodig. Dat kan vrijwillig, in eigen woorden, maar de rechter kan je ook verplichten om zijn oordeel te publiceren. Of je daarbij ook excuses aanbiedt, bepaal je zelf.

Rutmer Brekhoff, NVJ Advocaten & Juristen Januari 2021

15

Mag de gemeente onze correspondentie openbaar maken zonder zienswijze te vragen?

Voor een artikel heb ik uitgebreid gecorrespondeerd met de burgemeester van een middelgrote gemeente. In deze vertrouwelijke correspondentie is van alles aan de orde gekomen. Ook zaken die absoluut niet voor andermans ogen bedoeld zijn. Tot mijn schrik ontving ik na publicatie van mijn stuk een brief van de desbetreffende gemeente. Ze zijn van plan om deze correspondentie openbaar te maken. Dit in het kader van een Woo-verzoek. Mag dat zomaar?

Nee

Niet zomaar. Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) in werking getreden en heeft de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) vervangen. De Woo heeft onmiddellijke werking. Dit betekent dat vanaf 1 mei 2022 alle besluiten (ook op ‘oude’ Wob-verzoeken) met inachtneming van de bepalingen van de Woo moeten worden genomen.

Net als onder de Wob moet een bestuursorgaan op grond van de Woo ‘derden’, die naar verwachting bedenkingen hebben bij de openbaarmaking,

16

op de hoogte brengen van het plan om bepaalde informatie te verstrekken in het kader van een Woo-verzoek. Zij moeten de kans worden geboden om een zogenaamde zienswijze in te dienen op het voornemen de informatie openbaar te maken. De zienswijze van de derde-belanghebbende wordt in de belangenafweging van het bestuursorgaan meegenomen.

Als journalist ben je natuurlijk groot voorstander van een transparante overheid en de openbaarmaking van stukken. Toch kunnen er goede redenen zijn waarom je niet wilt dat nu juist jouw correspondentie op straat komt te liggen. Nog los van privacyoverwegingen en het feit dat het hier vertrouwelijke journalistieke correspondentie betreft, kan het brongeheim in gevaar komen. In de correspondentie kan immers gevoelige informatie staan over klokkenluiders of andere bronnen. Ook wordt je journalistieke werkwijze bekend, wat weer consequenties zou kunnen hebben voor eventuele toekomstige verhalen.

Al deze argumenten kun je in je zienswijze naar voren brengen. Als het bestuursorgaan niet (volledig) overtuigd is door je betoog zal er een ‘uitgestelde verstrekking’ van de correspondentie plaatsvinden. Voordat er tot het daadwerkelijk openbaar maken wordt overgegaan, krijg je eerst de gelegenheid (doorgaans een termijn van twee weken) om door middel van een bezwaarschrift én een spoedprocedure bij de bestuursrechter het openbaarmakingsbesluit te schorsen totdat er in bezwaar daarover is beslist. Zolang de rechter geen beslissing heeft genomen, mag de gemeente de vertrouwelijke correspondentie niet openbaar maken. Je geheimen zijn dan voorlopig veilig.

Maarten van den Berg, NVJ Advocaten & Juristen Augustus 2022

17

Mag ik gesprekken zomaar opnemen?

Het kan iedereen overkomen: gebeld worden terwijl je geen pen en papier bij de hand hebt om iets te noteren. Dan is het heel handig het gesprek op te kunnen nemen op de telefoon. Dat doe ik nu ook tijdens interviews en meetings. Zo kan ik met één druk op de knop het hele gesprek vastleggen. Natuurlijk is het erg makkelijk dat ik alles achteraf nog een keer kan beluisteren, maar eerlijk gezegd voelt het soms toch best vreemd. Vandaar mijn vraag: mag ik gesprekken zomaar opnemen?

JaVolgens de wet is het toegestaan om gesprekken op te nemen, mits je zelf deelneemt aan het gesprek. Hierbij hoef je niet te laten weten dat er op de achtergrond ‘een bandje loopt’. Anderzijds mag je dus niet stiekem een gesprek opnemen dat tussen anderen op straat of via de speakerfunctie van een telefoon valt te beluisteren. Dan bega je een misdrijf.

Dat het maken van een opname toch vaak wat ongemakkelijk voelt valt overigens niet zo moeilijk te verklaren. Zeker omdat de Raad voor de Journalistiek een open vizier, transparantie en fair te werk gaan hoog in het vaandel heeft staan. Deze kernwaarden lijken moeilijk te verenigen met geheime opnames, hoewel het voor de geïnterviewde doorgaans geen

18

verschil zal maken of de journalist snel kan schrijven, steno beheerst, een uitzonderlijk geheugen heeft of het gesprek opneemt.

Er zijn vanwege het groeiende aantal mogelijkheden om digitaal te communiceren de nodige discussies gevoerd over dit onderwerp. Inmiddels valt er in de Leidraad voor de Journalistiek te lezen dat het een journalist vrij staat gesprekken op te nemen zonder dit te melden.

Als de journalist het in het belang van zijn publicatie nodig acht de opnames te publiceren, dient hij dit - in principe - vooraf te melden.

Er is een aantal recente gevallen bekend, waarbij bewindslieden geconfronteerd werden met uitspraken waarvan zij niet wisten dat ze waren opgenomen. Zoals het raadslid dat tijdens een telefoongesprek over de luidspreker uit de school klapte met betrekking tot de benoeming van een burgemeester. Ook was er het Kamerlid wiens plan uitlekte om een andere partij tijdens de gemeenteraadsverkiezingen via een nep-campagne zwart te maken. Bij hoog en laag werden deze uitspraken ontkend. Fake news! De geheime opnames leverden in deze gevallen onomstotelijk bewijs. Zij mochten toch gepubliceerd worden vanwege de noodzaak om het publiek te informeren omtrent de evidente misstanden. Kortom: opnemen van een gesprek waar je zelf aan deelneemt mag altijd, het publiceren van de inhoud van het gesprek moet in beginsel worden gemeld, tenzij het belang van publicatie zwaarder weegt.

Sacha Schraven, NVJ Advocaten & Juristen November 2020

19

Moet ik mijn anonieme bronnen bekendmaken?

Ik wil een artikel publiceren waarin ik gebruik heb gemaakt van twee bronnen die anoniem willen blijven. Het gaat om twee ex-werknemers die hun voormalige werkgever beschuldigen van uitbuiting. Nu heb ik een brief van de advocaat van die werkgever gekregen waarin hij publicatie van het artikel verbiedt en eist dat ik de namen van de klokkenluiders noem. Moet ik dat doen?

Nee

Het verbieden van een publicatie vooraf mag niet zomaar, dat is censuur en zo’n verbod wordt vrijwel nooit door een rechter toegewezen. Ook hebben journalisten er een groot belang bij dat zij anonimiteit van hun bronnen kunnen waarborgen. Immers, indien toegezegde anonimiteit wordt doorbroken, kan dat tot gevolg hebben dat bronnen zich niet meer durven uit te spreken en belangrijke informatie niet meer bij journalisten terecht komt. Het zogehete ‘chilling effect’.

Hoewel een verbod op publicatie voordat een stuk is gepubliceerd bijna altijd in strijd is met de vrijheid van meningsuiting, kan na publicatie soms geconcludeerd worden dat er toch onrechtmatig gehandeld is. Juist bij ernstige beschuldigingen, zoals hier de beschuldiging van uitbuiting – is het belangrijk dat die niet lichtvaardig gedaan worden. Je moet als journalist

20

dan ook zorgvuldig onderzoek doen naar de betrouwbaarheid van de bron. Het is een stuk geloofwaardiger als 63 mensen een verklaring afleggen (zoals bijvoorbeeld in de zaak van de smeergelden bij SchipholTaxi) of twee.

En bij zware beschuldigingen wordt het principe van hoor en wederhoor veel belangrijker.

Bij een artikel dat slechts op twee anonieme bronnen berust, is de kans op onrechtmatigheid groter. Dat ondervond Auke Kok met zijn biografie over Johan Cruijff, waarin hij stelde dat Cruijff een miljoen euro per jaar kreeg van de Cruyff Foundation. Kok had het niet nodig gevonden de Foundation om wederhoor te vragen omdat zij toch niet aan het boek wilden meewerken. Dat was een misrekening en leidde uiteindelijk tot de verplichting om te rectificeren.

In alle zaken blijft overeind dat je vrijwel nooit verplicht zal worden je bronnen te noemen. Zelfs als je wordt opgeroepen als getuige in een strafzaak hoef je je bron niet te noemen, tenzij door het niet noemen van de bron aan een zwaarder wegend maatschappelijk belang een onevenredig grote schade zou worden toegebracht, bijvoorbeeld bij kennis van een geplande terroristische aanslag.

Kortom, je mag gebruikmaken van anonieme bronnen, maar je moet er wel voor zorgen dat er voldoende steun is in het ten tijde van publicatie beschikbare feitenmateriaal, en hoe zwaarder de beschuldiging, hoe eerder hoor en wederhoor noodzakelijk is.

Petra Oudhoff, NVJ Advocaten & Juristen Maart 2020

21

Voor werknemers

Als werknemer vind je veel afspraken over je rechten en plichten terug in je arbeidsovereenkomst of cao. Maar soms kom je voor verrassende vragen te staan. In dit hoofdstuk vind je antwoorden op vragen over onder andere arbeidsconflict, reorganisatie, functioneren en geheimhoudingsbeding.

22
23

Kan mijn bedrijfsarts mij opleggen dat ik bij mijn arbeidsconflict in gesprek moet?

Ik heb een conflict met mijn chef en daarom heb ik mij ziekgemeld. Dat is niet zomaar, ik heb last van slapeloze nachten, stress en alles wat daar bij hoort. Nu heeft de bedrijfsarts gezegd dat hij mij niet ziek acht maar dat hij mijn werkgever een time-out zal adviseren en ik in die tijd in gesprek moet met mijn leidinggevende. Mag dat zomaar?

JaSterker nog, een bedrijfsarts moet dit advies geven bij arbeidsconflicten. De gedachte hierachter is dat ziekmelding het probleem niet oplost. Je kunt heus wel echt ziek worden van een arbeidsconflict en het kan ook heel goed zijn om wat afstand te nemen van de situatie, maar het herstel is vrijwel nooit gebaat bij alleen maar thuisblijven. In de time-out hoef je niet aan het werk, maar moet wel gewerkt worden aan een oplossing van het conflict.

Er zijn over het algemeen eigenlijk maar twee (eind) oplossingen mogelijk: de ruzie wordt bijgelegd en de werknemer gaat weer aan het werk, of partijen gaan uit elkaar. In dat laatste geval wordt meestal onderhandeld over een afvloeiingsregeling. Als daar overeenstemming over bereikt wordt,

24

eindigt de arbeidsovereenkomst in onderling overleg. Als partijen er niet uitkomen, moet de rechter zich over de zaak buigen. De rechter zal bij een verstoorde arbeidsrelatie partijen niet snel dwingen weer samen te gaan werken. Vrijwel altijd volgt dus ontbinding van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een vergoeding, meestal ter hoogte van de transitievergoeding. Alleen als de werknemer zich héél erg misdragen heeft, krijgt hij geen vergoeding. Aan de andere kant geldt dat indien de werkgever ernstig in gebreke is gebleven, bijvoorbeeld door ineens kritiek op het functioneren te hebben maar geen verbetertraject aan te bieden of door de werknemer duidelijk weg te pesten, dan krijgt de werkgever de kous op de kop en kan de rechter een hoger bedrag toekennen.

Vanzelfsprekend zal de bedrijfsarts wel een ziekmelding accepteren als er meer aan de hand is dan ziekte als gevolg van het conflict. Bijvoorbeeld als dit de druppel was die de emmer doet overlopen en er sprake is van een burn-out. Die scheidslijn is soms moeilijk te trekken en ook daarover ontstaan vaak conflicten. Als je het niet eens bent met het advies van de bedrijfsarts en vindt dat je wel degelijk echt ziek bent, kan je een deskundigenoordeel bij het UWV aanvragen.

Kortom, bij ziekmelding wegens een conflict is er meestal slechts een korte periode respijt en zal je in gesprek moeten met de werkgever.

Petra Oudhoff, NVJ Advocaten & Juristen September 2022

25

Moet ik een geheimhoudingsbeding van mijn werkgever serieus nemen?

Ik ben tot mijn grote vreugde aangenomen als redacteur bij een grote uitgeverij. Toen ik mijn contract ontving, zag ik dat daarin een geheimhoudingsbeding is opgenomen. En ook staat er dat ik bij overtreding daarvan een boete van 2.500 euro per keer moet betalen. Moet ik zo’n bepaling serieus nemen of loopt dat zo’n vaart niet?

JaEen dergelijk beding is zeker geen ‘dode letter’. In veel arbeidsovereenkomsten is een geheimhoudingsbeding opgenomen en op overtreding staat meestal een forse boete. Het beding is vaak zo verwoord dat het verboden is om bedrijfsinformatie of knowhow waar je tijdens je dienstverband kennis van neemt buiten de organisatie te brengen. Maar wat is buiten de organisatie?

De kantonrechter in Alkmaar vond begin 2022 dat het downloaden van (grote) bestanden naar je privécomputer, zelfs zonder dat de documenten gedeeld werden met anderen, een overtreding van het in de arbeidsovereenkomst opgenomen geheimhoudingsbeding opleverde. Op iedere overtreding stond een boete van 5.000 euro en nu de werkneemster drie keer

26

documenten naar haar privémail had verzonden, was zij in principe 15.000 euro verschuldigd. De rechter vond dat ook wat gortig en matigde de boete naar 10.000 euro omdat twee van de drie overtredingen naar aard en inhoud gelijksoortig waren.

Het Gerechtshof in Leeuwarden oordeelde in 2022 over een soortgelijke zaak. Echter met een heel andere uitkomst. Ook hier had de werknemer vanaf zijn zakelijke e-mailadres een aantal documenten naar zijn privémail doorgestuurd. De ex-werkgever vroeg eerst bij de kantonrechter om een verbod op het gebruik van, en het retourneren van alle documenten en daarbij een boete van 25.000 euro. Nadat de kantonrechter de vorderingen had afgewezen ging de werkgever in hoger beroep, maar ving ook bot bij het Hof. Dat had ermee te maken dat in dit geval de tekst van het geheimhoudingsbeding (“Bedrijfsgegevens mogen niet aan derden bekend worden gemaakt of door een (ex-)werknemer voor eigen voordeel worden gebruikt.”) onvoldoende was om de werkgever te volgen in de stelling dat reeds het buiten het bedrijf brengen van deze informatie (versturen van zakelijk naar privé) een inbreuk op het beding opleverde.

Het let dus nauw en is afhankelijk van de precieze bewoordingen van een beding. Maar het is zeker een beding waar je al tijdens het tekenen van je contract op moet letten.

Yolanda Pattiasina, NVJ Advocaten & Juristen Juli 2022

27

Mijn werkgever gaat niet in op mijn verzoek om minder te werken. Mag hij dat?

Om mijn werk en zorgtaken thuis beter in balans te brengen heb ik mijn werkgever gevraagd of ik een aantal uren minder kan werken per week. Hij wil echter niet ingaan op mijn verzoek. Mag dat zomaar?

JaIn principe wel, maar afwijzing van een dergelijk verzoek is niet snel aan de orde. Sinds 2000 is in de wet geregeld dat je als werknemer het recht hebt om je arbeidsduur zoals dat heet te wijzigen. Het idee van de wet was om de combinatie van werken en zorg te vergemakkelijken. Tegenwoordig is dit recht vastgelegd in de Wet flexibel werken, die tot doel heeft meer balans te vinden tussen werk en privé. Zowel een verzoek tot vermindering als tot vermeerdering van je aantal arbeidsuren is mogelijk, mits dit ten minste twee maanden voor de beoogde ingangsdatum wordt gedaan. Na overleg met je werkgever moet deze het verzoek in beginsel honoreren, maar hij kan het om zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen weigeren om in te willigen. In alle gevallen van afwijzing moet er sprake zijn van ernstige problemen voor de werkgever.

Bij een verzoek om vermindering van uren noemt de wet problemen met de herbezetting, op het gebied van veiligheid of roostertechnisch van aard.

28

Bij een verzoek om vermeerdering gaat het om niet voorhanden zijn van voldoende werk, te weinig formatieruimte of een ontoereikende begroting en andere serieuze problemen van financiële of organisatorische aard. Uit de rechtspraak volgt echter dat een beroep op een zwaarwegend belang niet snel wordt erkend. Vrees voor overdrachtsproblemen, een toename van overleguren, niet kunnen detacheren, een ‘noodzakelijke’ fulltime-functie, problemen met rooster, planning of herbezetting van de uren leiden niet snel tot afwijzing van een verzoek. Een door de werkgever gevoerd beleid, al dan niet met akkoord van de OR, dat in bepaalde functies minimaal een bepaald aantal uren moet worden gewerkt, wordt doorgaans gepasseerd als het gaat om de beoordeling van een verzoek om vermindering van de arbeidsduur. Uitgangspunt blijft in alle gevallen vermindering of vermeerdering van het aantal uren in de functie die de werknemer op het moment van het verzoek vervulde.

Even een uitstapje. In de cao Uitgeverijbedrijf is voor oudere werknemers die vijf jaar voor hun pensioen zitten de mogelijkheid opgenomen om minder te werken met gedeeltelijk behoud van salaris en volledige pensioenopbouw. Ook daar is aansluiting gezocht bij de wet en kan een verzoek slechts worden geweigerd op basis van zwaarwegende factoren.

Zoals uit bovenstaande blijkt zal dat in de praktijk vrijwel nooit leiden tot een afwijzing.

Yolanda Pattiasina, NVJ Advocaten & Juristen Januari 2022

29

Mag ik in een andere salarisschaal worden geplaatst dan in de vacature staat?

Ik ga bij een publieke omroep werken als redacteur/ verslaggever en ik word ingedeeld in salarisschaal F, ondanks dat er een vacature was voor redacteur/ verslaggever G. Alle andere collega’s zitten in G. Het argument is dat ik nog te weinig ervaring heb en dat schaal F als een aanloopschaal moet worden gezien. Over twee jaar zou ik naar G kunnen. Mag dat zomaar?

Nee

In de cao Publieke Omroep bestaan al heel lang geen aanloopschalen meer. Je moet worden ingedeeld conform de zwaarte van de functie. In het salarisgebouw zijn referentiefuncties opgenomen, waarmee je functie van redacteur/verslaggever vergeleken dient te worden en waaruit de salarisschaal voortvloeit.

Bij die indeling gaat het dus om de functie, niet om de persoon die het werk doet. Oftewel, het gaat om de stoel, niet om degene die er op zit. De omroep heeft je aangenomen en daarmee de conclusie getrokken dat je voldoende gekwalificeerd bent voor de functie. En er stond een G-functie open, niet een F-functie. Dan kan je niet opeens in een lagere schaal gezet worden.

30

Als de omroep de inschaling niet wil aanpassen, dan kan je daar via een interne bezwaarprocedure bezwaar tegen maken. Mocht dat niet het gewenste resultaat opleveren, dan kan je de kwestie aanhangig maken bij de Beroepscommissie Toetsingsprocedure Functie-indelingen. De Beroepscommissie bestaat uit vier leden, namelijk twee werkgeversvertegenwoordigers uit de omroep en twee werknemersvertegenwoordigers door de werknemersorganisaties te benoemen.

Daarnaast fungeert de NPO-functiewaarderingsdeskundige namens werkgevers en werknemersorganisaties als niet stemgerechtigde secretaris/ deskundige. De commissie kijkt of de functie goed is ingedeeld, niet of de werknemer voldoende ervaring heeft. Nu de functie formeel is ingedeeld in G, zou je ook het salaris van G moeten ontvangen.

Petra Oudhoff, NVJ Advocaten & Juristen Oktober 2021

31

Mag de werkgever mij na twee jaar ziekte in dienst houden?

Ik ben al langer dan twee jaar ziek en heb daarom geen ontslagbescherming meer. Re-integratie bij mijn werkgever is tot mijn spijt niet mogelijk gebleken. Mijn loondoorbetaling is inmiddels stopgezet en ik ontvang van het UWV een WIA-uitkering. Nu weet ik, dat ook werknemers die langdurig ziek zijn geweest, bij ontslag recht op een transitievergoeding hebben. Voorwaarde is wel dat ze langer dan twee jaar in dienst zijn geweest. Mijn werkgever wil deze vergoeding – in mijn geval € 81.000,- bruto – niet betalen. Daarom houdt hij mij in dienst in plaats van een ontslagprocedure bij het UWV te starten. Mag dat zomaar?

Nee

De Hoge Raad heeft op 8 november 2019 een duidelijk antwoord gegeven op vragen van de rechtbank Limburg over de toelaatbaarheid van ‘slapende dienstverbanden’. Een ‘slapend dienstverband’ is een dienstverband waarbij een langdurig (langer dan twee jaar) arbeidsongeschikte werknemer thuis zit, geen loon meer krijgt, maar door de werkgever toch niet wordt ontslagen. Veel werkgevers met langdurig zieke werknemers probeerden op deze manier de betaling van de transitievergoeding te ontlopen.

32

Volgens het hoogste rechtscollege brengt de eis van ‘goed werkgeverschap’ met zich mee dat een werkgever een zieke werknemer niet in dienst mag houden, enkel en alleen om de betaling van de transitievergoeding te ontlopen. Een werkgever is in beginsel verplicht om op verzoek van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer, een slapend dienstverband te beëindigen onder toekenning van een vergoeding ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding. Deze verplichting bestaat niet als de werkgever gerechtvaardigde belangen heeft om de arbeidsongeschikte werknemer in dienst te houden. Bijvoorbeeld als er een reëel uitzicht is op re-integratie voor de werknemer. Het feit dat een werknemer bijna met pensioen gaat, is overigens geen gerechtvaardigd belang voor de werkgever. Ook in die gevallen moet een werkgever de transitievergoeding betalen.

Is dit oordeel van de Hoge Raad nu een ramp voor (kleine) werkgevers? Dat valt mee. Er is een Wet compensatie transitievergoeding aangenomen. Vanaf 1 april 2020 kunnen werkgevers bij het UWV een aanvraag indienen voor de vergoedingen die zij bij ontslag hebben uitbetaald aan langdurig arbeidsongeschikten. Deze compensatieregeling geldt met terugwerkende kracht voor transitievergoedingen die op of na 1 juli 2015 zijn betaald.

Maarten van den Berg, NVJ Advocaten & Juristen December 2019

33

Mijn werkgever is niet tevreden over mijn prestaties. Kan hij mij nu ontslaan?

Ik werk al jaren met veel inzet en voldoening bij de krant. Sinds enige tijd, eigenlijk nadat het bedrijf in nieuwe handen is gekomen, worden er andere eisen aan mij gesteld. Zelf ben ik van mening dat ik daaraan redelijk voldoe, maar mijn werkgever denkt daar anders over. Hij vindt dat ik te weinig passie voor het vak uitstraal, te veel op de automatische piloot stukken schrijf en te weinig achter het grote nieuws aan ga. En daarom wordt het tijd dat ik plaats maak voor gedreven ‘jonge honden’. Met andere woorden: een ontslag dreigt. Mag dat zomaar?

Nee

Een werkgever kan natuurlijk niet zomaar overgaan tot ontslag. Als hij van mening is dat een werknemer onvoldoende functioneert zal hij aan ‘dossieropbouw’ moeten doen. Daarbij wordt vaak het zogenoemde REPsysteem gevolgd. Die letters staan voor Reageer, Evalueer en Presteer of Procedeer.

34

De werkgever zal in functionerings- en beoordelingsgesprekken eerst moeten benoemen wat er aan de prestatie schort en hoe de werknemer dit binnen een afgesproken termijn kan verbeteren. Niet alleen de werknemer moet zich daarvoor inspannen. Van de werkgever wordt tegelijkertijd verwacht dat hij de werknemer helpt zijn functioneren te verbeteren, bijvoorbeeld door het aanbieden van scholing, cursussen, interne begeleiding en externe coaching.

Vervolgens moet de werkgever het functioneren en de gemaakte afspraken regelmatig evalueren om te zien of de werknemer nu voldoet aan de gestelde eisen. Is dat niet het geval dan moet de werkgever benoemen wat de consequenties zullen zijn indien er geen verbetering optreedt: presteer of wij zijn van plan te gaan procederen om het dienstverband te beëindigen. In dat laatste geval vraagt de werkgever aan de rechter om de arbeidsovereenkomst op grond van disfunctioneren te mogen beëindigen. Het verzoek moet hij onderbouwen door middel van het opgebouwde dossier en daarnaast moet hij aantonen dat herplaatsing in een andere passende functie niet aan de orde is.

Ontslag is een uiterste consequentie waar de rechter niet snel toe over zal gaan. Doorgaans moet men langere tijd - ondanks een verbetertraject - niet conform de gestelde eisen presteren. Dat moet de werkgever aannemelijk maken en tevens moet hij in heldere bewoordingen duidelijk hebben gemaakt dat ontslag het gevolg zal zijn.

Yolanda Pattiasina, NVJ Advocaten & Juristen September 2017

35

Moet ik solliciteren naar mijn eigen baan?

Bij mijn werkgever is de zoveelste reorganisatie gaande. Mijn functie is komen te vervallen. Ik word nu gedwongen om te solliciteren naar een ‘nieuwe’ functie die verdacht veel lijkt op mijn oude baan. Mag dat zomaar?

Ja/nee

Een werkgever mag zijn onderneming inrichten zoals hij dat wil. Dat is steeds het uitgangspunt. Tot deze beleidsvrijheid hoort ook de beslissing om bepaalde functies te laten vervallen en werknemers boventallig te verklaren.

De wet bepaalt dat de ontslagvolgorde van boventallige werknemers met uitwisselbare functies moet worden vastgesteld op grond van het afspiegelingbeginsel. Hierbij mag een werkgever niet zelf kiezen wie hij wel of niet voor ontslag wil voordragen. De volgorde wordt bepaald door leeftijd en lengte van het dienstverband van de boventallige werknemer. Uitwisselbare functies zijn functies die qua inhoud, salarisniveau, vereiste kennis, vaardigheden en competenties gelijk of gelijkwaardig zijn.

Werkgevers in de journalistiek willen echter steeds vaker zelf bepalen welke werknemer mag blijven en wie moet vertrekken. De zogenaamde ‘stoelendans’ biedt ze de mogelijkheid. Een voorbeeld: alle vijftien redacteursfuncties binnen onderneming X komen te vervallen. Hier komen

36

slechts tien functies voor ‘contentmanagers’ voor terug waarop kan worden gesolliciteerd. Op deze manier kan de onderneming door met de in haar ogen meest geschikte werknemers. De vaste ontslagvolgorde geldt via deze route niet.

Het rituele dansje rond de stoelen is gelukkig niet altijd toegestaan. Wil deze methode juridisch door de beugel kunnen, dan moet het echt gaan om nieuwe functies die wezenlijk anders zijn dan de oude functies. De functies van redacteur en contentmanagers mogen niet uitwisselbaar zijn. Zijn ze dit wel dan moet er toch worden afgespiegeld.

Ook na inwerkingtreding van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) is het voor werkgevers nog mogelijk om – met inachtneming van het bovenstaande –bij een reorganisatie op kwaliteit te selecteren. Wel zijn er nieuwe regels bijgekomen.

Wanneer een deel van de werkzaamheden van een vervallen functie wordt voortgezet in de nieuwe functie dan dient er ‘omgekeerd te worden afgespiegeld’. Dit geldt alleen als er meer geschikte werknemers zijn dan het aantal beschikbare werkplekken. De werkgever mag in dat geval niet zelf kiezen uit het groepje geschikte werknemers. Hij moet de functie aanbieden aan de werknemer die als laatste voor ontslag in aanmerking zou komen. De afweging tussen geschikt en ongeschikt mag de werkgever nog wel zelf maken.

Maarten van den Berg, NVJ Advocaten & Juristen Mei 2017

37

Mag mijn vorige werkgever een beroep doen op mijn concurrentiebeding?

Ik heb een ontzettend leuke baan gevonden: hoofdredacteur bij een vakblad. Nu krijg ik van mijn vorige werkgever een brief dat hij een beroep doet op mijn concurrentiebeding en als ik het werk toch ga doen, ik een fikse boete aan hem moet betalen. Terwijl ik daar redacteur van een vakblad was en ik nu hoofdredacteur kan worden. Mag dat zomaar?

Nee

In de cao voor het Uitgeverijbedrijf (cao UB) is opgenomen dat het de werkgever niet is toegestaan de journalist beperkingen op te leggen in de uitoefening van zijn beroep als journalist na het beëindigen van het dienstverband.

Ofwel, een verbod op een concurrentiebeding. Deze bepaling geldt voor alle werkgevers die zijn aangesloten bij de Werkgeversvereniging Uitgeverijbedrijf (WU). De bepaling is ook algemeen verbindend verklaard en geldt daarom voor de hele uitgeverijbranche. Dat houdt in dat het verbod op het concurrentiebeding ook geldt voor alle uitgevers die géén lid van de WU zijn, althans gedurende de looptijd van de cao UB. Voor schrijvende journalisten werkzaam bij werkgevers aangesloten bij de WU is er dus geen probleem.

38

Voor journalisten buiten de uitgeverijbranche - werkzaam voor bijvoorbeeld bedrijfs-, verenigings- of overheidsmedia - kan een concurrentiebeding echter wel degelijk een zeer zware beperking zijn. Hoewel de boetes flink kunnen oplopen (bijvoorbeeld € 1.000,- per dag), laten rechters dit soort bedingen vaak in stand. Soms wordt de duur van het beding ingekort tot een jaar, en de boete verlaagd tot bijvoorbeeld € 500,- per dag, maar dan nog wordt het voor de meeste werknemers simpelweg te duur om het concurrentiebeding te overtreden.

Daarom is het belangrijk om te proberen het beding te laten schrappen voordat je in dienst treedt. Als de toekomstige werkgever hier niet toe bereid is, zou nauwkeurig omschreven moeten worden wat nu precies de concurrentie is. Liefst met naam en toenaam genoemd, zodat duidelijk is bij welke bedrijven je niet in dienst kunt treden. En gedurende een reële periode, bijvoorbeeld niet langer dan een jaar.

Petra Oudhoff, NVJ Advocaten & Juristen Februari 2017

39

Voor freelancers

Zelfstandig

40
ondernemen staat voor velen synoniem voor vrijheid. Vrijheid om te kiezen voor wie, wanneer en hoeveel je werkt. Toch heb je met een aantal zaken rekening te houden. In dit hoofdstuk vind je vragen over onder andere overeenkomsten en algemene voorwaarden.
41

Mag mijn opdrachtgever het tussentijds opzeggen van mijn opdracht weigeren?

Als zelfstandig tekstschrijver ben ik een freelance klus aangegaan voor een periode van drie maanden. Ik heb niet veel vastgelegd. Een mailtje met de omschrijving van de opdracht, mijn honorarium en een begin- en een einddatum. Na een weekje bezig te zijn geweest, krijg ik een uitnodiging om een lange reis te maken. Een buitenkans! Ik laat mijn opdrachtgever weten dat hij helaas iemand anders moet zoeken voor de klus. Tot mijn verbazing weigert hij mijn opzegging te accepteren. Ik moet mijn werk maar gewoon afmaken. Mag dat zomaar?

Het is oneerlijk verdeeld in de wereld. Een opdrachtgever kan een overeenkomst van opdracht te allen tijde opzeggen. Zelfs zonder goede reden. En zelfs zonder opzegtermijn. Bijna alle freelancers maken dit op enig moment in hun carrière mee. Gelukkig is er in de rechtspraak bepaald dat bij de beëindiging van een jarenlange en intensieve samenwerking de redelijkheid en de billijkheid met zich mee kan brengen dat er toch een opzegtermijn moet worden gehanteerd. Ook als daarover contractueel niets is

42
Ja

afgesproken. Zo’n opzegtermijn biedt de zelfstandige de mogelijkheid om vervangende opdrachten te vinden. Erg lang zijn ze niet, die termijnen op basis van de redelijkheid. In het algemeen gaat het om periodes van twee tot drie maanden.

Wil je als opdrachtnemer hetzelfde doen, dus op stel en sprong een samenwerking beëindigen, dan loop je hard tegen de wet aan. De overeenkomst van opdracht is vrij summier geregeld in het Burgerlijk Wetboek. Het zijn slechts veertien artikelen. Toch staat het er echt in artikel 408 van Boek 7: een opdrachtnemer kan een overeenkomst van opdracht, aangegaan in de uitoefening van een beroep of bedrijf, niet opzeggen. Dit is slechts anders als de overeenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan of als er sprake is van een gewichtige reden.

Bij een gewichtige reden kan je denken aan een ernstige verstoorde arbeidsrelatie waardoor verdere samenwerking onmogelijk is geworden.

De wens om op een mooie vakantie te gaan, kwalificeert zich niet als een gewichtige reden in de zin van de wet. In zo’n geval kan je eigenlijk niet onder de opdracht uit.

Bijna alle wettelijke regels die betrekking hebben op de overeenkomst van opdracht zijn van regelend recht. Je kunt er dus in een contract van afwijken. Als je bij het aannemen van een klus je opties open wilt houden dan is het raadzaam om afspraken te maken over een tussentijdse opzegging en eventueel de daarbij van toepassing zijnde opzegtermijn.

Maarten van den Berg, NVJ Advocaten & Juristen Januari 2022

43

Mag ik mijn eigen werk op mijn website publiceren?

De afgelopen jaren heb ik als freelancer voor verschillende opdrachtgevers artikelen geschreven. Nu wil ik een selectie van mijn beste artikelen op mijn website publiceren, ter promotie van mijn eigen werk. Mag dat?

JaTenzij je met jouw opdrachtgevers anders hebt afgesproken. Als freelancer heb jij in beginsel het auteursrecht op de artikelen die jij schrijft. Tegen betaling krijgt jouw opdrachtgever het recht om dit werk te exploiteren. Wat hij hiermee precies mag doen ligt vaak vast in de overeenkomst van opdracht. In deze overeenkomst staat meestal ook of jij jouw artikelen nog voor andere doeleinden mag gebruiken.

Heb jij het auteursrecht aan je opdrachtgever overgedragen zonder toestemming voor eigen gebruik, dan mag jij het werk dus niet meer op jouw eigen website plaatsen. Dat geldt eveneens als jullie een exclusieve licentie voor alle vormen van openbaar maken hebben afgesproken. Jouw opdrachtgever heeft dan het alleenrecht om het werk te exploiteren. Niemand anders, ook jijzelf niet, mag het werk daarna nog publiceren.

Lees altijd goed na of de licentie die jij hebt verleend bepalingen kent die in jouw voordeel kunnen werken. Als het alleenrecht van de opdrachtgever

44

bijvoorbeeld voor een beperkte periode geldt, staat het jou daarna vrij om het artikel weer zelf te verspreiden. Ook is de licentie soms alleen exclusief voor bepaalde verspreidingsvormen, zoals publicatie in print, en mag jij het artikel zelf nog op andere wijze gebruiken. Daarnaast bestaan er nietexclusieve licenties, waarbij de opdrachtgever geen alleenrecht heeft. Jij mag het werk dan ook aan anderen verkopen of zelf, bijvoorbeeld online, publiceren.

Naast de overeenkomst van opdracht is het verstandig om de algemene voorwaarden te lezen die van toepassing zijn op de opdracht. Soms bevatten deze voorwaarden bepalingen over de omvang van de licentie of over eigen gebruik. Is het je uit alle documenten niet helemaal duidelijk wat is toegestaan, leg dan je wensen gewoon aan je opdrachtgever voor. Veel opdrachtgevers blijken best bereid om toestemming voor eigen gebruik te verlenen.

Wil je dus weten wat jij zelf nog mag doen met werk dat jij voor een ander maakte, lees dan nauwkeurig de relevante overeenkomsten en voorwaarden of vraag om toestemming aan de opdrachtgever. Nog beter is het om vóór het maken van afspraken al na te denken over eigen gebruik. Wil jij het werk in de toekomst nog kunnen publiceren in bijvoorbeeld een verzamelwerk of op een eigen website, zorg dan dat de overeenkomst hiervoor ruimte biedt. Oftewel: onderhandel het uit!

Rutmer Brekhoff, NVJ Advocaten & Juristen Juni 2021

45

Zijn mijn eindredactionele werkzaamheden vrijgesteld van BTW?

Ik ga binnenkort op freelancebasis als eindredacteur aan de slag bij een tijdschrift over opvoeden. Voor mijn journalistieke werk, maak ik altijd gebruik van de btw-vrijstelling. Mag ik dat ook doen voor mijn eindredactie-werkzaamheden?

Nee

Niet zonder meer. Dat is helemaal afhankelijk van de concrete invulling van de werkzaamheden. Op de site van de Belastingdienst staat wie in aanmerking komt voor een btw-vrijstelling. Dat zijn onder andere schrijvers, cartoonisten en journalisten. Zij hoeven geen btw te rekenen bij het factureren van hun diensten, mits het gaat om een inhoudelijke of redactionele bijdrage aan een dagblad, tijdschrift, journalistieke internetsite of een journalistiek programma op radio of televisie.

Deze omschrijving roept toch nog vaak vragen op. Het Ministerie van Financiën heeft er ooit, in 2005, een besluit over genomen dat nog steeds van kracht is. Daaruit blijkt dat wanneer aan de te redigeren tekst een eigen gedachteninhoud wordt toegevoegd er zeer waarschijnlijk sprake is van een btw-vrijstelling. Daar moeten we het mee doen, want meer handvatten dan bovenstaande omschrijving geeft het besluit niet. De concrete vraag of het voeren van eindredactie ook vrijgesteld is van btw wordt niet beantwoord.

46

Wat er in ieder geval niet onder valt wordt wel expliciet genoemd: voor het maken van reclameteksten en advertorials (reclame in redactionele vorm) geldt een btw-plicht. In de ogen van de Belastingdienst is er sprake van een open norm. Hoe kan je als freelancer dan toch zekerheid krijgen? Dat kan via een zogenoemde ‘ruling’, een vooroverleg dat je via de website van de Belastingdienst kunt aanvragen. Dat vooroverleg leidt dan tot een standpunt van de inspecteur over de manier waarop het recht in jouw specifieke geval zal worden toegepast. Je moet daartoe alle feiten en omstandigheden uitvoerig beschrijven en daarover zelf een standpunt innemen. Die interpretatie stem je af met de inspecteur bij wie je het verzoek doet of hij jouw zienswijze wil bevestigen. Dit is de enige manier om een standpunt van de Belastingdienst af te dwingen en daarmee te voorkomen dat je achteraf voor verrassingen komt te staan.

Kortom, wil je zekerheid krijgen dan moet je de werkzaamheden vooraf voorleggen aan de inspecteur. Heb je dit niet gedaan dan is het zaak dat je achteraf kunt aantonen dat er sprake was van een eigen gedachteninhoud waarbij je een creatieve inbreng hebt gehad en doorslaggevende keuzes hebt gemaakt.

47
Yolanda Pattiasina, NVJ Advocaten & Juristen September 2019

Mag ik freelancewerkzaamheden blijven doen, terwijl ik WW ontvang?

Ik ben 61 jaar en heb naast mijn dienstverband altijd als freelancer gewerkt. Binnenkort verlies ik mijn baan en zal een beroep moeten doen op een WW-uitkering en daarna wellicht nog op een vervolguitkering. Mag ik dan freelancewerkzaamheden blijven doen? En zo ja worden die op mijn WW gekort?

JaFreelancewerk mag tot op zekere hoogte. Het UWV dat de WW uitvoert kijkt naar het gemiddelde aantal uren dat je als freelancer werkte gedurende de 26 weken voordat je werkloos werd. Die uren zijn de zogeheten ‘vrijgestelde uren’ en worden niet van je uitkering afgetrokken. Ga je méér dan de vrijgestelde uren als freelancer werken dan is dat van invloed op je WWuitkering, die dan blijvend omlaag gaat.

Eerst meer over de WW. Tot voor enkele jaren geleden was de maximale WW-duur 38 maanden en ontving je de uitkering gedurende die hele periode van het UWV. Je had er recht op als je een navenant aantal jaren bij een werkgever in dienst was geweest. De duur van 38 maanden is door de overheid stapsgewijs teruggebracht tot die per 1 april 2019 nog maar

48

maximaal 24 maanden was. Gelukkig zijn sociale partners – waaronder werkgevers en werknemers van het Uitgeverijbedrijf - overeengekomen om op private wijze werklozen ook in het derde WW jaar van een inkomen te voorzien: de zogenoemde PAWW. Ter financiering wordt er vanaf die tijd iedere maand een heel klein percentage (0,4%) op het brutoloon van alle werknemers die onder de cao Uitgeverijbedrijf vallen ingehouden. Zou je in de oude WW-situatie recht hebben op meer dan 24 maanden, dan kun je je een maand voor afloop van de reguliere (wettelijke) WW bij de Stichting Private Aanvulling WW (SPAWW) melden voor een PAWW-uitkering gedurende de resterende maanden.

Ben je 60 jaar of ouder op het moment dat je werkloos wordt dan heb je na afloop van de WW-periode nog recht op een IOW-uitkering tot aan je AOW-datum. IOW (Wet inkomensvoorziening oudere werklozen) is een uitkering van de overheid op bijstandsniveau die je krijgt zonder dat naar je eigen vermogen of de inkomsten van je partner wordt gekeken. Ook als je van de PAWW gebruik hebt maakt, kun je in aanmerking komen voor de IOW-uitkering. Van belang is daarbij dat je die uitkering al aanvraagt bij afloop van de wettelijke WW, ook al gaat hij pas na de PAWW in.

En hoe zit het met inkomsten uit freelance werkzaamheden gedurende de PAWW? Als je tijdens de wettelijke WW al zogeheten ‘vrijgestelde uren’ had, dan blijven die gedurende de PAWW ook buiten beschouwing en kun je voor die urenomvang freelance werkzaamheden verrichten zonder dat daarmee je PAWW in gevaar komt. Ontvang je echter een IOW-uitkering dan zijn freelancewerkzaamheden niet toegestaan.

Yolanda Pattiasina, NVJ Advocaten & Juristen December 2021

49

Mag mijn opdrachtgever onze samenwerking per direct stopzetten?

Mijn opdrachtgever, waar ik als freelancer al vijf jaar iedere week een artikel voor schrijf, heeft onze samenwerking per direct stopgezet omdat het magazine een andere koers gaat varen. Mag dat zomaar?

JaIn beginsel wel, tenzij er andere contractuele afspraken zijn gemaakt. De wet bepaalt dat een opdrachtgever te allen tijde de overeenkomst kan opzeggen. Dat is alleen anders als partijen hebben afgesproken dat de overeenkomst niet kan worden opgezegd of slechts kan worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn. Heb je met je opdrachtgever niets afgesproken over de opzegging, dan geldt de wettelijke regeling.

Kun je iets doen tegen de opzegging? Nee, tegen de opzegging niet, maar het kan wel zijn dat de directe opzegging door je opdrachtgever een wanprestatie oplevert en dan heb je recht op een schadevergoeding.

Of dat zo is, hangt af van de aard en inhoud van de overeenkomst en de overige omstandigheden van het geval. De eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen in het concrete geval met zich meebrengen dat je opdrachtgever de overeenkomst niet zonder zwaarwegende grond mag opzeggen

50

of dat er toch een opzegtermijn in acht moest worden genomen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als de overeenkomst al geruime tijd voortduurt en je voor je inkomen voor een groot deel hiervan afhankelijk bent. Door de opzegging valt dit inkomen direct weg en ben je niet in de gelegenheid geweest om vervangende opdrachten te zoeken om dit inkomensverlies op te vangen; je lijdt dus schade. De schadeplicht van je opdrachtgever is dan gelijk aan het inkomen dat je ontvangen had als je opdrachtgever een redelijke opzegtermijn in acht had genomen. Wat een redelijke termijn is, hangt heel erg af van de omstandigheden van het geval. Het is zeker geen gegeven dat je altijd recht hebt op een opzegtermijn.

Maakt het nog uit of de overeenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd is aangegaan? Nee, dat maakt geen verschil. Ook een overeenkomst die voor bepaalde tijd is aangegaan, kan door de opdrachtgever tussentijds worden opgezegd als je niets over de opzegging hebt afgesproken. Wil je niet voor onaangename verrassingen komen te staan, spreek de opzegtermijn dan contractueel af.

Mira Herens, NVJ Advocaten & Juristen Juli 2017

51

Mijn opdrachtgever betaalt mij alleen als mijn artikel wordt gepubliceerd. Mag dat zomaar?

Ik heb mijn artikel volgens opdracht op tijd ingeleverd, maar door andere keuzes van de opdrachtgever wordt dit artikel doorgeschoven later in het jaar. Nu betaalt mijn opdrachtgever alleen als mijn artikel wordt gepubliceerd. Mag dat zomaar?

Nee

Als je contractueel niets met je opdrachtgever hebt afgesproken over de betalingsverplichting, dan is je opdrachtgever verplicht je te betalen nadat jij je artikel hebt ingeleverd. Je hebt immers aan je contractuele verplichting voldaan door het artikel te schrijven en te leveren. In de wet is bepaald dat je voor werkzaamheden die je in opdracht hebt verricht, recht hebt op een vergoeding. Voor je opdrachtgever ontstaat daarom een betalingsverplichting op het moment dat jij het artikel inlevert. Ervan uitgaande dat het artikel goed is, kun je na levering een factuur sturen. In de wet is bepaald dat de factuur binnen 30 dagen moet zijn betaald. Dat je opdrachtgever jouw artikel pas veel later of niet publiceert, verandert niets aan deze betalingsverplichting.

Stel, er is contractueel wel iets afgesproken over het moment waarop de betalingsverplichting ontstaat. Bijvoorbeeld doordat in de algemene voorwaarden van de opdrachtgever is bepaald dat die een vergoeding aan

52

je verschuldigd is als het artikel is geaccepteerd maar dat pas hoeft te betalen na publicatie of op het moment dat de opdrachtgever besluit het artikel niet te publiceren. Hoe zit het dan?

In beginsel zijn partijen vrij om met elkaar af te spreken wat zij willen, tenzij dat in strijd is met een dwingend wettelijke bepaling. Afspraken over het moment waarop de betalingsverplichting ontstaat, vallen onder de contractsvrijheid. Bovenstaande bepaling mag je opdrachtgever dus in zijn algemene voorwaarden opnemen. Hoewel dit in beginsel is toegestaan, is er veel voor te zeggen dat een dergelijke bepaling onredelijk bezwarend is voor de freelancer. Die heeft namelijk geen enkele invloed op het moment waarop de publicatie wel of niet plaatsvindt en verliest zo de controle over zijn eigen financiële situatie. Als freelancer weet je niet wanneer je geld ontvangt voor werk dat verricht is. Daarvoor ben je afhankelijk van de beslissing van je opdrachtgever. Dat kan onredelijk bezwarend zijn, zeker als er veel tijd zit tussen het moment waarop jij je artikel inlevert en de publicatie. In dat geval moet je lang op je geld wachten wat voor een freelancer een behoorlijke impact kan hebben.

Bij de beoordeling of zo’n bepaling door de beugel kan, is ook van belang of het een grote opdrachtgever betreft en of de freelancer de mogelijkheid heeft gehad vooraf over de algemene voorwaarden te onderhandelen. Is dat niet het geval dan zal zo’n bepaling dat je pas betaald krijgt na publicatie al snel onredelijk bezwarend zijn.

2018

53

Mag de uitgever mijn artikel zomaar doorverkopen?

Ik ben net afgestudeerd en wil aan de slag als freelance journalist. Natuurlijk heb ik als beginner tal van vragen. Twee daarvan kwamen al op mijn pad. Kan mijn opdrachtgever van mij verlangen dat ik mijn stuk kosteloos herschrijf? Mag de uitgever mijn artikel zomaar doorverkopen?

Ja/nee

Deze en nog veel meer vragen moeten beantwoord worden met: dat hangt er vanaf welke afspraken je hebt gemaakt. Het is natuurlijk raadzaam de gemaakte afspraken vast te leggen in een contract. Naast deze overeenkomst zullen er vaak algemene voorwaarden van toepassing zijn. Je kunt deze zelf maken, maar zeker de grote opdrachtgevers zullen hun eigen algemene voorwaarden aan jou willen opleggen. Vaak zijn het deze kleine lettertjes die de inhoud van de overeenkomst verder inkleuren en in geval van onenigheid tussen partijen uitsluitsel geven over ‘wie er in zijn recht staat’.

Soms is er onduidelijkheid welke algemene voorwaarden van toepassing zijn, die van de opdrachtgever of die van de opdrachtnemer, omdat zij beiden hun algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing hebben verklaard. Men spreekt dan van een Battle of Forms tussen twee sets algemene voorwaarden. Uit de wet en jurisprudentie blijkt dat aan de

54

tweede set geen werking toekomt als de eerste set niet uitdrukkelijk van de hand is gewezen.

Welke voorwaarden tussen partijen ook gelden, altijd moeten die van tevoren, bij het indienen van de offerte of uiterlijk tijdens het sluiten van de overeenkomst bekend zijn gemaakt (informatieplicht) en (impliciet) zijn geaccordeerd. Daarna blijven ze in principe ook bij volgende opdrachten tussen dezelfde partijen van toepassing. De van toepassing zijnde algemene voorwaarden kunnen op dezelfde wijze als de overeenkomst worden verstrekt. Vaak zijn ze op de achterzijde van de offerte opgenomen. Bij een digitale overeenkomst worden ze doorgaans als bijlage (pdf) of hyperlink meegezonden, waarbij je in dat laatste geval direct bij de algemene voorwaarden moet uitkomen.

Algemene voorwaarden zijn onderdeel van de overeenkomst en kunnen dus niet eenzijdig worden gewijzigd. Een wijziging moet door een wederpartij altijd uitdrukkelijk worden aanvaard, want anders geldt pacta sunt servanda, of in gewoon Nederlands ‘afspraak is afspraak’. Een wijze les is in ieder geval: lees wat je tekent.

Yolanda Pattiasina, NVJ Advocaten & Juristen November 2016

55

Mag de krant mij verbieden mijn artikel door te verkopen?

Ik heb een artikel geschreven voor de regionale krant over big data. Voor het artikel heb ik een deskundige geïnterviewd die het artikel op zijn eigen website wil publiceren, tegen betaling uiteraard. Dat vind ik prima. Ik wil mijn werk graag vaker verkopen, maar de krant zegt dat dit niet mag omdat in hun algemene freelancevoorwaarden een exclusieve licentie staat. De krant verbiedt mij het artikel aan derden te verkopen gedurende de exclusieve periode. Mag dat zomaar?

Nee

Sinds 2015 geldt de Wet auteurscontractenrecht. In die wet is bepaald dat een exclusieve licentie alleen bij akte kan worden verleend. Een akte is een schriftelijk stuk met je handtekening eronder. Het is dus niet toegestaan een exclusieve licentie in de algemene voorwaarden op te nemen. Ook niet, als die exclusiviteit slechts voor een korte periode geldt van bijvoorbeeld zeven dagen.

De reden dat in de wet is bepaald dat een exclusieve licentie in een akte moet staan, is om de contractuele positie van de auteur te verstevigen. Freelance auteurs zijn voor de publicatie van hun werk afhankelijk van professionele uitgevers met wie zij overeenkomsten sluiten. Daarbij zijn freelancers de zwakkere partij. Om hun onderhandelingspositie te

56

versterken, geeft de wet hen enkele instrumenten. Eén daarvan is het aktevereiste voor de exclusieve licentie. Exclusiviteit is voor een uitgever belangrijk; als een artikel direct ook op andere plaatsen verschijnt, is er minder reden om daarvoor de krant te kopen. Het aktevereiste geeft de freelancer dus iets extra’s om over te onderhandelen. Zonder handtekening, geen exclusiviteit.

De exclusiviteit in de algemene voorwaarden voldoet dus niet aan het wettelijk aktevereiste. Dat betekent dat die bepaling in strijd is met de wet en daardoor vernietigbaar. De freelancer kan de krant een kort mailtje sturen waarin staat dat de buitengerechtelijke vernietiging van de exclusiviteit van de licentie wordt ingeroepen. Het gevolg is dat de licentie aan de krant niet-exclusief is en het de freelancer vrij staat zijn werk ook direct aan derden te leveren.

Het artikel over big data kan zo op dezelfde dag in de krant verschijnen als op de website van de deskundige.

Mira Herens, NVJ Advocaten & Juristen Oktober 2016

57

Voor fotografen

Hoe zit het ook al weer het fotograferen op de openbare weg? Of schending van het portretrecht? Onze juristen beantwoorden in dit hoofdstuk vier vragen die specifiek over fotografie gaan.

58
59

Kan hij eisen dat ik de foto verwijder?

Als fotograaf maak ik naast mijn journalistieke werk ook reclamefoto’s van boten. Op een van mijn foto’s staat op de achtergrond een in de jaren dertig gebouwde, vrijstaande villa. De eigenaar van deze woning maakt per mail bezwaar tegen de publicatie van deze foto op Facebook. Volgens hem pleeg ik inbreuk op zijn privacy. Hij is woedend over het feit dat ik zijn huis zonder zijn toestemming ‘commercieel exploiteer’. Kan hij van mij eisen dat ik de foto verwijder?

Nee

Vanaf de openbare weg mag je in principe alles fotograferen wat je wilt. De boze huiseigenaar is zelf niet afgebeeld op de foto. Van schending van zijn privacy is dan ook geen sprake. Een beroep op het portretrecht gaat om dezelfde reden niet op. Portretrecht is een persoonlijk recht dat een geportretteerde soms kan inroepen als hij of zij herkenbaar op de foto staat. Hierbij spelen niet alleen de gelaatstrekken van de geportretteerde een rol maar bijvoorbeeld ook een kenmerkende lichaamshouding. Om zich tegen een publicatie te kunnen verzetten moet de afgebeelde persoon – bij foto’s die niet in zijn opdracht zijn gemaakt – een ‘redelijk belang’ hebben. Dit ‘redelijke belang’ kan dan weer een privacybelang zijn.

60

De eigenaar in dit voorbeeld heeft geen juridische middelen om zich te verzetten tegen de publicatie. Een foto van de buitenkant van een huis zal – bijzondere omstandigheden daargelaten – niet snel inbreuk maken op iemands privacy. Eén rechter verklaarde het ooit onrechtmatig om foto’s van een huis te maken en te publiceren in een commerciële folder zonder hierbij de eigenaren om toestemming te vragen. Deze beslissing werd in hoger beroep echter ongedaan gemaakt. Conclusies van het Gerechtshof Den Haag waren: van inbreuk op het recht op eerbieding van het privéleven is geen sprake én een huis (of villa) heeft geen portretrecht.

Het openbaar maken van foto’s van de binnenkant van een woning ligt gevoeliger. Toen het tijdschrift Privé in 2003 foto’s van het interieur van de Eikenhorst (de toenmalige woning van Prins Willem-Alexander en prinses Máxima) publiceerde, werd dat door de Rechtbank Amsterdam onrechtmatig geacht. Hierbij keek de Rechtbank echter niet alleen naar de foto’s. Ook de begeleidende teksten speelden een rol bij deze afweging. Deze maakten bekend hoe de woning was ingericht en vestigden de aandacht op de persoonlijke smaak van het prinselijk paar. Juist de combinatie van beeld en tekst leverde in dit geval een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer op.

Maarten van den Berg, NVJ Advocaten & Juristen Juni 2019

61

Mogen door mij gekiekte BN’ers zomaar deze foto’s plaatsen?

Als fotograaf maak ik regelmatig portretten van bekende Nederlanders. Steeds vaker merk ik dat de door mij gekiekte BN’ers deze foto’s gebruiken op hun eigen social media. Dit zonder mijn toestemming én zonder betaling. Mag dat zomaar?

Nee

Het simpele feit dat je op een foto staat betekent nog niet dat je de afbeelding ook mag gebruiken. Deze fout wordt regelmatig gemaakt. En niet door de minsten. Zo werd supermodel Gigi Hadid door een Amerikaans fotoagentschap aangeklaagd voor het gebruik van 50 foto’s op haar sociale media. Ze stond zelf op de foto’s, maar beschikte niet over de rechten om ze ook te gebruiken.

Naar Nederlands recht moet steeds onderscheid worden gemaakt tussen de situatie dat iemand opdracht heeft gegeven tot het maken van zijn portret en de situatie dat iemand hiertoe géén opdracht heeft gegeven. Als een foto in opdracht van de geportretteerde is gemaakt, mag de fotograaf dit beeld niet gebruiken zonder toestemming van de geportretteerde. De geportretteerde mag het beeld zelf wel verveelvoudigen (een afdruk verspreiden onder familie en vrienden) maar weer niet openbaarmaken (bijvoorbeeld plaatsen op Facebook of Instagram) zonder fiat van de maker.

62

Fotograaf en geportretteerde zijn in deze situatie tot elkaar veroordeeld. Goede afspraken zijn noodzakelijk.

Hoe gek het voor een leek ook lijkt: meewerken aan en toestemming geven voor een fotosessie is niet hetzelfde als opdracht geven tot het maken van een portret. Als fotograaf werk je in opdracht van het tijdschrift en dus niet in opdracht van de geportretteerde. In zo’n situatie geldt artikel 21 van de Auteurswet: publicatie van de foto door de fotograaf is steeds toegestaan (ook zonder toestemming van de geportretteerde) tenzij een redelijk belang van de geportretteerde zich tegen de publicatie verzet. Het antwoord op de vraag of er sprake is van een redelijk belang kan pas worden gegeven na een belangenafweging tussen het belang van de BN’er (bijvoorbeeld een commercieel belang) en andere belangen, zoals het belang van de informatievrijheid van de fotograaf.

Een BN’er kan met een beroep op zijn portretrecht de publicatie van een portret voorkomen of ongedaan maken. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat hij/zij zelf de foto mag gebruiken, zonder toestemming van de fotograaf. Hoe leuk of aantrekkelijk de geportretteerde ook is afgebeeld.

Maarten van den Berg, NVJ Advocaten & Juristen Februari 2019

63

Moet ik op grond van de AVG een foto uit mijn online beeldbank verwijderen?

Ik ben fotograaf en heb een eigen online beeldbank. Vorige week ontving ik een e-mail met het verzoek een foto die ik heb gemaakt uit de beeldbank te verwijderen op grond van de AVG. Het gaat om een foto van een demonstratie bij de landelijke Sinterklaasintocht. Op de foto is een mensenmassa te zien met in het midden een man met een spandoek. Het verzoek is van iemand die zich in de mensenmassa heeft herkend en niet met de demonstrant geassocieerd wil worden. Moet ik de foto verwijderen?

Nee

Sinds 25 mei 2018 geldt de nieuwe Europese Privacywet, de AVG. Die wet geeft burgers meer rechten om hun privacy te beschermen. Een foto is doorgaans een persoonsgegeven als iemand zonder onevenredige inspanning kan worden geïdentificeerd. Het is hier maar zeer de vraag of de persoon in een mensenmassa eenvoudig herkend kan worden. Als dat niet zo is, dan is de foto geen persoonsgegeven en geldt de AVG niet.

64

Stel, deze persoon is wel eenvoudig te identificeren. Moet de foto dan worden verwijderd? De opname van de foto in de online beeldbank geldt immers als een verwerking van persoonsgegevens. De AVG bepaalt dat verwerking van persoonsgegevens alleen mag als daar een grondslag voor is. De AVG kent zes grondslagen, één daarvan is de toestemming van betrokkene (die later weer kan worden ingetrokken). Een andere grondslag is het gerechtvaardigd belang. Daaronder valt het bedrijfsbelang van de fotograaf maar ook, en dat is hier belangrijker, de vrijheid van meningsuiting.

Bij het gerechtvaardigd belang geldt dat de gegevensverwerking noodzakelijk moet zijn ter behartiging van dat belang én dat er rekening is gehouden met de privacy van betrokkene. Dat betekent dat er een belangenafweging moet worden gemaakt zoals we die kennen uit het portretrecht; weegt de vrije meningsuiting op tegen de schending van de privacy van de betrokkene?

Bij een online beeldbank is dat minder waarschijnlijk dan bij de publicatie van de foto in de krant. Maar het gaat hier om een nieuwsfoto in een beeldbank. Er is veel voor te zeggen dat die foto ook in de toekomst beschikbaar moet zijn voor perspublicaties, de Sinterklaasintocht is immers een jaarlijks terugkerende gebeurtenis waar een heftige maatschappelijke discussie over wordt gevoerd. Dat journalistieke doel kan de opname van de nieuwsfoto in de online beeldbank rechtvaardigen. Voor een foto van een lokale braderie zal dat minder snel het geval zijn.

In de AVG is overigens bepaald dat de rechten die mensen hebben om hun privacy te beschermen - zoals het intrekken van toestemming en het recht om vergeten te worden - niet van toepassing zijn als persoonsgegevens worden verwerkt voor journalistieke doeleinden.

Mira Herens, NVJ Advocaten & Juristen Januari 2019

65

Mag hij foto’s van Nederlandse nieuwssites plaatsen op zijn website?

Op zijn populaire weblog becommentarieert een collega-journalist het nieuws. Hij vindt het noodzakelijk om hierbij foto’s te tonen, want anders is het maar een saaie bedoening. Hij stelt dat hij zonder toestemming foto’s van Nederlandse nieuwssites mag gebruiken, en wijst daarbij op het citaatrecht. Als fotograaf heb ik hier toch vraagtekens bij. Vandaar mijn vraag: mag dat zomaar?

Nee

Tenzij aan de strenge voorwaarden van het citaatrecht is voldaan. Vooropgesteld: fotografie heeft een prijs. Net als schrijvende collega’s kunnen fotografen het zich niet permitteren dat anderen hun werk zonder vergoeding verspreiden. Het is daarom gerechtvaardigd dat fotografen schadevergoeding vorderen als anderen hun foto’s gebruiken en dus het auteursrecht op de foto’s schenden.

Maar soms is het nodig om in een blogpost, nieuwsartikel of televisieprogramma een foto te tonen om aan het gefotografeerde onderwerp óf de foto zelf aandacht te kunnen besteden. Daarvoor kent de wet een beperking op het auteursrecht: het citaatrecht. Op basis hiervan kan het citeren van een werk - en dat kan ook een foto zijn - zonder toestemming van de maker zijn toegestaan.

66

Voorwaarde voor een toelaatbaar fotocitaat is dat de oorspronkelijke foto rechtmatig openbaar is gemaakt. Een blogger die gelekte, gehackte of gestolen foto’s publiceert, kan dus geen beroep doen op het citaatrecht.

Het gebruikte fotocitaat moet ook inhoudelijk relevant (functioneel) zijn en bijvoorbeeld niet alleen als versiering dienen. Dit gaat vaak fout. Zo oordeelde de rechter dat twee foto’s van fotograaf Klaas Koppe die schrijver Kluun bij blogs over het Boekenbal had geplaatst vooral dienden ter illustratie. Zij waren daarom onvoldoende functioneel.

Kluun schond nog een voorwaarde, namelijk dat het citaat ondergeschikt moet zijn aan het werk waarin het wordt opgenomen. Omdat Kluun stelde dat één blogpost ‘niet had kunnen bestaan’ zonder een van de foto’s, oordeelde de rechter dat deze foto dus niet ondergeschikt was. In een andere zaak vond de rechter vier naaktfoto’s van een Nederlandse actrice niet ondergeschikt aan een online-artikel van minder dan tweehonderd woorden. Ook dit fotocitaat was daarom ongeoorloofd.

Recent plaatste de NOS een foto bij een nieuwsbericht zonder toestemming van de fotograaf. Aangezien ook niet was voldaan aan de voorwaarden van het citaatrecht volgde een stevige schadeclaim.

Een citaat is tot slot alleen toelaatbaar als de zogenaamde persoonlijkheidsrechten van de fotograaf worden gerespecteerd. Zo is bijsnijden of op andere wijze ‘verminken’ niet toegestaan. Voor zover redelijkerwijs mogelijk is bronvermelding ook vereist.

Kortom, een foto citeren mag onder strenge voorwaarden. Voldoe je daar niet aan, dan schend je het auteursrecht van de fotograaf.

Rutmer Brekhoff, NVJ Advocaten & Juristen December 2020

67

Praktische informatie

NVJ Rechtshulp

In deze bundel geven de juristen antwoord op vragen waarmee journalisten bij de uitoefening van hun vak te maken kunnen krijgen. Natuurlijk hopen wij hiermee ook antwoord op jouw vragen te hebben gegeven, maar iedere kwestie heeft zo zijn eigen accenten en vaak is je eigen zaak net weer anders dan in dit boekje is besproken.

Dus heb je vragen over je arbeidsovereenkomst of opdracht? Dreigt er een arbeidsconflict, reorganisatie of ontslag? Word je factuur niet betaald, of is je werk gepubliceerd zonder toestemming? Als lid van de NVJ kun je je laten adviseren door ons team van juristen en advocaten. Dat hoeft niet altijd over ernstige juridische problemen te gaan, je kunt ons bijvoorbeeld ook bellen voor de controle van een contract.

Mocht tijdens het eerste contact blijken dat verdere rechtshulp nodig is, dan geven wij die in beginsel ook. En als het onverhoopt tot een juridische procedure komt, kunnen we je bijstaan bij de betreffende instantie. Meestal is onze rechtshulp kosteloos, soms tegen een gereduceerd uurtarief.

Je kunt de afdeling NVJ Advocaten & Juristen dagelijks bereiken tijdens het (gratis) spreekuur voor leden, van maandag tot en met donderdag tussen 14.00 en 17.00 uur.

Bel of mail: 020 303 97 00, juridisch@nvj.nl Website: www.nvj.nl/rechtshulp

68

Balie Persvrijheid

De Balie Persvrijheid ondersteunt journalisten bij alle vragen die raken aan de persvrijheid. Je kunt ons bellen voor juridisch advies of rechtshulp vóór of na je publicatie; of in kwesties waarin je wordt belemmerd bij het verkrijgen van informatie.

Vóór publicatie: meelezen met je publicatie en adviseren over mogelijke juridische risico’s. Denk daarbij aan zaken als het toepassen van wederhoor, de omvang van je onderzoeksplicht, het wel/niet noemen van namen. Word je belemmerd bij het verkrijgen van je informatie, dan bekijken we wat de eventuele juridische mogelijkheden zijn.

Na publicatie: correspondentie naar aanleiding van je publicatie met bijvoorbeeld een klagende partij of diens advocaat als je daarvan een brief hebt ontvangen. Of als je direct een dagvaarding ontvangt.

Om juridisch advies en rechtshulp van Balie Persvrijheid te ontvangen moet je het speciale gratis lidmaatschap van de NVJ voor de Balie Persvrijheid aangaan voor de duur van de rechtshulp. Dit lidmaatschap is nodig op grond van de regels die gelden voor advocaten. De jurist van de NVJ zal dit tijdens het gesprek voor je regelen.

Je kunt Balie Persvrijheid telefonisch bereiken op 020 – 30 39 791 van maandag tot donderdag tussen 14:00 en 17:00 uur. Of mail: persvrijheid@nvj.nl Website: www.nvj.nl/baliepersvrijheid

69

PersVeilig

Helaas krijgen journalisten in Nederland steeds vaker te maken met bedreigingen, agressie of zelfs geweld. PersVeilig, een initiatief van NVJ, Genootschap van Hoofdredacteuren, Politie en Openbaar Ministerie, streeft ernaar dat journalisten zonder gevaar hun werk kunnen doen. PersVeilig helpt journalisten onder andere bij het doen van aangifte en verzorgt trainingen over hoe met agressie om te gaan. Website: www.persveilig.nl

Persvrijheidsfonds

De onafhankelijke stichting Persvrijheidsfonds ondersteunt juridische procedures met een principieel karakter, dus waarbij de persvrijheid in het geding is. Het Persvrijheidsfonds beheert ook de jaarlijkse Persvrijheidsmonitor, een database die een actueel overzicht geeft van de ontwikkelingen op het gebied van persvrijheid in Nederland. Website: www.persvrijheidsfonds.nl

Wegwijs op NVJ.nl

We verwijzen je ook graag naar de website van de NVJ, www.nvj.nl, waar je naast onze pagina over rechtshulp ook alle belangrijke informatie vindt voor werknemers, freelancers en fotojournalisten, het aanvragen van perskaarten, of het volgen van cursussen via NVJ Academy.

70

Werknemerschap

Journalisten in loondienst vinden op de themapagina werknemerschap informatie over onder andere cao’s, reorganisaties, tijdelijke arbeidsovereenkomsten, beëindiging van de arbeidsovereenkomst, ontslagvergoedingen en de aanvraag van een WW-uitkering.

Ga naar: https://www.nvj.nl/themas/werknemerschap

Ondernemerschap

Freelancers en fotojournalisten vinden op de themapagina ondernemerschap informatie over onder andere starten, administratie, contracten en modelovereenkomsten, voorbeeldbrieven, NVJ Tarievencalculator, NVJ Indexatietool, en Werkcode DPG en Fair Practice Code, waarin afspraken over billijke tarieven zijn gemaakt.

Ga naar: www.nvj.nl/themas/ondernemerschap

71

Mag dat zomaar? is een praktische gids waarin veelvoorkomende vragen van werknemers, freelancers en fotografen in de journalistiek worden beantwoord. De advocaten en juristen van de NVJ geven antwoord op vragen over concurrentiebeding, arbeidsconflict, freelance overeenkomsten, algemene freelance voorwaarden, auteursrecht en nog veel meer.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Mag dat zomaar? by nederlandse-vereniging-van-journalisten - Issuu