Niet prins Bernhard, maar Gerrit van der Veen
Nu er steeds meer aandrang wordt uitgeoefend om naar Jan Pieterszoon Coen vernoemde straten, pleinen en tunnels te herdopen, rijst de vraag of niet meer naamgevers in aanmerking komen om in de ban te worden gedaan.
door JOHN JANSEN VAN GALEN
Over wijlen Coen kun je nog verschillend denken. Ja, hij liet de complete bevolking van Banda uitroeien omdat die zich niet aan de door hem gestelde regels voor de kruidnagelverkoop hield. Hij was een potentaat en een houwdegen. Maar hij was ook een geniale organisator, die van de Vereenigde Oostindische Compagnie de eerste multinational in de historie maakte. Maar over wijlen prins Bernhard kun je nauwelijks verschillend denken: een opportunist, schuinsmarcheerder en oplichter eersteklas. Toen indertijd het Wereld Natuur Fonds, ‘zijn’ Wereld Natuur Fonds, als eerste natuurorganisatie de ledenadministratie automatiseerde, konden administrateurs van verwante organisaties een kijkje nemen. Trots legde de programmeur van het WNF uit dat hij nu met één druk op de knop de status van alle leden kon bekijken. “Noemt u maar een naam!” Waarop een van de aanwezigen riep: “Prins Bernhard!’’ Dus toetste de programmeur in: Van Lippe Biesterfeld. Maar hij kreeg het schaamrood op de kaken, want toen kreeg iedereen prompt te zien dat de betrokkene een contributieachterstand van vier jaar had.