dit is een bijlage van IJM bij het Nederlands Dagblad
‘Criminelen denken dat ze wegkomen met kindermisbruik’ Als kind moest Caroly Houmes niet te lang kijken naar Jeugdjournaal of Spoorloos. De verhalen raakten haar te diep en ze piekerde zich suf: hoe kan dit gebeuren in een beschaafde, ontwikkelde wereld met internationale wetten en verdragen? “Je zou advocaat moeten worden,” zeiden haar ouders. Nu is ze directeur van International Justice Mission Nederland en zet ze zich onvermoeibaar in voor de bestrijding van slavernij. Tijdens haar studie rechten met specialisatie Mensenrechten kwam Houmes achter het bestaan van International Justice Mission (IJM), dat toen alleen nog een kantoor in de Verenigde Staten had. Ze besloot meteen te solliciteren: “De missie sprak me heel erg aan, omdat het zo tastbaar is wat IJM doet. Het gaat over het veranderen van hele rechtssystemen, maar ook over die ene persoon en dat vind ik zo mooi. Daar zie je God in terug: Hij ziet ook altijd die ene mens. Tegelijkertijd wordt er heel respectvol samengewerkt met de lokale politie en de autoriteiten. Dat klopt met het geloof dat God een God van herstel en van recht is.” hopeloos
Caroly Houmes werd in 1983 geboren in een christelijk gezin. Naarmate ze zich meer verdiepte in al het onrecht waarmee mensen wereldwijd te kampen hebben, begon ze in de kerkdiensten steeds vaker iets te missen: “De focus lag op het leven hierna, op gered worden voor de eeuwigheid. Het ging nooit over armoede en onrecht en wat onze rol daarin is als christenen. De hoop op het eeuwige leven, prima, maar dat maakte mij juist hopeloos! Wat moest ik dan met mijn leven hier en nu? God is toch een God van recht? Bij IJM ontdekte ik dat het in het geloof niet enkel om mijn relatie met God draait, maar ook om de gerichtheid op anderen. Om de mensen die het zoveel minder hebben. Hij hoort hun roepen en wij zijn Gods handen en voeten.” “Eigenlijk,” peinst Houmes hardop, “begon het voor mij op het strand van een toeristisch eiland in de Filippijnen. Na een stage van een paar weken op de vuilnisbelten van Manila brachten we daar nog een week door. Ik zag er westerse oude mannen lopen met veel te jonge Filipijnse meisjes. Hier klopt iets niet, dacht ik, en ik besloot het uit te zoeken.” cyberseks
Het klopt nog steeds niet op de Filipijnen, maar inmiddels zijn er dankzij IJM al talloze kinderen bevrijd uit seksueel misbruik en zijn de daders berecht. Er is een speciale, door IJM getrainde taskforce actief die opspoort wat in vaktermen OSEC is gaan heten: ‘Online Sexual Exploitation of Child-
ren’. Houmes: “Waar je vroeger misbruikte kinderen kon opsporen in bordelen, gebeurt het misbruik nu nog meer in het verborgene, in gewone huizen in gewone dorpen. Kinderen worden door een moeder, een oom of een buurman voor de webcam gezet. Pedofielen - vaak uit westerse landen - betalen geld en geven opdrachten die kinderen live voor de camera moeten uitvoeren. De ‘klanten’ zitten veilig achter hun computer in Australië, de Verenigde Staten en ja, ook Nederland.
‘Ik zag er westerse oude mannen lopen met veel te jonge Filipijnse meisjes’ Mensen denken vaak dat armoede de oorzaak van dit probleem is. Natuurlijk, vader of moeder heeft geld nodig, maar, zo zei een Filipijnse politievrouw tegen mij: ‘Ik ben ook in armoede opgegroeid, maar mijn moeder deed dat niet met mij.’ Cyberseks is vooral een manier om snel en makkelijk geld te verdienen. Ook de middenklasse maakt er zich schuldig aan. Het kan beginnen met iets kleins. Dan begint de moeder met cyberseks, misschien uit verlangen naar een mobiele telefoon of nieuwe kleren en dan vraagt de klant om beelden van haar kind. En gaat hij dreigen als ze dat niet doet. Dan zit zo’n moeder voor haar gevoel klem. En dan gaat het van kwaad tot erger.” “De belangrijkste oorzaak is niet armoede, maar straffeloosheid. Criminelen denken dat ze wegkomen met het exploiteren van kinderen, zowel in de Filipijnen als in westerse landen. Daarom is wetshandhaving zo belangrijk. Als criminelen zien dat je voor deze misdaad levenslang in de gevangenis kunt komen, denken ze wel twee keer na voor ze zich aan een kind vergrijpen.” toename tijdens lockdown
OSEC is een groot en afschuwelijk probleem in de Filippijnen. Het land is technologisch ontwikkeld, heeft
International Justice Mission (IJM) is wereldwijd actief in 20 landen, waar de organisatie vecht tegen onder andere gedwongen arbeid, mensenhandel voor de seksindustrie en misbruik van kinderen voor cyberseks. Jaarlijks bevrijdt IJM duizenden slachtoffers, helpt zij lokale autoriteiten bij het aanklagen van misdadigers en ondersteunt overheden bij structurele verandering van rechtssystemen, met als doel kwetsbare groepen te beschermen tegen geweld.
‘Cyberseks is een manier om snel en makkelijk geld te verdienen’ goede internetverbindingen en een Engelssprekende bevolking. Daarbij komt dat de vraag vanuit westerse landen naar cyberseks groot is, sterker nog, die is toegenomen toen het coronavirus in veel landen voor een lockdown zorgde. Houmes: “De lockdown betekende voor veel mensen op de Filippijnen een ramp: ze konden hun huis niet uit om geld te verdienen voor eten. En in
het Westen konden mensen niet naar hun werk en zaten ze veel op internet. Dat praat het seksuele misbruik absoluut niet goed. De daders moeten opgespoord en berecht worden. Dankzij de internationale samenwerking met speciale taskforces lukt dat regelmatig en de gevangenisstraffen in de Filippijnen zijn niet mis. Ook Nederland heeft zo’n taskforce, waarmee wij nauw samenwerken. We blijven doorgaan, er moet een einde komen aan dit onrecht en aan alle vormen van slavernij. De ontwikkeling van een goed rechtssysteem is een belangrijk onderdeel in de bestrijding van armoede en het daarmee gepaard gaande misbruik. Daar blijf ik mij voor inzetten en God is daarbij. Dat geloof motiveert mij elke dag.”