Nbtp magazine Sportpsychologie

Page 1

Jaargang 2 Ψ Nummer 2 Ψ Juni 2014

Thema: Sportpsychologie Hans van Breukelen

6

Een van de bekendste doelmannen van Nederland vertelt in een interview waarom voetbal een denksport is. Lees over hoe de sportpsychologie is geïntegreerd in de voetbal tegenwoordig.

Vorm dient functie

10

In dit artikel buigt redacteur Jiska Duurkoop zich over de theorie achter sportpsychologie, sporthypes anno 2014 en sport in de GGZ. Maar de hoofdmoot van dit artikel is, hoe kan het ook anders, direct toepasbare tips!

De wandelcoach

14

Fridie de Jong biedt ons een inkijkje in haar beroep van wandelcoach. Zoals het woord al aangeeft: Fridie gaat letterlijk wandelen met haar klanten en al wandelende wordt er een coachingsessie gevoerd.

Sport en psyche

16

Zoals velen, had Daniël van der Palm een hekel aan sporten. Maar sinds hij de push- en pulltheorie heeft ontdekt, gaat hij met veel plezier drie tot viermaal per week sporten. Hoe? Lees dan verder….

Gezocht Vormgever! Congres Start Sharing

Gezocht: vormgever!

Wist je Dat...  Op 30 oktober as het derde congres van het NBTP zal plaatsvinden?

 Je je tegenwoordig kan

Helaas stopt Amber van Es, onze vormgeefster na het magazine van september met het Online Magazine. Dus ken jij iemand die vormgeven leuk vindt? Mail dan naar magazine@nbtp.nl.

Het magazine van september zal vol informatie staan over het congres ‘Start Sharing!’. Sprekers zullen dan voorgesteld worden; workshops uitgelegd en het programma is erin te vinden. Houd ook facebook in de gaten! We gaan peilen hoe de vormgeving van het magazine beter aansluit bij jou!

Registreren als Toegepast Psycholoog? Dat kan op www.kabiz.nl

 We het leuk vinden als je je in wilt zetten voor ons? Kijk op www.nbtp.nl/

In dit nummer: Van de redactie

2

Rectificatie

2

Schrijvers in dialoog

3

De weg en het doel

4

Hans van Breukelen

6

Van dient (hersen)functie

10

De wandelcoach

14

Feitjes en weetjes

15

Sport, voeding & psyche 16

vormgever

 We continu op zoek zijn naar optimalisering van onze diensten?

Meer cartoons te vinden op campagne Top ouder op www.bloso.be

Sportpsychologie in Nederland

18

Boekbesprekingen

22

Feitjes en weetjes vervolg

24

Start Sharing!

24


Pagina 2

2014, Nummer 2

Van de redactie Colofon Hoofdredacteur Magda Slimmens-Bos. Redactie Jiska Duurkoop, Amber van Es, Niels Kramer, Paulien van de Krift, Annette Beuze - Silvester en Magda SlimmensBos. Vormgeving Amber van Es Bestuur André Lollinga (voorzitter), Jenny Schoonbeek (secretaris), Karin van Leeuwen (penningmeester), Monique Korpershoek, Elout van Leeuwen en Esther Lukkien. Website www.nbtp.nl Ontwerper logo Anne Sesink en Joost Snel Lidmaatschap Wil je je gegevens wijzigen of kan je niet meer inloggen op Mijn NBTP van http://mijn.nbtp.nl, neem dan contact op met ledenadministratie@nbtp.nl. Wil je je uitschrijven? Je kan je uitschrijven via mijn.nbtp.nl/ uitschrijven. Uitschrijving dient minimaal één maand voor het einde lidmaatschap plaats te vinden.

Sportpsychologie Amber van Es

Na drie vreugdedansjes zat ik met een glimlach van oor tot oor in de vergadering waarbij het thema van dit magazine werd bepaald. Eindelijk is mijn vakgebied gekozen tot het thema! Sportpsychologie. Waarom dit vakgebied nou zo geweldig is kan je in de komende 24 bladzijdes lezen. De vereniging sportpsychologie (VSPN) vertelt hoe je sportpsycholoog kan worden. In het interview met Hans van Breukelen merk je hoe nodig sportpsychologen zijn. En we hebben maar liefst drie boekrecenties! Wil je ook jouw vakgebied in het zonnetje zetten of onder de

aandacht brengen? Mail dan de redactie met een mooie motivatie. Mijn passie voor sportpsychologie zit hem ten eerste in de link tussen persoonlijkheid en fysiek bewegen. De complexiteit van de hersenen om beide aan te sturen. Elke sporter is een individu die zijn sport zelf moet inkleuren en daardoor de beste kan worden. Ten tweede is het mijn passie om al deze individuen te laten kijken naar hun eigen talent. Geen algemene trainingen meer waar iedereen maar met rechts moet kunnen scoren. Ik hoop dat sportpsychologie van zijn taboe ‘psychologen zijn voor sporter die problemen hebben’ af komt! Dan kunnen we sport weer naar een niveau hoger tillen.

Lid worden? Dat kan via mijn.nbtp.nl Contributie De contributie voor het jaar 2014 is vastgesteld op 10 euro voor studentleden en 40 euro voor leden.

Rectificatie

Ziek thuis! En dan? Niets uit deze uitgave mag, noch geheel, noch gedeeltelijk, worden overgenomen en/of vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. We zijn niet aansprakelijk voor fouten, verkeerde interpretatie te gevolge van de uitgave van de NBTP Magazine. Aan deze uitgifte kunnen geen rechten worden ontleend. Het kopiëren of vermenigvuldigen van de NBTP Magazine is niet toegestaan, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.

Annette Beuze — Silvester

In de vorige uitgave ‘Stress & Ontspanning’ is een storende fout geslopen; Regels rondom de zieke werknemer en privacy is te lezen op de site van het College Bescherming Persoonsgegevens. http://www.cbpweb.nl/Pages/ av_27_Zieke_werknemer.aspx

Hier is het volgende gevonden: De werkgever mag niet informeren naar de aard en oorzaak van de ziekte. De zieke werknemer mag hierover zwijgen indien de werkgever ernaar informeert (6.3.1.d).


2014, Nummer 2

Pagina 3

Schrijvers in dialoog Jiska Duurkoop

Met het verschijnen van deze nieuwe editie is er ook een nieuwe traditie geboren. De redactie selecteert vanaf nu telkens één reactie van de lezer op een artikel uit het vorige online magazine. Nu in dialoog, gewaardeerde gastschrijver Jacqueline Eman en lezer Robert de Vries over het artikel Stress bij rouw en schuldgevoel

Robert de Vries (Toegepast Psycholoog en Docent): De gastauteur van het artikel "Stress bij rouw en schuldgevoelens” schrijft dat rouw in fases verloopt (woede, ontkenning, schuld, verdriet, aanvaarding en integratie) en dat deze waarneembare fases in elk rouwproces terugkomen. De afgelopen jaren is er veel onderzoek verricht naar rouw. In het betreffende artikel wordt een model beschreven dat lijkt op een combinatie van het model van rouwfasen van Kübler-Ross (ontkenning, woede, onderhandeling, depressie en aanvaarding) en het model van rouwtaken van Worden (aanvaarden van de realiteit, doorleven van pijn/verdriet, aanpassen aan leven zonder overledene en de overledene een plaats geven/ oppakken draad van het leven). De herkomst van beschreven model is mij echter niet geheel duidelijk. De opmerking dat al deze fasen in elk rouwproces terugkomen is een verouderde denkwijze. Dat iedereen een aantal fasen of taken zou doorlopen

veronderstelt dat er een volgordelijkheid in zit en dat iedereen op dezelfde manier zou rouwen. Er is door diverse deskundigen al vastgesteld dat het niet meer gaat om fasen of taken, maar om twee werkelijkheden, nl. de rouwende is een dierbare verloren en moet tegelijkertijd verder met zijn of haar leven. Hier zijn twee modellen uit voortgevloeid, het duale proces model (Stroebe & Schut, 1999) en het integratief model (Maes, 2007).Ook de beschrijving van het begrip rouw (met als verwijzing Wikipedia?!) vind ik niet accuraat. Het is een misvatting om te denken dat rouwen een eindig proces is. Rouwen duurt vaak een levenslang, echter neemt de hevigheid van dit proces gedurende een leven af.

Literatuur

Gastschrijver Jacqueline Eman (Mentor, Trainer Hogeschool NTI & Counsellor) De heer de Vries heeft gelijk als hij aangeeft dat er vele nieuwere wetenschappelijke modellen zijn. Ik kan me voorstellen dat er nog dit jaar een nieuw model gepresenteerd kan worden dat op dat moment volledig accuraat is. Omdat theorieën, kaders en modellen voortkomen uit de praktijk, de levende praktijk; het leven van mensen. De wereld verandert, de mensen veranderen, hun ervaringen veranderen hen, veranderen de wereld zoals zij die zien en het leven zoals zij dat leven. De wetenschap verklaart en kadert het hoe en waarom van die veranderingen, zij schept ze niet. Dit is een verhaal uit de praktijk dat geïllustreerd met kennis en op basis van eigen observaties probeert een inzicht te geven in wat er in mensen kan gebeuren en hoe diep stress en rouw op elkaar kunnen inwerken. Kubler Ross heeft een grote invloed gehad op mij.

Stroebe, M. S., & Schut, H. (1999). The Dual Process Model of coping with bereavement: Rationale and description. Death Studies, 23, 197-224.

De meeste mensen lezen Wikipedia in plaats van wetenschappelijke artikelen en dat is precies waarom ik het zo expliciet genoemd heb. Herkenbaar, toegankelijk.

Maes, J. (red.) (2007). Leven met gemis. Handboek over rouw, rouwbegeleiding en rouwtherapie. WijgmaalLeuven : Zorg-Saam

Als een gebruikt citaat of gehanteerde verwijzing aansluit bij datgene wat beschreven wordt en herkenbaar is omdat het weergeeft wat de lezer uit het artikel of


Pagina 4

2014, Nummer 2

Schrijvers in dialoog (vervolg) verhaal kan destilleren en makkelijk voor iedereen terug te vinden is, dan werkt de beschrijving. Wikipedia is geen wetenschappelijke bron, maar biedt zeker makkelijk leesbare en laagdrempelige informatie.

verloren geliefde. Ik heb mensen begeleid die aan dit leven niet genoeg menen te hebben om de pijn en hevigheid te verwerken. Ik

heb ook mensen gesproken die na verloop van tijd vrede sloten met hun geschiedenis. De pijn was draaglijk, het gemis bleef.

Tot slot deelt Robert de Vries ons op de valreep van de deadline van het uitkomen van het magazine nog mee:

Is rouwen een eindig proces? Voor sommigen. Het is een proces. Pijnlijk, intens en strikt persoonlijk. Een geliefde verliezen is een strijd. En die strijd eindigt met aanvaarding en integratie van het besef en de ontdekking van wie je bent, als je je niet langer kunt definiëren in relatie met die

Ik ben blij met de dialoog die op dit onderwerp is ontstaan. Ik zie een grote meerwaarde voor dit soort discussies en vind dat dit op meerdere gebieden plaats zou moeten vinden. Op deze manier hebben we het gezamenlijk over het vak van de Toegepast Psycholoog. Ik nodig iedere lezer graag uit om kritisch te zijn op de artikelen in het NBTP magazine en de reacties die daar vervolgens op komen.

De weg en het doel Ivo Spanjersberg, gastschrijver

“Nee, ik ga het niet redden, geen tijd, moe, rotweer… ik ga maar niet trainen vandaag... morgen wel weer.” Enkele veel gehoorde 'rationele' verklaringen voor gemaakte keuzes, vaak ingegeven door een gevoel. Excuses voor de annulering of uitstelling van een voorgenomen training. Toch voelen we ons er uiteindelijk meestal niet zo lekker bij… Ergens knaagt dan de onvrede over de afzegging. Wat kunnen sporters leren van de manier waarop topatleten zichzelf motiveren? Sportpsycholoog Ivo Spanjersberg vertelt het je. Psychologische principes In de topsport moet vaak keihard worden getraind. Om de concurrentie bij te houden, in te halen en voor te blijven. Om die zware mentale belasting aan te kunnen, wordt gebruikgemaakt van psychologische principes. En als het gaat over motivatie is doelen stellen de belangrijkste techniek. In de sportpsychologie wordt

gebruikgemaakt van drie soorten doelen: Winstdoelen: Hierbij vergelijk je jezelf met anderen. Het willen winnen van een wedstrijd bijvoorbeeld, maar ook het voornemen van een loper in de achterhoede: ‘niet laatste worden’, is een winstdoel.

Prestatiedoelen: Hierbij zet je je eigen prestaties af tegen harde meetcriteria zoals tijd, afstand, kilo’s of hartslagen per minuut. Prettig hierbij is dat je het op je eigen niveau kunt doen en dus onafhankelijk bent van je tegenstander. Procesdoelen: Hierbij richt je je


2014, Nummer 2

Pagina 5

De weg en het doel (vervolg)

Foto van Shani Davis

aandacht op een bepaalde gewenste uitvoer of techniek. ‘Soepel en ontspannen’ lopen is hiervan een voorbeeld, maar ook ‘kapot gaan’ of ‘plezier hebben’. Procesdoelstellingen zijn vaak deels subjectief, maar daarom niet minder belangrijk. Topsport draait misschien om winnen, maar in de wedstrijd blijkt het vaak te gaan om wie zich het best kan richten op de uitvoer. Diegene die op het moment suprême moet denken aan winnen of verliezen, en dan vooral aan de gevolgen hiervan, zal meestal niet degene zijn die op het podium belandt. Dit soort gedachten zorgen voor verkramping en dat komt de uitvoer meestal niet ten goede. Winstdoelen In de aanloop naar de wedstrijd toe gelden andere principes; hierbij kunnen soms juist wel winstdoelen helpen om de juiste trainingskeuzes te maken. Een inmiddels bijna klassiek voorbeeld hiervan is de foto van Erben Wennemars die schaatser Shani Davis op zijn koelkast had geplakt. Elke keer als hij de aandrang voelde om te gaan

snacken, keek hij zo in het gelaat van zijn naaste concurrent. Door zich af te vragen of Shani ook zou snoepen, kon hij zichzelf motiveren om de snelle vetten te laten staan. Kortom, herinner jezelf dagelijks aan wat je wilt bereiken en de kans is groot dat trainen je een stuk makkelijker afgaat. Prestatiedoelen helpen sporters om de lange en ongewisse weg naar de top onder te verdelen in behapbare stukken. Saaie krachthonkuren worden dan leuke wedstrijdjes tegen jezelf, waarbij elke keer nieuwe records kunnen worden gebroken. Maar ook recreanten kunnen hiervan gebruikmaken, door zichzelf ten doel te stellen een bepaalde wedstrijd uit te lopen of een bepaalde tijd te willen lopen. Kies steeds een nieuw doel dat uitdagend maar haalbaar is. Procesdoelen kunnen je dus helpen bij het aanleren van nieuwe technieken door bijvoorbeeld de aandacht bewust te richten op de manier waarop je traint. Of op de ‘beleving en het gevoel’, handig voor mensen die veel in hun hoofd zitten en constant bezig zijn met schema’s, tijden of kilo’s. Als je je

richt op ontspannen of soepel bewegen, heb je altijd een plezierige ervaring. En dat is misschien het allersterkste argument. Want ook al denken we over onszelf als rationeel, uiteindelijk worden we allemaal gedreven door gevoel en emotie. ‘Geen tijd’ komt vaak neer op ‘geen prioriteit’. Sporten is vaak de sluitpost van onze beperkte tijd. We denken hiermee tijd te kunnen winnen, maar uiteindelijk verliezen we tijd op de lange termijn. Kortetermijnwinst levert vaak minder op dan de investering op de lange termijn. Door het sporten laden we namelijk onze batterij weer op, zodat we meer energie hebben, beter kunnen focussen en dus efficiënter onze dagelijkse dingen kunnen doen. Maar als we ervaren dat het wekelijkse rondje door het bos of uurtje in de sportschool ons uiteindelijk veel meer energie, plezier en gezondheid oplevert dan het uurtje tijdwinst van de besparing hierop, wordt bewust kiezen voor het sporten ineens heel makkelijk.


2014, Nummer 2

Pagina 6

Hoofdartikel

Hans van Breukelen Niels Kramer & Amber van Es

Wie kent niet de beelden van de door Hans van Breukelen gestopte penalty in de door Nederland gewonnen EKfinale uit 1988? Als winnaar van het EK 1988, de Europacup 1 in datzelfde jaar met PSV en meerdere landskampioenschappen wordt hij beschouwd als één van de beste Nederlandse keepers ooit. Zijn ervaringen als voormalig voetballer en interviews van 57 topspelers en 6 toptrainers, heeft hij gebruikt om het boek Winnen. Van talent naar topspeler te schrijven. Hans van Breukelen stelt dat voetbal primair een denksport is. Hij neemt het voetbaldenken als uitgangspunt. Dan gaat het ten eerste om het denken in taken, zowel aanvallend, verdedigend en bij de omschakelmomenten tussen die twee. De speler maakt vanuit zijn taken en de wedstrijdsituatie de beste keus uit alle beschikbare mogelijkheden om tenslotte te denken aan handelingen. Dan gaat het erom de gekozen handeling met volle aandacht zo goed mogelijk uit te voeren voor een optimaal resultaat. De beste voetballer doorloopt deze drie denkstappen het snelst, het vaakst en met het beste resultaat. Wil Nederland weer gidsland worden als voetballand moet het voetbaldenken idealiter de basis worden van de opleiding van de jeugd, scouting en van het trainen en coachen van profvoetballers. Hans van Breukelen heeft het boek “Winnen - Van talent naar topspeler” geschreven. In de inleiding stelt hij dat voetbal een denksport is en dat mentale kwaliteiten het verschil maken.

Waarom heeft u zich juist op het mentale aspect gericht? En niet op de andere drie belangrijke aspecten in het voetbal: fysiek, tactiek en techniek? Ik richt me op het mentale aspect omdat ik zelf als voetballer zo ver ben gekomen door mijn sterke mentale instelling. Ik heb ervaren hoe belangrijk het mentale aspect is en dat heb ik bij alle topspelers zo ervaren. Gek genoeg is er in de voetbalwereld nog maar weinig aandacht voor het mentale aspect en rust er een soort taboe op. Als een veel-

belovend talent uiteindelijk de top niet haalt, wordt er gezegd: “hij had niet de juiste mentaliteit”. Wat er met mentale instelling bedoeld wordt, blijft echter onduidelijk. Bovendien is er over de fysieke, tactische en technische aspecten, in tegenstelling tot het mentale aspect, al wel veel kennis beschikbaar in de voetbalwereld. Wat houdt het mentale aspect volgens u in? Ik sluit me aan bij bewegingswetenschapper en voetbaltrainer Raymond Verheijen die zegt dat denken een fysiek proces is dat door de hersenen wordt uitgevoerd. De hersenen zijn de regisseur van alles wat je denkt en doet. Je gedachten bepalen je gevoel en je gevoel bepaalt je gedrag. In Nederland wordt vaak

gecoacht op basis van gedrag zonder er achter te komen wat nu de gedachten zijn die tot het gevoel leiden waardoor je je op een bepaalde manier gaat gedragen. Wat heb je nodig om wel de juiste wedstrijd te kunnen spelen? Het gaat om zaken als concentreren; focussen; hoe kan je je emoties managen; hoe wil je zelf gecoacht worden en hoe kan je anderen coachen. Dit met als doel het maximale uit jezelf en de ander te halen. Dat is de achterliggende gedachte. Daarnaast zijn ook een goed ruimtelijk inzicht, snelle informatieverwerking en lerend vermogen van doorslaggevende betekenis. Wat gaf de doorslag dat u uw boek bent gaan schrijven? Het EK 2008. Oranje won in de eer-

Hans van Breukelen Hans van Breukelen is één van de bekendste doelmannen van Nederland en is voornamelijk bekend als voormalige keeper van FC Utrecht, PSV en het Nederlands voetbalelftal. Hij wordt beschouwd als een van de beste Nederlandse keepers ooit.


Pagina 7

2014, Nummer 2

Hans van Breukelen (vervolg) ste ronde van Frankrijk, Italië en Roemenië maar werd in de kwartfinale vervolgens onverwacht uitgeschakeld door Rusland. Er werd gezegd dat de Russen technisch, tactisch en fysiek beter waren maar volgens mij is dat onzin. Het was een verschil in mindset bij de Nederlandse spelers, waardoor de Russen van Nederland wonnen. Immers, het familiegevoel dat Van Basten met zijn team had gecreëerd, werd in het hart getroffen door een dood geboren kindje van een spelersvrouw. Hoe is er in de voetbalwereld gereageerd op uw boek en op uw ideeën? Ik heb mijn boek geschreven met als doel de voetbalwereld in beweging te krijgen. Helaas wordt er in de voetbalwereld weinig met de ideeën uit mijn boek gedaan, krijg ik de indruk. Uit andere sporten zoals het hockey krijg ik complimenten maar in het voetbal wordt het nog niet opgepikt. Met mijn boek wil ik meer aandacht vragen voor de psychologische kant van voetbal en krijg ik veel bijval van sportpsychologen. Zij richten zich nu echter allemaal op één onderdeel van de sportpsychologie en bundelen hun kennis niet. Ik ben geïnteresseerd in het bundelen van alle kennis die met feiten onderbouwd is, oftewel Evidence based. De voetbalwereld lijkt hier echter nog niet aan toe te zijn. Hoeveel wordt er op dit moment in de voetbalwereld gedaan met sportpsychologen?

Er wordt nog veel te weinig mee gedaan. Een psycholoog wordt door een coach pas ingeschakeld als hij een probleem heeft met een bepaalde speler, geen grip op hem krijgt. In de opleiding Coach Betaald Voetbal wordt aan de psychologische kant helaas ook nog erg weinig aandacht besteed. Om echt professioneel met sportpsychologie in de voetbalsport te werken moet het structureel in het beleid van de club van de jeugd tot en met het eerste elftal opgenomen worden. Dat is nu nog niet het geval. Het is nog te persoonsafhankelijk; de één gelooft er wel in en de ander niet.

Er wordt niet of nauwelijks aandacht besteed aan psychologische begeleiding van jonge spelers.

Hoeveel aandacht is er in de opleiding Coach Betaald Voetbal voor sportpsychologie? Nauwelijks. De sportpsycholoog Bill Beswick is twee dagen aanwezig en vertelt dan over sportpsychologie. Dit doen ze in een opleiding die zes jaar duurt, wat erg weinig is. Hoe wordt er nu in de voetbalwereld gekeken naar het opleiden van jonge spelers? Er wordt niet of nauwelijks aandacht besteed aan psychologische begeleiding van jonge spelers.

Kwetsbaarheid of twijfels mogen ze niet tonen want dat kan uitgelegd worden als zwakte. Tegelijk wordt wel van ze verwacht dat ze initiatief nemen; zelfstandig zijn; creatief zijn en de druk van publiek, pers en financiële belangen aankunnen. In hoofdstuk 3 ´Winnen is een keuze´ vertelt u dat u na de tegenslag van het polletjesincident tot het inzicht gekomen bent dat de overwinning op uzelf vooraf moest gaan aan de overwinning op anderen. Met hulp van onder meer Ted Troost kwam u tot het inzicht dat u enkel energie moest steken in zaken waarop u invloed had en niet in zaken waarop u geen greep kon hebben. Kon u erover praten met medespelers of de coach? In die tijd heb ik niet zoveel steun gehad van mijn coach of medespelers. Er waren wel enkele medespelers die opbeurende opmerking maakten maar uiteindelijk moet je het zelf doen. Dat is me gelukt met hulp van mijn vrouw en later nog een beetje met hulp van Ted Troost. Je hebt in een nare periode mensen in je omgeving nodig die je anders naar de dingen kunnen laten kijken en je anders laten denken zodat je anders gaat voelen. Pas dan ga je je weer anders en beter gedragen. Als je je dat eigen kunt maken kun je je energie weer richten op datgene waar het om gaat, voetballen, en geen energie meer kwijtraken aan zaken waar je geen invloed op hebt. Hoe kan je als coach ervoor zorgen dat een speler zijn aandacht weer richt op het voetballen en niet op zaken waar hij geen invloed op


2014, Nummer 2

Pagina 8

Hans van Breukelen (vervolg) heeft? Daarvoor moet een coach in ieder geval over de benodigde psychologische kennis beschikken om spelers op het denk vlak te kunnen helpen en dat is nu nog niet het geval. Dan kan er pas aandacht voor zijn dat elke speler anders leert en op een andere manier gecoacht moet worden. Pas dan kun je als coach herkennen dat een speler je uitleg niet begrijpt ook al zegt hij dat wel te doen. Het gaat erom dat coaches ervan bewust worden dat ieder mens anders denkt, anders voelt en dat ieder mens op een andere manier benaderd moet worden. Het gevolg daarvan zal zijn dat de speler beter in zijn vel zit en de kans wordt vergroot dat hij zijn maximale prestatie levert. Het begint met de bewustwording van de coaches.

bewerkstelligen weten hoe hij een speler een goed gevoel kan geven. Daarnaast moet de speler interesse tonen voor zijn omgeving. Hij moet andere spelers stimuleren. Oftewel positief in plaats van negatief benaderen; niet zeggen wat fout is maar vertellen wat beter kan. De aandacht voor de psychologische component is erop gericht om de kans te vergroten dat een jonge speler het eerste elftal haalt en een topvoetballer wordt. Zo kan Nederland wellicht voor een deel de achterstand op andere landen inlopen.

Een aanwezige sportpsycholoog belde in de kleedkamer een bekende om te vertellen tussen wie hij allemaal stond. Dit betekende een vertrouwensbreuk.

Hoe is deze nieuwe manier van coachen in het voetbal toe te passen? Door middel van voetbaldenken. Dan gaat het om denken aan taken, denken in mogelijkheden en denken aan handelingen. De spelers die dit het best, het vaakst en langst kunnen zijn onze topspelers. Om de kans te vergroten dat jonge spelers zich op voetbaldenken het best kunnen ontwikkelen moet je een leerprogramma maken en integreren in je trainingen dat er op gericht is jonge spelers te leren focussen. Dan kunnen ze al hun aandacht richten op het voetbaldenken en worden ze zo weinig mogelijk afgeleid door negatieve gedachten. Een coach moet om dit te kunnen

Momenteel zijn er nog maar weinig sportpsychologen werkzaam in het voetbal. Wat kunnen de sportpsychologen er zelf aan doen om in het voetbal meer voet aan de grond te krijgen? Als sportpsycholoog bij een voetbalclub moet je louter ondersteunend zijn aan de coach als onderdeel van de strategie van de club. De sportpsycholoog moet vanuit zijn vakgebied een praktische vertaalslag kunnen maken naar het voetbal. Voor spelers en de coach moet meteen duidelijk zijn wat je bedoelt en hoe je ermee kan werken. Bovendien kan de sportpsycholoog de coach begeleiden, die ook getraind moe-

ten worden. Hij moet weten wat het goede gevoel is dat een speler nodig heeft om het maximale uit zichzelf te halen. Sportpsychologen moeten volgens mij aan een aantal voorwaarden voldoen. Ze moeten zich nooit nadrukkelijk willen profileren. Sporters en coaches moeten de sportpsycholoog aanbevelen aan elkaar. Als een sportpsycholoog persoonlijke informatie van spelers doorvertelt, betekent dat, dat hij waarschijnlijk verstoten wordt uit de voetbalwereld omdat hij niet meer vertrouwd wordt. Wat zou een TP’er of een sportpsycholoog zelf kunnen doen om meer aandacht voor de sportpsychologie in de voetbalwereld te generen? De TP’er of sportpsycholoog moet een voormalig topsporter vinden die baat gehad heeft bij mentale ondersteuning. Hij kan hem introduceren bij voetbalclubs. Vervolgens moet de sportpsycholoog praktisch kunnen aangeven wat hij kan betekenen voor de coach in een rol die de coach en de club bepalen. De rol van de sportpsycholoog wordt niet door hem zelf bepaald. De sportpsycholoog moet zich dienstbaar opstellen en idealiter niet zelf op het veld willen staan. Is er dan ook helemaal geen begeleiding in het voetbal als het gaat om sporttransities? Bijvoorbeeld de begeleiding van een speler van een lokale naar een professionele club. Nee, je bent aan jezelf overgeleverd. Je moet het geluk hebben dat je steun hebt van je ouders, je


Pagina 9

2014, Nummer 2

Hans van Breukelen (vervolg) spreken als ze dreigen terug te vallen in oude gewoontes. Als het lukt om je te ontwikkelen op het door jou gekozen vlak dan is dat een grote vooruitgang. Ik geloof er heilig in dat je keuzes hebt in je leven, winnen is een keuze. Hoe krijgt men sportpsychologie geïntegreerd bij een voetbalclub?

partner of medespelers maar ook dan moet je het uiteindelijk zelf doen. Hoe is uw transitie geweest van topvoetballer en de periode na uw afscheid? Daarin word je ook niet begeleid, je moet het zelf maar uitzoeken. Ik heb geen tijd gehad om in een zwart gat te vallen want ik ben gelijk gaan werken in een bedrijf van een vriend van me. Ik ben daar gaan werken met mensen en heb een plan bedacht hoe we de verkopers (de spitsen) optimaal kunnen bedienen. Daarna heb ik bij FC Utrecht gewerkt en vervolgens ben ik een management consultancy bedrijf begonnen. Ik geef door het hele land lezingen over winnen en ik geef daarin handvatten om mensen beter in hun vel te laten zitten met alle positieve gevolgen van dien. Als ik mijn verhaal vertel doorleven mensen in het publiek hun eigen leven. Wanneer ze na mijn lezing er één of twee zaken uitpakken om verder aan te werken, is het handig dit aan mensen in hun directe omgeving te vertellen. Dan kunnen die hen aan-

Zoals clubs spelers medisch keuren zou het van belang zijn om ze ook psychologisch te keuren. Bij een club is het noodzakelijk om de sportpsychologie te integreren in de opleiding. Het zou onderdeel moeten zijn van het beleid van de club. Vanaf de jongste jeugd tot en met het eerste elftal. Als dat het geval is, moet de club ook coaches zoeken die met sportpsychologen willen werken. Wil een coach dat niet dan past hij niet bij de club. Het beleid of de strategie van de club mag nooit afhankelijk zijn van de persoon van de coach. Het beleid van de club moet leidend zijn en de coach moet daarbij passen. Hoe denkt u over de grote transfersommen die worden betaald aan spelers en in hoeverre beïnvloedt dit hun spel en prestaties? Spelers hebben er zelf geen invloed op welke transfersom voor hen betaald wordt. Het enige wat ze kunnen doen is een gelimiteerde transfersom in hun contract op laten nemen. Spelers kunnen wel nee zeggen tegen een club waar ze niet naartoe willen. Affeley kon enkele jaren geleden van PSV naar Hamburger SV (HSV) voor 10 miljoen euro maar hij wilde niet. Een half jaar later ging hij voor 3 miljoen eu-

ro naar FC Barcelona. De druk van de grote som geld die voor een speler betaald wordt, ligt buiten zijn bereik. Hij moet zich daar niet druk om maken. Als een speler dat wel doet dan heeft hij psychologische hulp nodig. Wat is belangrijker: dat het goed gaat met het team (winnen) of je persoonlijke ontwikkeling? Dat is nu juist wat gemeten moet worden. Soms kan een tegenstander heel goed zijn en verlies je. Het gaat erom dat je het maximale uit jezelf hebt gehaald, je persoonlijke plafond hebt aangetikt.

Laat je als sportpsycholoog niet uit het veld slaan. Ook niet in de voetbalwereld want er komt een tijd dat men gebruik gaat maken van sportpsychologie.

Is er een boodschap die u mee wilt geven aan de lezers?  Laat je als sportpsycholoog niet

uit het veld slaan. Ook niet in de voetbalwereld want er komt een tijd dat men gebruik gaat maken van sportpsychologie.  Treed nooit op de voorgrond. Zorg dat je als sportpsycholoog altijd heel dienstbaar bent.  Tracht in te vullen wat de wensen van de coach zijn.


Pagina 10

2014, Nummer 2

Vorm dient (hersen)functie! Jiska Duurkoop

Get ready for the summer tips - TP style! In dit artikel buigen we ons kort over de theorie achter sportpsychologie, sporthypes anno 2014 en sport in de GGZ. Maar de hoofdmoot van dit artikel betreft, hoe kan het ook anders, direct toepasbare tips. Mijn lichaam een tempel? Eerder een overbeladen Opel Astra met flink wat kilometers op de teller, die probeert de passagier in een krioelende ochtendspits ongeschonden van A naar B te krijgen. Veel tijd om (bij) te tanken is er niet. Ook het alarmerende gekraak van de bolide wordt stelselmatig genegeerd vanuit de gedachte: ‘Als ie maar rijdt’. Met deze zelfkennis paraat, de zomer in mijn bol, het WK voor de deur en mijn hang naar pragmatisme, komt het thema ‘Sportpsychologie’ als geroepen. Als TP-functionalist pur sang ben ik namelijk buitengewoon geïnteresseerd in de wijze waarop psychologie kan worden toegepast om menselijk leven te verbeteren. Geef je weinig om voetbal dan wel het gedachtegoed van pragmatist William James, maar ga je wel graag mentaal en fysiek (nog) gezond(er) de zomer in, dan kan ook jij je hart ophalen aan deze editie.

Actie!  Een goudmijn aan

interessante veelal gratis bronnen voor beoefenaars, wetenschappers, atleten en coaches: http:// www.apadivisions.org/ division-47/about/ resources/booksjournals.aspx  De Sport, Exercise, and

Performance Psychology ® de eerste officiele publicatie van de ‘Exercise and Sport Psychology Division (47)’ van de American Psychological Association (APA) of abonneer je op de gratis newsfeed http://content.apa.org/journ als/spy.rss  Of schrijf je in voor het

Sportpsychologie in een notendop: Sportpsychologie is sinds 1986 een internationaal erkend deelgebied van de psychologie en legt zich toe op de interactie tussen psychologie en sportprestatie. Deze discipline bestudeert het psychologische aspect van atletische prestatie. Denk hierbij aan de gedachten, gevoelens

jaarlijkse Sportpsychologie Bulletin van de VSPN: http://www.vspn.nl/sportps ychologie/wat_is_sportpsyc hologie

en het gedrag welke prevaleren in sportsituaties. Ook de psychologische zorg en het welzijn van atleten, coaches en sport organisaties zijn onderwerp van onderzoek. De connectie tussen het fysieke en mentale functioneren staat hierbij centraal. De kennis die voortvloeit uit het onderzoek en de kunde van de wetenschapper- sportpsycholoog- worden actief gebruikt in de (top)sport. De sportpsychologische bevindingen en principes hoeven natuurlijk niet alleen op het veld gebruikt te worden. Thema’s als presteren, stressmanagement, focus, motivatie, angst, coping, fysieke en mentale weerbaarheid, groepsprocessen, leiderschap en individueel & collectief zelfvertrouwen komen immers meer dan eens aan de orde in het dagelijks leven. Wil je meer weten over hoe een sportpsycholoog een atleet traint om niet alleen zijn fysieke maar ook zijn mentale conditie optimaal te houden? En ben je benieuwd naar hoe jij deze (mentale) technieken direct in jouw voordeel kan gebruiken?

Sporthype evolutionair te verklaren Waar je anno 2014 ook kijkt, iedereen is aan het rennen, springen, vliegen, modderworstelen etc. Daarbij lijkt sportminnend Nederland geen enkel(sociaal) medium onbenut te laten om dit aan de wereld kenbaar te maken. In plaats van ‘Ik denk dus ik ben’, is het meer ‘Ik bootcamp/ color run/ mud race,


2014, Nummer 2

Pagina 11

Vorm dient (hersen)functie! (Vervolg)

Actie!

 Gratis publicaties over

Publicaties Sportbusiness Development van de Hogeschool van Amsterdam: http://www.hva.nl/kennisce ntrumdbsv/lectoraten/sportbusine ssdevelopment/sportbusinessdevelopment/  Volg: De berichtgeving uit de

media over welke landen sportpsychologen die hun talenten inzetten tijdens komend WK! http://www.erasmusjournali sten.nl/index.php/2014/03/ 05/engeland-huurtsportpsycholoog-in/

dus ik ben’. Vanwaar deze ‘plotselinge’ woekerende interesse voor deze sporten? Vanuit een evolutionair oogpunt beschouwd sporten we- en in deze mate- omdat we leven in een samenleving waarin elke vorm van spanning uit het dagelijks leven is gebannen. Jan Janssens, socioloog en lector Sportbusiness Developement aan de HvA stelt: bij een gebrek aan strijd tegen de elementen zoals onze voorouders dat deden, compenseren we. We gaan op zoek naar gereguleerde spanning. Als wij het gedachtegoed van Darwin toepassen op deze hedendaagse ontwikkeling zou je kunnen stellen dat wij ons aanpassen aan de omgeving. Of liever; aan wat er in onze omgeving ontbreekt. Bijzondere sporten met zware beproevingen als bootcampen schijnen tevens een reactie te zijn op de vergevorderde technologisering van de samenleving. met alle apparatuur, back to basics, dat is wat de mensvan nature een ‘beweegdier’- wil. Nou, okay, de Runtracker (App voor de smartphone red.), mag blijven. Digitaal bewijs dat er wel degelijk sportief gedrag in progressie is.

 Iphone gebruiker? Check de

App: iPerformance Sport & Performance Psychology Mental Skills Trainer. Een sport en prestatie psychologie app ontwikkeld door sportpsycholoog dr. Portenga en getest op Olympische sporters

Vorm dient functie: sport en geestelijke gezondheid Hoe meer kennis je opdoet over Psychiater Ratey legt uit:

sportpsychologie, hoe meer betekenis de uitspraak ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’ krijgt. Onze mentale conditie en fysieke ‘fitness’ is niet los van elkaar te zien. Aan de kip- of ei- discussie waag ik mij niet: het duiden van correlationele dan wel causale verbanden tussen brein en body laat ik graag aan de deskundigen over. Wat voorop staat is dat fysieke activiteit significant bijdraagt aan geestelijke gezondheid. Verhoogde activiteit, bijvoorbeeld in de vorm van beweging, stimuleert onder andere de neurale vertakking, hetgeen een positief effect heeft op leren en geheugen. Onderaan de pagina is een voorbeeld te vinden van Psychiater Ratey. Voorts zorgt beweging dat de stress vermindert, de stemming verbetert en onze concentratie een boost krijgt. De positieve effecten van fysieke beweging zijn binnen de curatieve zorg zeker niet onopgemerkt gebleven. Sport maakt derhalve vaak deel uit van diverse therapieën of is zelfs het kerningrediënt van het behandelprogramma. Denk aan running therapie. Volgens het Trimbos Instituut is fysieke inspanning/lichamelijke activiteit een zogenaamde ‘eerste stap interventie’. In deze categorie horen ook thuis bibliotherapie; zelfhulp, zelfmanagement en activerende begeleiding.


Pagina 12

2014, Nummer 2

Vorm dient (hersen)functie! (Vervolg) John Ratey, hoogleraar psychiatrie verbonden aan Harvard Medical School, haalt in zijn boek ‘Bewegen voor een beter brein’ zelfs aan dat in oktober 2000 onderzoekers van de Duke-universiteit de New York Times aantoonden dat lichaamsbeweging beter helpt tegen depressie dan behandeling met Zoloft. Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen, zo beaamt Ratey: “Voldoende beweging is de beste verdediging tegen depressie, ADHD, verslaving, menopauze en Alzheimer.”Met andere woorden: In vorm zijn en blijven om goed te functioneren.

Actie!  Lees:

http://www.trimbos.nl/nieuws/persb erichten/2010/met-sporten-minderkans-op-psychische-stoornis  Koop: ‘Bewegen voor een beter brein’

Revolutionaire nieuwe inzichten in het effect van lichaamsbeweging op de hersenen, dat John Ratey schreef met Eric Hagerman en reserveer alvast zijn nieuwe boek: Go Wild: Free Your Body and Mind from the Afflictions of Civilization (komt juni 2014 uit)

Laat je verder inspireren door de sporters en deskundigen die speciaal voor de NBTP’er dé geheimen van sportpsychologie onthullen en hun wijsheden met de wereld delen. En om te voorkomen dat deze kennis onbenut blijft en de bank het wint van de sportschool sluit ik af met een quote van Einstein: “Those who have the privilege to know, have the duty to act”. So know you know, ACT! En start sharing!

 Lees & deel: de gouden TP-checklist

op de volgende pagina

Literatuur http://www.trimbos.nl/onderwerpen/psychische-gezondheid/depressie/behandeling http://www.ggzrichtlijnen.nl/index.php?pagina=/site/pagina.php&id=26 https://www.apa.org/topics/sport-exercise/index.aspx https://www.apa.org/helpcenter/lifestyle-changes.aspx http://www.vspn.nl/sportpsychologie/wat_is_sportpsychologie http://hereandnow.wbur.org/2014/05/19/why-walking-matters http://www.amazon.com/Go-Wild-Free-Afflictions-Civilization/dp/0316246093/?tag=wburorg20#reader_0316246093 https://www.apa.org/helpcenter/workout.aspx www.sportpsychologie.nl

iPerformance Sport & Performance Psychology Mental Skills Trainer (App)


Checklist TP-style: Zomerklaar voor de rest van het jaar! -Bewaarexemplaar-

Door voldoende en regelmatig te sporten maak en houd je jezelf fysiek én mentaal fit. De productie van serotonine verhoogt, de stress verlaagt, de weerbaarheid neemt toe, de angst neemt af, de conditie krijgt een impuls en je presteert beter. Makkelijker gezegd dan gedaan? Toegepaste Psychologie to the rescue! Snel en gezond zomerklaar worden en blijven is binnen handbereik met deze gouden checklist TP-style.

Plan: Schrijf op wanneer je hoe lang welke activiteit wilt doen. Kortom, pas het SMART-principe toe op jouw sportschema. Alles uitschrijven geeft inzicht in de haalbaarheid van je sportdoelen. Hang je plan in het zicht- bijvoorbeeld op het prikbord achter je bureau- als een reminder.

Begin klein: Probeer niet teveel te snel te willen. Focus je op één (sport)doel per week. Wees daarbij zo concreet mogelijk. Hoe specifieker en realistischer het doel, hoe sneller je deze behaalt. Ooit een keer de marathon van New York lopen? Mooi voor op de bucket list, maar begin eerst een het lopen van de laatste drie haltes naar huis of elke dag een rondje park. Gehaald? Eén succeservaring rijker.

Samen sterk: Een sportmaatje maakt het proces van sporten makkelijker en ‘de missie’ minder angstaanjagend. Laat hier de social media in je voordeel werken. Start met je sportgenootjes een App-groep en houd elkaar gemotiveerd en bij de les. Vraag het de professional: Een aantal sessies bij een (sport)psycholoog of coach kan helpen om eventuele emotionele hindernissen te overwinnen die de sportieve voornemens dwarsbomen.

Vergeef jezelf: Een keer niet naar fitness geweest of een wandeling overgeslagen vanwege de regen? Kleine ‘terugvallen’ zijn normaal en overkomelijk. Houd vol, niemand is perfect. Tien minuten doelloos lopen: Loop (hard) zonder doel. Winst? Slechts tien minuten (snel) wandelen zonder doel geeft op biochemisch niveau al hetzelfde effect als een beetje Prozac en een beetje Ritalin! Gedachteloos wandelen zorgt ervoor dat de hersenen meer informatie oppikken. We worden er volgens psychiater John Ratey creatiever én fitter van. En als de weergoden het toestaan doe je ook een gezond kleurtje op!

Positieve verbeelding: Verbeeldingskracht kan sterker zijn dan wilskracht. Probeer eens in gedachten alles bewust te zien, voelen, horen en proeven. Een positief en juist beeld voor de geest halen is een ontzettend goede voorbereiding op bijvoorbeeld een wedstrijd of andere prestatiegerichte bezigheid. Ook helpt dergelijke positieve verbeelding om om te gaan met spanning, aldus sportpsychologe Edith Roozendaal. Beloon jezelf: Deze maand trouw twee keer per week in de sportschool te vinden geweest? Laat het principe van operante conditionering in je voordeel werken en beloon jezelf! Met een fijne spa behandeling of dat ene felbegeerde boek. Een dergelijke positieve bekrachtiger vergroot de kans dat je de volgende keer weer de sporttas pakt.

Dance on! Een festival bezoeken en goed ingesmeerd & gehydrateerd uit je bol gaan is een DO. Het dansen zorgt voor een toename van de bloedtoevoer en daarmee meer zuurstof en energie voor de hersenen. Winst? Betere prestatie. Dubbele winst: Buiten doe je vitamine D op en stimuleert het licht je energieniveau. Om nog maar te zwijgen van de gelukshormoontjes die worden afgegeven bij het horen van oorstrelende muziek. Let wel, het gebruik van verdovende middelen doet weer af aan de fysieke en mentale fitheid.

Drink water: Het lichaam bestaat voor 70% uit water. Er is afdoende vloeistof in je systeem nodig om bloeddruk op peil te houden en het lichaam te laten functioneren. Houd een flesje water bij de hand en reguleer je vochthuishouding. Praktische tip: Na elke beker koffie, thee of alcohol een glas water!

Eet je gezond gelukkig: Het serotonineniveau kun je ook actief verhogen door goed en gevarieerd te eten. Voor de volgende keer op de boodschappenlijst: kikkererwten, noten, bananen, eieren, avocado’s, dadels, vijgen en pruimen. Deze producten bevatten tryptofaan, de grondstof voor serotonine. Ook een boost voor het denkvermogen: broccoli (vitamine K), volgranen voedingsmiddelen (B12 & B6) en zalm (Omega 3 vetzuren). Actie!

Zelf een gouden tip? Mail magazine@nbtp.nl of reageer via Facebook onder vermelding van dit artikel.

Sportieve groet, Jiska Duurkoop


2014, Nummer 2

Pagina 14

Op stap met de wandelcoach Annette Beuze — Silvester

Fridie de Jong

Fridie de Jong biedt ons een inkijkje in haar beroep van wandelcoach. Zoals het woord al aangeeft: Fridie gaat letterlijk wandelen met haar klanten en al wandelende wordt er een coachingsessie gevoerd. Regelmatig zeggen mensen als ik samen met een kandidaat op stap ben: “moeten we niet terug?” of ik krijg te horen “Je hebt echt een hele leuke baan!” En dat vind ik zelf ook. Voor een groot bedrijf, met verschillende filialen door het hele land, werk ik voor het Mobiliteitscentrum als Loopbaancoach. Toen vanwege een forse inkrimping van het bedrijf bekend werd dat er een professioneel Mobiliteitscentrum

werd ingericht, heb ik direct gesolliciteerd. Op dat moment was ik P&O-er in de organisatie, met veel ervaring op het gebied van loopbaanbegeleiding, maar nooit was ik full-time hier mee bezig. Het was voor mij een spannende stap, maar o zo leuk! De training voor coach/trainer heb ik onlangs afgerond. Ook heb ik een training natuurcoaching gevolgd. Als wandel/natuurcoach kun je je op alle levensvragen toeleggen natuurlijk! Ik ben nu ruim een half jaar aan de slag met mensen met mobiliteitsvragen; Wie ben ik, Wat wil ik, Wat kan ik? Over het algemeen gaat het traject als volgt: De intake duurt een half uur ongeveer. Daarin ontdekken we samen of ik de kandidaat zelf kan helpen, of dat deze toch beter op zijn plek is bij mijn collega’ omdat de hulpvraag iets anders is. De loopbaanbegeleiders werken met een korter traject; ik ga juist dieper op de persoonlijke omstandigheden in. Ook kan het zijn dat ik de cliënt eerst attendeer op de verschillende workshops die het Mobiliteitscentrum aanbiedt, zoals ‘linkedIn’ en ‘social media’, of de sollicitatietips in ‘profileer jezelf’.

Maar, als het ‘typisch een klant voor mij is’, dan gaan we samen aan de slag! Bij het eerste gesprek, na de intake, neem ik mijn cliënt al mee naar buiten. Omdat ik vanuit verschillende vestigingen werk, heb ik diverse mooie locaties gezocht waar we lekker ongestoord kunnen wandelen en praten. Heerlijk de natuur in. In het buitengebied, of in een mooi park, het kan allemaal.

Ik laat de cliënt kiezen; welk pad wil je nemen? Die het bos in gaat, of toch liever het open veld? Zullen we naar dat bruggetje lopen? Blijf je staan, of loop je door? Wat zegt dat? Het is mooi om de verschillende verhalen te horen, en daar samen betekenis aan te geven. “je hebt echt een fantastische baan” hoor ik vaker, en dat is ook zo. Als het echt te slecht weer is, moeten we helaas binnen blijven, maar ook dan blijf ik met mensen creatief in beweging; dan doen we samen een spel of tekenen we de levensloop. Een uur is echt zo om! Meer informatie over wandelcoaching? Klik hier!


Pagina 15

Nieuwsbrief

Volume 1, Issue 1

Psychologische feitjes (of fabel)

De psychologie achter het nemen van een penalty

Onderzoekers vonden dat er meer kans is op een penaltygoal als de speler even bewust focust op de plaats in de goal waar hij de bal wil

schieten. Logisch, zegt u? Integendeel: in de praktijk kijken spelers naar de bal, of vaker, naar de keeper. Dit zorgt ervoor dat je je acties ook onbewust naar de keeper zal richten, en niet naar de vrije ruimte in de goal. Daarom geeft men bijvoorbeeld bij slip- en rijvaardigheidscursussen ook de raad altijd te fixeren op het punt waar je auto moet belanden, en niet op de boom of het ongeval voor je. Eenvoudig gezegd registreren de hersenen geen negatieve informatie: “niet tegen de boom rijden!”, “het ongeval ontwijken!”, “naast de keeper schieten!” wordt motorisch vertaald naar “Boom!” “Ongeval!” en “Keeper!”. Deze reflex is des te meer aanwezig in een stresserende situatie. Er zijn natuurlijk spelers die

dermate stressbestendig zijn dat ze boven deze automatismen staan, maar voor de mindere goden onder ons kan het fixatietruckje een goede houvast zijn om de stress niet de overhand te laten nemen. Het lijkt de speler voorts een gevoel van controle te geven wanneer hij zich voorstelt waar hij de bal zal plaatsen en daar zijn aandacht naar toe laat gaan. De bal er ook effectief naartoe trappen voelt minder aan als een uitdaging, in zijn hoofd is de goal al zo goed als gemaakt. Lees het hele artikel.

Bijna elke scheidsrechter vindt zichzelf beter dan andere scheidsrechters. http://www.quest.nl/ weetje/ik-benbeter#ref=prev

Sport kijken is goed voor je Het liefst zou ik ieder jaar de eerste drie weken van juli thuis doorbrengen. Op de bank. Met mijn benen op tafel en mijn ogen gericht op de televisie, waarop dan dag na dag beelden van mannen met geschoren benen aan mij voorbijtrekken.

ken juist heel goed voor je is!

gen zou je al laten “spiegelsporten”).

Zo begint de column van Berry Overvelde. Helaas staat de werkgever van Berry niet achter deze wens van hem. En ook de vrouw van Berry heeft de nodige bezwaren. Dat is de reden dat Berry eens op onderzoek uitging. En warempel: hij kwam erachter dat sport kij-

Hieronder een aantal redenen: 

Het is hersengymnastiek: je brein vuurt neuronen af alsof je zélf aan het sporten bent. Zelfs luisteren naar bewegin-

Het roept een hoop negatieve gevoelens op (en dat is positief).

Het krikt je gevoel van eigenwaarde op.

Wint jouw favoriet? Testosteronboost!

Het is goed voor je taalbeheersing (zolang het gaat om praten over sport).

Lees de volledige column (met bijbehorende beschrijvende artikelen).

Vervolg van Feitjes of fabels zie bladzijde 24


Pagina 16

2014, Nummer 2

Uitgelicht wetenschappelijk artikel

Boost je gezondheid! Daniël van der Palm, gastschrijver

D. van der Palm Kwantitatief onderzoeker/ Health coach PHD Methodology & Statistics

Daniël over sport, voeding & psyche. Begrijp me niet verkeerd, ik vind het heel erg belangrijk om te genieten van het leven. Ik drink regelmatig een lekker koud biertje en ga vaak te keer in een all-you-can-eat wok restaurant waar ik achteraf een paar uur lang intensief spijt van heb. Tegelijkertijd ben ik ook overtuigd van het nut van slimme investeringen die zich -haast gegarandeerd- groots uitbetalen in de vorm van een fijner leven. Zoals bijvoorbeeld gematigd maar frequent sporten. Veel van de ellende die we als mens mee kunnen maken komt naar mijn mening voort uit het feit dat we meer waarde hechten aan korte termijn bevrediging dan aan de negatieve gevolgen op langere termijn. Binnen de economische wereld noemen ze dat ook wel 'hyperbolic discounting'; hoe meer tijd er zit tussen een actie en een negatief gevolg, des te minder serieus nemen we de negatieve gevolgen. Voorbeelden hier van zijn roken, geld lenen en overmatig drank gebruik. Maar een onderwerp waar minder vaak aan wordt gedacht is sport, of beter gezegd, het niet sporten. Elke dag, week of maand dat we niet sporten maken we in feite ook een keuze waar negatieve gevolgen aan vast kleven. We kiezen er dan namelijk voor om de vele voordelen van sporten te missen zoals een verhoogde algemene fit-

heid, minder stress, een krachtiger immuunsysteem, meer spiermassa en sterkere botten. Spiermassa blijkt ook nog eens allerlei stofjes aan te maken met een ontstekingsremmende werking en die zorgen voor herstel en groei van allerlei lichaamsweefsels. De relatieve hoeveelheid spiermassa bij oudere volwassenen blijkt dan ook een goede voorspeller te zijn van hun kans op overlijden (Srikanthan & Karlamangla, 2013).Jaren geleden had ik echter een flinke hekel aan sporten. Dat is gelukkig geheel omgeslagen; ik sport nu met gemak 3 à 4

“Veel van de ellende die we als mens mee kunnen maken komt naar mijn mening voort uit het feit dat we meer waarde hechten aan korte termijn bevrediging dan aan de negatieve gevolgen op langere termijn.”

keer per week zonder dat het me moeite of wilskracht kost. In dit artikel deel ik graag mijn strategie waarmee iedereen met gemak en plezier regelmatig kan gaan sporten en ik eindig met twee voedingstips om je gezond nog verder mee te boosten. Pull versus push motivatie Mijn grote hekel aan sporten kwam voort uit het type motivatie dat ik gebruikte, zogenaamde push motivatie. Dit type motivatie bestaat uit gedachtes en gevoelens als 'ik wil niet dik zijn, dus ik moet gaan sporten', 'ik wil niet ongezond zijn',

'sportief zijn is de norm, ik moet het doen' en 'ik wil niet lui zijn'. Dit is helemaal geen fijn type motivatie en als dit je basis is kost het erg veel energie en wilskracht om in beweging te komen en te blijven.

Het was een wereld van verschil toen ik pull motivatie leerde ontwikkelen en gebruiken. Pull motivatie bestaat uit gedachten en gevoelens die je naar je doel toe trekken. Bijvoorbeeld, “ik krijg zo'n kick als ik een stukje heb hardgelopen en barst dan van de energie”, “ik voel me zo verfrist als ik gesport heb”, “ik voel me trots als ik weer de sportschool uit loop”, “even sporten is echt een uitlaatklep, het lucht zo op”, “na het sporten duik ik altijd heerlijk de sauna in.. puur genieten”, “ik ben zo relaxed na het sporten”. Kortom, allemaal positieve gedachten en gevoelens omtrent de activiteit zelf in plaats van het doel. Met een sterke pull motivatie die gericht is op de activiteit zelf wordt het sporten een beloning in plaats van een vervelend obstakel tussen jou en je doel op lange termijn. De kracht van pull motivatie wordt dus nog groter als deze specifiek op de korte termijn is gericht. We laten dan namelijk het 'hyperbolic discounting' voor ons werken. We vinden plezier op korte termijn erg belangrijk en door je


2014, Nummer 2

Pagina 17

Boost je gezondheid! (Vervolg) sportroutine in te richten zoals jij dat prettig vindt, gaat het onderbewustzijn steeds sterker een verband leggen tussen sporten en korte termijn plezier. Sporten wordt een gemakkelijke en plezierige routine. Voeding Tot slot heb ik nog twee voedingstips die je gezondheid nog verder kunnen versterken. Ik was vroeger namelijk nogal gevoelig voor verkoudheden en de griep. Wat een ellende zo'n 4 tot 6 keer per jaar. Uiteindelijk is tijd geld en een verkoudheid of keelontsteking hakte er altijd enorm in bij mij en kostte veel tijd en energie. Toen ik meer ging sporten merkte ik al dat mijn immuunsysteem sterker werd. Ik had meer energie en werd minder vaak ziek. Ik vroeg me echter af of ik nog meer kon doen. Ik werkte door vele wetenschappelijke artikelen heen en kwam uit op de volgende twee voedingssupplementen. Vitamine D Soms ook wel de zonlicht-vitamine genoemd. Vitamine D hebben we

nodig om calcium op te nemen uit onze voeding wat op zijn beurt er weer voor zorgt dat we onze bottenstructuur sterk houden. Het is echter minder bekend dat vitamine D ook de werking van ons immuunsysteem stimuleert en dat een tekort de kans op kanker en hart en vaatziekten verhoogt. Verder verkleint vitamine D bij ouderen sterk

de kans op vallen. Mocht het onverhoopt toch tot een valpartij komen, dan breekt men minder vaak een heup. Maar vitamine D maken we toch aan in onze huid onder de invloed van zonlicht? Dat klopt helemaal, echter, in Nederland is het erg moeilijk om voldoende zonlicht te krijgen, vooral als je niet structureel veel buiten bent.

Knoflook Iedereen kent knoflook wel vanwege de sterke geur, maar gelukkig zijn er ook geurloze capsules. Er zijn vele studies die er op wijzen dat knoflook een zeer positief effect heeft op onze bloeddruk en hart en vaatstelsel. Ook ons immuunsysteem lijkt versterkt te worden. Uit twee studies () kwam naar voren dat de frequentie van verkoudheden met 60 tot 70% afnam bij supplementatie met knoflook. Tot slot zijn er ook steeds meer studies waar uit naar voren komt dat knoflook het risico op allerlei vormen van kanker sterk doet afnemen (Fleischauer & Arab, 2001, Jin et al., 2013). De pull motivatie van deze twee supplementen is voor mij dat ik al meer dan een jaar amper nog ziek wordt. Sinds het supplementeren hoefde ik nog geen enkele keer thuis te blijven vanwege het ziek zijn. Kortom, de frequentie van ziek zijn is omlaag en het verloopt zo veel milder. Ik kan het iedereen aanraden om het uit te proberen!

Fleischauer, A, T., & Arab, L. (2001). Garlic and Cancer: A Critical Review of the Epidemiologic Literature. The Journal of Nutrition, 131, pp. 10325-10405. Jin, Z., Wu, M, Han, R., Zhang, X., Wang, X., et al. (2013). Raw garlic consumption as a protective factor for lung cancer, a population-based case-control study in a Chinese population. Cancer Prevention Research: Online first,http://cancerpreventionresearch.aacrjournals.org/content/6/7/711.abstract Srikanthan, P., & Karlamangla, A. S. (2013). Muscle mass index as a predictor of longevity in older adults, American Journal of Medicine: http://www.amjmed.com/article/S0002-9343%2814%29001387/abstract


Pagina 18

2014, Nummer 2

Hoe en wat van de sportpsychologie in Nederland Paulien van der Krift

Sportpsychologie is een steeds meer geaccepteerd vakgebied. Doordat de media steeds meer aandacht aan mentale aspecten van sportprestaties besteedt, komt het beroep sportpsycholoog steeds meer in beeld. Accreditatie voor het beroep van sportpsycholoog wordt verzorgd door de Vereniging voor Sportpsychologie in Nederland (VSPN). Maren Broekens, geaccrediteerd SPORTPSYCHOLOOG VSPN® uit Purmerend en voorzitter van de PR-commissie VSPN, vertelt ons meer over de VSPN en sportpsychologie in de praktijk: Sportpsycholoog: het beroep Een sportpsycholoog, werkzaam in het veld, ontwerpt op basis van diagnostische informatie mentale trainings- en begeleidingsprogramma’s voor individuele sporters, sportteams en coaches en voert deze uit. De eerste stap is het voeren van intakegesprekken met sporters, sportteams en/of coaches, bepalen welke diagnostische instrumenten ingezet moeten worden, het gebruik van deze instrumenten, het interpreteren van de uitkomsten en

op basis daarvan een interventieprogramma opstellen. De onderdelen van zo’n interventieprogramma zijn vaak doelen stellen, gedachtecontrole, aandachtscontrole, spanningscontrole en visualisatie. De sportpsycholoog voert vervolgens het interventieprogramma uit. Hij of zij betrekt daarbij belangrijke partijen (bijvoorbeeld trainer/ coach, ouders), indien dat de resultaten van de mentale training en begeleiding ten goede komt. Ook worden de resultaten geëvalueerd en hierover rapporteert de sportpsycholoog aan de betrokkene(n). Bij de begeleiding is het de taak van de sportpsycholoog om problemen bij sporters die bijvoorbeeld psychotherapeutische hulp vereisen te signaleren en deze sporters door te verwijzen naar specialisten. Maren Broekens: “Het werk van een sportpsycholoog kent vele facetten. Ten eerste het werken met atleten, mensen die een duidelijk doel hebben, is ontzettend mooi. Het gaat over het algemeen over prestatieverbetering, wat het werk heel positief maakt. Naast het werken met atleten kun je als sportpsycholoog onderdeel zijn van een begeleidingsteam. Hierin kun je de rol van raadgever vervullen rondom sporters en teams en het functioneren van het begeleidingsteam optimaliseren. Deze multidisciplinairiteit maakt het een mooie uitdaging om de optimale omgeving voor de

sporter(s) te creëren. Daarnaast kom je op allerlei locaties: van praktijkruimtes tot internationale evenementen, van sporthallen tot buitenlandse trainingsplekken.” Hoe word je eigenlijk geaccrediteerd sportpsycholoog? De titel sportpsycholoog is een vrije titel, dus iedereen mag zich in principe zo noemen. Om echter de kwaliteit van de beroepsgroep te waarborgen, heeft de VSPN een accreditatiesysteem ontworpen.

Accreditatie voor het beroep van sportpsycholoog wordt verzorgd door de Vereniging voor Sportpsychologie in Nederland (VSPN).

Sinds 2007 organiseert Exposz, een zelfstandig opleidings- en adviescentrum de Faculteit der Bewegingswetenschappen van Vrije Universiteit Amsterdam, in opdracht van de VSPN, de Postacademische Opleiding tot Praktijksportpsycholoog (POPS). Het afronden van deze opleiding leidt tot de VSPNaccreditatie SPORTPSYCHOLOOG VSPN®. Om in aanmerking te komen voor de POPS moet je zijn afgestudeerd in de academische Psychologie of Bewegingswetenschappen én in het bezit zijn van de VSPN basisaantekening Sportpsychologie (BASP). Voor de POPS opleiding zijn er 18


2014, Nummer 2

Pagina 19

Hoe en wat van de sportpsycholoog in Nederland Vervolg

studieplekken per tweejarige leergang en er start één leergang per twee jaar. Momenteel is de vierde leergang van de opleiding bezig, die is gestart in september 2013. De Basisaantekening Sportpsychologie (BASP) valt onder de verantwoordelijkheid van de VSPN. De aantekening wordt verstrekt aan studenten die zich in de Masterfase van hun studie – Psychologie of Bewegingswetenschappen – voldoende en aantoonbaar hebben verdiept in de sportpsychologie (30 studiepunten). Vier universiteiten bieden vakken in sportpsychologie aan: Vrije Universiteit van Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, Rijksuniversiteit van Groningen en de Radboud Universiteit. Specifieke eisen en contactpersonen met betrekking tot de BASP staan beschreven op de website van de VSPN. Sportpsychologen in de maatschappij Er bestaan eigenlijk nog niet echt vacatures voor sportpsychologen, dus velen kiezen er voor om na hun afstuderen op eigen gelegenheid of samen met een collega een onder-

neming op te zetten en zichzelf aan te bieden. Dit kan op veel manieren, van contacten met sportverenigingen om de hoek tot Topsportscholen en Olympische Steunpunten, van het schrijven van artikelen voor tijdschriften of blogs tot actief gebruik van Twitter, het publiceren van boeken en door samenwerking met collega’s uit andere vakgebieden als fysiotherapie en sportartsen. Veel beginnende sportpsychologen hebben nog ander werk naast het opstarten van een onderneming, bijvoorbeeld het geven van onderwijs over sportpsychologie op verschillende universiteiten en hogescholen. Ook zijn er sportpsychologen die naast hun cliënten binnen de eerste- of tweedelijns psychologie of arbeid- en organisatiepsychologie sporters begeleiden. Daarnaast werken sportpsychologen ook in andere vakgebieden waar presteren een belangrijk aspect is, bijvoorbeeld in de beeldende kunsten, de muziekwereld en bij de politie. Richting als sportpsycholoog Binnen de sportpsychologie in Nederland werken sportpsychologen

met verschillende achtergronden. Qua wetenschappelijke achtergrond hebben sportpsychologen over het algemeen een basis in de psychologie of in de bewegingswetenschappen. Je zou misschien verwachten dat de bewegingswetenschapper meer vanuit de beweging naar de sporter kijkt en de psycholoog meer naar het gedrag, maar tijdens de postacademische opleiding worden beide kanten uitvoerig belicht en zijn de verschillende achtergronden een mooie aanvulling op elkaar. Daarnaast zijn er sportpsychologen die meer gespecialiseerd zijn in het werken met specifieke groepen sporters. Bijvoorbeeld met bepaalde leeftijdsgroepen, zoals professionals met een achtergrond in pedagogiek of kinderpsychologie. Ook heb je sportpsychologen die gespecialiseerd zijn in de klinische kant van de sportpsychologie, waaronder in eetproblematiek. Naast de sportpsycholoog die in de praktijk met sporters werkt, zijn er verder docenten en onderzoekers werkzaam op het gebied van de sportpsychologie.


Pagina 20

2014, Nummer 2

Hoe en wat van de sportpsychologie in Nederland Vervolg

Over de Vereniging voor Sportpsychologie in Nederland De Vereniging voor Sportpsychologie in Nederland (VSPN) werd op 7 oktober 1989 in Amsterdam opgericht en is de beroepsvereniging voor sportpsychologen in Nederland. Haar belangrijkste doel is de ontwikkeling van de sportpsychologie in Nederland te stimuleren, met name het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek op het terrein van de sportpsychologie en de toepassing van psychologische kennis in de praktijk van de sport. Bijna alle werkzame sportpsychologen in Nederland zijn aangesloten bij de VSPN en het gehele bestuur van de VSPN bestaat uit geaccrediteerde en praktisch werkzame leden. De VSPN telt op dit moment ongeveer 220 leden, waarvan 80 zijn geaccrediteerd en vermeld in het register. In het register wordt onderscheid gemaakt tussen SPORTPSYCHOLOOG VSPN速 (de toegepaste sportpsycholoog), docenten sportpsychologie en onderzoekers sportpsychologie. De VSPN draagt bij aan de professionalisering van de sportpsychologie

in Nederland en aan de acceptatie hiervan in de sportpraktijk. Daartoe is onder andere in 2004 een accreditatiesysteem in het leven geroepen en in 2007 de postacademische opleiding. Ook heeft de VSPN een gedragscode opgesteld die aangeeft hoe een geaccrediteerde sportpsycholoog dient te handelen binnen de professionele relatie. Zo is onder andere duidelijk wat een cli谷nt van een geaccrediteerde sportpsycholoog mag verwachten. Mocht er toch iets niet goed gaan dan kan een geaccrediteerde sportpsycholoog hierop aangesproken worden

Bijna alle werkzame sportpsychologen in Nederland zijn aangesloten bij de VSPN .

en kan eventueel een klacht worden ingediend zodat een onafhankelijke commissie een oordeel kan uitspreken over de situatie.

De SPORTPSYCHOLOOG VSPN速 is een professional en verantwoordelijk voor het bijhouden en vergroten van eigen deskundigheid. Dit houdt in dat geaccrediteerde sportpsychologen verplicht enkele malen per jaar intervisiebijeenkomsten moeten bezoeken om casu誰stiek te bespreken. Ook zie je sportpsychologen op internationale workshops en congressen en is de VSPN gestart met het geven van workshops over verschillende onderwerpen binnen het vakgebied. Meer over de VSPN: http://www.vspn.nl info@vspn.nl

Maren Broekens: Sportpsycholoog in de Praktijk Ik ben Maren Broekens, sportfanaat, sportliefhebber en sportpsycholoog. Ik help mensen tijdens hun sportmomenten optimaal te presteren door het geven van mentale training en begeleiding. In mijn werk als sportpsycholoog leer ik mensen controle te krijgen over hun lichaamsspanning, gedachten, het richten van hun aandacht en leer ik ze omgaan met hun emoties. Dit doe ik door middel van verschil-


2014, Nummer 2

Pagina 21

Hoe en wat van de sportpsycholoog in Nederland Vervolg

aan studenten over omgaan met fouten in de gezondheidszorg.

Maren Broekens Sportpsychologie http://www.marenbroekens.nl info@marenbroekens.nl

lende mentale vaardigheden, zoals doelen stellen en visualisatie. Daarnaast kan de aandacht bij teams ook meer liggen op de onderlinge communicatie, de verschillende rollen, samenwerking en leiderschap. Tijdens de begeleiding ben ik een klankbord voor de sporter(s) of de coach. Zelfstandig en op locatie Ik werk als zelfstandige vanuit een praktijkruimte in paramedisch centrum Medisch Punt in Amsterdam, vanuit huis (Purmerend) en op locatie. Ik kom zelf uit de zeilsport, maar in mijn werk heb ik met allerlei verschillende sporten te maken. Voorbeelden zijn roeien, korfbal, tennis, triatlon, sprint, basketbal, badminton, schaken en natuurlijk zeilen. Naast mijn werk als zelfstandige werk ik in de gezondheidszorg in het onderzoek op het gebied van patiëntveiligheid. Mijn werk bestaat onder andere uit dataverzameling en management, implementatiebegeleiding bij veranderingstrajecten, het geven van trainingen en workshops over teamwork en onderwijs

Geen enkele dag is hetzelfde! En dat maakt het werk voor mij zo aantrekkelijk en leuk. Een voorbeeld werkdag kan beginnen met een individuele bijeenkomst met een sporter in Amsterdam, vervolgens fiets ik door om een observatie te doen bij een multidisciplinair overleg in de zorg. Tijdens de lunch heb ik overleg over nieuwe plannen in het onderwijs om teamtraining een vast onderdeel te laten zijn. In de middag werk ik een voorstel uit voor een teambegeleiding in de sport en stuur dit op naar de contactpersonen. Ook heb ik contact met iemand om samen een workshop te voor ouders in de sport te geven. Tijdens een rustmoment lees ik via Twitter nog een leuk artikel over het vakgebied. Aan het begin van de avond geef ik mentale training aan twee sporters in hun sporthal. Mentale weerbaarheid Ik heb tot mijn 17e fanatiek gezeild in een eenmansboot en ben naar Jeugd EK’s geweest. Na blessures ben ik vervolgens training gaan geven en coachen in de zeilsport bij de jeugd. Uit eigen ervaring weet en zie ik hoe belangrijk het is om mentaal weerbaar te zijn. Ook zag ik dat niet iedereen hier de vaardigheden zelf voor kan ontwikkelen. Tijdens mijn studie Bewegingswetenschappen ben ik me toen verder gaan verdiepen in de psychologische aspecten van de sport. POPS slaat bruggen Na mijn opleiding Bewegingsweten-

schappen wilde ik verder studeren om in de praktijk sporters mentaal te kunnen begeleiden. Hiervoor was net een Postacademische Opleiding tot Praktijksportpsycholoog opgericht. Tijdens de POPS is de brug geslagen tussen de wetenschap, de theorie en de praktijk van het werken met sporters. Tijdens de opleiding krijg je vakken als testconstructie, gespreksvaardigheden, sportkennis, interventietechnieken, psychodiagnostiek en groepsdynamica. Daarbij zijn er nog verdiepingsvakken zoals werken met jonge kinderen en klinische sportpsychologie. Take Home Message “Doe vooral wat je leuk vindt en waar je passie ligt!” Een mooie quote vind ik altijd: “Als je werk een passie is, heb je in je leven maar weinig echte werkdagen”. Ik geniet volop van mijn werk en dat geeft veel positieve energie. Ik hoop het daarom ook nog verder uit te bouwen, mijzelf te blijven ontwikkelen en het werk heel lang actief te doen.


Pagina 22

2014, Nummer 2

Boekbesprekingen

Je bent wat je doet Magda Slimmens– Bos

Het boek Je bent wat je doet van Rook Vonk gaat over het bereiken van doelen die je jezelf hebt gesteld. Stoppen met roken, minder tv-kijken, geduldiger zijn, afvallen, meer tijd voor jezelf, etc. Roos Vonk maakt in dit boek inzichtelijk welk gedrag er voor zorgt dat je zo vaak je doelen niet bereikt. Tegelijkertijd geeft ze ook aan hoe je je gewenste gedrag wél kunt bereiken.

uiteindelijk het meeste aanspraken in dit boek zijn te vinden in de blauwe boxen:

Ik heb het boek met plezier gelezen, vooral omdat ik zelf worstel met mijn snoepgedrag. Iedere dag neem ik mezelf voor minder te snoepen en aan het einde van de dag moet ik telkens weer concluderen dat “het” weer niet is gelukt.

“Je bent wat je doet” is een vlot geschreven en samenhangend geheel van een groot aantal wetenschappelijke onderzoeken. Het is geschreven met als doel jezelf te leren kennen en daardoor de drempels te overwinnen naar je doel.

De vier dingen die mij

Het is niet zo dat ik nu ineens succesvol van het snoep afblijf na het lezen van dit boek. Maar ik merk wel dat ik, voordat ik weer iets lekkers uit de kast wil snaaien, me bewust wordt van sommige teksten uit het boek. Waardoor ik meer bewust de keuze maak om het snoepje wel of niet te pakken.

Voor ons TP’ers een interessant boek omdat wij mensen begeleiden naar het door hen gewenste doel. En hoe je dit praktisch kunt uitvoeren met je klanten, daarvoor staan in dit boek voldoende tips.

Bijzonder Mindful

Eerste Als ik iets wil, bijvoorbeeld: ‘s avonds niet meer snoepen, dan kies ik voor een richting, namelijk: Niet Snoepen. Maar snoep ik op één van die avonden wel, dan ga ik pontificaal de andere kant op! Voor mij was dat wel een inzichtmomentje: je kiest of voor links, of voor rechts. Er is geen middenweg!

Tweede Geef niet toe aan de kleuter in jezelf. Die wil namelijk iets NU en niet pas later.

Derde Accepteer dat je je niet ieder moment lekker hoeft te voelen.

Vierde En last but not least is de crux van alle zelfsturing: gewoon doen! (of niet doen natuurlijk als het om minder snoepen gaat.)

Jenny Schoonbeek, gastrecensent

Mindfulness - het zijn in het hier en nu - is hot. Maar hoe breng je de principes van mindfulness over op kinderen? De schrijvers van ‘Bijzonder mindful’ hebben dit geprobeerd door een training te ontwikkelen voor kinderen en jongeren van acht tot veertien jaar waarbij sprake is van psychosociale- en psychiatrische problematiek. Te denken valt dan aan PDDNOS, ADHD,

angst- en stemmingsproblematiek en overige gedragsproblemen. In acht bijeenkomsten wordt de kinderen geleerd hun aandacht te trainen, waardoor ze meer in het hier en nu kunnen blijven. Ze worden zich meer bewust van hun gedachten, gevoelens en hun automatische reacties waardoor ze lastige gevoelens leren accepteren, ze leren om te gaan met belemmerende ge-

dachten en bewuster te reageren en aardig te zijn voor zichzelf en anderen. De training is zowel preventief, als behandeling, en in het kader van consolidatie en ter voorkoming van een terugval in te zetten. De schrijvers geven duidelijk aan wat de voorwaarden en contraindicaties zijn. Zo wordt terecht aangegeven dat je als trainer goed


Pagina 23

2014, Nummer 2

Bijzonder Mindful (Vervolg) onderlegd moet zijn in mindfulness en van hen wordt dan ook onder andere verwacht dat zij zelf een mindfulnesstraining hebben gevolgd. Tevens wordt de rol van de ouders benadrukt. Zij worden actief betrokken bij de training middels een aantal ouderbijeenkomsten en van hen wordt verwacht de kinderen thuis te ondersteunen. Tot slot wordt er veel waarde gehecht aan een vaste structuur, om zodoende de bijeenkomsten voorspelbaar te laten zijn en daarmee de kinderen overzicht en duidelijkheid te bieden. En dat is voor de doel-

groep waarvoor deze training is ontwikkeld geen overbodige luxe. Het draaiboek is erg toegankelijk. Het hele protocol van kennismakingsgesprek tot en met terugkombijeenkomst is stap voor stap en zeer helder beschreven. Daarnaast worden er veel voorbeelden gegeven van vragen en opmerkingen die je als trainer kunt geven tijdens de bijeenkomsten. Het resultaat is een uiterst praktische handleiding die inspireert en na het lezen direct uitnodigt om mee aan de slag te gaan.

De schrijvers zijn er in geslaagd de principes van mindfulness te integreren in een breed inzetbare training voor kinderen/jongeren. Bijzonder mindful is een echte aanrader voor behandelaren die met kinderen en jongeren werken en mindfulness willen toevoegen aan hun behandelaanbod.

De topsporter die zijn sport haat Amber van Es

‘Open’ is een autobiografie van Andre Agassi, een tennisser die de wereld jaren geboeid heeft met de kwaliteit van zijn tennisspel. Andre is de vijfde tennisser in de geschiedenis die alle vier de Grand Slam toernooien heeft gewonnen. In de lijst van Tennis Master Serie titels staat Andre in 2013 als derde in de lijst. Hiernaast staat Andre bekend

om zijn haat voor tennis. In dit boek stelt Andre zich letterlijk open voor de wereld. Hij neemt je mee in de gedachten en gevoelens die hij door zijn carrière heen heeft gehad. De titel van het boek heeft tevens betrekking op de Grand Slam toernooien die Australian Open, Open Franse Tenniskampioenschappen, Wimbledon en US Open heten. Op de kaft van het boek staat dat het een net zo interessant boek is voor mensen uit de tenniswereld als voor mensen die hier niets van af weten. Wat niet op de kaft staat, is dat dit boek ook interessant is voor psychologen en sportpsychologen. Openhartig vertelt Andre de lezer over zijn gedachten en gevoelens. Hij neemt je mee door zijn jeugd, zijn transitie van tennisser naar topsporter, naar hoe zijn relaties ontwikkelen en hoe hij uiteindelijk va-

der wordt. Er is goed te lezen welke copingsstijlen hij hanteert en hoe deze in de loop der jaren veranderen. De rode lijn die in het boek zit is de zoektocht van Andre naar wie hij nu eigenlijk is. Wat is zijn plaats in de wereld? Andre is in zijn boek goed te analyseren. Als (sport)psycholoog kun je zien dat mentale training zo belangrijk is in de topsport. Wanneer Andre stopt met tennis, zit hij dan in een identiteitscrisis of neemt zijn haat voor tennis het over? Waarom tennist hij überhaupt nog als hij er zo’n intense afkeer van heeft? Heeft hij relaties omdat hij verlangt naar liefde of verlangt hij naar erkenning? Lees en laat je verwonderen door de paradoxale belevingswereld van één van de grootste tennissers van onze tijd!


2014, Nummer 2

Pagina 24

Psychologische feitjes (of fabels) Vervolg

Kan je bij een peuter al voetbaltalent herkennen?

VVV Venlo contracteerde 3 jaar geleden wel een heel bijzonder talent: een destijds nog maar 1,5 jaar oud peutertje. Hij werd bekend toen zijn vader een filmpje op You Tube zette: het ventje weet in 3 schoppen 3 ballen in een doos te mikken. Maar kun je aan een peuter van 1,5 al zien of het een voetbaltalentje is? “Nee!” zeggen medewerkers van het Kinder Ouder Sport Advies Centrum in Amsterdam. Je kunt bij een kind van 1,5 nog niet zien of die aanleg heeft om profvoetballer te

worden. Wat je wel kunt constateren is of een kindje van 1,5 jaar snel leert. Of dat hij bij een bepaalde motortische ontwikkeling voorloopt op leeftijdgenootjes. Maar denk ook aan andere voorwaarden die nodig zijn: onderwijs, juiste club, juiste trainers, financiële draagkracht, fysiotherapeut etc. Wat de carrière van veel profsporters kenmerkt is dat ze tot ongeveer hun 12de allerlei sporten hebben beoefend en daarna een keuze maakten. Ze ontwikkelen zo een uitgebreid motorisch programma, waardoor ze onder

verschillende omstandigheden goed presteren. VVV Venlo contracteerde het ventje met een symbolisch proefcontract voor 10 jaar. Natuurlijk met een knipoog, maar op hun site wensten ze (destijds) het peutertje wel een succesvolle voetbalcarrière toe. Lees het gehele artikel op: http://www.quest.nl/artikel/kun-jebij-een-peuter-al-voetbaltalentherkennen

Volgende editie: Start sharing !

De volgende editie van het NBTP Magazine zal uitkomen onder het thema Start Sharing!. In deze congreseditie is alle informatie terug te vinden over het congres Start Sharing. De sprekers van die dag worden voorgesteld en o.a. de workshops worden bekend gemaakt. Deze editie van het Online Magazine zal op 21 september a.s. verschijnen als online versie. Mocht je interesse hebben om in dit magazine te adverteren? Of heb je interessante informatie voor TP-ers om te delen (sharing)? E-mail dan naar: magazine@nbtp.nl.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.