Nbtp magazine ons brein

Page 1

Jaargang 1 Ψ Nummer 3 Ψ September 2013

Thema: Ons brein Koopgedrag

3

Tot nu toe blijkt dat 90% van onze beslissingen onbewust gebeurt. De neurowetenschapper is bezig met de vraag: Hoe kan men dit onbewuste beïnvloeden?

Brein verslaafd

4

Ons brein waarschuwt ons voor gevaar. Ook voor gevaarlijke mensen. Hoe komt het dan dat sommigen verliefd worden op mensen die hen schaden. En hoe begeleid je deze mensen?

Help je studiebrein 7

Trends

In dit artikel beschrijf ik vijf zogenaamde ‘sleutels’ die de deuren openen naar een effectiever studiebrein. Mijn studietips voor psychologie studenten!

In trends en ontwikkelingen kan je meer lezen over meditatie, psychotrauma en een nieuwe meldcode die van kracht is gegaan.

Update NBTP projecten - In oktober vindt het derde congres van de NBTP plaats. Kaarten kopen kan via www.nbtp.nl/boxoffice. - De geheel vernieuwde website van de NBTP is per 1 september online! Neem een kijkje op www.nbtp.nl. Vragen kan je stellen via de NBTP helpdesk op www.nbtp.nl/support of via e-mail: info@nbtp.nl. - De projectgroep online magazine is altijd op zoek

naar schrijvers. Heb jij een leuk item dat binnen het thema past? Mail naar magazine@nbtp.nl en ontvang meer informatie. - Een eerste opzet van de beroepscode en het beroepsprofiel is gemaakt. 1 januari 2014 staat er een definitieve versie. Er is nauw contact met het LOOTP. - NBTP werkt aan een kwaliteitsregister. De structuur is in grote lijnen al bepaald. NBTP is nu nog bezig met de inhoud. - De eerste intervisie bijeen-

19

In dit nummer: komsten hebben op verschillende locaties in Nederland plaats gevonden. Momenteel kijkt de NBTP voor uitbreidingsmogelijkheden. - Er start op korte termijn een projectgroep ZZP & Verzekeringen, waar de NBTP collectieve kortingsafspraken met verzekeraars wil maken. Ben je ZZP’er en wil je aanhaken? Mail naar info@nbtp.nl en vermeld daarbij ‘ZZP & Verzekeringen’. We nemen contact met je op!

Van de redactie

2

Van de voorzitter

2

Koopgedrag beïnvloeden

3

Het brein verslaafd aan liefde

4

Help je studiebrein

7

Een nieuwe weg inslaan 10 Worden wie je bent

12

TP-er @ work

15

Lichaamsgericht traumatherapie

17

Gedeeld, gezocht en gevonden

18

 Het congres Inspire heet?

Trends & Ontwikkeling

19

 Er drie workshops gegeven

Boekbespreking

20

Inspire!

21

Wist je Dat...  De NBTP een nieuwe website heeft?

 De NBTP een nieuw congres organiseert?

gaan worden?

 Deze drie workshops Positieve Psychologie, Het Juiste CV en Netwerken zijn?

 De Algemene Leden Vergadering zal plaatsvinden na de workshops?

Op 10 Oktober a.s. organiseert de NBTP het congres:


Pagina 2

2013, Nummer 3

Van de redactie Colofon Hoofdredacteur Hans van Doremalen en Annette BeuzeSilvester Projectleider Sophie de Haan Redactie Annette Beuze-Silvester, Mirella Brok, Hans van Doremalen, Jiska Duurkoop, Amber van Es, Sophie de Haan, Paulien van der Krift en Magda Slimmens-Bos. Gastschrijvers Joost Burger, Mirella Duiven en Lex Goos Art director/ Cartoonist Amber van Es / Bas van Elk Bestuur André Lollinga (voorzitter), Jenny Schoonbeek (secretaris), Hans Weijmer (penningmeester), Sophie de Haan, Monique Korpershoek, Elout van Leeuwen en Magda Slimmens-Bos.

Ons brein Sophie de Haan Dit nummer heeft als thema het brein. Een erg breed onderwerp, want veel van ons denken, doen en voelen wordt door deze ‘black-boxbovenkamer’ aangestuurd. Er is nog erg veel onbekend over ons brein. Tijd om er dieper in te duiken, om zo meer duidelijkheid te verschaffen. Hoe zit het met verliefdheid en het brein? Welke stofjes maken we aan wanneer we in de staat van verliefdheid verkeren? Mirella Brok

schrijft hier meer over. En een heel andere invalshoek is de brug naar lichaamsgerichte therapie bij psychotrauma. Deze vorm begint ook in Nederland steeds meer aandacht te krijgen. Je leest het in een casus van Joost Burger. Hij leerde hier meer over in Engeland en Zwitserland. Verder vind je in dit nummer natuurlijk ook columns, een boekbespreking en informatie over recente ontwikkelingen binnen ons vakgebied. Ik wens je veel leesplezier!

Website www.nbtp.nl Onderwerper logo Anne Sesink en Joost Snel Lidmaatschap Wil je je gegevens wijzigen of kan je niet meer inloggen op Mijn NBTP van http:// mijn.nbtp.nl, neem dan contact op met ledenadministratie@nbtp.nl. Wil je je uitschrijven? Je kan je uitschrijven via mijn.nbtp.nl/uitschrijven. Uitschrijving dient minimaal één maand voor het einde lidmaatschap plaats te vinden. Lid worden? Dat kan via mijn.nbtp.nl

Contributie De contributie voor het jaar 2013 is vastgesteld op 10 euro voor studentleden en 25 euro voor leden. Niets uit deze uitgave mag, noch geheel, noch gedeeltelijk, worden overgenomen en/of vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. We zijn niet aansprakelijk voor fouten, verkeerde interpretatie te gevolge van de uitgave van de NBTP Magazine. Aan deze uitgifte kunnen geen rechten worden ontleend. Het kopiëren of vermenigvuldigen van de NBTP Magazine is niet toegestaan, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.

Van de voorzitter

Onze relatie tot jou André Lollinga Het derde magazine al weer. Zo vliegen de maanden voorbij en zien wij het magazine steeds professioneler worden. Zo zie ik ook de vereniging en de TP’ers in het werkveld ook steeds professioneler worden. Als vereniging zijn we natuurlijk constant bezig met professionalisering aangezien dit de tweede van onze drie peilers is. Daarom een korte update wat jullie kunnen merken op dit gebied

bij de NBTP. We zijn enorm trots op de ontwikkelde beroepscode, het beroepsprofiel, het kwaliteitsregister, bijscholingsmogelijkheden bij RINO en ECP (registratie voor declaratie zorgverzekeraars). Meer over deze fantastische ontwikkelingen op het congres en ALV van 10 oktober! Graag maak ik van deze gelegenheid gebruik om nu ook alle vrijwilligers alvast te bedanken voor de uren aan werk die zij hebben ingezet om deze aspecten van professionalisering tot dit hoge niveau te krijgen! Geweldig!

NBTP zoekt nieuwe bestuursleden!


2013, Nummer 3

Pagina 3

Is ons koopgedrag te beïnvloeden? Annette Beuze-Silvester Hoe beïnvloedbaar is ons koopgedrag? Hoe werkt dit in onze ‘bovenkamer’? Gelukkig weten we steeds meer over hoe het er ‘daar’ aan toe gaat door de vele onderzoeken die hiernaar worden gedaan middels MRI, EEG, ECG, enzovoorts. De tijd van de Frenologie ligt al weer een tijdje achter ons. Waarschijnlijk weet je als Toegepast Psycholoog wel waar ons ‘genotscentrum’, (Nucleus accumbens) zich in onze hersenen bevindt. Hier lijkt de marketingstrategie zich op te baseren. Maar wanneer wordt dit centrum nou eigenlijk geactiveerd? De geur van appeltaart en vers brood “Je moet appeltaart bakken als ze je huis komen bezichtigen!” Een aantal jaren geleden was dit helemaal ‘hot’. De geur zou de potentiële kopers gegarandeerd over de streep trekken. Tegenwoordig hoor ik weer andere strategieën om een huis te verkopen, waarbij het fenomeen geur en emotie steeds weer opduikt. Was er niet een onderzoek van een supermarkt die beweerde dat mensen meer kochten als ze de geur van versgebakken brood in de winkel konden ruiken? Ineens komt in mij op dat ze hierin wel eens gelijk kunnen hebben. Want welke

grote supermarkt heeft tegenwoordig geen eigen afbak-afdeling? Maar het gaat natuurlijk niet om geur alleen. Naast gebruik te maken van al onze zintuigen, en daarmee het activeren van ons geluksgevoel, worden tal van andere stategiën op de welwillende consument losgelaten, zoals blijkt uit het onderzoek van Robert Cialdini (zie kader). Gelukkig (of misschien jammer genoeg) hebben we ook nog zoiets als een ‘geweten’ (insula). Hierdoor laten we ons niet altijd door alle verkooptrucs van de marketingafdelingen leiden; Maar neuro-wetenschappers zijn hard op weg naar het vinden van onze motivatie rondom ons koopgedrag, oftewel het raadsel rondom ons besluitvormingsproces. Sommige consumenten vinden dit toch wel een beetje ‘eng’. Men is bang dat anderen controle krijgen over hun gedachten… Zelf denk ik dat ons gedrag niet helemaal voor 100% voorspelbaar is. Naar mijn idee laat ik mij zeker wel beïnvloeden, maar ik denk dat ik niet overal gevoelig voor ben. Het ligt ook aan de omstandigheden waarin ik mij bevindt, mijn gemoedstoestand, tal van andere aspecten die mee wegen, en natuurlijk ook aan mijn persoonlijkheid

De zes verleidingsgeheimen volgens Cialdini - Wederkerigheid: Het krijgen en teruggeven. Dit zijn vaak de gratis weggevertjes of extraatjes. Velen zijn dan sneller geneigd iets te kopen, bij wijze van ‘teruggeven’. - Schaarste: De meest voorkomende onderbewuste prikkel. Men koopt sneller iets als het ‘bijna op’ is, of als er nog maar één exemplaar van is. - Autoriteit: We vertrouwen op de kennis van een expert. Zo kopen we sneller iets als een kenner zegt dat het een goed product is, of als de Consumentengids het aanprijst. - Sociale bewijskracht: Mensen willen zich identificeren met leeftijdsgenoten en vrienden. We kopen dus sneller iets als onze ‘kring’ dit ook doet, of als je weet dat 80% van je leeftijdsgenoten het koopt. - Sympathie: Mensen zeggen eerder ‘ja’ tegen een product als ze de verkoper aardig vinden of het bedrijf sympathiek. - Consistentie en binding: Mensen zijn graag consequent. Als we eerder ‘ja’ tegen een product zeiden, neigen we dat in de toekomst ook te doen. Dit geldt voornamelijk voor abonnementen en donaties.

of dit al dan niet gebeurt. Tenminste, zo ervaar ik het zelf. Neuromarketing Tot nu toe blijkt dat 90% van onze beslissingen onbewust gebeurt. De neuro-wetenschapper is bezig met de vraag: Hoe kan men dit onbewuste beïnvloeden? Maar wat als we het eens van de andere kant gaan bekijken? De kant van de koper. Als je als consument al weet hoé de overtuigingsprincipes werken, dan is men zich er toch (meer) van bewust? Kan het zijn dat men daardoor juist minder beïnvloedbaar is? Volgens psycholoog Maud Ebbink in haar column ‘het geheim van het winkelbrein’ in de Telegraaf is dit wel dé truck. Ken de trucks van Cialdini, en herken je eigen valkuilen, dan gaat het niet meer zo snel ‘mis’. Of denk je als lezer hier toch anders over? Reacties zijn van harte welkom! Het kost bijna niets! Verder heb ik nog een kleine selectie interessante boeken voor je, mocht je er meer willen weten over of ‘onze eigen vrije wil’ nu eigenlijk wel bestaat...

Leestips -De vijfde revolutie - omdat hersenwetenschap onze wereld gaat veranderen - Lone Frank -Genot als kompas - David J. Linden. -Ben ik dat? : wat hersenonderzoek vertelt over onszelf - Mark Mieras, Rita Jager -De vrije wil bestaat niet - over wie er echt de baas is in het brein - Victor Lamme -Neuromarketing ; understanding the “buy button” in your customer’s brain - Patrick Renvoisé -De sites http://www.consumpsy.nl/ info/in-de-media.html - En http:// www.martinlindstrom.com/books-bymartin-lindstrom/


Pagina 4

2013, Nummer 3

Hoofdartikel

Je brein verslaafd aan liefde Mirella Brok Om te overleven voelen mensen angst, wantrouwen en achterdocht. Deze gevoelens laten ons weten dat er gevaar dreigt. De amygdala in de hersenen zorgt ervoor dat we vluchten of vechten. Toch zijn er mensen die tegen deze natuurwetten in, een gevaarlijke relatie aangaan. Hoe werkt dat? Ik beantwoord die vraag door te schrijven over de fysiologische en de mentale processen van verliefdheid.

“Verliefdheid heeft iets weg van een psychiatrische stoornis.”

Verliefde hersenen zijn anders dan liefdeshersenen Het is lastig om nuchter te denken met verdoofde hersenen. Verliefde hersenen lijken op hersenen onder invloed van cocaïne. De hersengebieden, die zorgen voor een geluksgevoel, lichten op. Hersengebieden verbonden met slechte stemmingen worden uitgeschakeld (Bartels en Zeki in Kast, 2006). Het lichaam vertoont ook biochemische gelijkenissen met dwangneuroses (daling van serotonine in het bloed) (Marazziti in Kast, 2006). Onze hersenen belonen verliefdheid met hormonen (Precht, 2010 en Kast, 2006). Wanneer men het ‘shot’ liefde niet meer krijgt, kan een afgewezen verliefde lijden onder de afwijzing, zoals een drugsverslaafde lijdt (Roberts & Padgett-Yawn, 1998). De verliefde wil zijn ‘shot’ liefde hebben en raakt daarvan in een ‘roes’ verliefdheid. De

belangrijkste gedachten van een verliefde; hoe arrangeer ik een nieuwe ontmoeting met mijn lief. Eenmaal verslaafd wil men de negatieve effecten van stoppen met de liefde – ook wel ‘eenzaamheid’ genoemd - vermijden. Verliefde mensen voelen zich levenslustig omdat zij zich snel ontwikkelen. Door met hun partner te praten en een deel van elkaar te worden, ontplooien zij zichzelf op speelse wijze (Aron in Kast, 2006). Bij verliefd worden hoort het zien van mogelijkheden, heftigere motieven, verlangens en begeerte. De verliefdheid is op z’n heftigst wanneer deze wederzijds is (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005).

Neurotransmitters bij verliefdheid

Verliefdheid heeft iets weg van een psychiatrische stoornis, aangezien het de normale waarneming- en besluitvormingvermogen aantast (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005 en Precht, 2010). Vroeger behandelde artsen een heftige verliefdheid als obsessieve stoornis. Obsessie is een angst waarbij men steeds bezig is met dezelfde gevoelens en gedachten. In dit geval onze geliefde. Een obsessie zegt meer over de geestestoestand van de geobsedeerde dan de waarde van de relatie (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005). Of de relatie goed voor ons is, lijkt dus ondergeschikt belang. Een relatie die begint met obsessie, is eenzijdig en onrealistisch (Roberts & Padgett-Yawn, 1998). Een zekere mate van obsessie is goed, omdat het een aanzet is tot romantische liefde. Het zorgt voor een introductieperiode waarin we de ander willen leren kennen om goed te kunnen bepalen of we een relatie aan willen gaan (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005).

‘Gevers’; Zij willen anderen veel liefde geven, ook al is de relatie slecht. In plaats dat dit een reden is om weg te gaan, is dit een reden om te blijven. ‘Als ik nog meer mijn best doe, zal het anders zijn’. Over hen gaat de rest van het artikel.

Opwinding, positief of negatief, maakt adrenaline aan. Hierdoor voelen wij ons levendig. Het biedt op de korte termijn een geweldige ontsnappingsmogelijkheid. Deze beloning werkt verslavend. Liefde lijkt wel verslavend. Er zijn drie soorten liefdesverslaafden (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005). ‘Nemers’; Zij geven geen liefde en zijn niet geïnteresseerd in de persoon die hen liefde geeft. Het gaat hen om het ontvangen van affectie, genegenheid, bevestiging. ‘Relatiehoppers’; Het gaat hen om de kick van de verliefdheid.


2013, Nummer 3

Pagina 5

Je brein verslaafd aan liefde (Vervolg)

Aantrekking & verliefdheid In de relatie - Gehechtheid

Neurotransmitter

Uitleg

Dopamine

Obsessie, focus, doelgerichtheid, verlangen, geluksgevoel, vernauwd aandacht. Aangemaakt bij verliefdheid en uitstel van plezier.

Noradrenaline

Snel veel informatie over elkaar leren & uitbundige gevoelens. Antidepressiva verhogen noradrenaline. Dit verstoord verliefdheid.

Serotonine

Serotonine daalt door dopamine en noradrenaline. Het zorgt voor nutteloos dagdromen, idealiseren, getreuzel, concentratieverlies, peinzen en praten over geliefde. Serotonine is belangrijk voor optimisme, zelfvertrouwen, ontspanning. Een daling zorgt voor somberheid en halsstarrigheid (De Bel, 2011).

Testosteron

Tijdens verliefd zijn daalt dit bij mannen en stijgt bij vrouwen. Alsof de natuur ons tijdens deze fase dichter bij elkaar wil brengen.

Oxytocine

Stuurt hechtingsgedrag aan bij vrouwen, zorgt voor rust en verlaagt angst, stimuleert de neiging tot knuffelen (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005 en Vonk, 2007). Aangemaakt tijdens weeën. Gestimuleerd door seks. Bij zowel mannen als vrouwen verhoogt de oxytocine bij lichamelijk contact en extreem bij het orgasme – veroorzaakt de spiercontractie bij het orgasme van de vrouw wat het zaad opzuigt (Precht, 2010) . De hoogte van oxytocine correleert positief met het genot dat een vrouw ervaart. (Kast, 2006). Uiteindelijk daalt oxytocine en blijft de liefde nadat we hebben ‘leren’ houden van iemand. Oxytocine en vasopressine verlagen dopamine en noradrenaline.

Vasopressine

Stuurt hechtingsgedrag aan bij mannen. Gestimuleerd door seks. Bij de man verhoogt vasopressine wanneer hij opgewonden is (Kast, 2006).

Neurotransmitters bij verliefdheid (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005) Psychologische verklaringen voor liefdesverslaafde ‘Gevers’

lijkt belangijker dan een daadwerkelijk goede relatie.

Verliefd zijn is niet alleen iets van de hersenen. Het is ook een psychologisch proces waarbij we een ander willen zien in het licht van onze verlangens. Desnoods vervormen we de ander (Vansteenwegen, 1992 & 2009).

Naast bevestiging in ons patroon is bevestiging in ons zelfbeeld belangrijk. Soms houden we van iemand, omdat die persoon ons bevestigt in ons zelfbeeld (Sternberg, 1998). Een negatief gevoel, voortkomend uit de relatie, kan passen bij een negatief zelfbeeld (Precht, 2010). Dit is bij veel ‘Gevers’ het geval. ‘Gevers’ zijn ook veel meer bezig met wat anderen van hen vinden dan dat zij zich afvragen; wat vind ik eigenlijk van een ander? Uiteindelijk wordt de ander en diens gedrag/ emoties de barometer van de emoties van de ‘Gever’. Dit en gebrek aan sociale steun, zorgt er voor dat de ‘Gever’ geïsoleerd raakt (Norwood, 2006). In staat zijn tot een gezonde liefde vraagt dus om een gezond zelfbeeld en bewustwording van het einde

Volgens Norwood (2006) komen veel ‘Gevers’ uit een gezin dat problemen ontkent. Er wordt niet voorzien in de emotionele behoeften van het kind. De ‘Gever’ leert eigen waarnemingen en gevoelens te ontkennen. Het patroon van liefhebben van emotioneel niet beschikbare geliefden en deze pijn als liefde te zien herhaalt zich bij partners. Kinderen (ook volwassen kinderen) zijn loyaal naar hun ouders toe. Vanuit deze loyaliteit ontstaan soms patronen die we lastig loslaten (Michielsen e.d. 2010). Een bevestiging van het patroon

van zichzelf en het begin van de ander. De liefde van een rijp persoon is minder chaotisch, dramatisch, onzeker, verslavend en meer vriendschappelijk en betrokken. ‘Gevers’ zijn emotioneel onvolwassen. Zij worden vaak sneller, heftiger en vaker verliefd. (Roberts & Padgett-Yawn, 1998). ‘Gevers’ kampen met een aantal denkfouten. Allereerst meten ze de mate van hun liefde af aan de mate van de kwellingen. Het is dan ook eigenlijk te gek voor woorden dat iemand niet van je houdt, terwijl je jezelf zo moedig en onbaatzuchtig opoffert, de partner MOET wel van de ‘Gever’ houden, toch? (Norwood, 2006) Externe en interne attributie is de volgende denkfout. De ‘Gevers’ draaien de attributie precies om. Slecht gedrag van de ander leggen zij uit aan de hand van externe factoren en eigen slecht gedrag aan de


Pagina 6

2013, Nummer 3

Je brein verslaafd aan liefde (Vervolg)

hand van interne factoren (Norwood, 2006). Dit is een denkfout die nietliefdesverslaafden niet maken (Vonk, 2007). De laatste denkfout zit in het investeren. Geen enkele relatie kan altijd slecht zijn. Net wanneer de ‘Gever’ genoeg heeft van alle drama en wil vertrekken, dan beloont de partner het gedrag van de ‘Gever’. Weggaan is dan natuurlijk zonde, na alles dat geïnvesteerd is. Hoe minder frequent beloning en straf, hoe beter we leren (Rombouts, 1992). En de ‘Gever’ leert dat investeren iets opleverde. Dus gaat zij verder met nog beter haar/zijn best doen. Weer terug naar onze hersenen. De hersenen (vooral van mannen) kunnen de emoties, die voortkomen uit de situatie, toekennen aan een persoon. Deze misattributies van ons gevoel wordt verklaard door de Two factor theory of emotion. Al onze gevoelens hebben een lichamelijke prikkel met een daarbij horende of misplaatste interpretatie. Angst bevordert verliefdheid. Mits je de persoon al aardig vindt voordat je angstig werd, anders werkt het averechts (Dutton en Aron in Vingerhoets & Van Tilburg, 2005, en Vonk, 2007 en Vansteenwegen, 1992 en Precht, 2010).

Samenvattend lijkt het dus juist de angst te zijn die liefdesverslaafde ‘Gevers’ in een ongezonde relaties houdt. Alsof de amygdala de ‘Gevers’ waarschuwt en hen laat vechten. Vechten om loyaal te blijven aan hun ouderlijk gezin (contextuele psychologie) en hun zelfbeeld (ontwikkelpsychologie). Vechten voor hun beloning (leerpsychologie) en hun gelijk (cognitieve psychologie). Vechtend op een cocktail van hormonen en opwinding (verslavingpsychologie). Hoe stop je als toegepast psycholoog het gevecht?

ontdekken, emoties te ervaren, erkennen, begrijpen en ontwikkelen. Op systemisch niveau toon je het koppel/de cliënt de dynamiek van het patroon, het eigen aandeel en het aandeel van de ander. Leer de koppels te communiceren over grenzen. Op contextueel niveau geef je psychoeducatie over een rechtvaardige balans. Onderzoek met het koppel/de cliënt of er roulerende rekeningen, parentificatie, destructief recht zijn. Verwijs hen eventueel naar een Norwood hulpgroep.

Begeleidt je cliënt(systeem) op je eigen kennisgebied. Op intra-psychisch niveau leer je cliënt(en) zichzelf te (her)

Bel, S. de (2011) Het relatieparadijs voor singles, vrijheidsstrijders en tortelduifjes. Utrecht: Saskia de Bel en Kosmos Uitgevers B.V. Dowrick, S. (2001) Single; Intimiteit & Alleen zijn. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Contact. Kast, B. (2006) De liefde. En waar de hartstocht vandaan komt. Amsterdam: Uitgeverij Wereldbibliotheek Michielsen, M., Mulligen. W. van, Hermkens, L. (2010). Leren over leven in loycaliteit. Over contextuele hulpverlening. Leuven: Uitgeverij Acco. Norwood, R. (2006) Als hij maar gelukkig is – Vrouwen die te veel in de liefde investeren. Amsterdam: Anthos Precht, R.D. (2010) Liefde voor gevorderden. Schiedam: Scriptum, Lannoo. Roberts, A., Padgett-Yawn, B. (1998) Liefde en seksualiteit. Keulen: Könemann Verlagsgesellschaft mbH Rombouts, H. (1992) Echt verliefd – Analyse van een emotie. Amsterdam: Boom Sternberg, R.J. (1998) Cupid’s Arrow – the course of love through time. Cambridge: Cambridge university press. Vansteenwegen, A. (2009) Vreemdgaan met je partner. Tielt: Uitgeverij Lannoo Vansteenwegen, A. (1992) De ongedroomde eenheid – Liefde na verschil. Tielt: Uitgeverij Lannoo Vingerhoets, A., Tilburg, M. van (2005) De ondragelijke lichtheid van de liefde. Antwerpen: Standaard Uitgeverij NV Vonk, R. (2007) Sociale psychologie. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff bv


2013, Nummer 3

Pagina 7

Help je studiebrein een handje: Studietips Paulien van der Krift Ik kan me het moment nog goed herinneren, de eerste keer dat ik dat paarse boek in handen kreeg. Het was mijn eerste studieboek voor Toegepaste Psychologie. Psychologie, een inleiding heette het. Een informatie -pakket met piepkleine letters gepropt in 725 pagina’s. Na de fase van enthousiasme, zonk de gedachte in: hoe ga ik dat allemaal in hemelsnaam uit mijn hoofd leren? Het antwoord vond ik in de educatieve kaders met de titel ‘Psychologie gebruiken om psychologie te leren’. Het brein kan bij tentamens de ergste vijand of de beste vriend van studenten zijn. Eerst moet alle stof binnenkomen en daarna moeten we het ook nog correct zien op te halen. Mijn medestudenten hebben me vaak gevraagd hoe ik het doe. Middels dit artikel probeer ik antwoord te geven op die vraag en zal ik studietips delen met mijn medepsychologiestudenten.

Hoe werkt het geheugen ook al weer? Ons geheugen bestaat grofweg uit drie delen: het sensorisch geheugen, het werkgeheugen en het langetermijngeheugen. De bestemming voor de lesstof is het langetermijngeheugen: het eindeloze warenhuis met onbeperkte opslagruimte. Het werkgeheugen daarentegen, is beperkt in zowel ruimte als tijd. Informatie vasthouden in het werkgeheugen kan werken als je gebruik maakt van het befaamde ‘laatste moment’, maar het grote nadeel is dat het hoogstwaarschijnlijk onvoldoende is. Je brein kan niet alle noodzakelijke informatie opnemen én ordenen én correct opslaan in zo’n korte tijd. Vandaar dat we ons richten op het langetermijngeheugen. Hoe ging dat

ook al weer, informatie sluizen door het werkgeheugen en vervolgens verankeren voor lange termijn? Zodra je nieuwe informatie binnenkrijgt probeert je brein dit te coderen. Het langetermijngeheugen kun je zien als een archiefkast met verschillende mappen, waarbij alles zorgvuldig is gesorteerd en geordend. Succesvol coderen betekent dat nieuwe informatie in de juiste mappen terecht komt. Eenmaal geslaagd betekent dit ook dat je de informatie later makkelijker kunt terughalen. Vergelijk dit maar met een kast in onze (woon) kamer: als je kast overzichtelijk is ingericht, je de mappen op de juiste plek wegzet en papieren in de juiste mappen stopt, kun je ze ook makkelijker terugvinden.

Tip 1 Hersendelen activeren

Tip 2 Overzicht en schematisering

Tip 3 De vijf sleutels tot het geheugen Toen ik net aan de opleiding begon en deze samenwerking met mijn geheugen officieel maakte, heb ik vijf sleutels tot me genomen waarmee ik mijn studiebrein een handje kon helpen. Ik noem ze ‘sleutels’ omdat deze strategieën symbolisch gezien de deuren openen naar het langetermijngeheugen. Per sleutel zal ik uitleggen wat het inhoudt en hoe ze het studiebrein moeten helpen.

Sleutel 1: Hersendelen activeren Studeren voor tentamens omvat meer dan alleen boeken lezen en proberen de informatie in te stampen. In feite worden al je zintuigen geprikkeld tijdens studeren en gebruiken we meer hersengebieden dan dat je misschien zou denken. Bij het luisteren tijdens hoorcolleges en door de lesstof na te bespreken, activeer je de auditieve gebieden in de

Chunking en elaboratie

Tip 4 Toegang GEWEIGERD

Tip 5 Studentzijnde


Pagina 8

2013, Nummer 3

Help je studiebrein een handje (Vervolg) temporaalkwabben (belangrijk bij het vormen van auditieve herinneringen). Door ondersteunende tabellen, filmpjes en foto’s te bekijken, activeer je delen van de occipitale en de pariëltale kwabben, die betrokken zijn bij het vormen van visuele en ruimtelijke herinneringen. Door samenvattingen of aantekeningen te maken, gebruik je de motorische cortex van de frontaalkwabben. Door na te denken over welke vragen op het tentamen gesteld kunnen worden en zelf vragen te bedenken, activeer je gebieden in de frontaalkwabben die betrokken zijn bij probleemoplossend denken (Zimbardo, Johnson & McCann, 2009). Dit laatste kun je doen door de kopteksten in je samenvatting in vraagvorm te stellen, waarbij de paragraaf dient als het antwoord. Door al deze hersengebieden te betrekken bij het studeren, wordt je lesstof multidimensioneel en sta je het studiebrein toe gemakkelijker informatie te koppelen aan het geheugennetwerk. Slechts staren naar het boek helpt je brein niet. Kortom: lees, luister, kijk, schrijf, praat en bezin!

Sleutel 2: Overzicht en schematisering Zoals ik eerder zei, is het langetermijngeheugen gebaseerd op ordening van informatie. Zorg er daarom voor dat je de lesstof op ‘orde’ hebt. Richt je samenvatting overzichtelijk en logisch in, door gebruik te maken hoofdstukken en paragrafen met kopteksten. Zorg ook voor overzicht in je aantekeningen. Chaos is ‘killing’ voor het studiebrein. Je lesstof wordt opgeslagen in het semantische deel van het declaratief geheugen. Dit geheugen gebruikt schema’s om herinneringen op te slaan. Dat zijn clusters van gerelateerde informatie. In Psychologie, een inleiding

staat een simpel voorbeeld: als je denkt aan ‘verjaardag’, denk je automatisch aan een taart, gelach, bier, slingers, enzovoorts. ‘Verjaardag’ is hierbij een schema die met bijbehorende details in je geheugen ligt opgeslagen (Zimbardo, Johnson & McCann, 2009). Om het voor je brein makkelijker te maken herinneringen te vormen van de lesstof, kun je die informatie alvast schematiseren. Daarvoor kun je gebruik maken van bijvoorbeeld de mindmap-strategie. Door hoofdzaken en bijzaken te scheiden en te koppelen, maak je je studiebrein duidelijk hoe de cluster in het semantisch geheugen eruit moet zien. Tegelijkertijd activeer je met een

mindmap het visueel geheugen. Je maakt immers een afbeelding van de lesstof! Je brein onthoudt dan niet alleen de woorden die je opschrijft, maar maakt ook een ‘foto’ van je schema.

Sleutel 3: Chunking en elaboratie Rijtjes stampen, wie kent het niet? Je moet een lijst aan symptomen

onthouden of alle stappen van een psychologisch model kunnen noemen en omschrijven. Rijtjes moeten eerst de reis door het werkgeheugen overleven. En die heeft gemiddeld maar ruimte voor zeven ‘items’ tegelijk. Een truc is om informatie samen te voegen, zodat het wel in het werkgeheugen past. Deze methode wordt chunking genoemd (Zimbardo, Johnson & McCann, 2009). Bijvoorbeeld: zeg eens je telefoonnummer hardop op. Je zult merken dat je die niet in één keer opzegt, maar in delen, te beginnen met ‘nul zes’. In plaats van tien cijfers, wordt je telefoonnummer verdeeld in ongeveer vijf chunks. Om rijtjes te onthouden maak ik gebruik van chunking, door begrippen af te korten. Bijvoorbeeld wanneer ik de kenmerken van een depressieve episode moet onthouden: 1) Gewichtstoename of –afname 2) Teveel of te weinig slapen 3) Vertraagde bewegingsreacties 4) Vermoeidheid en energieverlies 5) Gevoel van waardeloosheid 6) Verminderde concentratie 7) Terugkerende gedachten aan dood/ suïcide Het zijn zeven ‘items’, maar door de bijvoeglijkheden neemt het meer ruimte van het werkgeheugen in beslag. De afkorting wordt GSBVWCGDS, vervolgens verdeeld in chunks: GS/BV/WC/GDS. De chunks zijn beter te onthouden, als je gerelateerde begrippen aan elkaar koppelt. In dit geval komen ‘vermoeidheid’ en ‘vertraagde bewegingsreacties’ bij elkaar in de buurt, vandaar de chunk BV. Ook zijn afkortingen zoals BV en WC ons al bekend en daardoor voor het studiebrein toegankelijker. Door middel van repeteren – droog


2013, Nummer 3

Pagina 9

Help je studiebrein een handje (Vervolg) herhalen door op te zeggen – houden we de rijtjes vast in ons werkgeheugen. Maar om ze door te sluizen naar het langetermijngeheugen is actieve elaboratie nodig. Dat betekent actief nadenken en verbanden leggen. Onthoud dat je geheugen een ‘netwerk’ is: informatie die niet wordt verbonden valt weg. Je kunt verbanden leggen door te bedenken dat te veel of te weinig slaap kan leiden tot gewichtsproblemen. Vermoeidheid kan leiden tot minder concentratie. Depressie wordt gekenmerkt door bedroefdheid, wat in verband staat met een gevoel van waardeloosheid. Verlies van energie zal te maken hebben met vertraagde bewegingen. Stel vervolgens jezelf de vraag: wat zijn de zeven kenmerken van een depressieve episode? Door de combinatie van chunks en actieve elaboratie, wurmt de informatie zich door de deur naar het langetermijngeheugen en verankert zich.

Sleutel 4: Toegang geweigerd! We kennen allemaal die momenten waarop de lesstof er maar niet in gestampt wil worden. Het wil niet blijven hangen. We hebben niet altijd zin om te leren, we vertonen weerstand en tegelijkertijd ‘moeten’ we wel.

We halen de lesstof van verschillende vakken door elkaar en weten niet meer wat waarbij hoort. Ineens tijdens het tentamen kunnen we maar niet op dat ene begrip komen! Het geheugen wordt geblokkeerd door wat we interferentie noemen. Dit is vergelijkbaar met de interferentie uit de natuurkunde: twee signalen uit tegengestelde richting botsen en kunnen elkaar versterken of – in dit geval – uitdoven. Op momenten waarop we ‘moeten’ leren maar niet ‘willen’, ontstaat interferentie. Hierdoor is het geheugen niet in staat nieuwe herinneringen te vormen of een bestaande herinnering op te halen (Zimbardo, Johnson & McCann, 2009). Daarom is mijn tip: neem je tijd! Ook leren met weerstand is ‘killer’ voor je studiebrein. Niet alleen blokkeer je het geheugen, maar je geeft jezelf ook nog eens op je kop omdat je vindt dat je ‘moet’. Begin desnoods een paar weken eerder, zodat je jezelf de tijd kan gunnen om een keer geen zin te hebben. Ook geef ik als tip om met één vak tegelijk bezig te zijn en eerst pauze te nemen voordat je van vak wisselt. Leer voor aanvang van tentamen A niet voor tentamen B. Op die manier voorkom je dat je de stof door elkaar haalt en daarmee je geheugen blokkeert.

Sleutel 5: Studentzijnde Lange nachten en meters bier maken voor velen het studentenleven compleet. En hoewel dit geen probleem hoeft te zijn, kan het wel – ook onbewust – invloed hebben op je geheugenprestaties. Ook slaaptekort en te veel alcohol zijn ‘killer’ voor het studiebrein. Te weinig slaap leidt tot concentratieproblemen, verminderde reactiesnelheid en minder ‘breincreativiteit’. Maar hierdoor loop je ook het risico sneller in de stress te schieten en je onzeker te voelen. Een avondje veel drinken tijdens een tentamenperiode kan de natrap zijn, omdat niet alleen je langetermijngeheugen er aanzienlijk slechter door gaat functioneren, maar ook de kwaliteit van je slaap neemt af! En dat terwijl je studiebrein juist goede slaap nodig heeft om herinneringen te kunnen verwerken en op te slaan (Zimbardo, Johnson & McCann, 2009). En hoewel deze tips in het algemeen gelden, is iedereen anders. Mijn tip: gun jezelf een fit studiebrein, leer je geheugen kennen en vind je eigen weg. Geniet van je studie!

Mindmap De Mindmap wordt gebruikt om alle informatie die in de hersenen zijn opgeslagen eenvoudig te vertalen naar een overzichtelijk schema op papier. Dit is een manier dat de mogelijkheid schept om verder te denken dan normaal. De mogelijkheid om nieuwe verbanden te zien en creatievere oplossingen te bedenken. Een Mindmap maken is helemaal niet moeilijk en wordt via deze site stap voor stap uitgelegd.

Zimbardo, P.G., Johnson, R.L., & McCann, V. (2009). Psychologie, een inleiding. Amsterdam: Pearson education Benelux.


Pagina 10

2013, Nummer 3

Gastcolumn

Een nieuwe weg inslaan Lex Goos Het geheugen van een mens wordt van jongs af aan gevormd door onze perceptie. Het legt namelijk niet enkel de werkelijkheid vast en het is zeker niet waarheidsgetrouw. Het geheugen van de mens is een constructief systeem dat de binnenkomende informatie interpreteert en in betekenisvolle patronen reorganiseert. Het geheugen werkt het beste bij informatie waar we veel aandacht aan besteden, bij informatie die ons interesseert, bij informatie die ons emotioneel raakt, bij informatie die aansluit bij eerdere ervaringen en bij informatie die we vaak herhalen. Onze hersenen zoeken de makkelijkste en meest gebruikte verbindingen in de hersenen. En hoe vaker jij een bepaalde denkwijze hanteert of hoe vaak jij je op een bepaalde manier gedraagt des te makkelijker wordt het voor jou als mens om je op dezelfde manier te blijven gedragen. Je bent het nou eenmaal gewend en dus blijf je het zo doen. Dit kan natuurlijk in je voordeel werken, maar ook in je nadeel. Want ook slecht gedrag of negatieve denkwijzen blijven zich herhalen. Hierbij is de simpele formule: zolang je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg. Het is daarom ook lastig om een bepaalde houding, gedraging of denkwijze af te leren omdat onze hersenen de verbinding zo hebben gelegd in de afgelopen jaren. Je kunt dit vergelijken met de stroming van het water in een rivier. De rivier heeft hoogopstaande oevers en hoewel deze door de bochten in de rivier wel wat zullen slijten, blijft het water door de jaren heen via dezelfde weg naar beneden stromen. Water kiest gewoon de makkelijkste weg naar beneden. Als je het pad van de rivier drastisch wilt veranderen zul je een flinke dam op

moeten werpen en een nieuwe geul moeten graven om het water de nieuwe weg te wijzen waarbij ze weer zal kiezen voor de weg van de minste weerstand. Bij het ontstaan van de bron is dit pad veel makkelijker te veranderen dan als de rivier al jaren, decennia of eeuwen hetzelfde pad vormt. Zo werkt het bij de mensen ook. Ons DNA is de rivier die al eeuwen hetzelfde pad vormt, dit DNA is enkel te veranderen doordat de rivier meandert. Hierdoor krijgt de rivier door slijtage heel langzaamaan een ander pad. Maar nu blijkt dat de omgeving een veel grotere rol bij de totstandkoming van ons gedrag speelt dan voorheen werd aangenomen (Lipton, 2007). Een bewuste geest is blijkbaar in staat om voorgeprogrammeerd gedrag stil te zetten en een nieuwe reactie te creëren. We zijn dus geen slachtoffers van onze programmering. Door gebruik te maken van de omgeving ben je in staat om een dam op te werken en de rivier een andere route te laten nemen. Maar daar is wel een andere aanpak voor nodig. Want zoals net al is verteld: zolang je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg. En om te veranderen zal je dus ook de omgeving moeten veranderen. Ons geheugensysteem vervult drie essentiële functies. Informatie coderen, opslaan en terughalen. Bij de codering wordt nieuwe informatie gekoppeld aan informatie die reeds in je geheugen ligt opgeslagen. De reeds bestaande verbindingen worden hierdoor steeds sterker en waardevoller. En ons geheugen berust juist op deze betekenisvolle verbindingen. Het opslaan van informatie gaat het beste als de nieuwe informatie gekoppeld kan

worden aan eerder opgeslagen informatie. Als dat niet kan, dan zal de nieuwe informatie waarschijnlijk verloren gaan. Als de informatie goed is opgeslagen, zul je in de toekomst de informatie weer op kunnen halen uit je geheugen. Nieuwe informatie komt binnen via ons sensorisch geheugen en een klein deel wordt verwerkt in ons werkgeheugen. De capaciteit van dit werkgeheugen is bij een

“Wat zou er gebeuren als jongeren veel meer positiviteit zien in de media? Of als er spelcomputer games gespeeld kunnen worden waarbij je punten krijgt door creatieve oplossingen aan te dragen aan maatschappelijke problemen?”

gemiddeld persoon zeven (plus of min twee). In dit werkgeheugen probeer je zoveel mogelijk verbindingen te leggen tussen oude en nieuwe informatie want daarmee wordt de kans groter dat je de informatie later weer op kunt halen uit je geheugen. Hiervoor is interactie nodig tussen het kortetermijngeheugen (=werkgeheugen) en het langetermijngeheugen (Zimbardo, Weber & Johnson, 2005). Als het om leren gaat dan kijken we regelmatig bij anderen af. We noemen dat leren door imitatie of sociaal leren. We kijken hoe iemand anders zich gedraagt en gaan dit nadoen. De grote hoeveelheid geweld in de media speelt immers een rol in het toenemende


2013, Nummer 3

Pagina 11

Een nieuwe weg inslaan (vervolg) geweld in de maatschappij. Daarnaast zorgt het zien van geweld in de media ook voor mentale afstomping. Simpel gezegd doet het geweld ons niet zo veel meer. We raken er aan gewend. Je kunt je dus ook voorstellen hoe dit op een positieve manier om te draaien is. Wat zou er gebeuren als jongeren veel meer positiviteit zien in de media. Als er voorbeelden te zien zijn van mensen die positieve initiatieven ondernemen en goede dingen doen voor anderen. Als jongeren op hun spelcomputer games kunnen spelen waarbij je punten krijgt door creatieve oplossingen aan te dragen om maatschappelijke problemen aan te pakken. We zijn met zijn allen ook heel goed in het opplakken van stempels. Daar houden we van. Het geeft ons duidelijkheid. Het is goed om je bewust te zijn van het effect van zo’n stempel. Een beperkend stempel kan namelijk de ontwikkeling enorm afremmen. Het stempel wordt namelijk beschouwd als een definitief iets. Vanaf dat moment ontstaat de overtuiging dat er niks meer aan veranderd kan worden. Ook hierbij kan het ten positieve worden omgedraaid. In een onderzoek werd onderzocht of de verwachtingen van

een leraar van invloed waren op de prestaties van de leerlingen. Welk onderzoek? Korte toelichting! Hiervoor werd valse informatie gegeven aan de leraren over de leercapaciteiten van een deel van de klas. De leraren werd verteld dat sommige leerlingen supersnel waren en dat ze naar alle verwachting enorm goed zouden gaan presteren. In werkelijkheid waren deze slimme leerlingen helemaal niet veel slimmer dan andere leerlingen. Ze waren willekeurig geselecteerd. Enigszins tot de verbazing van de onderzoekers scoorden de ‘slimme’ leerlingen inderdaad veel beter in het daaropvolgende jaar. Volgens de leraar waren deze leerlingen nieuwsgieriger en hadden ze meer kans op succes in het leven. Ze waren volgens de leraar gelukkiger, flexibeler en gevoeliger dan andere leerlingen. Een jaar later maakte deze groep kinderen een IQ-test en toen bleek het IQ van de groep behoorlijk te zijn gestegen. Uit het onderzoek komt dus naar voren dat mensen hun leven zo inrichten dat hun verwachtingen wel moeten uitkomen. De verwachting stuurt dus het gedrag van mensen. Ook in dit geval kun je dus maar beter overtuigingen creëren voor

jezelf die ondersteunend zijn. Want je zult jouw leven zo gaan inrichten dat je verwachtingen bewaarheid worden. Je creëert dus je eigen waarheid. Henry Ford zei het lang geleden al: “Als je denkt dat je het niet kunt, heb je gelijk. En als je denkt dat je het kunt, heb je ook gelijk”. In de psychologie is dit ook wel bekend als de zichzelf waarmakende voorspelling. Als toegepast psychologen zijn we begonnen met het inslaan van een nieuwe weg. We willen gebruik maken van onderzoek en dit toepassen in de praktijk. Laten we er met z’n allen voor zorgen dat we vanaf de oorsprong de juiste weg bewandelen. In een later stadium wordt het moeilijker de gekozen richting bij te stellen.

 Lipton, B. H. (2007). De biologie van de overtuiging. Deventer: Uitgeverij Ankh-Hermes B.V.

 Zimbardo, P. G., Weber, A. L., & Johnson, R. L. (2005). Psychologie, een inleiding. Amsterdam: Pearson Education Benelux


Pagina 12

2013, Nummer 3

Column

Worden wie je bent Jiska Duurkoop

Jiska Duurkoop

Jiska ten burele! Een eerste column in het online magazine van NBTP en dan ook nog in het themanummer ‘Brein’. Mijzelf quasinonchalant en luchtig voorstellen is er meteen niet meer bij. De authenticiteit van mijn geest, gedachten en gedrag ontrafelen en verwoorden tot een pakkende introductie is nog lang zo makkelijk niet. Wie bén ik eigenlijk? Ik laat mij meevoeren door mijn hersengolven. Bestemming? Onbekend. Ben ik mijn brein? Worden wij allen van geboorte tot dood volledig gecontroleerd door onze bovenkamer, zoals de Swaabiaanse bestseller bepleit? En had Murray dan gelijk met zijn ‘personologie’: zijn onze persoonskenmerken direct te herleiden naar specifieke hersenstructuren? De Franse filosoof René Descartes was er in ieder geval uit: Cogito Ergo Sum. Maar zijn wij ook wat wij denken? Opgeleid zijn

om na te denken en daarbij ook nog eens in een staat van continue verwondering verkeren, zou dan wel eens het stempel ‘hyperactieveling’ of zelfs ‘gespleten geest’ kunnen opleveren! In een tijd waarin kookshows hoogtij vieren en de "ware ik" veel gevonden lijkt te worden in de gastronomie, is het ook niet gek om je af te vragen: Ben ik wat ik eet? Mijn eetpatroon is gevarieerd doch weinig mindful te noemen. Wat impliceert dit met betrekking tot mijn persoonlijkheid? De uitspraak ‘in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst’, doet mij ook al twijfelen aan of ik per se ben wat ik doe of heb gepresteerd. In dit licht gezien ben ik er ook niet volledig van overtuigd dat onze identiteit wordt gedefinieerd door ons geheugen. En niet te vergeten: ben ik (al) wie ik wil zijn? Mijn ambities zijn talrijk, deze op schrift vangen geeft een trilogie van formaat. Is er wel een dergelijk ijkpunt te hanteren met betrekking tot een dynamisch en gelaagd iets als persoonlijkheid? Nu al meer vragen dan antwoorden, en garde! Persoonlijkheid: ‘Ctrl+ find’ Wat maakt een persoon uniek? Een snelle toetsing aan de empirie leert dat wij ons vaak profileren in termen van professie. Je identificeert je met een beroep dat je met vele anderen deelt. Niet bepaald onderscheidend dus. En daarbij: maakt dat wat we doen wie we

zijn? Ik neem de proef op de som met mijn eigen (studie)loopbaan. Na het VWO heb ik aan de universiteit Taal- en Communicatiewetenschap gestudeerd. Mijn onderzoek naar het fenomeen ‘Straattaal’ heeft mij op veel mooie plekken gebracht en interessante mensen doen ontmoeten. Lesgeven in het elementair zwemonderwijs, een zeer dankbare hobby, is in de tussentijd bekroond met een diploma en uit-gegroeid tot een bron van inkomsten. De afgelopen jaren heb ik mij toegelegd op de studie Toegepaste Psychologie en ben ik communicatieadviseur bij de overheid geweest. Een zeer gevarieerd studie-en beroepsprofiel en hiermee ook een hersenkraker. Want wortelt mijn ‘ik’ in dan in mijn Taal & Communicatieachtergrond of juist in mijn grenzeloze fascinatie voor de menselijke psyche? Of is juist mijn ervaring als zweminstructrice of mijn voorliefde voor het geschreven woord iets dat mij ‘Jiska’ maakt? Jezelf definiëren in termen van ‘wat ik wil zijn of nog wil gaan doen’, kan natuurlijk ook. Dan zou ik in navolging van functionalisten als William James mijn persoonsprofiel vervolledigen met het streven ‘psychologie toepassen om het menselijk leven te verbeteren’. Jezelf presenteren als iets wat je nog aan het worden bent, is anno nu helemaal niet zo gek. Denk aan het predicaat ‘functienaam, in opleiding’, dat zo nu en dan een LinkedInprofiel siert.

Tipje van de sluier Nieuw en verrassend onderzoek naar neuroanatomische basis van Big Five! De menselijke persoonlijkheid is volgens onderzoekers aan de Universiteit van Minho te herleiden specifieke neuroanatomische structuren. Uit recent onderzoek op het snijvlak van neuropsychologie en neurofysiologie komt naar voren dat Big Five persoonlijkheidsdimensies als ‘Open’, ‘Consciëntieus’ en ‘Neurotisch’ aantoonbaar verband te houden met activiteit in de pariëtale cortex (hersenschors).


2013, Nummer 3

Pagina 13

Worden wie je bent (Vervolg)

Me, myself and the eye of the beholder De persoonlijkheid wordt wel eens uitgelegd als ‘zichtbaar aspect van iemands karakter zoals deze wordt waargenomen door de omgeving’ (Schultz en Schultz, 2009, p. 9). ‘De ander’ lijkt soms inderdaad veel beter in staat te duiden wat ‘jou jij maakt’ dan jijzelf. Denk maar aan de momenten waarop iemand je ongevraagd een haarscherpe karaktertypering ‘cadeau doet’. Dit kan zeer confronterend zijn. In het kader van research doe ik een korte rondvraag. Prompt vliegen omschrijvingen als leergierig, eigenwijs (niet, hoezo?), behulpzaam, integer, spontaan, ondernemend en analytisch mij om de oren. Dat is duidelijk, 'de ander' beschrijven dat gaat relatief makkelijk! Psycholoog Tim Wilson gaat nog verder. Zijn visie in een notendop is dat wij eigenlijk vreemdelingen voor onszelf zijn, ‘we kennen onszelf niet écht’. We kunnen ons dan ook beter richten op wat we doen dan op alle – weinig representatieve – redenen die we er zelf bij bedenken (Vonk red. 2006, p. 126). We kunnen het volgens hoogleraar Sociale Psychologie Roos Vonk ook niet helpen: ‘Wij vormen ons automatisch ‘quick and dirty’ een beeld

van de ander, waarbij er verscheiden stereotypes worden geactiveerd’. Zij licht verder toe: ‘mensen die zeggen dat ze niet meteen een oordeel over een andere hebben vergissen zich. Iedereen heeft meteen een beeld van een andere persoon, zo zit ons brein in elkaar’. Dit indelen op basis van bepaalde kenmerken, (sociale) categorisatie of classificatie, helpt ons namelijk ‘objecten’ uit de fysieke en sociale omgeving snel thuis te brengen (Van Oudenhoven, 2002, p. 158). Dit is evolutionair bepaald: een snel oordeel kan het verschil betekenen tussen leven en dood. Of zoals LeDoux ooit wijs sprak: ‘Er zijn twee soorten dieren, de ‘quick and the dead’(Vonk.red., 2004, p. 175-176).

accepteren. Inclusief je eigenaardigheden: Zo heb ik de neiging om oeverloos te oreren over dingen die mij verwonderen. Neem 'neurale plasticiteit'. Neuronen die in staat zijn om nieuwe hersenverbindingen aan te maken of- in geval van letsel- oude ter herstellen...ongekend!

Je wordt steeds meer wie je bent

Tot besluit een dwarsdoorsnede geven van mijn persoonlijkheid blijft echter een uitdaging. Wat ik wel weet is dat ik in ontwikkeling ben en nog lang hoop te blijven. Daarbij kijk ik er naar uit om mij samen met jullie voor het NBTP magazine onder te dompelen in de wondere wereld van de toegepaste psychologie. Aangenaam kennis te maken!

In mijn beleving treedt met betrekking tot het vormen en uiten van je persoonlijkheid een soort ‘natuurlijk convergentieproces’ op. Je wordt steeds meer wie je bent. De Duitse filosoof Martin Heidegger verwoordt dit heel mooi: ‘Every man is born as many men and dies as a single one’. In de loop der tijd leer je je eigen persoonlijkheid steeds beter kennen én

Om nog maar te zwijgen over ons ingenieuze taalcentrum, welke meestal aan de linkerkant van het brein zetelt, dat tijdens de taal-verwerving meer megabytes te ver-werken krijgt dan een gemiddelde megacomputer bij de NASA. Dat ik blij word van hersenstructuren als de basale ganglia die ondervangen dat je dingen als fietsen en autorijden verleert, komt gelukkig goed uit voor het thema van dit magazine.


Pagina 14

2013, Nummer 3

Column

Worden wie je bent (Vervolg) Intro Na een loopbaan in de Taal & Communicatie (specialisme ‘Straattaal’), heb ik een paar jaar geleden een doorstart gemaakt in de vorm van de studie Toegepaste Psychologie. Dit werkveld staat in mijn ogen voor psychologie

gebruiken om menselijk leven te verbeteren. Mensen en ideeën samen brengen, is iets wat ik graag doe. Loopbaanbegeleiding, (studie)coaching en counseling zijn deelgebieden waar ik mij graag verder in ontwikkel. Met mijn schrijven in het NBTP magazine hoop ik de lezer te kunnen bedienen met een

uniek en kleurrijk feuilleton waarin actualiteiten zich verweven met diverse psychologiestromingen, mijn persoonlijke beleving en de wervelende ontwikkeling van het werkveld TP. Momenteel ben ik op zoek naar mogelijkheden om ervaring op te doen in het psychodiagnostisch werkveld.

 Duurkoop, J.N. (2008). Straattaal: Je weet zelluf! Stageverslag, Universiteit Utrecht.  Duurkoop, J.N. (2008). Straatpraat: Straattaal belicht vanuit drie verschillende perspectieven. Bachelorscriptie, Universiteit Utrecht.

 Coutinho, J., Gonçalves, O.F., Sampaio, A., Soares, J.M. & Sousa, N.(2013) The Big Five default brain: functional evidence. Verkregen op 2 augustus, 2013, via http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23881294

 Nederlandse Beroepsvereniging voor Toegepaste Psychologie. (2013) NBTP Magazine: Relaties. Geraadpleegd op 30 juli 2013, van http://issuu.com/nbtpmagazine/docs/nbtp_magazine_relatie?e=7703321/3735403

 Oudenhoven, Van. (2002). Crossculturele psychologie. De zoektocht naar verschillen en overeenkomsten tussen culturen. Bussum: Uitgeverij Coutinho b.v.

 Schultz, D.P., & S.E. Schultz (2009). Theories of Personality (9e ed). Belmont, CA: Wadsworth Cengage Learning.  Vonk, R. (2004) Sociale Psychologie. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers B.V.

Een blik op onze nieuwe website! Meld je aan als lid via www.nbtp.nl

WELKOM bij de Nederlandse Beroepsvereniging voor Toegepaste Psychologie. Wij zijn een jonge beroepsvereniging voor HBO & WO Psychologen. Wij denken cross-functioneel. Wij zijn divers en hebben ieder ons eigen puzzelstukje. Wij delen. Wij verbinden.


Pagina 15

2013, Nummer 3

TP-er @ work

Psychologisch medewerker oudereninstelling Mirella Duiven & Mirella Brok Wie ben je en wat doe je? Mijn naam is Mirella Duiven en ik ben werkzaam als psychologisch medewerker. Ik heb twee deeltijdbanen bij twee verschillende ouderenzorginstellingen.

behandeling bieden. Bij meer complexe klachten neemt de psycholoog de behandeling voor zijn rekening. Soms schrijft de specialist ouderengeneeskunde medicatie voor.

Waar heb jij je opleiding TP gevolgd en wat is je specialisatie? ‘Als psychologisch medewerker besteed ik een groot deel van mijn tijd aan neuropsychologisch onderzoek. ‘

Ik volgde de opleiding Toegepaste Psychologie bij Saxion in Deventer met als specialisatie ‘Neuropsychologie’. Daarnaast volgde ik de minor ‘Klinische psychologie’.

Bij wat voor organisatie werk je?

Wat voor meerwaarde heeft de opleiding TP in jouw baan?

Beide organisaties bieden wonen, zorg en behandeling voor ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen of die thuis extra hulp nodig hebben. Binnen de instellingen zijn er verschillende afdelingen. Afdelingen voor cliënten met dementie die op een gesloten afdeling wonen, cliënten die tijdelijk in de instelling zijn ter revalidatie na bijvoorbeeld een beroerte, en cliënten die zijn opgenomen in een verpleeghuis omdat ze lichamelijke beperkingen hebben.

De specialisatie ‘Neuropsychologie’ is in mijn sector nodig om de diagnostiek te kunnen verrichten en bij behandeling te begrijpen wat de invloed is van de verschillende ziektebeelden op het functioneren van de cliënt. De minor ‘Klinische Psychologie’ is ook erg fijn omdat stemmings- en angstklachten en persoonlijkheidsproblematiek voor komen bij de bewoners. Wat ik verder fijn vind aan de opleiding is de praktische manier waarop ik ben opgeleid.

Wat zijn jouw taken? Als psychologisch medewerker besteed ik een groot deel van mijn tijd aan psychodiagnostische onderzoeken. Voornamelijk neuropsychologische onderzoeken. Dit wordt veelal verricht bij cliënten bij wie een vorm van dementie wordt vermoed of die een beroerte hebben gehad. Dan willen wij weten hoeveel zorg en begeleiding een cliënt nodig heeft en welke woonvorm het meest passend is. Een kleiner deel van mijn tijd besteed ik aan begeleiding en behandeling van cliënten. Ik kan individuele- en groeps-

Ik vind mijn vak een aanvulling op de WO opgeleide psychologen omdat je als ‘sparringpartner’ elkaar kunt versterken. Een theoretische blik en een praktische blik op de diagnostiek en behandeling. Daarnaast sluit ik door de uitgebreide training in gespreksvaardigheden goed aan bij de diverse cliënten.

Welke vakken uit je studie zijn zinvol in je werk? Vooral de vakken ‘ouderenpsychologie’, ‘neuropsychologische diagnostiek’, ‘cognitieve training’ en CCT (Coaching, Counseling en Training) leveren een

bijdrage bij het werken in de ouderenzorg. Vakken zoals ‘toegepast onderzoek’ en de diverse diagnostische vakken zorgden er mede voor dat ik mijn analytische blik heb ontwikkeld. Ook mijn afstudeeropdracht gaf mij de mogelijkheid om ouderen cognitief te trainen. Samen met mijn studiemaatje heb ik onderzoek gedaan naar het inzetten van een bestaand protocol (Omgaan met tijdsdruk). Met het protocol leren cliënten omgaan met mentale traagheid na een CVA (beroerte of hersenbloeding). Hiervan heb ik geleerd dat cognitieve strategietraining mogelijk is bij ouderen wanneer de training aangepast is op de individuele cliënt.

Hoe ziet een doorsnee dinsdag er voor jou uit? Vaak zie ik een cliënt voor een onderzoek in de ochtend en begin ik met voorbereiden: ik lees de gegevens en zoek de testen uit. Na het onderzoek werk ik observaties en het intakegesprek uit. Soms score ik gelijk de testresultaten. Op dinsdag lukt het mij niet om meteen het psychologische verslag te schrijven. ’s Middags draai ik samen met een collega van het maatschappelijk werk een gespreksgroep voor mensen met beginnende dementie. Met als doel de eigenwaarde en kracht

‘In de ochtend zie ik een cliënt voor een onderzoek en in de middag draai ik samen met een collega een gespreksgroep voor mensen met beginnende dementie.’


Pagina 16

2013, Nummer 3

Psychologisch medewerker oudereninstelling (Vervolg)

van thuiswonende mensen met dementie te versterken. Onderwerpen die aan bod kunnen komen zijn: ‘de diagnose dementie’, ‘niet meer mogen autorijden’, ‘niet goed kunnen rijden op bedienen van een scootmobiel’. De cliënten zijn vooral zelf aan het woord. Wij structureren het gesprek . Soms zien we hele mooie dingen gebeuren. Eigenwaarde wordt versterkt door te kijken naar wat nog wel kan. Ook creatieve oplossingen worden bedacht en gedeeld met elkaar. Zo heeft één van de cliënten geregeld dat hij met begeleiding op vakantie kan naar de Costa del Sol. Zo mooi!

Zijn ouderen leuk om mee te werken? Ik kan volmondig ‘Ja!’ roepen. Ouderen hebben veel levenservaring. Dat maakt

het boeiend. Ook is het interessant om elke dag opnieuw te bestuderen hoe de hersenen werken tijdens normale veroudering en bij een ziekte zoals een dementieel syndroom. Voor de cliënt niet fijn, maar voor iemand die geïnteresseerd is in de werking van de hersenen wel. Bovenal is het fijn dat je kan bijdragen aan levenskwaliteit tijdens de laatste fase van het leven. Want ouder worden is niet altijd gemakkelijk, maar kan wel zo dragelijk mogelijk worden gemaakt.

Heb je nog tips of opmerkingen? De opleiding is vrij nieuw en er is overlap met vele beroepsgroepen. Profilering is een verantwoordelijkheid van ons allemaal om onze beroepsgroep kansen op de arbeidsmarkt te geven. Allereerst moet je helder op je

netvlies hebben wat je competenties zijn; waar beginnen je mogelijkheden en waar houdt het op. Ik weet uit eigen ervaring dat het gemakkelijker gezegd dan gedaan is. Het heeft mij ook meerdere jaren gekost om mijn eigen functie vorm te geven. Mijn tips; bedenk waar je de verbinding met elkaar aan kunt gaan, elkaar kunt ondersteunen en waar ieders individuele kracht ligt. Denk ‘out of the box’, en motiveer collega’s ook ‘out of the box’ te denken. Want uiteindelijk is er één gezamenlijk en belangrijk doel: het welzijn van de cliënt.


2013, Nummer 3

Pagina 17

Gastartikel

Lichaamsgerichte traumatherapie: De brug krijgt vorm. Joost Burger De lichamelijke verschijning Matthias

Joost Burger lichaamsgericht therapeut en trainer/coach www.joostbeweegt.nl

De casus Ik vind Matthias meteen al een opvallende verschijning. Het is tijdens een training lichaamsgerichte traumatherapie in Zwitserland dat ik met hem werk. Op die training kom ik nog terug. Matthias is de zestig gepasseerd en heeft een kleine praktijk als fysiotherapeut. Hij is van Joodse afkomst, vertelt hij me. Hij verhaalt onder meer over wat zijn ouders in de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt. Dat dit na de oorlog een buitengewoon zware wissel getrokken heeft op henzelf, op hun relatie en ook op zijn opvoeding van hun zoon. Matthias wijt zijn aanhoudende klachten van gespannenheid en slapeloosheid daaraan. Hij is al langere tijd in psychotherapie en zijn therapeut heeft hem onlangs gesuggereerd om, aanvullend op hun gesprekken, een lichaamsgerichte traumatherapie te overwegen. Uitleg psychotrauma Psychotrauma heeft invloed op de hersenprocessen en wordt volgens de DSM-IV gekenmerkt door intense psychische stress met symptomen als waakzaamheid, schrikachtigheid, irritatie,woede-uitbarstingen en moeite met slapen.

Matthias’ indringend bruine ogen maken een wat droevige indruk op me. Ze kijken me recht aan en houden mijn blik vast wanneer ze die ontmoeten. Matthias’ ademhaling lijkt kort en oppervlakkig. Dat zijn hulpvraag over gespannenheid gaat, komt me niet vreemd voor. Hij lijkt gevangen in een cirkel die typisch is voor wie aanhoudend probeert om zijn of haar ontregelde zenuwstelsel in het gareel te krijgen: Oppervlakkige ademhaling en weinig ruimte in de borst maken dat zijn lichaam eigenlijk continu te weinig lucht krijgt. Mijn observatie van Matthias’ bovenlichaam bevestigt dat beeld. Het wordt ingehouden en is zelfs wat verstard in zijn bewegingen, dit in tegenstelling tot de rest van zijn lichaam. Met Matthias ga ik een sessie in die draait om het verdiepen van zijn ademhaling. Stromingen Het voorbeeld van Matthias illustreert hoe een brug tussen psychotherapie en lichaamswerk de cliënt daadwerkelijk verder kan helpen. In de lichaamsgerichte traumatherapie valt inmiddels het nodige te kiezen: er zijn stromingen ontstaan met verschillende uitgangspunten. De Amerikaanse psychotherapeut Babette Rothschild wil met haar Somatic Trauma Therapy een brug slaan tussen de traditioneel verbaal georiënteerde psychotherapeuten en de lichaamsgerichte therapeuten [1]. Haar behandelstrategieën blijven betrekkelijk dicht bij die van de traditionele psychotherapie, zowel in opzet als in uitvoering. Ik werkte met haar in het Cambridge Body Psychotherapy Centre in Engeland. Gesprek is steevast de basis van de therapie, altijd vanuit een setting waarin cliënt en therapeut face to face in een stoel zitten. Het lichaamsgerichte zit met name daarin dat Rothschild de therapeut aanmoedigt om de

lichamelijke uitingen van de cliënt te registreren, en die een prominente plek te geven in de therapie. Het draait er in de behandeling vooral om dat de cliënt zich bewust wordt van lichamelijke ervaringen en leert om aan die ervaringen betekenis te geven. Met het introduceren van bijvoorbeeld aanraking als interventie is ze beslist terughoudend. Rothschild onderbouwt haar aanpak met de fysiologie van trauma, stress en posttraumatische stress. Haar werk refereert aan de benadering van Peter Levine, een Amerikaanse psycholoog die op dit moment ook in Nederland aan de weg timmert [2]. Hij noemt zijn methode Somatic Experiencing. Levine baseert zijn behandelingen op hoe dieren stress verwerken. De vecht-of-vlucht reactie van dieren brengt bij hen fysiologische reacties teweeg. Bekende reacties zijn de aanmaak van adrenaline en cortisol, stijgende bloeddruk en hartslag, aanspannende spieren en aanscherpende zintuigen. Wanneer een dier eenmaal buiten gevaar is, gaat zijn lichaam vanzelf over tot ontlading, tot parasympathische rust en herstel, met trillen, schudden, zuchten, en soms ook vechtgedrag. De ontlading brengt het zenuwstelsel terug naar een normaal functioneren, zoals dat voorafgaand aan de stresssituatie was. Levine beschouwt de ontlading als voorwaarde voor herstel na een stressvolle ervaring, en de crux is dat hij die voorwaarde ook betrekt op mensen. Levines benadering is dan ook om het lichaam van cliënten alsnog te laten afmaken en uitonderhandelen wat ooit in een traumatiserende situatie onverwerkt of onvoltooid is gebleven. En daarin wijkt hij dus af van Rothschild, die immers niet zozeer een accent legt op een lichamelijke verwerking als wel op verstandelijk betekenis toekennen aan fysieke ervaringen. Een tweede fundamenteel verschil met Rothschild


Pagina 18

2013, Nummer 3

Lichaamsgerichte traumatherapie (Vervolg) is dat zij haar therapie uitsluitend toepast op cliënten die zich de traumatiserende gebeurtenis expliciet kunnen herinneren en verwoorden. Nog een bruggenbouwer is de Braziliaanse psycholoog en lichaamswerker Sônia Gomes. Zij noemt haar methode SOMA en het was in een recente training van Gomes dat ik werkte met Matthias. Gomes gaf onlangs ook haar eerste training in Nederland. Aan de ideeën van vooral Levine doet zij haar eigen bijdrage, en ze voegt daar nog haar expertise als Rolfer aan toe. Een Rolfer is, kort gezegd, een massage- en bewegingstherapeut die veel aandacht heeft voor de houding van de cliënt. Door die toevoeging maakt Gomes de brug tussen lichaamswerk en psychotherapie nog sterker en zichtbaarder. Ik heb Gomes indrukwekkend werk zien doen waarbij ze gesprekstherapie en lichaamswerk volledig integreerde, en waarin verbaal en fysiek contact, diepe weefselmassage en ademwerk tezamen de juiste interventies bleken om de getraumatiseerde cliënt zichtbaar een stap verder te helpen. Saillant verschil

met Rothschild en Levine is ook dat Gomes in haar theorie een nadruk legt op de polyvagale theorie van Stephen Porges [3] in plaats van op de werking van parasympathicus en sympathicus. Het veld van de lichaamsgerichte traumatherapie, en ook dat van de lichaamsgerichte (psycho-)therapie in den brede, is duidelijk in ontwikkeling

en beweging. Een beweging die een brug slaat tussen lichaamswerk en psychotherapie, tussen twee werelden die elkaar sinds Freud weer terug moesten gaan vinden. De overeenkomsten tussen de beschreven benaderingen lijken overigens zwaarder te wegen dan de verschillen, en dat geeft perspectief op een stevige brug.

[1] Levine, Peter en Ann Frederick (1997). Waking the Tiger: Healing Trauma. Berkeley, Verenigde Staten van Amerika: North Atlantic Books. [2] Rothschild, Babette (2000). The body remembers: the psychophysiology of trauma and trauma treatment. New York, Verenigde Staten van Amerika: W.W. Norton & Company. [3] De bioloog en psycholoog Stephen Porges presenteerde in de jaren negentig zijn polyvagale theorie, die een relatie legt tussen de evolutie van sociaal gedrag bij de mens en de ontwikkeling van het autonome zenuwstelsel. Porges, Stephen (2011). The Polyvagal Theory. New York, Verenigde Staten van Amerika: W.W. Norton & Company. De naam van Matthias is gefingeerd.

Gezocht, gedeeld, gevonden Ben je op zoek naar een goed boek over een bepaald thema? Ben je zoekende naar een bepaalde methode? Wil je inspiratie op doen of een goed advies? Heb je een goed thema gevonden voor een volgende editie? Vind je een bepaalde trend grappig of belangrijk? Of heb je een mening over een psychologische thema dat je graag met ons deelt? Schrijf het ons.

Dit stuk in het magazine geeft jullie de ruimte om te zoeken en te vinden. Stuur een mail naar magazine@nbtp.nl Wij lezen je mail en nemen de meest intrigerende mails op in ons magazine. NBTP Magazine zoekt: Schrijvers Wil jij je CV uitbreiden en je arbeidsmarktkansen te vergroten? Werkgevers letten ook op publicaties die je hebt gedaan. Als je het leuk vindt om te schrijven, graag in een teamverband werkt, maar ook individueel kunt

werken, stuur ons dan een mailtje magazine@nbtp.nl Welke Toegepaste Psycholoog heeft ervaring met PGB Ik ben op zoek naar tips over het Persoon Gebonden Budget. Mag een HBO Toegepaste Psycholoog een PGB aanvragen voor cliënten? Hoe werkt dat dan? Zijn er tips bij het invullen? En ook: heb je tips bij het schrijven van een zorgcontract? Stuur je mailtje naar psycholoog@psycholoogmirellabrok.nl


2013, Nummer 3

Pagina 19

Trends en Ontwikkelingen door Sophie de Haan

Meditatie Steeds meer mensen maken gebruik van meditatie om te ontspannen, meer te leven vanuit compassie, en met aandacht aanwezig te zijn in het hier en nu. Om minder te denken en meer te zijn. Psychologen maken steeds meer gebruik van meditatie, omdat mensen er rustiger van worden. Beïnvloedt meditatie echt bepaalde mentale processen? Neurowetenschapper Richard Davidson onderzoekt de effecten van meditatie op het brein. Lees en zie hier meer over dit onderwerp.

Neuromarketing

DSM-V

Marketing als wetenschap? Volgens onderzoekers is van te voren al te meten of een reclame werkt. Annette Beuze-Silvester schrijft in dit magazine over koopgedrag. Onderzoekers menen dat de hersenactiviteit bepaalt of een campagne aanslaat. Wetenschappers van de UCLA zeggen te weten welk gedeelte van het brein reageert als een idee aanslaat bij een persoon. Ingewikkeld en interessant. Wil je meer weten? Kijk dan hier.

In mei 2013 is de nieuwe DSM gepresenteerd in Amerika na 13 jaar lang vergaderen. Dé ‘bijbel’ met alle psychische stoornissen. Hiermee kan je psychische problemen identificeren en een behandeling bepalen. Maar leidt de DSM niet ook tot medicalisering van 'gewone' levensproblematiek? Deze discussie treedt steeds vaker op. Zijn sommige ‘gewone’ problemen wel op te lossen met een pil, die op bepaalde neurotransmitters werkt in het brein? Over de DSM-V is meer de lezen op de site van Wetenschap24. Met de komst van de nieuwe DSM-V ‘verdwijnen’ de stoornissen Syndroom van Asperger en PDD-NOS.

Psychotrauma Het meemaken van een levensbedreigende stresssituatie kan diepe sporen nalaten. In je het dagelijks leven, maar ook in je hersenen door de afbraak van neuronen, las ik in het artikel van Jiska Duurkoop. De laatste tijd is er in ‘therapieland’ meer aandacht voor de lichaamsgerichte benaderingen ter behandeling van trauma en stress. Lees hier meer over in het artikel van Joost Burger.

Meldcode huiselijk geweld bij kindermishandeling Geen directe link met het brein maar desondanks belangrijk om te weten. Beroepskrachten zijn verplicht bij vermoedens van geweld in huiselijke kring de meldcode te gebruiken. Per 1 juli 2013 is de code van kracht. Kijk op de site van de Rijksoverheid voor meer informatie.


2013, Nummer 3

Pagina 20

Boekbespreking

Het brein en EI Mirella Brok Welk boek is interessant voor ons werkveld? Welke informatie is belangrijk, interessant of vermakelijk? Dat leest u hier. In iedere editie van het NBTP Online Magazine staat een boekbespreking. Het boek heeft een samenhang met het editiethema. In deze editie:

beïnvloeden; en het afstemmen op de ander in interpersoonlijke relaties. Dit alles beschrijft hij vlot en laagdrempelig. Het boek is interessant, vermakelijk en in een dag op je balkon uit te lezen.

Het brein en emotionele intelligentie – D. Goleman Daniel Goleman is bekend om zijn boeken over Emotionele Intelligentie. Volgens Goleman is succes op de werkvloer en in het leven voornamelijk afhankelijk van de Emotionele Intelligentie (EI) van een persoon. Volgens zijn model bestaat EI uit: zelfbewustzijn, zelfregulering, sociaal bewustzijn en relatiemanagement. In dit boek geeft hij geen uitleg over zijn model. Wel beschrijft hij welke hersengebieden samenhangen met Emotionele Intelligentie. In het boek lees je; over de manier waarop wij keuzes maken met onze onderbuik; hoe de juiste stemming je helpt bij het uitvoeren van een taak; over de neurale dynamiek van creativiteit; de hersencircuits voor motivatie; het versterken van de hersentoestanden die prestaties

De tekeningen in het boek van onze hersenen zijn helder. De pijlen bij het desbetreffende hersengebied en de korte uitleg, zorgen voor overzicht. Toch mis ik structuur. Goleman begint het boek met een kapstok van Emotionele Intelligentie. Daarna

omschrijft hij, per onderwerp gestructureerd, wat hij weet over het brein. Hij hangt deze onderwerpen niet op aan de kapstok. Daardoor ontbreekt voor mij de samenhang. Zo schrijft Goleman een hoofdstuk over creativiteit, de fases van creativiteit en het aha-moment van het oplossen van problemen. Het is een interessant hoofdstuk om te lezen, maar ik kan het onvoldoende plaatsen in het geheel. Daardoor ga ik zelf (wellicht verkeerde) verbanden trekken. Ik ben juist zo nieuwsgierig naar de verbindingen die onze expert Goleman zelf maakt. Het laat mij achter met de vraag: wat kan ik met deze informatie? Toch is het boek een aanrader omdat Goleman nadruk legt op de werking van mindfulness en meditatie om de zelfregulatie te versterken. Hij legt duidelijk uit hoe je baat hebt bij deze oefeningen. Dat is handig om cliënten te overtuigen oefeningen te doen. Ook word ik blij van het pleidooi dat Goleman houdt om de ontwikkeling van emotionele intelligentie in het basisonderwijs op te nemen. “…een gevestigde gewoonte om het lichaam tot rust te brengen met een goed geoefende methode kan een enorm verschil maken.”


Congres Inspire! Op 10 oktober a.s. vindt alweer het tweede congres plaats van de NBTP. Het congres zal gehouden worden in Connexionpoint in Amersfoort, Natriumweg 6. www.connexionpoint.nl Wij nodigen alle leden en belangstellenden van harte uit om dit congres bij te wonen. Meld je wel snel aan, want er is plek voor maximaal 200 mensen en de helft van de tickets is al verkocht! Voor aanmelden en meer informatie over de inhoud van de workshops en de lezingen kun je de (vernieuwde!!) website bezoeken: www.nbtp.nl button: congres “inspire!” Het programma is als volgt: 09.15 – 09.45 uur

Ontvangst

09.45 – 10.00 uur

Opening door André Lollinga, voorzitter NBTP

10.00 – 10.30 uur

Spreker 1, Hans van Eck (directeur NIP), over de toekomst van de HBO en WO psychologen op de arbeidsmarkt

10.30 – 11.15 uur

Spreker 2, Fredrike Bannink over de positieve psychologie

11.15 – 11.45 uur

Bezoek aan de beurs

11.45 – 12.45 uur

Ronde 1 workshop 1, 2 en 3 (let op: vooraf inschrijven via de website!)

12.45 – 13.30 uur

Lunch * + nogmaals mogelijkheid bezoeken beurs

13.30 – 14.30 uur

Ronde 2 workshop 1, 2, en 3 **

14.30 – 14.45 uur

Wisselmoment + mogelijkheid tot pakken koffie/thee

14.45 – 15.15 uur

Spreker 3, Tessa Faber over personal branding

15.15 – 15.30 uur

Kleine pauze

15.30 – 16.30 uur

Algemene Ledenvergadering NBTP

16.30 – 17.30 uur A

fsluiting met een drankje

* Wil je lunchen? Koop dan bij je aanmelding tevens een lunch bij via de website www.nbtp.nl button: congres “Inspire!” ** Je kunt twee workshops bijwonen. Vooraf inschrijven via de website www.nbtp.nl button: congres “Inspire!”.

Volgende editie: Interculturele Psychologie De volgende editie van het NBTP Magazine zal uitkomen onder het thema Interculturele Psychologie. Deze zal op 21 december a.s. verschijnen als online versie. Mocht je een interessant artikel hebben of willen schrijven, ben je van harte welkom om een stuk in te dienen. Dit kan je mailen naar: magazine@nbtp.nl. Ben je een afgestudeerd Toegepast Psycholoog, heb je een interessante baan in het werkveld en wil je dit graag delen? Dan kan je ook mailen met een korte samenvatting van jouw baan. Wie weet ben jij de volgende geïnterviewde TP-er @ Work!


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.