Het was rond een uur of acht Ik kwam thuis en liet gitzwarte tranen Moment van besef van eenzaamheid Op een rommelig toilet Een rommelig huis Waar ik nog geen week geleden uitgepest ben De terrorist die het sterkste woord hebben zal En ik die je vergeeft voor je mij om vergiffenis vraagt Wanneer ik je aanwezigheid ontmoet De televisie laat weer eens een veel te knappe man opdoemen Ben er weken mee bezig Weken mee vertraagd Met deze vraag Wat wil ik van hem? Want van mij wilt hij bij feite niets