
3 minute read
Column Bram Tankink – Gravelen
GRAVELEN
‘Hadden we deze fiets maar gehad toen we nog koersten he?’ Het zijn de exacte woorden van Laurens ten Dam, nadat hij een gravelronde van Komoot van mij had overgenomen rondom Genk. Avontuur was de reden waarom ik begonnen ben met fietsen. Liefst off-road en het bos in. Vanaf Haaksbergen (het zit in de naam, maar niets is minder waar) ver Duitsland in om bergen te zoeken. Ik bedacht me al snel dat als ik harder zou kunnen fietsen, ik op één dag verder zou kunnen komen. Dus zo begon ik meestal zo hard mogelijk te fietsen. Maar echte bergen vond ik nooit.
Advertisement
Daarom ging ik op 15-jarige leeftijd met het idee naar mijn vader om samen met mijn broer en vriendje van ons vakantieadres naar huis te fietsen. Zo zou ik onderweg heel wat bergen tegenkomen. We vertrokken vanuit Mende, waar ik vele jaren later terugkwam als Tourrenner, maar dat kon ik toen nog niet vermoeden. We fietsten in twee weken naar huis, vanuit het Centraal Massief door de Alpen, de Jura, de Vogezen, Saarland, Sauerland en naar huis. Twee weken op een volgepakte mountainbike met banden waar nu iedereen van huivert als je ermee op de weg rijdt. We moesten het doen met wegenkaarten en ik schreef per dag plaatsnamen op een papiertje, die we op de aanwijzingsborden konden vinden. Na dit avontuur rolde ik de mountainbikesport in. Mijn wens om te reizen werd werkelijkheid en door het mountainbiken kon ik ineens de hele wereld over. Later als wegrenner nam dit ‘verder’ maximale vormen aan. Zo reed ik een aantal keer 300 km van Milaan naar San Remo over hele saaie wegen en in de zomer reed ik regelmatig 3600 km in 3 weken. Bij veel wedstrijden keek ik op de landkaart en vond ik wegen die veel leuker waren om te fietsen, maar ik was gebonden aan de route van de organisator. Ik kwam vaak in de bergen, echter zat ik dan meestal uitgewoond of omgekeerd op mijn fiets. Het kwam regelmatig voor dat ik een jaar later op dezelfde plek terugkwam, maar me er niets van kon herinneren.
Naarmate het einde van mijn carrière in zicht kwam, dook ik steeds vaker een gravelpad in om mijn wegfiets tot het uiterste te drijven. Zo ging ik zelf regelmatig op trainingskamp in Marbella en daar leerde ik de Spaanse lokale renner Luis Angel Mate ‘zijn’ gravelwegen ontdekken. Op trainingskamp in Mojacar was ik na een paar jaar de asfaltwegen wel beu en stuurde ik de ploeg met regelmaat een ‘doodlopende’ weg in die eindigde in een gravelstrook. Op hoogtestage op de Sierra Nevada werd altijd dezelfde weg omhoog gereden en na verloop van tijd was ik daar klaar mee en zocht ik in mijn eentje de gravelpaden op. Op zoek naar avontuur, het onbekende, de natuur en omgeving werd veel intenser opgezogen, maar de 26 mm bandjes waren daar niet altijd op berekend.
Het was pas na mijn carrière dat de gravelbike echt zijn intrede deed. Een comfortabele crossfiets, een wegfiets met bosbanden, een mountainbike om verder te komen. Deze fiets is een vertaling van de reden waarom ik ben gaan fietsen. Ontdekken, de natuur in, lange afstanden en snelheid, en het belangrijkste, geen stress van verkeer. Nu ben ik terug, na al die jaren, waar ik vertrokken ben. Fietsen vanuit plezier en op zoek naar nieuwe gebieden en wegen. Paadjes waar je het bestaan niet van wist. Mijn wegfietsen staan inmiddels in de kelder, in de garage staan slechts nog mijn gravelfiets en een mountainbike, voor als het echt te gek wordt voor de gravelfiets. Om met de woorden van Laurens af te sluiten. ‘Hadden we deze fiets maar gehad tijdens onze carrière.’ Onze carrière had niet nog langer geduurd, maar ik had wellicht nog meer gebieden kunnen ontdekken.
Bram Tankink is ambassadeur van OHV