
7 minute read
Van palmzondag tot pinksteren
‘Passie’ is verbonden met ‘grote inzet’, ‘overgave’ en ‘hartstocht’. Niet iedereen zal dit woord nog associëren met religie. Evenwel is de passie of het lijden van Jezus een belangrijk element in het christelijk geloof en is dit thema geregeld afgebeeld in religieuze kunst. In 2012 verwierf het Groeningemuseum 36 bladen van de 41-delige prentenreeks PASSIO, MORS ET RESURRECTIO DN. NOSTRI IESU CHRISTI oftewel Passie, dood en wederopstanding van onze heer Jezus Christus ontworpen door de Bruggeling Jan van der Straet, beter bekend als Stradanus (1523-1605). Deze nieuwe aanwinst vormde de aanleiding tot de tentoonstelling Van Palmzondag tot Pinksteren. Passieprenten van Johannes Stradanus (1 maart – 15 juni 2014) waarin de meester, zijn Passie en de feest- en gedenkdagen rond Pasen centraal staan. Door EVELIEN DE WILDE
Advertisement
1 Johannes Stradanus (inv.), Het verraad door Judas uit reeks: PASSIO, MORS ET RESURRECTIO DN. NOSTRI IESU CHRISTI, gravure, 1581/4
2 Johannes Stradanus (inv.), De zweetdoek van Veronica uit reeks: PASSIO, MORS ET RESURRECTIO DN. NOSTRI IESU CHRISTI, gravure, 1581/4
stradanus en de prentkunst Wanneer Stradanus zijn artistieke opleiding in de Zuidelijke Nederlanden heeft voltooid, vertrekt hij naar Italië. Daar werkt hij vooral aan het hof van de Florentijnse hertog Cosimo de’ Medici (1590-1574), waar hij zich ontwikkelt tot een veelzijdig kunstenaar. Stradanus ontwerpt tapijten, werkt mee aan fresco’s en maakt schilderijen. Rond 1570 legt hij zich ook toe op ontwerpen voor prenten. Hoewel Stradanus het grootste deel van zijn carrière in Italië doorbrengt, werkt hij voor de uitvoering van deze prentontwerpen nauw samen met prentmakers uit zijn thuisland. In de Nederlanden zijn op dat moment veel prentuitgevers actief. Door toedoen van de vermaarde Antwerpse uitgever Hiëronymus Cock (1518-1570) is een tapijtenreeks met jachtscènes naar ontwerp van Stradanus die Cosimo de’ Medici speciaal voor zijn Italiaanse villa laat weven al vlug in druk verkrijgbaar op de internationale markt. Na de verschijning van deze reeks neemt de prentproductie van Stradanus een grote vlucht.
1

feest- en herdenkingsdagen rond pasen Door Virginie D’haene
Op Palmzondag start de Goede Week, waarin Jezus wordt verraden en gekruisigd. Het is de dag waarop hij zijn intocht in Jeruzalem maakt. Het volk juicht hem toe met palmtakken – in de oudheid het symbool voor overwinning. De benaming 'Palmzondag' verwijst dus al naar Christus' overwinning op de dood. Op Witte Donderdag deelt Jezus tijdens zijn Laatste Avondmaal brood en wijn met zijn leerlingen. Hij spoort hen aan om dit te blijven doen om hem te herdenken, want het brood symboliseert zijn lichaam en het wijn zijn bloed. Tot op vandaag vormen deze twee handelingen, eucharistie genaamd, de essentie van een katholieke misviering. De benaming 'wit' verwijst naar de liturgische kleur van Pasen en heeft drie positieve connotaties: hoop op verlossing door het offer van Christus, blijvende verbondenheid door het instellen van de eucharistie, en toegewijde liefde en dienstbaarheid, gesymboliseerd door de voetwassing, die tijdens het Laatste Avondmaal plaatsvindt. Op Goede Vrijdag ondergaat Jezus de kwellingen van zijn lijdensweg en sterft hij uiteindelijk aan het kruis. De positieve benaming verwijst, net als in de ‘Goede week’, naar Jezus’ groothartige offer dat hij door zijn vrijwillige dood brengt: hij verlost hiermee de mens van de erfzonde die aan de mensheid kleeft sinds Adam en Eva zich lieten verleiden tot het kwaad – het eten van de appel in het Aards Paradijs. Stille Zaterdag is de dag tussen de dood van Jezus en zijn verrijzenis. Het is een etmaal van stilte en rouw. Deze dag symboliseert de noodzakelijke verwerkingstijd tussen de confrontatie met een hard lot en het opbrengen van nieuwe hoop, het geloven in een nieuw leven. Christus zou op dit moment zijn afgedaald naar het voorgeborchte of limbo (‘rand’ in Latijn) om er de zielen te bevrijden van de mensen die vóór de opstanding van Christus gestorven zijn. Op Pasen verrijst Christus uit zijn graf. Het woord komt van Pascha, het Aramese woord voor Pesach. Volgens de traditie spelen Jezus’ levensdagen zich af in de periode rond dit joodse herdenkingsfeest, waarop de verlossing van het Joodse volk uit de Egyptische slavernij ten tijde van Mozes wordt herdacht. Net als bij het joodse feest staat ook bij de christenen 'verlossing' centraal, maar dan in metafysische zin, namelijk de verlossing van de zonden. De term ‘Pasen’ refereert ook aan passio (Latijn), of paschein (Grieks), wat ‘lijden’ betekent. Pasen betekent dus zowel lijden als verlossing; het omvat de twee kernbegrippen van het christelijk geloof. Op Hemelvaartsdag neemt de herrezen Jezus definitief afscheid van zijn leerlingen, nadat hij in een periode van veertig dagen een paar keer aan hen verschenen was. Hij belooft hen de komst van de Heilige Geest om hen te helpen bij het verkondigen van het woord van God. De benaming ‘Pinksteren’ is afkomstig van pentèkostè, wat vijftig betekent in het Grieks. Vijftig dagen na Pasen daalt de Heilige Geest neer uit de hemel om de apostelen te helpen. In de Bijbel wordt gesproken over een windvlaag in het huis waar de apostelen en Maria verblijven. Een vlam verspreidt zich over de aanwezigen. Door de komst van de Heilige Geest zijn de apostelen gesterkt om het woord van God te verkondigen. Daarom wordt Pinksteren het ‘feest van de vurige tongen’ genoemd. Diezelfde dag nog laten drieduizend mensen zich dopen. Dit moment wordt traditioneel beschouwd als de geboorte van de kerk.
Toch neemt de kunstenaar nooit zelf de burijn ter hand; hij beperkt zich tot ontwerpen.
de passiereeks Terwijl de eerste prenten nog naar bestaande tapijten of schilderijen worden gemaakt, begint Stradanus gaandeweg speciaal voor de drukkunst te ontwerpen. De passieprenten zijn de eerste composities die de kunstenaar met deze intentie maakt. De reeks wordt tussen 1581 en 1584 uitgegeven door Philips Galle (1537-1612): een van oorsprong NoordNederlandse prentmaker die na Cocks overlijden met zijn drukkerij de ontstane leemte in de Antwerpse prentproductie opvult. Galle wordt een belangrijk contact van Stradanus en maakt samen met de kunstenaar vele prenten met zowel religieuze als wereldlijke onderwerpen. De vraag naar prenten is groot in de 16de eeuw en voor het gedrukte passieverhaal is veel belangstelling. Ondanks de vele religieuze geschillen in de periode rond de tachtigjarige oorlog is de Passie een algemeen aanvaard christelijk thema dat kan rekenen op een stabiele en grote afzetmarkt. De passiereeks van Stradanus sluit aan op een lange traditie van dit onderwerp in de prentkunst. Om een vernieuwende draai aan het genre te geven, componeert Stradanus een opmerkelijk uitgebreide passiereeks van uitgewerkte voorstellingen vol inventieve details. Hij baseert zich hiervoor op passages uit de vier evangeliën, apocriefe geschriften en de al bestaande beeldtraditie. In Stradanus’ stijl is de elegante vormentaal van zijn Italiaanse collega’s te herkennen maar ook het oog voor detail dat 1 Johannes Stradanus (inv.), Christus in het voorgeborchte uit reeks: PASSIO, MORS ET RESURRECTIO DN. NOSTRI IESU CHRISTI, gravure, 1581/4
2 Boëtius Bolswert, De gelovige wordt aangespoord Christus’ voorbeeld te volgen, gravure uit publicatie: Antonius Sucquet, Den Wech des Eeuwich Levens (…), Antwerpen 1622

1

hij zich tijdens zijn opleiding in de Nederlanden eigen moet hebben gemaakt. Door zijn spel met licht- en donkereffecten en dynamische composities heeft de reeks een dramatisch effect.
kruisdragers Op de titelpagina van de passiereeks van Stradanus wordt gesteld dat Jezus met zijn Passie een voorbeeld heeft gesteld, ‘(…) opdat gij zijn voetstappen zoudt volgen’ (vert. Dirk Sacré). Deze uitnodiging aan de beschouwer is nog nadrukkelijker aanwezig in een 17de-eeuws devotioneel boekje geschreven door de jezuïet Antonius Sucquet (1574-1626) dat wordt toegelicht in het tweede luik van de tentoonstelling. Sucquet probeert de lezer ervan te overtuigen een vroom christelijk leven te leiden met een plaats in de hemel in het vooruitzicht. Het werkje werd uitgegeven in Antwerpen en bevat in totaal 32 illustraties gemaakt door de Fries Boëtius Bolswert (ca. 1580-1633). Op een van de gravures gaat Jezus met zijn kruis voorop. Hij sommeert de gelovigen hem te volgen. Vrome zielen nemen hun kruis. Figuren die de last niet kunnen dragen gaan richting het hellevuur linksachter in de voorstelling. De kruisdragende Christus wordt op de voorgrond vastgelegd door een gelovige. De schilderkunst wordt hier als equivalent voor de navolging door meditatie gebruikt, omdat zij, net als een vroom christen, nastreeft om haar voorbeeld te evenaren.