
6 minute read
Een nieuwe Kinsoen voor het Groeningemuseum
De Vriendenvereniging van de Brugse musea heeft sinds haar oprichting in 1903 heel wat kunstwerken aan het stadsbestuur geschonken. Tot op vandaag wordt het kunstpatrimonium – mede dankzij de steun van de Vrienden – verrijkt. Zo is de neoclassicistische afdeling van het Groeningemuseum recent aangevuld met een prachtig schilderij van Kinsoen. Aangezien dit familieportret voor 2/3 van de totale prijs door de Vrienden is bekostigd, moest de Stad Brugge slechts 1/3 bijpassen. Door LAURENCE VAN KERKHOVEN
kinsoens laatste aanwinst In 2010 was Kinsoens Portret van een vrouw met haar twee kinderen één van de topstukken op de TEFAF-beurs in Maastricht. Het doek belandde uiteindelijk in een galerie in München die het aan de Vrienden verkocht. Jammer genoeg kon de voorgestelde familie tot nu toe niet geïdentificeerd worden. Het schilderij is onderaan gesigneerd met de verfranste naam van de kunstenaar, KINSON. Het werk is niet gedateerd, maar kan waarschijnlijk vereenzelvigd worden met één van de portretten die op het Parijse Salon van 1804 (l’an XII de la République française) tentoongesteld waren. In de catalogus die toen werd uitgegeven, staat de volgende omschrijving die immers volledig overeenkomt met het zojuist aangekochte schilderij: ‘Le portrait d’une dame assise avec ses deux enfans [sic]’. Kinsoen was een graag geziene gast op de Salons in Parijs. In de pers werd hij bejubeld als één van de belangrijkste portretschilders. Al snel verkeerde hij in de kringen van de Europese ‘high society’ en kreeg hij de ene opdracht na de andere.
Advertisement
typisch empire portret Kinsoens familieportret is heel interessant omdat het op schitterende wijze de mode in
1 Franciscus Josephus Kinsoen, Portret van een vrouw met haar twee kinderen, ca. 1804 Groeningemuseum Brugge
Napoleons tijd illustreert. Vrouwen droegen een empirekleed dat meestal wit, blauw of roze was en waarbij de hoge taille geaccentueerd werd door een ceintuur met strik of gesp. Fluwelen en zijden stoffen waren toen het meest gegeerd. Vaak werd de japon versierd met passementen of linten en borduursels. De moeder op Kinsoens schilderij draagt een prachtig fluwelen kleed met de karakteristieke hoge taille en pofmouwtjes. Haar donkerblauwe japon met een kort corsage is bezet met versieringen die geïnspireerd zijn op militaire uniformen. Kinsoen heeft deze brandebourgs van gouddraad en het bijpassend geknoopt aanrijgkoordje met twee kwasten heel nauwkeurig geschilderd. Het dochtertje is geportretteerd in een modieuze witte zijden jurk die met een pelsen strook is afgewerkt. Haar opgestoken kapsel lijkt sterk op dit van de moeder: met een scheiding in het midden, een wrong achter op het hoofd en sierlijke pijpenkrullen langs de slapen. Haar broertje is ten voeten uit afgebeeld in een donkerkleurig kostuum met daaronder een wit hemd met een opstaand kraagje. Zijn haar is in een scheiding gekamd met een lok over zijn voorhoofd. De luxueuze rode kasjmieren sjaal op de fluwelen gestoffeerde canapé vervolledigt het empire portret. Een gelijkaardige elegante groene zitbank met een gouden versierde rand en bijpassend kussen heeft Kinsoen in 1810 nogmaals weergegeven in het Portret van een dame met pelsen hoed dat in het Bowes Museum in Barnard Castle wordt bewaard. Ook het witte zijden kleed van deze dame, afgewerkt met een grijze pelsen strook, lijkt sterk op de japon van het meisje in het familieportret.
kinsoens carrière in vogelvlucht Vanaf 16-jarige leeftijd studeerde de Bruggeling Kinsoen bij kunstschilder Bernardus Fricx
1

en Louis Frederik De Grave, ‘schilder in meubels en kladpotterie’. Terzelfder tijd volgde hij avondlessen aan de Brugse academie waar hij verschillende prijzen behaalde. Tussen 1791 en 1798 werkte hij als portretschilder voornamelijk in Brugge, Gent en Brussel. Hij schilderde toen o.a. enkele portretten van familieleden van de beroemde industrieel Lieven Bauwens die de spinmachine ‘Mule Jenny’ vanuit GrootBrittannië naar Vlaanderen binnensmokkelde. In 1799, bij het begin van het Consulaat, verhuisde Kinsoen naar Parijs. Twee jaar later trouwde hij met Augustine Le Prince, een rijke Franse architectendochter die zelf ook kunstenares was. Door zijn stadsgenoot Suvée werd hij onmiddellijk geïntroduceerd in de kunstkringen van de Franse hoofdstad. In 1808 won hij een medaille voor enkele portretten die hij voor leden van de keizerlijke familie geschilderd had. Het jaar daarop werd hij hofschilder van de jongste broer van Napoleon, Jérôme Bonaparte, die hij naar Kassel volgde toen hij tot koning van Westfalen werd gepromoveerd. Na de val van Napoleon keerde hij in 1814 terug naar Parijs. Ondanks zijn nauwe verwantschap met de Bonapartes werd hij in 1817 tot hofschilder van Louis-Antoine de Bourbon, hertog van Angoulème, uitgeroepen. Drie jaar later stelde Lodewijk XVIII hem aan tot ‘chevalier de l’ordre royale de la légion d’honneur’ en vanaf 1824 werd hij hofschilder van Karel X. Na de Julirevolutie in 1830 bleef hij in Parijs wonen en werken. Hij keerde echter regelmatig terug naar zijn geboorteland om zijn familie te bezoeken en zijn werken in de Gentse en Brusselse Salons tentoon te stellen. Toen hij in de zomer van 1839 naar Brugge gekomen was voor de prijsuitreiking van de academie, overleed hij ziek en erg verzwakt op 69-jarige leeftijd.
kinsoens schilderijen in stadsbezit Met de nieuwe aanwinst bezit het Groeningemuseum nu in totaal zeven schilderijen van de tot Fransman genaturaliseerde Bruggeling Kinsoen die samen een mooi overzicht geven van zijn carrière. Dankzij de Vrienden wordt in Brugge het tot nu toe vroegst bekende schilderij van Kinsoen bewaard, nl. een zeer realistisch Portret van Jeanne Thérèse Bauwens – van Peteghem, moeder van Lieven Bauwens. Het is een uniek voorbeeld van de eerste Vlaamse periode van de schilder, vooraleer hij vanaf 1799 naar Parijs trok. Het Portret van een vrouw met haar twee kinderen stamt uit de eerste Parijse jaren van Kinsoen. In 1804 – het jaar dat Napoleon zichzelf tot keizer kroonde – was het één van de pronkstukken op het Salon in Parijs. Het majestueuze Portret van graaf FrançoisJoseph de Viry dat in de inkomhal van het stadhuis is tentoongesteld, geeft een voorsmaakje van de staatsieportretten die Kinsoen met veel pracht en praal voor Jérôme Bonaparte zal schilderen. Het monumentale doek met de voorstelling van de Dood van de vrouw van Belisarius is een uniek werk dat voor het eerst getoond werd op het Parijse Salon van 1817 en naderhand door de kunstenaar aan de Brugse academie geschonken werd. Het is het enige historieschilderij dat van Kinsoen is overgebleven. De drie vrouwenportretten van Marie Joséphine Lafont-Porcher, juffrouw Kinsoen en Joséphine
Victoire Meslier-Duvey dateren alle uit de periode van Karel X (rond 1827-30) en zijn een mooi voorbeeld van de meer vleiende schildertrant waarmee Kinsoen zo’n succes kende.
Wie Kinsoens oeuvre wil leren kennen, kan dit het best aan de hand van de collecties in het Groeningemuseum en in het Bowes Museum met het grootste aantal schilderijen van zijn hand in openbaar bezit.
selectieve bibliografie Bellier de la Chavignerie E. en Auvray L., Dictionnaire général des artistes de l’école française depuis l’origine des arts du dessin jusqu’à nos jours, Parijs, 1882, pp. 854-856 De Clerck D., Een late hulde aan François Joseph Kinsoen, in: Het Brugs Ommeland, 4/2009, pp. 203-212 Explication des ouvrages de peinture, sculpture, architecture et gravure des artistes vivans [sic], exposés au Musée Napoléon, [Paris], le 1er jour complémentaire an XII [1804] de la République française, Paris, 1804, p. 47 Guédron M., Suvée, Odevaere, Kinsoen et Ducq: quatre peintres brugeois à Paris au temps du néo-classicisme, in: Jaarboek 1995-96 Brugge Stedelijke Musea, 1997, pp. 247-250 Kerremans R. en Valcke S., Frans Jozef Kinsoen, in: Om en rond het neo-classicisme in België. 1770-1830, tent. cat. Gemeentemuseum van Elsene, Elsene, 1985-86, pp. 411-413 Marechal D., Van portrettisten en geportretteerden. Enkele negentiende-eeuwse schilderijen en miniaturen in Brugs stedelijk bezit, in: Jaarboek 1989-90 Brugge Stedelijke Musea, 1991, pp. 221-234 Meeuws M.-A., Bijdrage tot de studie van het oeuvre van Frans Jozef Kinsoen, Neo-Classicistisch portretschilder, licentiaatsverhandeling VUB Brussel, 1988 Wildenstein G., Table alphabétique des portraits peints, sculptés, dessinés et gravés exposés à Paris au Salon entre 1800 et 1823, in: Gazette des Beaux-Arts, 1963, pp. 9-60 2

1 Franciscus Josephus Kinsoen, Portret van Jeanne Thérèse Bauwens – van Peteghem, 1796 , Groeningemuseum Brugge
2 Franciscus Josephus Kinsoen, Portret van een dame met pelsen hoed, 1810 © The Bowes Museum, Barnard Castle