Museumbulletin 2011 - nr 3

Page 20

de zorgverstrekkers in 16-17de eeuw Michel Deruyttere

In de 16de, maar zeker in de 17de eeuw, worden de verschillende groepen gezondheidswerkers meer en meer gestructureerd en is hun opleiding steeds meer verfijnd. Barbiers en chirurgijnen behoorden tot de gilde van de Baardenmakers, waar ze elk hun eigen zegel hadden; het waren poorters, ambachtslui, handwerkers. Hun keure bevat 49 ‘poincten ende articlen’ geschreven tussen 1507 en 1607, en bevat allerlei richtlijnen en voorschriften over lidmaatschap, functie en ethiek. Deze perkamenten rol is nog bewaard in het Rijksarchief in Brugge. Op religieus vlak waren de chirurgijns verenigd in de Gilde van Cosmas en Damianus en zij hadden hun gildekapel in de Sint-Jakobskerk, alwaar hun patroonheiligen nog steeds te bewonderen zijn op het door hen bestelde schilderij van Lanceloot Blondeel. In tegenstelling met de medicus, kende de chi-

20

rurgijn geen Latijn en leerde hij zijn stiel door stage te lopen bij een gevestigde meester. Hij hield zich alleen bezig met ‘de buitenkant’ van het lichaam. Zijn werk bestond vooral in het verzorgen van wonden en abcessen, aderlatingen in opdracht van de medicus, spalken van fracturen en zo nodig amputaties. Handige barbiers legden zich naast het haarknippen en baardscheren ook toe op aderlatingen. Vanaf de 17de eeuw zijn de chirurgijns lid van de ’Neringhe der Chirurgijns’. Rond 1665 verscheen de “ Keure van de Chirurgijns”; dit cartularium is eveneens nog bewaard in het Rijksarchief in Brugge. Zij vergaderden in de ‘School voor Chirurgie’ in het Steen op de Burg waar aspirant-chirurgijns ook les kregen. Voor hen schreef gezworen chirurgijn Jan Pelsers in 1565 een vulgarisatiewerk ‘Examen chirurgo-

rum’ (nog te raadplegen in de Biekorf, Brugge) met als ondertitel ‘inhoudende claer onderwiis,

13


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.