Verwerkingsopdracht Economische Kringloop

Kringloopschema In de economische wetenschap wordt gebruikgemaakt van modellen. Een kringloopschema is een model waarmee een vereenvoudigd beeld van de economie van een land wordt weergegeven. In het onderstaande kringloopschema staan uitsluitend geldstromen tussen economische sectoren weergegeven, de waarden horen bij het jaar 2011.

Q1

Zoals eerder aangegeven is het kringloopmodel een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid, noem één geldstroom die niet is opgenomen in het model.

Q2

Toon met een berekening aan dat er sprake is van een begrotingsoverschot van 3 miljard, bepaal ook de richting van de pijl tussen de overheid en de financiële instellingen.

Q3

Bereken de waarde van de import in 2010 en het saldo dat het land met het buitenland heeft.

Een economisch onderzoeksbureau voorspelt dat door een verbetering in de wereldconjunctuur de export in 2011 €25 miljard hoger ligt dan in 2010. Dit leidt in 2011 ten opzichte van 2010 tot de onderstaande veranderingen (bedragen in miljarden euro’s).

Q4

Bereken de waarde van toegenomen export in 2011.

de

inkomensvermenigvuldiger

© Mr. Nicolai

(multiplier)

van

de

Het land in kwestie heeft een eigen munteenheid die ten opzichte van de valuta van handelspartners vrijelijk in waarde kan zweven.

Q5

Is een appreciatie of een depreciatie van de munt het logische gevolg van de veranderingen op de lopende rekening van de betalingsbalans van het land?

Motiveer je antwoord.

In 2008 heeft het land in kwestie te maken gehad met een forse economische crisis. In de jaren voorafgaand aan de crisis heeft het land jaren van economische voorspoed gekend.

Critici stellen nu dat de economische groei in de jaren vóór de crisis vooral gebaseerd was op het kopen op krediet en dat de economische crisis niets meer is geweest dan een noodzakelijke afstraffing. De ontwikkeling van de schuldenberg alsmede de saldi van de particuliere sector, de overheid en de lopende rekening van de betalingsbalans in de jaren voorafgaand aan de crisis staan hier onder.

Q6

Bewijs met behulp van beide figuren dat het bbp in 2007 $13.750 miljard bedroeg.

In de jaren voorafgaand aan de economische crisis verslechterde het particuliere spaarsaldo onophoudelijk. Consumenten kochten naar lieve lust op krediet en hielden door de toenemende rentebetalingen weinig geld over om te sparen. De bestedingsgroei in die jaren ging gepaard met een almaar stijgende nominale rente terwijl de reële rente vrijwel gelijk bleef.

Q7

Geef een verklaring voor de ontwikkeling van de nominale- en reële rente in de jaren voorafgaand aan de crisis.

© Mr. Nicolai