Verwerkingsopdracht Verkeersvergelijking van Fisher

Handelsbank XYZ De onderstaande deelbalans hoort toe aan de Handelsbank XYZ, de enige geldscheppende bank in een land waar verder een centrale bank actief is die voor 4 miljoen aan bankbiljetten in omloop heeft gebracht en de bank een minimaal liquiditeitspercentage van 20% oplegt.

Q1

Hoeveel procent van de maatschappelijke geldhoeveelheid bestaat uit giraal geld?

Q2

Valt te verwachten dat dit percentage de komende jaren eerder toe of eerder af zal nemen? Leg uit waarom.

De centrale bank in het land houdt niet alleen met een liquiditeiteis toezicht op Handelsbank XYZ. Vanuit haar taak om de interne waarde van de munt te bewaren houdt de centrale bank het geldscheppend vermogen van de bank scherp in de gaten. Het geldscheppend vermogen is de hoeveelheid giraal geld die de bank nog in omloop kan brengen zonder dat daarmee de liquiditeitseis worden geschonden.

Q3

Bepaal met behulp van de deelbalans hoe hoog het geldscheppend vermogen van de Handelsbank XYZ is.

De interne waarde van de munt is de koopkracht van de munt in de eigen muntzone. De interne waarde van de munt komt onder druk te staan als de inflatie in een land te hoog oploopt. Naast een interne waarde heeft een munt ook een externe waarde. Dit is de waarde van de munt buiten de eigen muntzone en deze wordt beĂŻnvloed door de wisselkoers.

Q4

Leg uit dat een daling van de interne waarde van de munt vaak ook een daling van de externe waarde van de munt tot gevolg heeft.

Omdat de interne waarde van de munt de eerste prioriteit is van de centrale bank houdt de bank de groei van de maatschappelijke geldhoeveelheid scherp in de gaten. De verkeersvergelijking van Fisher leert ons dat als de maatschappelijke geldhoeveelheid stijgt inflatie op de loer ligt.

Q5

Onder welke twee voorwaarden leidt een stijging van de geldhoeveelheid volgens de verkeersvergelijking van Fisher tot inflatie?

maatschappelijke

Voor de resterende opgaven mag je er vanuit gaan dat de omloopsnelheid van het geld in deze economie 11 is en dat het prijspeil in de uitgangssituatie 2 is. Verder is de maatschappelijke geldhoeveelheid zoals bij de eerste vraag als berekend 8,5 miljoen en is de productiecapaciteit van het land 60 miljoen transacties.

Q6

Bereken met behulp van de verkeersvergelijking van Fisher het huidige aantal transacties in het land.

Š Mr. Nicolai

Q7

De verkeersvergelijking van Fisher, de productiecapaciteit van het land en het geldscheppend vermogen van de Handelsbank XYZ leert centrale bank dat er een kans bestaat dat het prijspeil gaat stijgen. Laat dit met een berekening zien.

Om de (potentiĂŤle) groei van de maatschappelijke geldhoeveelheid, en daarmee de kans op inflatie, te beperken overweegt de centrale bank om de rentestand te beinvloeden.

Q8

Moet de centrale bank de rente verhogen of verlagen om het gewenste effect te bereiken? Behandel in je antwoord het effect van de verhoging of verlaging op het de hoogte van particuliere besparingen en particuliere leningen.

Š Mr. Nicolai