14 Amsterdam | 14 november 2016
Vluchtelingen
Stilzitten is niks voor Merhawi Werk of opleiding Onderzoek van de gemeente laat zien dat statushouders (asielzoekers met een verblijfsvergunning) vaak langdurig afhankelijk zijn van de bijstand. De gemeente helpt hen daarom zo snel mogelijk aan het werk of een opleiding met de Amsterdamse Aanpak Statushouders. Amsterdam heeft hiervoor een innovatieve en intensieve werkwijze ontwikkeld. Statushouders worden tegelijk met hun inburgeringstraject zo snel en intensief mogelijk naar werk, opleiding of participatie begeleid. De begeleiding is op maat en sluit aan bij de mogelijkheden en vaardigheden van de statushouder. Waar mogelijk start de gemeente al in het asielzoekerscentrum en wordt gebruik gemaakt van onder andere assessments en korte intensieve taaltrainingen op maat. Sociale werkplek Merhawi (19) uit Eritrea had onlangs zijn eerste werkdag als afwasser bij restaurant Dwars in de Jordaan. Jobhunter Joep en klantmanager Marlet hielpen hem een plek te vinden. “Ik heb zelf in de horeca gewerkt”, zegt Joep van de Voort, die op zoek gaat naar werkplekken voor statushouders. “Het is, letterlijk, een sociale werkplek. Er wordt veel gepraat. Dat betekent voor Merhawi dat hij continu Nederlands hoort en dus heel veel kan oefenen.” Vraag en aanbod bij elkaar Marlet Schreuder is klantmanager en be-
“Ik wil niet stilzitten. Het is niet goed om niet te werken” | Foto Richard Mouw geleidt statushouders op weg naar werk. Samen met mensen als Joep probeert ze vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Marlet: “Als statushouders Amsterdam als woonplaats krijgen toegewezen, gaan ze voor een periode van drie weken kennismaken met de Nederlandse cultuur en gebruiken. Het is de eerste stap op weg naar inburgering. Toen Merhawi hiermee klaar was, kwam hij naar me toe en zei dat hij wilde werken.” Merhawi: “Ik wil niet stilzitten. Het is niet goed om niet te werken.”
hawi: “Ik had eerder afgewassen in Sudan.” Joep zette de vraag naar een plek als afwasser uit in zijn netwerk. Hij heeft onder andere een Facebookpagina waarmee hij vacatures zoekt voor statushouders. Restaurant Dwars uit de Jordaan meldde zich aan. Op donderdag ging Merhawi samen met Joep op gesprek bij het restaurant. Zondag kon hij op proef komen. “Het was niet moeilijk. Niet veel anders dan wat ik in Sudan had gedaan. En ik vond het leuk om de mensen te ontmoeten”, zegt Merhawi.
Facebook Marlet nam contact op met Joep. Samen met Joep maakte Merhawi een cv. Mer-
Investeren in gemotiveerde mensen Joep: “Met de aantrekkende economie liggen er economisch gezien kansen voor
statushouders. Door de bank genomen zijn het gemotiveerde mensen, die graag willen werken. Soms duurt het inwerken iets langer.” Marlet: “Integratie gaat het beste als mensen concreet met elkaar in contact komen. Restaurant Dwars heeft er heel bewust voor gekozen om iemand te helpen. Ze moeten daar aandacht en tijd in investeren, maar krijgen er een toegewijde afwasser voor terug. Gelukkig zijn er veel Amsterdammers die iets willen doen voor statushouders.” www.amsterdam.nl/vluchtelingen www.facebook.com/JobhunterJoep www.ois.amsterdam.nl/nieuws/ vluchtelingenmonitor
Gladheidsbestrijding
5,5 miljoen kilo zout wacht op een strenge winter Winterklaar Op zaterdag 8 oktober keek Amsterdam raar op. Terwijl de terrassen nog vol zaten, reden de strooiwagens al door de straten. Erik Neumeier, coördinator gladheidbestrijding van het Materiaalbureau: “Dat was onze vlootschouw. Ieder jaar doen we een generale repetitie met alle materieel om de laatste puntjes op de i te zetten. Ik kan nu zeggen: de stad is klaar voor de winter.”
Voor iedere Amsterdammer staat strooizout klaar
Erik Neumeier: “Er ligt 5,5 miljoen kilo zout klaar.”
Erik Neumeier houdt samen met negen collega’s en de weercomputer de stad goed in de gaten. Duikt de wegdektemperatuur omlaag, is de luchtvochtigheid hoog? Dan nemen zij de beslissing: wel of niet strooien. Het Materiaalbureau strooit in de hele stad de hoofdwegen voor auto’s en bussen. Dit jaar wordt in de stadsdelen Noord, Oost en NieuwWest ook het hoofdnet fiets door hen gestrooid. De andere stadsdelen doen dat zelf.
zaken. Op dat moment besluiten we dat we uitrukken. De aannemer rijdt uit met 41 strooiwagens, zo rond een uur of twee ’s nachts. Iedere chauffeur heeft zijn eigen route. Alle strooiers sturen data door naar onze computers. We kunnen live zien hoeveel en waar ze strooien. Er ligt 5,5 miljoen kilo zout klaar. Meestal sproeien we een mengsel van 7,5 gram zout en 2,5 mg vloeistof. Dan blijft het zout goed aan de weg plakken en hoef je minder vaak te strooien.”
Wanneer gaan jullie strooien? “We hebben drie vaste meetpunten in Amsterdam: één in de havens, één in Noord en één in Zuidoost. Die meten continue hoe koud de lucht is, hoe vochtig, wat de wegdektemperatuur is en wat de zoutwaardes zijn. We krijgen dagelijks via de weerkamer de digitale weersverwachting binnen. Aan de hand van deze gegevens en onze eigen waarneming - ‘hoe ziet het wegdek eruit’ - beslissen we of we wel of niet gaan strooien.”
Wat moeten mensen zelf doen? “Bij sneeuwval vegen inwoners hun eigen stoep. Natuurlijk neemt iedereen het stoepje van die oude buurman of buurvrouw even mee. Voor iedere Amsterdammer staat strooizout klaar. Op de website is te vinden waar mensen in hun stadsdeel moeten zijn. Wel zelf een emmertje meenemen.”
Jullie strooien preventief? “Ja, we willen gladheid zo veel mogelijk voorkomen. Stel het is plus 2°, en we zien gedurende de nacht de wegdektemperatuur verder zakken naar nul of min één en de lucht is vochtig, dan zijn de ingrediënten aanwezig om gladheid te veroor-
Wat is het koudste punt van Amsterdam? “Heel bizar, dat is de De Cuserstraat in Zuid. Is er in heel Amsterdam niets te zien, zie je daar bevroren autoruiten. De nieuwe brug naar IJburg doet het ook goed in dat opzicht. Maar gladheid blijft onvoorspelbaar, want soms denk je: niks aan de hand en dan zijn in het centrum de bruggen wit. Dus we blijven alert.” www.amsterdam.nl/winter