Leergebied(onderdeel):
Wereldoriëntatie
Lesonderwerp:
Mijn gezin: hoekenwerk
Leerinhoud: Feiten, begrippen, relaties, methodes, attitudes.
Bij het lezen nemen we een goede leeshouding aan, dit houdt in dat we rechtop zitten, niets voor onze mond houden en ons hoofd niet ondersteunen tijdens het lezen. Bij het kiezen van een boek kijken we naar de tekening op de kaft, de titel en de korte inhoud. We kunnen ook eens bladeren en eventueel al een stukje lezen. Een leeg stripverhaal kunnen we vervolledigen door de lege tekstballonnen in te vullen. Zo maken we ons eigen verhaal. Een stamboom toont ons hoe onze familie eruitziet. We zien wie onze ouders zijn en wie hun ouders zijn. We zien ook wie onze broers en zussen zijn. Ook kunnen we de zussen en broers van onze mama, papa, oma, opa,… hierop plaatsen. Een tijdlijn van onszelf toont wanneer we zijn geboren en een bepaalde leeftijd hadden. Ook toont het hoe we verandert zijn qua uiterlijk. Verleden is alles wat gebeurd is, wat voorbij is. Heden is het nu, dus alles wat nu gebeurt. Toekomst is wat nog moet gebeuren, wat nog moet komen. We kunnen alles in 1 van de 3 periodes (verleden, heden, toekomst) plaatsen. Er bestaan verschillende gezinsvormen: geen kinderen, 1 kind, 2 kinderen, groot gezin, alleenstaande vader, alleenstaande moeder, 2 mama’s, 2 papa’s, gescheiden ouders, plusgezin en met grootouders. Er bestaan verschillende gezinsleden: 1 mama, 1 papa, dochter, zoon, grootmoeder, grootvader, plusmama, pluspapa, plusdochter, pluszoon, 2 mama’s, 2 papa’s. In de klas bestaan er verschillende gezinsvormen, maar iedereen heeft een mama en een papa. Door respect te hebben voor elkaar, kunnen we beter samenwerken. We moeten kunnen samenwerken met elkeen uit de klas. Iedereen is anders, maar als we ons aanpassen, kunnen we met iedereen samenwerken.
Onderwijsnet: OVSG
Leerplandoelen:
Leerplan Nederlandse taal: lezen NL-LEZ-BV-4.2-06 De leerlingen kunnen teksten lezen. NL-LEZ-BV-4.5-01 De lezer zit of staat flink rechtop (geen hand voor de mond, geen vinger in de mond, het hoofd niet gesteund in de handen). NL-LEZ-TV-06-04 De leerlingen kunnen in de klasbibliotheek boeken kiezen die hun voorkeur verdienen.
Leerplan Nederlandse taal: schrijven NL-SCH-TV-06-05 De leerlingen kunnen korte verhalen schrijven (maximaal tien zinnen) met een eenvoudige verhaallijn.
Leerplan wereldoriëntatie: maatschappij WO-MAA-SCV-2 De leerlingen kunnen verschillende gezinsvormen herkennen. WO-MAA-SCV-4 De leerlingen kunnen de verwantschapsrelaties in gezin en familie verwoorden. WO-MAA-SCV-5 De leerlingen kunnen er in hun omgang met leeftijdsgenoten op discrete wijze rekening mee houden dat niet alle kinderen in hetzelfde type gezin wonen als zijzelf. Leerplan wereldoriëntatie: tijd WO-TIJD-33 De leerlingen kunnen de begrippen zoals 'eergisteren', 'overmorgen', 'over .. dagen', 'voor .. dagen', 'verleden week', 'toekomende (volgende) week', 'weekend', .. in hun juiste betekenis gebruiken. WO-TIJD-43 De leerlingen kunnen belangrijke gebeurtenissen of ervaringen uit hun eigen leven chronologisch ordenen en indelen in perioden. Ze kunnen daarvoor eigen indelingscriteria vinden.
Leerplan sociale vaardigheden LOD-SOV-01.04 De leerlingen kunnen respect en waardering opbrengen in omgang met anderen.
1