Coaltitieprogramma Gemeente Landerd 2014 2018

Gemeente Landerd Coalitieprogramma 2014 - 2018 Vereniging Herindelen Landerd – RPP – Progressief Landerd – VVD

Kompas voor de toekomst

1

Inhoudsopgave

Voorwoord -------------------------------------

bladzijde 3

De toekomst van Landerd -----------------

bladzijde 4

Woningbouw ----------------------------------

bladzijde 5

Centrumplan Zeeland -----------------------

bladzijde 6

Centrumplan Schaijk ------------------------

bladzijde 7

Dorpsontwikkelingsplan Reek ------------

bladzijde 8

Buitengebied ----------------------------------

bladzijde 8

FinanciĂŤn ---------------------------------------

bladzijde 10

Transities ---------------------------------------

bladzijde 11

Accommodaties en subsidies -------------

bladzijde 13

Informeren en communiceren -------------

bladzijde 14

Toerisme en recreatie -----------------------

bladzijde 15

Economische zaken -------------------------

bladzijde 15

Duurzaam Landerd --------------------------

bladzijde 16

Busvervoer -------------------------------------

bladzijde 17

Veiligheid----------------------------------------

bladzijde 17

Portefeuille verdeling ------------------------

bladzijde 18

2

Voorwoord De Vereniging Herindelen Landerd, RPP, Progressief Landerd en VVD hebben hun gezamenlijke opvattingen en visie vastgelegd in dit coalitieprogramma. De visie van deze partijen dat Landerd uiteindelijk zal herindelen werd ondersteund door de kiezers en was het vertrekpunt van deze coalitie. Naast het geven van richting aan de toekomst van Landerd zijn er veel andere uitdagingen waar deze coalitie voor staat. De belangrijkste doelstelling van deze coalitie is om de kernen van Landerd bestendig te maken voor deze toekomst. Dat doen we door het uitvoeren van een aantal plannen: • • • • • • • • • •

Ontwikkelen en starten van de centrumplannen in Schaijk en Zeeland.

Optimaal communiceren en informeren.

Versterken leefbaarheid in Reek.

Zorgvuldige en sociale introductie van de nieuwe taken op het gebied van jeugdzorg, WMO en werk.

Verder versterken van de Maashorst en vergroten van de naamsbekendheid, door het project `Landschap van Allure`.

Stimuleren en versterken van toerisme en recreatie.

Een lokale en actieve benadering van de knelpunten in de woningbouw.

Een lokale en actieve benadering van de knelpunten op de bedrijventerreinen in Zeeland en Reek.

Een groen en gezond buitengebied.

Actief impuls geven aan lokale en regionale economische activiteiten.

Kortom, grote uitdagingen die in grote lijnen in dit programma zijn uitgewerkt.

Naast het aangaan van bovenstaande uitdagingen zal Landerd zich bezinnen op de toekomst.

Hierbij is de coalitie ervan overtuigd dat bovenstaande ambities opgestart moeten worden in eigen regie. Parallel hieraan zal een toekomstscenario worden uitgewerkt. Het college komt binnen één jaar met een bestuurlijk gedragen uitwerking met concrete doelstellingen over de toekomst van de heringedeelde gemeente Landerd, inclusief een stappenplan. De coalitie gaat hierbij uit van een kwalitatieve uitwerking van de toekomst van Landerd, snelheid is hierbij ondergeschikt aan kwaliteit en heeft oog voor het “strategische spel” dat hierbij hoort.

Dit coalitieprogramma is voorgelegd aan de burgemeester en ambtenaren. Hun suggesties hebben mede een bijdrage geleverd aan het resultaat. Uit de globale doorrekening van het coalitieprogramma is haalbaarheid gebleken. Het nieuwe college zal dit gedetailleerd uitwerken en in de raadsvergadering van 3 juli, inclusief een begrotingswijziging, aanbieden aan de raad.

De coalitie heeft constructief samengewerkt, het vertrouwen in elkaar uitgesproken en enthousiasme getoond om zich optimaal in te zetten om dit plan adequaat uit te voeren.

3

De toekomst van Landerd De overheid wil naar grotere gemeenten om alle extra taken die de overheid de gemeenten oplegt, te kunnen vervullen. Deze taken zijn nieuw voor de gemeente Landerd en bovendien gecompliceerd. De investering om zelf de kennis en capaciteit in huis te halen achten we onevenredig hoog en daarmee niet verantwoord.

Samenwerkingsverbanden met omringende gemeenten kunnen het probleem slechts gedeeltelijk oplossen. De verschillende samenwerkingsverbanden zijn onoverzichtelijk (verschillende partners per samenwerkingsverband), en nog belangrijker: mandaten worden uit handen gegeven waardoor de democratische invloed van de burger wordt ondermijnd. Herindelen en daardoor aansluiten bij een groter geheel voorkomt het probleem en is de meest logische oplossing.

Landerd staat er nu goed voor en is dus in staat een goede positie te verwerven in de nieuwe gemeente. Hierbij moeten de typisch Landerdse kernwaarden zoals een groen en gezond buitengebied, toerisme & recreatie, verenigingsleven en solidariteit geborgd zijn. Om de invloed van inwoners op de leefbaarheid van hun eigen kern goed te regelen worden dorpsraden opgericht.

Het college komt binnen één jaar met een bestuurlijk gedragen uitwerking met concrete doelstellingen over de toekomst van de heringedeelde gemeente Landerd met één, meerdere of alle ‘Maashorstgemeenten’. Met dit voorstel wordt tevens voldaan aan het verzoek van Gedeputeerde Staten van Noord Brabant om binnen één jaar na aantreden van het nieuwe college met een dergelijke uitwerking te komen.

Dit traject vraagt veel stuurmanskunst, het beperkt zich niet tot Landerd alleen. Er staan veel belangen op het spel waardoor zorgvuldig en strategisch gehandeld moet worden.

Terugkoppeling over de onderhandelingen vinden plaats in het Presidium waarna besloten wordt op welke wijze de informatie met de raad wordt gedeeld.

Speerpunten • Het college komt binnen één jaar met een bestuurlijk gedragen uitwerking met concrete doelstellingen over de toekomst van de heringedeelde gemeente Landerd, inclusief een stappenplan.

• De beschikbare middelen gericht inzetten op versterking van de kernwaarden en de daaruit voortvloeiende ambities.

• Inspraak inwoners.

• Oprichten van dorpsraden.

4

Woningbouw Landerd vergrijst. De komende tijd komt er steeds meer behoefte aan woningen die geschikt zijn voor ouderen. Verder moeten we zorgen dat onze jongeren ook in Landerd kunnen gaan wonen.

Dit is heel belangrijk voor de leefbaarheid.

Insteek voor de komende periode is een flexibeler beleid. De bestaande mogelijkheid tot flexibilisering van de grondprijs wordt breder toegepast. Per plan wordt op kavelniveau de grondprijs opnieuw vastgesteld door de gemeenteraad. Die wordt afhankelijk van onder andere de vraag naar type kavels, de aantrekkelijkheid (ligging, vorm, etc.) en het voorzieningenniveau per kern. Dit betekent dat de grondprijs voor bepaalde kavels of projecten beduidend lager kan uitvallen dan de huidige basisgrondprijs. De grondprijs wordt daarmee marktconform.

Grondprijsverlagingen zullen lagere inkomsten tot gevolg hebben. Stagnatie van de grondverkoop kost echter ook geld in de vorm van oplopende rentelasten. Het is zaak jaarlijks het effect te evalueren en eventuele bijstellingen uit te voeren indien nodig.

Een andere manier om de woningbouw te stimuleren is de verhuur (van delen) van kavels, met optie tot koop in de toekomst. Daarnaast wordt inwoners de mogelijkheid geboden om in Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) te bouwen. Dit levert vaak direct voordelen, waaronder financieel. Er wordt ingezet op kansrijke projecten en initiatieven. Er dient actief beleid gevoerd te worden op plannen met bouwclaims. Deze dienen te worden uitgevoerd, verplaatst of worden ingetrokken. Locatie Den Omgang dient spoedig ingevuld te worden.

Startersleningen blijven gehandhaafd. De uitruilconstructie wordt tegen het licht gehouden om te bepalen wanneer het wordt ingezet om daarmee initiatieven die kansrijk zijn, maar waarvoor nu geen harde plancapaciteit is toch mogelijk te maken. Tevens wordt de hoogte van de bijdrage opnieuw bekeken en zo mogelijk gedifferentieerd.

Tenzij er een concrete aanleiding is komt er geen nieuw extern onderzoek naar de woningbehoefte.

Er is behoefte aan betaalbare huurwoningen, starters- en zorgwoningen. Ook zelfbouwkavels moeten de ruimte krijgen. Er moet aandacht komen voor het toekomstbestendig maken van bestaande woningen. Ook het creëren van een kangoeroewoning (woonzorgcombinatie) dient eenvoudig gerealiseerd te kunnen worden. Hierbij wordt voor iemand die afhankelijk is van zorg een zelfstandige wooneenheid binnen een bestaande woning gerealiseerd voor bijvoorbeeld zijn/haar kinderen, zodat er makkelijker mantelzorg geboden kan worden. Hierbij wordt geanticipeerd op de veranderende wetgeving per 1 januari 2015 waarbij onder voorwaarden vergunningsvrij een mantelzorgwoning gerealiseerd kan worden. We gaan tevens onderzoeken of we, vooruitlopend op deze wetgeving, nu al aanvragen gaan honoreren zodat ook direct in 2015 mantelzorgwoningen uit deze categorie gebouwd kunnen worden.

Om te kunnen blijven wonen in eigen dorp dient samenwerking te worden gezocht.

Samenwerking tussen alle partijen op het gebied van verhuur, verkoop, (ver)bouw en financiering van woningen. Om dit te kunnen realiseren wordt het initiatief genomen om te komen tot een (sub)regionaal woonakkoord. Een akkoord met heldere afspraken over zorggeschikt wonen, duurzaam (ver)bouwen en betaalbaarheid. Met het oog op de toekomst wordt daarbij ook de mogelijkheid van extra contingenten vanuit andere gemeenten als Oss, Bernheze en Uden onderzocht.

Al deze maatregelen dienen te leiden tot bouwen naar behoefte, niet naar hoeveelheid. Kwaliteit van wonen staat voorop: gevarieerde bouw, volop groen met voldoende speelvoorzieningen.

Speerpunten: • Flexibele grondprijs op kavelniveau: O.a. afhankelijk van vraag, ligging, aantrekkelijkheid, voorzieningenniveau, etc.

• Verhuur van (delen van) kavels met optie tot koop.

5

• • • • •

Stimuleren Collectief Particulier Opdrachtgeverschap.

Actief aan de slag met bouwclaims: uitvoeren, verplaatsen of intrekken.

In stand houden van startersleningen en inzet van de herziene uitruilconstructie.

Onderzoeken: Regionaal woonakkoord en beschikbaarheid contingenten andere gemeenten.

Bouwen naar behoefte, niet naar hoeveelheid.

Centrumplan Zeeland Voor de zomer dient gestart te worden met de ontwikkeling van een centrumplan voor Zeeland.

Er wordt een aanjager benoemd die samen met ondernemers, verenigingen, de gemeente, instellingen zoals Compostella en andere betrokkenen onderzoekt welke mogelijkheden er zijn voor het gebied tussen het gemeentehuis en het Kindcentrum. De aanjager bewaakt het proces en is een verbindend persoon.

Daarbij worden de sporthal en de vrijkomende locaties van de scholen betrokken. Er moet ook gekeken worden naar de mogelijkheid van het verplaatsen van huidige functies in bestaande gebouwen zoals bibliotheek, de Garf, Vlashoeve en gemeentehuis.

Met het centrumplan dient de winkelstructuur, de openbare ruimte en het voorzieningenniveau te worden verbeterd waardoor de concurrentiekracht van Zeeland wordt vergroot en het winkelaanbod kan worden versterkt.

Een goede bereikbaarheid en voldoende parkeergelegenheid is essentieel.

Suggesties die meegenomen dienen te worden zijn de mogelijkheid van concentreren van lang parkeren bij de sporthal en voor een deel op de vrijkomende schoollocaties en het garanderen van de daardoor beschikbaar komende plaatsen voor kort parkeren door een blauwe zone.

Afhankelijk van de snelheid van het proces van planvorming wordt na de sloop van de Vlasgaard en de Wizzert dit terrein aangepakt. Totdat er duidelijkheid is over de definitieve invulling blijven er speelvoorzieningen aanwezig. De huidige groenvoorziening wordt op sobere maar doelmatige wijze versterkt en uitgebreid tot een parkje wat toegankelijk is vanuit Compostella.

Er wordt ingezet op het behouden en verder ontwikkelen van het dorpse, gezellige en ontspannen karakter van Zeeland. Het creëren van een mooi, levendig en groen centrum met een dorpshart vergroot de recreatieve aantrekkelijkheid en heeft een aantrekkende werking op winkelend publiek. Voor het einde van 2014 worden de eerste resultaten gepresenteerd waarin een visie, schetsen, tijdsplan en globale begroting zijn uitgewerkt. Het plan dient op steun te kunnen rekenen van de betrokken ondernemers.

Speerpunten: • De gemeente benoemt voor de zomer een aanjager voor het centrumplan.

• Samenwerking met Zeelandse ondernemers. De uitvoerbaarheid is mede afhankelijk van hun ondernemers- en investeringskracht • “Kick-off avond” voor inspraak heel Zeeland. Betrekken van inwoners en verenigingen.

• Kosten voor inrichting van de openbare ruimte zijn voor de gemeente.

• Afhankelijk van tijdsduur planvorming: (tijdelijk) Speeltuin met parkje naast Compostella.

• Voorschieten van voorbereidingskosten en kosten voor planvorming door gemeente die bij realisatie onder de deelnemende partijen wordt verdeeld.

• Verplaatsen van functies van bestaande gebouwen betrekken bij de invulling van het centrumplan.

• Voor het einde van 2014 worden de eerste resultaten gepresenteerd.

6

Centrumplan Schaijk Na alle jaren van planvorming dienen er definitieve stappen gezet te worden om de leefbaarheid en de aantrekkingskracht van het centrum op peil te brengen zodat Schaijk ook in de toekomst voor ondernemers interessant is om er een winkel, horecagelegenheid of andere voorziening te realiseren.

Met het centrumplan komt er een doorbraak van de Pastoor van Winkelstraat naar het Europaplein, en later eventueel ook naar de Schutsboomstraat. Er ontstaat ruimte voor twee grote supermarkten, verschillende winkels of bedrijven en huurwoningen voor jong en oud, met de mogelijkheid tot zorgverlening. Er komt een pleintje voor de Phoenix. Tevens dient er aandacht te zijn voor de in de periferie te ontwikkelen bedrijfsontwikkelingen zodat samenhang ontstaat. De inrichting van het plan wordt verder uitgebreid tot aan de ‘driehoek’ bij de pastorie en Grand Café 3 Heere.

De bestrating en de groeninrichting worden aangepakt. Hierdoor wordt een sfeervol verblijfsgebied gecreëerd. De karakteristieke panden van Schaijk worden meer bij het centrumgebied betrokken waarmee een aantrekkelijk dorpshart wordt gerealiseerd dat volop ruimte biedt aan de weekmarkt en andere dorpsactiviteiten. Het winkelend publiek kan er terecht voor alle boodschappen, terwijl het tegelijkertijd recreatieve bezoekers aanspreekt. Ook een andere invulling van het Raadhuis kan daaraan bijdragen.

Lopende plannen en nieuwe initiatieven worden, mits ze voldoen aan de geldende voorwaarden, niet gehinderd door de centrumplannen.

Ondernemers, ontwikkelaars, woningcorporaties en de gemeente dienen in korte tijd tot een uitvoerbaar plan komen. Vóór het einde van dit jaar dient er een definitief voorstel met betrekking tot ten minste fase 1 ter besluitvorming aan de gemeenteraad te worden voorgelegd. Zodat in 2015 gestart kan worden met de bouw van een sfeervol centrum, als kloppend dorpshart van Schaijk. Het voorstel dient blijkt te geven van draagvlak onder alle betrokken partijen dus ook van de beoogde ondernemers die zich in het centrum gaan vestigen.

Speerpunten: • Definitief raadsvoorstel voor eind 2014.

• Start uitvoering centrumplan in 2015.

• Betrekken van het gebied tot aan de ‘driehoek’ bij het centrumplan.

• Een aantrekkelijk dorpshart waar mensen graag verblijven.

• Een goede bereikbaarheid en verkeersdoorstroming.

• Het aanleggen van voldoende parkeerplaatsen.

• Onderzoek naar wenselijkheid van een parkeergarage.

• Een compact winkelgebied, dat aansluit op bestaande winkels in het centrum.

• Herbestemming van het karakteristieke Raadhuis.

• Flexibele houding en beleid op de vertreklocaties.

• Stimuleren van de uitvoering van alle benoemde fases.

7

Dorpsontwikkelingsplan Reek Het voorzieningenniveau staat in onze dorpen al jaren onder druk. Door de vergrijzing van de bevolking en het wegvallen van winkels en horeca, komen er bedreigingen voor de leefbaarheid van kleine kernen op ons af. Door de recessie is dit nog erger geworden.

Dit maakt dat we nog beter moeten opletten om het gewenste voorzieningenniveau in stand te houden en de maatschappelijke ontwikkelingen te volgen.

Hoe gaan de ontwikkelingen verder? Wat kunnen we eraan doen? En waar liggen de kansen voor Reek? Inwoners willen hier terecht inzicht in krijgen. Niet afwachten wat er gaat gebeuren, maar ingrijpen.

In Reek is een lokaal initiatief gestart voor een “Actieplan Leefbaarheid Reek”. Dit initiatief kan rekenen op de warme belangstelling en steun van deze coalitie.

Er worden middelen vrijgemaakt om een helder Integraal Dorpsontwikkelingsplan op te stellen, samen met inwoners, ondernemers, verenigingen en zorgcoöperatie.

Het moet een dynamisch plan worden. De uitvoering is een zaak van kansen die gegrepen moeten worden. Het plan is richtinggevend voor initiatiefnemers die kunnen zien welke ontwikkelingen gesteund zullen worden.

Speerpunten: • Actieve ondersteuning initiatief Actieplan Leefbaarheid Reek.

• Extra middelen voor opstellen Integraal Dorpsontwikkelingsplan.

• Blijvende aandacht voor leefbaarheid.

• Stimuleren restauratie van de Reekse molen.

Buitengebied De gemeente Landerd kent een gevarieerd buitengebied. Natuur, wonen, recreatie, toerisme en natuurlijk de agrarische sector maken daar samen deel van uit.

Boerenbedrijven horen thuis in een agrarisch landschap. De boerenbedrijven dragen bij aan het onderhoud van het landschap en vormen een belangrijke economische pijler in onze regio.

Helaas levert die bedrijvigheid soms hinder op. Denk aan stankoverlast voor omwonenden, maar ook risico’s voor volksgezondheid, dierenwelzijn en natuur en milieu.

Na een roerige periode zien we het laatste jaar positieve ontwikkelingen in het buitengebied. De landbouw worstelt met allerlei bedreigingen voor de gezondheid van onze burgers.

Volksgezondheid blijft dan ook uitgangspunt van het veehouderijbeleid.

We zien dat agrariërs investeren in hun bedrijf of stoppen. Dit heeft leegstand tot gevolg en meer burgers die zich vestigen in het buitengebied. We moeten daarom blijven zorgen voor een gemeente waarin goed gewoond, gewerkt en gerecreëerd kan worden.

De komende vier jaar wordt verder invulling gegeven aan de verbetering van ons buitengebied.

Er wordt ingezet op beleid dat zich richt op verdere verduurzaming van bedrijven, met aandacht voor de omgeving, waarbij gezonde bedrijfseconomische marges mogelijk zijn.

Het beleid dient bij te dragen aan toepassing van innovaties in stalontwerp en dierenhuisvesting ten behoeve van (volks)gezondheid, milieu, energieverbruik en dierenwelzijn. Dieren dienen de ruimte te krijgen om hun natuurlijk gedrag te vertonen. In de melkveehouderij wordt gestreefd naar meer weidegang. Varkens en kippen krijgen voldoende daglicht waardoor ook deze dieren hun normale bioritme kunnen volgen.

Voedselproductie komt dichter bij de burger te staan. De consument zal dan wel bereid moeten zijn om een eerlijke prijs te betalen voor een eerlijk product. Om mensen daarvan bewust te maken, speelt het Brabants samenwerkingsverband voor AgriFood tussen overheid, onderwijs en ondernemers een belangrijke rol.

Met het beleid wordt ingezet op het vergroten van de aantrekkingskracht en kwaliteit van het buitengebied. Doel is een gevarieerder landschap met een grotere biodiversiteit en een

8

verscheidenheid aan gewassen. In verband hiermee wordt gekeken naar het vergroten van de spuitvrije zones. Vanwege de aard van de gebruikte bestrijdingsmiddelen wordt bollenteelt in beginsel uitgesloten.

Voor megastallen is geen plaats. De intentie is om het aantal dieren te beperken. In principe is het maximaal aantal dieren, met name in de intensieve veehouderij bereikt. Uitbreiding van dieraantallen is alleen mogelijk indien een ander bedrijf stopt.

Er is een reële kans dat afschaffing van de melkquotering en de productierechten leidt tot een groei van de veestapel en dat deze gepaard gaat met een toename van ongunstige effecten op de leefomgeving. Om daadwerkelijke grondgebondenheid na te streven wordt nagegaan op welke wijze het beste uitvoering gegeven kan worden aan de moties die daarover eerder door de gemeenteraad zijn aangenomen.

Er is ruimte voor bedrijven die vanwege hun landelijke uitstraling passen in het landschap, landschappelijk zijn ingepast, voldoen aan het beeldkwaliteitsplan, en beantwoorden aan het Kwaliteitskader. Uitbreiding kan alleen als er vanuit volksgezondheid geen belemmeringen zijn en indien de beeldkwaliteit, de duurzaamheid, het milieu en het dierenwelzijn verbeteren.

Agrarische ondernemers die hun bedrijf willen verbreden met nevenactiviteiten, hebben die ruimte. Denk bijvoorbeeld aan recreatiemogelijkheden, kinderdagopvang, activiteiten voor ouderen en boerderijwinkels. Zo ontstaat een gezond, groen, dynamisch, duurzaam diervriendelijk en gevarieerd buitengebied. Aandachtspunt is hier ook de volksgezondheid en de omgekeerde werking hiervan. Met andere woorden, we brengen nieuwe gevoelige functies bij de intensieve veehouderij.

De nieuwe Verordening ruimte 2014 bepaalt onder andere dat een ondernemer pas een vergunning tot uitbreiding kan aanvragen als hij zijn plannen heeft besproken met zijn omgeving, De Dialoog.

Tegen de overlast op gebiedsniveau is de ‘aanpak urgentiegebieden’ opgesteld. De gemeente neemt het initiatief om samen met burgers, boeren (ZLTO), banken en andere betrokkenen een verbeterplan op te stellen voor gebieden waar sprake is van één of meer overbelaste situaties in relatie tot de veehouderij. De beleving van omwonenden m.b.t. het leefklimaat en de gezondheidsrisico’s speelt ook een belangrijke rol bij het bepalen van de urgentiegebieden.

Deze coalitie wil dat de gemeente optimaal gebruik maakt van diens ruimte om zelf de regie te voeren op de invulling van beleid met betrekking tot het buitengebied. Dit kan door te sturen op bestemmingsplannen, kwaliteitsnota’s, beeldkwaliteitsplannen, landschapsbeleidsplan en geurbeleid. Het is zaak daarbij niet afhankelijk te zijn van (veranderende) landelijke en provinciale wet- en regelgeving. Bijvoorbeeld: indien in provinciaal beleid termen als ‘duurzame locatie’ of ‘intensieve veehouderij’ verdwijnen kan dat betekenen dat deze in lokaal beleid overeind blijven indien dit bepalend is voor het behalen van beoogde doelstellingen.

Mocht (veranderende) landelijke of provinciale regelgeving ruimte bieden die aanvullend kan werken op het bereiken van de doelstellingen die in dit hoofdstuk zijn beschreven, dan worden deze in lokaal beleid verankerd.

Landerd neemt een actieve rol in bij het tot stand brengen van samenwerking met de Maashorstgemeenten op het gebied van transitie duurzame veehouderij met als doel krachten te bundelen, kosten te delen en de kans op succes vergroten.

Op korte termijn dient een goede afweging gemaakt te worden over de wenselijkheid van het geplande waterbergingsgebied ten noorden van Reek. De insteek is “liever niet en als het onvermijdelijk blijkt dan moet het op een andere manier voordeel opleveren”.

Speerpunten: • Een gezond, groen, dynamisch, duurzaam diervriendelijk en gevarieerd buitengebied.

9

• • • • • •

• • • • • • •

Inzet Brabants samenwerkingsverband voor AgriFood t.b.v. educatie en bewustwording van het belang van verantwoorde, duurzame en diervriendelijke voedselproductie.

Evaluatie en aanpassen kwaliteitskader: Uitgangspunten coalitieakkoord en aanvullingen vanuit nieuwe verordening Ruimte en BZV daarin verwerken.

Opstellen van een beeldkwaliteitsplan voor het buitengebied dat zich richt op versterking van de landelijke uitstraling, populair gezegd: “geen hallen maar stallen”.

Aanpassing bestemmingsplan waardoor het nieuwe kwaliteitskader gaat gelden voor elke uitbreiding met bebouwing of dieren.

Nastreven van daadwerkelijke grondgebondenheid, waarbij ruwvoer van eigen land afkomstig is en men mest van eigen koeien op eigen grond kwijt kan.

Inzetten op een limiet voor het maximaal aantal dieren met name in de intensieve veehouderij (uitbreiding alleen mogelijk indien een ander bedrijf stopt), gebruikmakend van bijvoorbeeld (nieuwe) jurisprudentie al dan niet gekoppeld aan het nieuwe bestemmingsplan en/of het in ontwikkeling zijnde aanvullend wettelijk kader op basis van de Wet dieren.

Aanscherpen van de geurnorm om de leefomgeving te verbeteren.

Strenge handhaving op het gebruik van luchtwassers, o.a. d.m.v. signaleringssysteem.

Samen met inwoners, gebruikmakend van o.a. meetgegevens over geur en fijnstof en gesprekken met inwoners over leefklimaat en gezondheid, bepalen waar sprake is van urgentiegebieden.

Waar sprake is van urgentiegebieden worden verbeterplannen opgesteld en uitgevoerd.

Biodiversiteit en variatie in groenvoorziening vergroten Uitsluiting van bollenteelt en creëren van grotere spuitvrije zones.

Waterberging Reek-Noord afhouden of zorgen voor win-win situatie waarin samenwerking gezocht wordt bij gemeente Grave.

Financiën De begroting, de jaarrekening en de tussenrapportages zijn de afgelopen jaren sterk verbeterd.

Dit helpt de gemeenteraad bij het maken van goede keuzes. En dat is belangrijk, zeker met de uitdagingen die er zijn. Denk aan het uitblijven van woningbouw door de crisis.

Ook is onvoldoende duidelijk of alle taken die de regering aan ons overdraagt uitgevoerd kunnen worden met de beschikbare middelen.

We moeten, met deze risico’s in het achterhoofd scherp blijven op het realistisch begroten van uitgaven en inkomsten. Het blijft zaak om te onderzoeken of alle geplande investeringen en reserveringen met het oog op de toekomst (herindeling) noodzakelijk zijn. “Lucht” in de begroting moet worden voorkomen. Er wordt een strak (meerjaren)begrotingsbeleid gevoerd waarbij Landerd financieel gezond blijft.

Politieke ambities worden waargemaakt op basis van gedegen financiële dekking met sluitende begrotingen. Tegenvallers binnen programma’s of budgetten worden zoveel mogelijk daar binnen opgevangen. Er wordt een woonlastenbeleid gevoerd dat -hoge uitzonderingen daargelatengematigde lastenstijgingen als geheel toestaat. De OZB-opbrengst is geen sluitpost op de begroting. De mogelijkheid om extra inkomsten te verwerven, bijvoorbeeld door landbouwgronden te verkopen, wordt nader onderzocht.

Tariefsverhogingen zijn zoveel mogelijk bedoeld om inflatoire kostenverhogingen en waardedalingen te compenseren. Landerd dient een gemeente te zijn die streeft naar lage woonlasten en zorgt voor een rechtvaardig kwijtscheldingsbeleid, een van de beste vormen van armoedebestrijding op lokaal niveau.

Van belang is dat financiële tegenvallers snel worden opgemerkt zodat snel kan worden bijgestuurd. Om iedere inwoner de gelegenheid te geven om de, voor “leken” ingewikkelde, begroting te lezen wordt er een “begrijpelijke versie” uitgebracht. Een versie die eenvoudiger te lezen is en inzicht geeft in de financiële positie van de gemeente.

10

Speerpunten: • Een realistische begroting, voorkomen van “lucht in de begroting”.

• Indien dit nodig blijkt, geld reserveren voor transities.

• Ombuigen van investeringen, ten gunste van de inwoners.

• Bewaking en sturing grondexploitaties.

• Bewaking en sturing op transities.

• Onderzoeken van mogelijkheden om extra inkomsten te verwerven.

• Transparantie begroting voor burgers vergroten door een “begrijpelijke uitgave” van de begroting.

Transities Gemeenten krijgen op het gebied van zorg en welzijn steeds meer taken overgedragen van de Rijksoverheid. Het moet daarbij ook nog efficiënter en goedkoper. Met de juiste aanpak zijn er volop mogelijkheden om zorg op lokaal niveau te verbeteren. Landerd bereidt zich voor op drie transities in het sociaal domein: 1. Invoering van de participatiewet. In de participatiewet zullen de Wet werk en bijstand, de Wet op de sociale werkvoorziening en de Wajong worden samengevoegd. De Wajong blijft bestaan voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten; 2. de overheveling van de AWBZbegeleiding en persoonlijke verzorging naar de WMO. Deze taken worden met ingang van 2015 gedecentraliseerd naar gemeenten; 3. de transitie van de jeugdzorg. Deze operatie betreft het geheel van de jeugdzorg: de jeugdzorg die nu een verantwoordelijkheid is van de provincie, de gesloten jeugdzorg onder regie van het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en sport (VWS), de jeugdggz die onder de Zorgverzekeringswet (ZVW) valt, de zorg voor lichtverstandelijk gehandicapten jongeren op basis van de AWBZ en de jeugdbescherming en jeugdreclassering van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

De invoering van de drie transities dient slim te gebeuren, door ze aan elkaar te verbinden. Dit zal leiden tot een integraal en innovatief sociaal beleid, waarbij de eigenheid van de drie deeltrajecten niet uit het oog mag worden verloren.

Voor iedere ondersteuningsvraag gelden de volgende uitgangspunten: • Nadruk op eigen kracht en verantwoordelijkheid van burgers. Meedoen en erbij horen.

• Ondersteuning en participatie dichter bij de burger. Organisatie zo veel mogelijk op lokaal niveau.

• Voorkomen in plaats van genezen: investeren in preventie wordt lonend door het in één hand leggen van de regie en financiering.

Om de gewenste verbindingen tot stand te brengen zal burgerkracht gemobiliseerd moeten worden. Professionals in de zorg dienen in een sluitend netwerk te opereren waarbij ze na een goede opleiding, deskundig invulling gaan geven aan hun nieuwe rol. Er wordt een loket ingericht waar inwoners terechtkunnen voor alle vragen over ondersteuning op terreinen als inkomen, zorg en welzijn. Daarnaast wordt door een professional ingezet op een sterk buurtnetwerk van professionele verzorging, verenigingen, huisarts, mantelzorgers, vrijwilligers, maaltijdservice, zorgcoöperaties, Centrum voor jeugd en gezin, dorpsraden, kinderopvang en onderwijs. De professional zal samen met de verantwoordelijke ambtenaren zorgdragen voor de gewenste verbindingen, ontwikkelingen in goede banen leiden, begeleiden en de samenhang bewaken.

Ook de rol van de gemeente verandert ingrijpend. Die verschuift van uitvoerend naar regisserend. Hierdoor krijgen zorginitiatieven veel meer ruimte voor het maken van eigen keuzes.

De initiatieven die positief beoordeeld zijn over de zorg die ze verlenen, ontvangen subsidie ter

11

ondersteuning. De gemeente verstrekt uiteraard ook subsidies voor het opstarten van positief beoordeelde vrijwilligersinitiatieven. De gemeente heeft een rol in het midden van Burgerkracht en Systeemkracht. Dure systeemingrepen zijn niet altijd het goede antwoord, het versterken van eigen kracht van mensen in hun eigen omgeving en sociaal netwerk is vaak al afdoende. De grondgedachte die meer ingeburgerd moet worden is dat we van binnen naar buiten gaan werken. Het begint bij de inwoners van Landerd met het in kaart brengen van behoeften en mogelijkheden. Hierop insteken in het versterken van deze mogelijkheden en professionele zorg bieden waar dit niet mogelijk is.

De verbinding tussen de drie transities wordt ook gemaakt binnen de afdeling sociale zaken.

Door het wegnemen van doublures worden gewenste besparingen gerealiseerd. De gemeente houdt in het aanbestedingsbeleid ook rekening met organisaties die medewerkers hebben met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Bovendien gaat Landerd een bijdrage leveren aan Stichting Leergeld. Zij geven kinderen die in armoede opgroeien de kans om toch deel te nemen aan binnen- en buitenschoolse activiteiten.

Financiën/monitoring De transities gaan gepaard met hoge bedragen. Er wordt ingeschat dat de gemeentelijke begroting in relatie met de drie transities circa 10 miljoen euro zal bedragen, een toename van meer dan 30%. Dit vraagt om een goede bewaking van de uitgaven, een overschrijding kan immers veel financiële risico’s opleveren. Er dient een financiële beheersing ingericht te worden die de uitgaven per zorgsoort monitort en snel ingrijpen mogelijk maakt. Ook zal de integrale context van de drie transities gemonitord worden om er voor te zorgen dat er daadwerkelijk bespaard kan worden in de overlappende gebieden.

De ontwikkelingen binnen de transities worden met grote regelmaat geagendeerd in voorbereidende en besluitvormende raadsvergaderingen.

Geconstateerd wordt dat de drie transities ( jeugdzorg, participatiewet en AWBZ) nu zodanig op de rit zijn en komen dat er grote gevolgen zijn en komen voor de inzet van formatie bij in eerste instantie het team welzijn. De transitie jeugdzorg heeft inmiddels de eindstreep in de eerste kamer gehaald, de participatiewet is door de tweede kamer heen geloodst en de nieuwe WMO/transitie AWBZ gaat volgens verwachting zeker ook de eindstreep halen.

Daarmee komen er m.i.v. 2015 belangrijke taken bij de gemeenten terecht en daarmee komen ook substantiële budgetten richting gemeenten.

Voor Landerd is nu de inschatting dat het om een budget van bijna 10 miljoen gaat bij deze drie transities( ongeveer een derde van onze gemeentebegroting).

Lokaal beleid Regionale aanbestedingen en samenwerkingsverbanden zijn een voorwaarde voor de uitoefening van de drie transities. Op lokaal niveau wordt de organisatie en uitvoering aangestuurd. Dat betekent vrijheid in samenstelling van teams, opleiding, visie en beleid. Het lokale beleid zal er ook voor zorgen dat als inwoners ondersteuning nodig hebben, ze erop kunnen vertrouwen dat de gemeente er voor hen is. De regisserende en bindende rol van de gemeente en professional is cruciaal en wordt ingezet in de dorpen en het gemeentehuis.

Speerpunten • Integraal samenwerken voor slimme oplossingen.

• Lokale organisatie en uitvoering.

• Ruimhartig beleid voor bijzondere bijstand op maat.

• Niet de regelgeving, maar de mens centraal.

• Nieuwe initiatieven passend bij ‘samen zorgen voor elkaar’.

• Monitoring op financiële en programmatische aspecten.

• Bijdragen aan Stichting Leergeld voor kinderen die in armoede opgroeien.

12

Accommodaties en subsidies De Landerdse verenigingen hebben een belangrijke functie in onze samenleving. Het biedt de benodigde ontspanning en afleiding, brengt verbondenheid, vermindert eenzaamheid en signaleert sociale problemen. Een sterk verenigingsleven draagt ook bij aan de mogelijkheid om langer zelfstandig te kunnen wonen. Verenigingen en accommodaties hebben een belangrijke rol in sociale netwerken rondom hulpbehoevenden en zijn daarmee een belangrijk instrument voor het succesvol uitvoeren van de transities. Ook een goede en betaalbare huisvesting is hierbij belangrijk: onze dorpshuizen hebben een belangrijke functie in het verenigingsleven, ze zijn de huiskamers van de gemeenschap. Het ligt dan ook voor de hand dat de coalitie positief staat ten opzichte van inpassingen van initiatieven, zoals een zorgcoöperatie, binnen de dorpshuizen.

Voor Zeeland geldt dat de mogelijkheid onderzocht moet worden of na herindeling, het gemeentehuis dienst kan doen als Dorpshuis.

Van de inwoners mag verwacht worden dat zij zich inzetten om het dorpshuis in stand te houden.

Verenigingen dienen verantwoordelijkheid te nemen in beheer en onderhoud en zoveel mogelijk gebruik te maken van het dorpshuis. Efficiënt gebruik maken van de accommodaties is nodig om de betaalbaarheid in stand te houden en daarmee ons verenigingsleven ook op peil te houden.

Herindeling is één van de doelen van deze coalitie. Omdat na herindeling voor de verenigingen het subsidiebeleid van de nieuwe gemeente van toepassing is, ligt het niet voor de hand om ingrijpende wijzigingen door te voeren in het subsidiebeleid. De focus zal liggen op het gezond overdragen van de verenigingen naar de nieuwe gemeente. Aan de verenigingen die na herindeling minder subsidie ontvangen, wordt een afbouwregeling aangeboden waardoor gedurende een overgangsperiode financiële ondersteuning wordt geboden.

Het college zal spoedig aangeven of er, vanuit bovenstaande nieuwe kaders, nog steeds een taakstellende bezuiniging noodzakelijk is voor de dorpshuizen.

De problematiek in het Wapen van Reek, de ongunstige ligging van de trap en de klimaatbeheersing, zal spoedig opgepakt worden. Op korte termijn wordt een uitgewerkt voorstel voorgelegd aan de gemeenteraad.

Speerpunten • Handhaven huidig subsidiebeleid.

• Grotere inzet van inwoners om de betaalbaarheid van de accommodaties te verbeteren.

• Verenigingen gezond overdragen naar de nieuwe gemeente.

• Oprichten egalisatiefonds.

• Onderzoek naar mogelijkheid het gemeentehuis in te richten als dorpshuis.

13

Informeren en communiceren De basis voor het vertrouwen in de gemeente wordt gelegd door de zekerheid voor burgers, bedrijven, verenigingen en instellingen dat het beleid duidelijk is, dat argumenten en belangen objectief worden afgewogen en dat de besluitvorming transparant is.

Wij richten ons op onze inwoners en willen Landerd samen besturen. We bieden vanuit een positieve grondhouding hoogwaardige dienstverlening volgens de logica van onze inwoners: betrouwbaar, vraaggericht en toegankelijk. Vertrouwen van onze inwoners in de gemeente is onmisbaar voor een goed functionerend bestuur.

De gemeente dient op een (pro) actieve manier gemeentelijke informatie openbaar te maken waardoor betrokkenheid en draagvlak onder de inwoners wordt vergroot. Hierbij moet het juiste medium (internet, Sociale Media, krant, (nieuws)brief, folder) ingezet worden. Wij vinden het vanzelfsprekend dat hiertoe de voorbereiding en de uitvoering van beleid inzichtelijk en transparant is. Communicatie speelt hierbij een cruciale rol.

Communicatie verloopt niet goed op het moment dat je van te voren onvoldoende hebt nagedacht met wie, wanneer, op welke manier en met welke boodschap informatie uitwisseling noodzakelijk is. In project- en beleidsplannen, college- en raadsvoorstellen wordt daarom een communicatieparagraaf opgenomen. Ook zullen medewerkers getraind worden op dit gebied.

Het college wordt gevraagd om binnen deze kaders een notitie uit te werken waarbij tevens voorstellen worden uitgewerkt die burgers betrekken, doen meedenken en informeren omtrent onderwerpen die spelen binnen de gemeente.

Ook de drempel om een klacht in te dienen moet worden verlaagd. Dit kan door bekendheid te geven aan de klachtenprocedure, anoniem enquĂŞteren van inwoners en/of inzet van dorpsraden.

De raadsfracties kunnen ook een belangrijke rol spelen in de klachtbeleving van de inwoners.

Speerpunten • Verhogen betrokkenheid en draagvlak inwoners. • Toepassen communicatieparagraaf.

14

Toerisme en Recreatie De Maashorst ontwikkelt zich steeds verder als uniek natuurgebied voor inwoners en toeristen.

De aantrekkingskracht van de Maashorst moet verder versterkt worden omdat dit positief bijdraagt aan de leefbaarheid van Landerd. Landerd vervult met het groot aantal verblijfsaccommodaties de verblijfsfunctie van de Maashorstregio. Dit zorgt voor veel bestedingen in winkels en horeca en draagt zo bij aan werkgelegenheid en leefbaarheid in Landerd. De verdere versterking van de Maashorst ligt vast in het Maashorstmanifest en dient conform dit Manifest uitgevoerd te worden. Door de subsidie die aan de Maashorst is toegekend in het kader van de Landschappen van Allure gekoppeld aan de subsidies voor de realisatie van de EHS in de kern van de Maashorst kan een enorme investering van tientallen miljoenen plaatsvinden in de Maashorst waarbij ondernemers, inwoners en toeristen kunnen profiteren op het terrein van economische bedrijvigheid, versterking van de kernen, recreatie en toerisme en natuurontwikkeling.

De grote uitdaging op het gebied van toerisme en recreatie ligt in versterking van de toeristische en recreatieve aantrekkingskracht van Landerd. (Dag)recreatie dient gestimuleerd te worden in overleg met de ondernemers in de branche, maashorstgemeenten, SBB, waterschap Maashorstboeren, Recron, en natuurorganisaties. Daarnaast dienen we mee te werken aan een kwalitatieve verbetering van de verblijfsaccommodaties, stimuleren van de verkoop van streekproducten en andere innovaties zoals goed gefaciliteerde Camperovernachtingsplaatsen.

Ook grotere trekkers, zoals hotelaccommodaties of verblijfsparken zijn welkom mits ze op alle fronten inpasbaar zijn. Daar waar mogelijk en wenselijk, zullen de bestemmingsplannen er op worden aangepast.

Het Platform Toerisme Landerd dient zich verder te focussen op de versterking en verbreding van lokale initiatieven. Handhaving op zwerfvuil en illegale motorcross is het sluitstuk voor de ultieme natuurbeleving in de regio.

Speerpunten • Versterken aantrekkingskracht Maashorst door uitvoering manifest, realisatie van de natuurkern in de Maashorst en de uitvoering van Landschappen van Allure.

• Stimuleren (dag)recreatie.

• Kwalitatieve verbetering verblijfsaccommodaties.

• Openstaan voor nieuwe innovaties.

Economische zaken De economie van Landerd is sterk afhankelijk van de regio. Dus voeren we met de regio een actief economisch beleid, met als speerpunt de inzet van de Agrifood Capital. Uit deze regio benutten we subsidiegelden ten behoeve van bedrijfsinnovatie, in samenspraak met ondernemers. Dat gaan we krachtig doorzetten. In het kader van de toekomstige ontwikkeling wordt onderzocht of aansluiting bij de As50 gewenst is. Daarnaast zullen we actief nieuwe bedrijven gaan werven voor de bedrijventerreinen in Reek en Zeeland.

Door het aanstellen van een Bedrijfscontactfunctionaris worden ondernemers beter gefaciliteerd met het oog op een aantrekkelijk ondernemersklimaat en het in stand houden en bevorderen van extra bedrijvigheid en werkgelegenheid binnen de gemeente. Verder is het van groot belang dat de ondernemers uit de dorpscentra Zeeland en Schaijk goed aanhaken als het gaat om de ontwikkeling van de centrumplannen.

Afgewogen dient te worden of de bestaande overlegstructuur SEAP (Sociaal Economisch Actieplan) in stand moet blijven. Het SEAP blijkt in de praktijk vooral een informatieoverdracht.

Deze informatieoverdracht vindt echter ook op andere momenten in ander verband al plaats. De vraag is derhalve actueel of het SEAP-overleg in deze vorm en samenstelling nog meerwaarde heeft of dat een alternatief gewenst is.

15

Bedrijventerreinen Invulling van bedrijventerreinen Reek-Zuid en Voederheil komt tot dusver onvoldoende van de grond. In het kader van de leefbaarheid en de financiële positie van de gemeente is van groot belang dat daarin verandering komt. Hiervan wordt werk gemaakt door een “aanjager” in de vorm van een bedrijfscontactfunctionaris. Zaak is dat deze functionaris actief aan de slag gaat met het presenteren van de mogelijkheden die onze bedrijven bieden en acquisitie pleegt. Indien binnen 2 jaar blijkt dat dit onvoldoende resultaten oplevert komt er een studie naar mogelijke heroverweging van de inrichting van Reek-Zuid, gericht op daadwerkelijke uitgifte van grond. Er wordt geïnventariseerd wat de mogelijkheden zijn.

Speerpunten • Agrifood Capital gebruiken als regionale economische motor.

• Uitgifte van bedrijfskavels in Reek en Zeeland.

• Bevorderen bedrijvigheid door Bedrijfscontactfunctionaris.

• Heroverweging Sociaal Economisch Actieplan.

• Aanjager in de vorm van bedrijfscontactfunctionaris.

• Actief werven t.b.v. invulling bedrijventerreinen.

• Studie naar heroverweging planopzet Reek-Zuid, aan de orde als de invulling niet loopt.

Duurzaam Landerd Iedereen is het er over eens dat we de aarde zo moeten achterlaten dat ook onze kleinkinderen en hun kleinkinderen er kunnen leven. We moeten dus zuinig zijn op wat de aarde voortbrengt en duurzame oplossingen inzetten om de aarde te beschermen. Ook de gemeenten spelen hierin een rol. Met ingang van 2015 zal de gemeente voortaan binnen de financiële kaders, 100% duurzaam inkopen. Dit geldt ook indien de inkooptaak aan een andere gemeente wordt uitbesteedt. Daarnaast wordt onderzocht of zelfstandig alle benodigde energie kan worden opgewekt of klimaatneutraal kan worden afgenomen.

Duurzaamheid is ook voor de inwoners bereikbaar geworden, investeringen in zonnepanelen nemen in Landerd fors toe. Doordat subsidies nog maar een beperkte rol spelen, wordt van de gemeente een andere rol verwacht. Samen met andere gemeenten en enthousiaste en deskundige inwoners wordt een (sub)regionaal Duurzaamheidsloket ingericht.

Door bundeling van kennis en middelen worden initiatieven in de wijken gestimuleerd en begeleid die gericht zijn op energiebesparing en -opwekking, waterbesparing en het isoleren van woningen. Het Duurzaamheidsloket reikt oplossingen aan die goedkoper zijn door kennis, ondersteuning en inkoopvoordelen. Dit zorgt ervoor dat het voor inwoners gemakkelijk en aantrekkelijk wordt om duurzaamheidsmaatregelen te treffen.

Speerpunten • Wijkgerichte verduurzaming.

• CO2 neutrale gemeentelijke overheid.

• Duurzaamheidsloket regisseert en ondersteunt.

16

Busvervoer Alhoewel de provincie verantwoordelijk is voor het busvervoer, betekent dit niet dat de gemeente hierin geen rol heeft. De gemeente moet een goed beeld hebben van de lokale behoeften aan openbaar vervoer en dit bij de provincie kenbaar maken zodat daar rekening mee wordt gehouden. Tijdens de spits moeten er voldoende bussen rijden om de forensen en schooljeugd naar hun bestemmingen te brengen. Buiten de spits mag de frequentie op onrendabele lijnen gerust verminderen. We moeten voorkomen dat gelden worden besteed aan het laten rijden van lege bussen.

Het college ontwikkelt een instrument waarmee wordt getoetst of het OV aansluit aan de lokale behoeften. Hierbij wordt ook gekeken naar de veiligheid van de haltes en maatregelen om diefstal en vandalisme te beperken. De resultaten worden in de gemeenteraad, de regio en met de provincie besproken. Ook de inwoners van Schaijk dienen met de bus naar het ziekenhuis in Uden te kunnen reizen. Het college zal in samenwerking met Arriva en de gemeente Oss en Uden een voorstel uitwerken om een buslijn te creëren tussen Oss, via Schaijk naar het ziekenhuis in Uden. De belangrijkste haltes worden uitgerust met displays met dynamische tijdsaanduiding waarop, ook bij vertraging, de exacte vertrektijden af te lezen zijn.

Speerpunten • Goed en veilig openbaar vervoer.

• Busverbinding tussen Schaijk en ziekenhuis in Uden.

• Dynamische tijdsaanduiding bij bushaltes voor exacte vertrektijden.

Veiligheid De gemeente Landerd is in zijn algemeenheid te betitelen als een veilige omgeving. Het aantal incidenten is relatief beperkt, evenals het aantal knelpunten en veiligheidsrisico’s. De ontwikkelingen van de laatste jaren laten zien dat aandachtspunten zich concentreren op terrein van sociale veiligheid. Vermogensdelicten (zoals woninginbraak en diefstal), maar ook overlastgevende jeugd en onveiligheid op recreatieparken kunnen van grote invloed zijn op de veiligheidsbeleving van onze inwoners. Daarnaast kunnen inwoners die overlast veroorzaken in de buurt een belangrijke rol spelen bij ontnemen van de leefbaarheid.

Het is de ambitie van de gemeente Landerd om ervoor te zorgen dat het gunstig niveau van veiligheid wordt gewaarborgd. Dit door enerzijds aandacht te hebben voor de voorkoming van misdrijven welke een grote impact hebben op de veiligheidsbeleving. Anderzijds door oog te houden voor de leefbaarheid en de wijze waarop onze inwoners met elkaar samenleven.

Speerpunten voor veiligheid zijn: aanpak vermogenscriminaliteit, veiligheid op recreatieterreinen en zorgen voor een leefbare woon- en leefomgeving. De gemeente Landerd gelooft dat veiligheid een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van ons allemaal en dat alle partners in samenwerking het beste resultaat kunnen halen.

Speerpunten • aanpak woninginbraak en diefstal • veiligheid op recreatieterreinen • zorgen voor een leefbare woon- en leefomgeving

17

Portefeuilleverdeling: Voltallige college Het college bestuurt in collegialiteit en neemt alle besluiten inclusief de toekomst van heringedeelde gemeente Landerd Burgemeester Algemene Zaken Openbare orde en Veiligheid Informatie en Automatiseringsbeleid Communicatie Economische zaken (regionaal) Personeel en Organisatie Bestuurlijke coĂśrdinatie van de intergemeentelijke samenwerking.

Vereniging Herindelen Landerd Openbare Werken FinanciĂŤn Handhaving Monumenten Verkeer en Vervoer Dorpsraden Reekse Politieke Partij Volkshuisvesting Ruimtelijke ordening Milieu- en afval Economische zaken Centrumplannen Natuur- en Landschapsbeleid Toerisme en Recreatie Progressief Landerd Zorg en Welzijn Onderwijs Transities (Jeugdzorg, WMO/Awbz en participatiewet) Subsidies Accommodaties Arbeidsmarkt Sport Volksgezondheid Sociale zaken WMO-voorzieningen Duurzaamheid

18