Opgroeien in Limburg - 6 december 2024 - Editie Westelijke Mijnstreek

Page 1


Opgroeien

in Limburg

Uitgave 6 december 2024

5

AI, een vloek of een zegen voor je kind

Artificiële intelligentie (AI) is overal, ook voor kinderen. Hoe begeleid je hen als opvoeder in deze technologische wereld?

8 9

Nostalgie uit de kinderboekenkast

Meeslepende kinderboeken die generaties verbinden: ontdek de favorieten van onze lezers.

13

Opgroeien met dyslexie

van wezenlijk belang.

15

‘Generatie Angst’ creëren we zelf

Deze bewaarspecial is een uitgave van de commerciële afdeling van Mediahuis Limburg.

Tijdig in actie komen en je kind laten behandelen is bij dyslexie
Coach Audrey Bruekers en therapeut Nicole Aspers komen in hun werk veel jongeren tegen die gevangen zitten in hun angsten.
Beeld: Ermindo Armino

Spelen, lachen, groeien en bloeien. Leren en talent ontwikkelen op een manier die goed past en die goed werkt. Dat wensen we ieder kind en daar zetten we ons bij zorgorganisatie Daelzicht met hart en ziel voor in.

Zien en doen wat nodig is Voor kinderen met een ontwikkelingsachterstand of een verstandelijke beperking zijn de uitdagingen vaak net even anders. Daelzicht ondersteunt deze kinderen en hun gezin op allerlei manieren, plekken en momenten. We bewandelen de weg die past bij het gezin. Samen met ouders, het netwerk en iedereen die betrokken is. Want samen komen we vooruit en samen komen we verder.

Meer weten?

Kijk voor meer informatie over Kind, jeugd en gezin, onze ondersteuning en vormen van samenwerking op de website: www.daelzicht.nl/kind-jeugd-gezin

daelzicht@daelzicht.nl ● 0475 57 77 77 ● www.daelzicht.nl

Opgroeien in Limburg

Colofon

Opgroeien in Limburg is de servicegerichte bijlage van De Limburger om haar lezers wegwijs te maken in de fascinerende wereld van opgroeiende kinderen. Hoe ziet dit ‘landschap’ eruit en waar loop je als ouder(s) tegen aan? Een bijlage met antwoorden op vragen waar je als ouders van kinderen t/m 23 jaar mee worstelt.

Opgroeien in Limburg verschijnt jaarlijks als bijlage bij De Limburger in heel Limburg.

REDACTIE: Hub Bertrand, Sylvia Beugelsdijk-Franssen, John Huijs, Majella Lammers, Petra Lejeune, Kyra Volkers.

BEELD: Ermindo Armino, Kevin Cordewener, Anne Jannes, Petra Niessen, Mara van den Oetelaar, Getty Images.

erschijningsdata specials van De Limburger In 2025 brengt De Limburger wederom bijzondere bijlages van 16 pagina's over onderwerpen die ons raken:

iever Langer Thuis ag van de Verpleging iever Langer Thuis n Memoriam pgroeien

oor meer informatie

Donderdag 3 april 2025

Maandag 12 mei 2025

Donderdag 9 oktober 2025

Donderdag 30 oktober 2025

Vrijdag 5 december 2025

Neem contact op met: Raymond van Golde, Industry Consultant +31 6 30 85 97 25 of via raymond vangolde@mediahuislimburg nl

VORMGEVING: Bee in Media.

COÖRDINATIE: Els Spronk.

AUTEURSRECHT: Op de inhoud van deze bijlage rust auteursrecht. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de uitgever. Opgroeien in Limburg is een commerciële uitgave van Mediahuis Limburg. r

ADVERTENTIES: Raymond van Golde, consultant onderwijs branche, tel. 06 – 308 59 725.

Opgroeien in Limburg: Wim Duisenbergplantsoen 1, 6221 SE Maastricht | Tel. 088 – 82 45 180 | E-mail: advertentie.centraal@mediahuislimburg.nl

Jenna, haar ouders en begeleiding van zorgorganisatie Daelzicht geven een inkijkje in de praktijk van alledag. Een verhaal van vallen en opstaan, dromen en doen, maar vooral van samen verder komen.

Kind, jeugd en gezin bij Daelzicht. Samen vooruit, samen verder

Patricia en Dominique zijn de trotse ouders van Jenna. Vol overgave begeleiden ze hun dochter op haar levenspad. Dankzij een krachtig netwerk en een team van ondersteuners ontwikkelt Jenna zich boven verwachting goed. Het echte succes zit volgens Dominique in de samenwerking met én tussen Daelzicht en alle betrokken professionals. Samen werken ze voor hetzelfde doel.

Patricia: “De crèche was geen succes, nog voor de diagnose ging Jenna naar kinderdienstencentrum ’t Steyntje in Stein. Daar keken ze naar wat wel kon, wat een opluchting.” Jenna heeft een zeldzame genafwijking, autisme en ADHD. Artsen schetsen geen rooskleurig toekomstbeeld: praten, fietsen, lezen, schrijven, dat zit er niet in. Dominique: “Jenna ging stapje voor stapje vooruit. Het was fijn in overleg steeds nieuwe doelen te stellen. Dolgelukkig zagen we haar rondjes fietsen door de gang van ’t Steyntje. Wat een feest.” Het was kansen krijgen, kansen grijpen.

Groeien als team

Dominique: “De inzichten vanuit ’t Steyntje deelden ze met ons. Thuis konden we daar mee verder. Ondersteund door de ambulante begeleiding stapten we uit onze comfortzone. De begeleiders was niets te veel. Ze kwamen in hun vrije tijd zelfs voorlichting geven voor familie, vrienden en buren. Jenna heeft er veel baat bij als iedereen hetzelfde doet. Daar is veel onderling contact en begrip voor nodig. We werden echt een team.”

“De communicatie en de betrokkenheid waarmee iedereen vanuit het hart samenwerkt is goud waard”

- Dominique, vader van Jenna

Zorg in onderwijs

Patricia: “Alle stapjes zijn spannend; de overgang van ’t Steyntje naar onderwijs was dat zeker. Dankzij de samenwerking tussen Daelzicht en de Parkschool lukte

het.” Michelle is een van de begeleiders die vanuit Daelzicht op de Parkschool werkt. Michelle: “Sinds we als zorgmedewerkers ook in de klas staan kunnen we veel meer toevoegen. Het belang van het kind staat voor beide partijen voorop. Voortdurend afstemmen, snel schakelen en vooral leren van elkaar.”

Niks verliezen, veel winnen

Patricia: “Voor Jenna was het super dat er bekende gezichten waren. De omgeving veranderde, ze leerde nieuwe dingen, de vertrouwde benadering bleef.” De verhouding tussen onderwijs en het begeleiden van gedrag is een waardevol samenspel. Michelle: “In de beginfase was er één begeleider van Daelzicht voor Jenna in de klas. Na een tijdje werd het één begeleider voor twee kinderen. Jenna leert dat ze niet op elk moment de volle aandacht kan krijgen.” Patricia: “Voor ons ook fijn natuurlijk. Tegenwoordig kan ze tien minuten zelfstandig werken.” Dominique vult trots aan: “Voor Jenna een topprestatie waarbij alle olympische medailles van de wereld

verbleken. Voor ons net genoeg tijd om de vaatwasser uit te ruimen: waanzinnige luxe, dat meen ik serieus.”

“Voortdurend afstemmen, snel schakelen en vooral leren van elkaar”

- Michelle, Daelzicht begeleider op de Parkschool

Vrije tijd als uitdaging

De Parkschool heeft dezelfde vakanties als het reguliere onderwijs. Patricia: “Vrije tijd is een behoorlijke uitdaging, laat staan zes weken zomervakantie. Gelukkig biedt Daelzicht dagopvang in die periodes. Zo behouden we toch wat structuur en Jenna doet leuke dingen buiten schooltijd. We zetten ook thuis ambulante begeleiding van Daelzicht in. Dat geeft ons wat ruimte naast werk, huishouden en de zorg voor Jenna.”

Dominique: “Het zijn begeleiders die we vaak al jaren kennen, ideaal voor Jenna. De combinatie van alle ondersteuning is voor ons de beste oplossing. De onder-

linge communicatie en de betrokkenheid waarmee iedereen vanuit het hart samenwerkt is goud waard.”

Geven en nemen Jenna groeit en bloeit. Enthousiast schrijft ze hond, kip en vis. In de supermarkt vertelt ze dat ze een puzzel heeft gemaakt met Michelle. Bij de drogist knijpt ze een vreemde vrouw in de billen. Het maakt niet uit wie ze ontmoet, iedereen verdient een knuffel. Patricia: “Het is een prachtmeid, al staat niet iedereen open voor zoveel spontaniteit.” Dominique: “We hebben van Jenna geleerd dat je niet alles hoeft te kunnen. Ze laat ons zien waartoe wij als ouders in staat zijn. Een ding is zeker: zonder alle ondersteuning en samenwerking zou het onmogelijk zijn.’

“De samenwerking tussen Daelzicht en de Parkschool kwam precies op het goede moment” - Patricia, moeder van Jenna

Jenna en haar ouders.
Tekst & beeld: Daelzicht

de kracht van kiezen met je hart

“Als je doet wat je écht blij maakt, volgt de motivatie vanzelf.”

Studeren is meer dan alleen cijfers behalen of een diploma op zak hebben. Het gaat vooral óók om het ontdekken van je passie en het vinden van een studierichting die je elke dag energie geeft. Bij Gilde Opleidingen geloven we dat een studiekeuze niet alleen met je hoofd, maar vooral ook met je hart gemaakt moet worden. De 19-jarige Layth Ayoubi uit Tegelen bewijst zelf dat het volgen van je gevoel het belangrijkste is bij het maken van een studiekeuze. Op zijn vijftiende laat hij zijn ouders en broer achter en verruilt hij zijn geboorteland Syrië - een land dat verscheurd is door oorlog – voor Nederland. Een onbekende taal, een vreemd land én een nieuwe toekomst. In het begin zeker moeilijk en eenzaam, maar zijn mboopleiding houdt hem op de been.

School als tweede thuis De eerste jaren in Nederland waren lastig voor Layth. Het contact met zijn familie, die nog in Syrië verbleef, was minimaal en het leren van een nieuwe taal was een kwestie van elke

dag doorzetten. “Ik heb me vaak eenzaam gevoeld. Ik had heel erg de behoefte aan een warme thuisomgeving en gesprekken met mijn ouders”, vertelt hij. School wordt voor hem dan ook zijn tweede thuis, een veilige basis. Na het afronden van zijn entreeopleiding bij Gilde Opleidingen - waar hij in een jaar tijd zijn mbodiploma niveau 1 haalt - wil hij doorstuderen. Als kind is hij altijd al geïnteresseerd in hoe dingen in elkaar zitten, vooral auto’s. Toch besluit hij in Nederland voor een vervolgopleiding ICT te kiezen.

“Mijn vader was ervan overtuigd dat ik hier de beste baankansen in had. Het voelde als de vanzelfsprekendste keuze, iets wat al vaststond sinds mijn tienerjaren. Pas toen ik me verder ging verdiepen in het werken met auto’s en garages bezocht, ontdekte ik hoeveel plezier ik haal uit het werken met mijn handen. Tijdens het zoeken naar opleidingen in de studiekeuzegids van Gilde Opleidingen sprong één eruit: Autotechniek. Ik voelde aan alles dat het originele pad wat ik voor ogen had niet voor mij bestemd was.”

De druk voelen Het besluit om over te stappen naar een andere opleiding was voor Layth niet zonder twijfels van anderen.

Hij begrijpt heel goed hoe jongeren vaak de druk voelen om te voldoen aan de verwachtingen van hun ouders of omgeving. “In het begin was mijn vader sceptisch over mijn switch. Maar ik wist hem ervan te overtuigen dat ik mijn eigen gevoel moest volgen. Verandering hoeft niet slecht te zijn,” vertelt hij.

Hoewel het voor hem een grote beslissing was, kreeg Layth ook veel steun van zijn omgeving. Zijn docenten ondersteunden hem en motiveerden hem om verder te gaan in de autobranche. “Zij zagen dat ik diep van binnen niet blij was met mijn keuze. Ze gaven mij het vertrouwen om te kiezen voor mezelf”, herinnert Layth zich. En zo geschiedde: hij besluit zijn opleiding voort te zetten in autotechniek op niveau 2.

Het blijkt de juiste keuze. “Ik haal elke dag energie uit het repareren en begrijpen van auto’s. Het mooie is, hoe meer ik leer bij Gilde Opleidingen, hoe nieuwsgieriger ik word naar alles binnen dit vak.” Wat Layth het meeste geholpen heeft bij het maken van zijn studiekeuze, is het gevoel dat hij doet wat hij écht leuk vindt. “Luister naar je hart, dan komt het uiteindelijk goed. Misschien klinkt het cliché, maar mijn hobby is mijn werk geworden”, zegt de 19-jarige enthousiast.

Blijven leren en groeien Wat Layth aantrekt in het mbo, is de sterke focus op praktijkgericht leren. Als bblstudent brengt hij veel tijd door bij zijn leerbedrijf, een garage in Tegelen. “In de werkplaats leer je veel meer dan uit boeken. Daar zie je direct hoe alles werkt. Als ik op mijn stageplek ben, voel ik me helemaal op mijn gemak. Ik waardeer het heel erg dat mijn docenten en mijn loopbaanbegeleiders me de ruimte geven om mezelf te blijven ontwikkelen. Ze duwen je niet zomaar in een richting maar ze helpen je ontdekken waar jouw intrinsieke motivatie ligt.”

Layth kijkt met veel ambitie naar de toekomst. Als vakman voelt het alsof de wereld aan zijn voeten ligt. “Ik wil altijd blijven leren. Een eigen garage zou op den duur een heel mooi doel zijn. Wellicht kies ik later wel voor een combinatie van ICT en autotechniek. Maar mijn droom is vooral ook om andere jongeren enthousiast te maken voor het mbo. Hier liggen veel kansen”, vertelt hij vol enthousiasme.

Layth’s boodschap aan andere studiekiezers is dan ook helder: “In het begin is het misschien niet altijd duidelijk welke richting je opgaat, maar vraag jezelf vooral af waar je energie van krijgt. Als je doet wat je écht blij maakt, volgt de motivatie vanzelf.”

AI, een vloek of een zegen voor je kind?

Artificiële intelligentie (AI) is niet meer weg te denken uit onze maatschappij en ook kinderen worden dagelijks blootgesteld aan deze nieuwe technologieën. Hoe ga je daar als opvoeder mee om?

Je kunt als opvoeder van alles vinden van AI, maar tegenhouden kunnen we kunstmatige intelligentie niet (meer). Daarmee zou het niet de vraag moeten zijn óf je je kind leert leven met AI, maar hoe?

Alleen: hoe doe je dat als je zelf misschien amper weet wat AI is, en wat de kansen en de risico’s ervan zijn? Waar kun je dan in Limburg terecht voor hulp of advies?

Dat blijkt nog niet zo eenvoudig. Het Centrum voor Jeugd en Gezin Midden-Limburg bijvoorbeeld geeft onomwonden toe “nog niet zover” te zijn dat ze opvoeders of jongeren op dit terrein kunnen adviseren.

De proef op de som met ChatGPT waar je in deze provincie dan wel moet zijn voor informatie over opvoeden en AI lijkt in eerste instantie een handvol bruikbare ingangen op te leveren. Bij nader onderzoek blijken echter geen van die suggesties nuttig.

‘Nieuwe tijd’

“Dan hebben jullie vast een gratis versie van ChatGPT gebruikt. Bij een betaalde versie van deze chatbot heb je aanmerkelijk meer kans op actuele en daarmee bruikbare antwoorden”, oppert Dorin Bouwman van AIpunt in Groningen. AIpunt is een laagdrempelig online magazine over AI. Het bedrijf verzorgt ook lezingen en workshops over AI om de nieuwe generatie klaar te stomen voor de ‘nieuwe tijd’.

Volgens een onderzoek van Opiniepanel uit mei 2023 maakt 80 procent van de volwassenen zich zorgen over het gebruik van kunstmatige intelligentie door kinderen. Dorin Bouwman en zijn collega Robert de Vries kunnen zich die koudwatervrees best voorstellen. Robert: “Kunstmatige intelligentie is doorgaans negatief in het nieuws. Zelden of nooit lees of hoor je over de positieve kanten van AI. Dat maakt opvoeders huiverig als ze merken dat hun kind bijvoorbeeld ChatGPT gebruikt om opdrachten voor school te maken. Wat veel ouders zich daarbij niet realiseren,

is dat ze zelf ook regelmatig gebruikmaken van kunstmatige intelligentie – vaak zelfs dagelijks. Het navigatiesysteem in hun auto bijvoorbeeld kan niet zonder deze technologie. En zonder algoritmen kan Netflix hen onmogelijk precies die series voorschotelen die zij interessant vinden.”

AI: leren leven met de toekomst – hoe begeleid je jouw kind?

Dorin en Robert vergelijken de angst voor AI bij veel volwassenen met de vrees voor het internet in de jaren 90.

Dorin: “Jongeren omarmen nieuwe technologieën veel sneller. Zij zullen de rest van hun leven met AI te maken krijgen. De ontwikkeling van kunstmatige intelligentie gaat steeds sneller en is niet meer te stoppen. Juist daarom moeten we jongeren daar goed bij begeleiden. Opvoeders doen er dan ook goed aan om zich te verdiepen in AI, in ieder geval in de beginselen ervan. Ik zou zeggen: speel eens met ChatGPT; dat kost niks. Je kunt dan in ieder geval tot op zekere hoogte meegaan in de ontwikkeling van je kind en er samen over praten. Graag gaan we in gesprek met opvoeders en opleiders om hen te helpen met deze transitie.”

Kritische denkoefening

Dat laatste is overigens een veelgehoorde tip aan ouders. Kek Mama, een Nederlandse glossy en website voor moeders, vindt het niet erg dat kinderen AI gebruiken, maar wijst erop dat het hun denkwerk niet mag vervangen. AI

kan veel, aldus Kek Mama, maar heeft ook regelmatig geen idee waar het over praat. ‘Je kunt er dus mooi een kritische denkoefening van maken: stel vragen aan ChatGPT en controleer daarna samen de antwoorden (…) en laat ze zien dat dubbelchecken de norm is.’

Die kritische houding is ook de insteek van Mark van de Mortel, directeur van het Grescollege in Reuver met een grote belangstelling voor ICT en AI in het bijzonder. Namens de Stichting Onderwijs Midden-Limburg organiseert hij in maart voor de derde keer een symposium over AI in het (beroeps)onderwijs, deze keer specifiek over de toepassing van AI in de beroepspraktijk.

“Zelf maak ik dagelijks gebruik van AI, onder meer om te brainstormen en om subsidieaanvragen voor te bereiden. Dat scheelt me úren werk. Maar je moet wel weten hoe je met deze technologie moet omgaan. Daarom vind ik het belangrijk dat scholen leerlingen hierin begeleiden. Bijvoorbeeld hoe ze een goede prompt, een goede zoekopdracht voor een chatbot kunnen formuleren. En dat ze nooit genoegen moet nemen met het eerste antwoord van een chatbot, maar moeten doorvragen, in gesprek gaan met de chatbot. Dan pas haal je het optimale uit de chatbot. En dan nog moeten ze leren om kritisch te zijn op het eindresultaat.”

AI-proof

“Leraren op hun beurt moeten bijvoorbeeld ontdekken hoe ze hun opdrachten AI-proof kunnen maken. We moeten als school natuurlijk voorkomen dat de leerlingen alles in ChatGPT gooien

en geen huiswerk meer maken. Door bijvoorbeeld een regionaal element aan een opdracht toe te voegen, wordt het al veel lastiger de opdracht volledig met artificiële intelligentie te maken, want over regionale, laat staan lokale informatie beschikt ChatGPT nauwelijks.”

Dit laatste zou trouwens een tweede verklaring kunnen zijn voor de magere ChatGPT-oogst aan Limburgse adviespunten over AI en opvoeden.

Van de Mortel is het overigens niet eens met de kritiek dat AI geestdodend is en slecht voor de creativiteit. “Met behulp van AI kun je een opdracht een kickstart geven. Als je een taak voor pakweg 80 procent met behulp van een chatbot kunt maken, kun je al je eigen energie en creativiteit inzetten voor de resterende 20 procent. Op zo’n manier kan slim AI-gebruik zelfs bevorderend zijn voor de creativiteit.”

Of kinderen op school de nodige begeleiding krijgen in het omgaan met AI hangt nu grotendeels af van de school en de leraar. Van de Mortel hoopt daarom vurig dat omgaan met AI binnen afzienbare tijd een van de kerndoelen van digitale geletterdheid in het onderwijs wordt. “Tot die tijd ben je als ouder afhankelijk van de mate van affiniteit van een school en een leraar met dit onderwerp.”

Voor meer informatie over AI (en opvoeden) kijk op www.aipunt.nl.

Tekst: John Huijs Beeld: Getty Images

Opvoeden en ontwikkelen doen we samen

Gelijke kansen voor alle kinderen

Sinds maart dit jaar is Donny Moonen waarnemend directeur op Basisschool Reuzepas. Daarvoor werkte hij er als leerkracht in de bovenbouw. “Onze school is in 2014 ontstaan uit een fusie van twee basisscholen. Toen is door uitbreiding met nieuwbouw een Integraal Kindcentrum gerealiseerd. Daardoor zitten basisschool, kinderopvang, peuterspeelzaal en schoolmaatschappelijk werk nu in één gebouw.”

Samen werken aan gelijke kansen: onderwijs, kinderopvang en sociaal werk als één team

De Geleense wijk waar IKC Reuzepas is gevestigd, is volop in beweging. “Diverse grote flats worden gesloopt en er komt half-hoogbouw voor in de plaats. Er wonen veel gezinnen die op of onder de armoedegrens leven en qua nationaliteiten is het een heel diverse wijk.”

Moonen ziet het als een mooie uitdaging om de taalproblematiek en armoede aan te pakken. “Er stromen veel kinderen met een VVE-indicatie in onze school, wat betekent dat bij de peuterspeelzaal en kinderopvang al extra is ingezet op taalontwikkeling. Daarover vindt regelmatig afstemming plaats. Samen met de pedagogisch coach van MIK & Spelenderwijs Kinderopvang ontwikkelen we educatief aanbod dat zorgt voor een soepele overgang naar de basisschool.”

Gezonde schoollunch

Een gezonde lunch mee naar school krijgen, is voor veel leerlingen op BS Reuzepas niet vanzelfsprekend. Daarom biedt de school drie keer per week gratis schoollunches aan. “Uit onderzoek is gebleken dat gezond eten prestaties bevordert. De schoollunch past dus in ons beleid om iedereen gelijke kansen te bieden.”

De Zuid-Limburgse MIK & PIW Groep verbindt kinderopvang en sociaal werk. De organisatie bestaat uit zes stichtingen die zich inzetten voor het vergroten van de kanskracht van de samenleving: Partners in Welzijn, ECSplore, Centrum voor Jeugd en Gezin Westelijke Mijnstreek, Knooppunt Informele zorg, MIK & Spelenderwijs Kinderopvang. Jonge kinderen krijgen bijvoorbeeld een kansrijke start en ouders een vangnet als het even niet zo lekker loopt. Samenwerking in de wijk is daarbij onmisbaar. Zo ook in Geleen-Zuid bij Integraal Kindcentrum (IKC) Reuzepas.

Een ander voorbeeld dat Donny Moonen in dat kader aanhaalt, is de Rijke Schooldag. Dit zijn gratis naschoolse activiteiten op het gebied van sport, muziek en cultuur. “Zo kunnen leerlingen, ook als ze vanuit thuis geen financiële mogelijkheden hebben, hun interesses en talenten ontdekken en ontplooien. We zijn hier in 2022 zelf mee gestart, maar door de subsidie School & Omgeving hebben we dit initiatief kunnen uitbreiden en verzorgt ECSplore nu de uitvoering en coördinatie. We werken hierbij ook samen met verenigingen en sportclubs uit de wijk om de doorstroom te bevorderen.”

Kindcentrum als warm bad Moonen vindt het belangrijk dat ouders en kinderen binnen het kindcentrum in een warm bad terechtkomen. “De twee schoolmaatschappelijk werkers van MIK & PIW zijn daarom essentieel voor ons. Als er zorgen zijn in een gezin, zijn zij een onmisbare spreekbuis. Zij helpen ouders om de juiste wegen te vinden. Door nau-

we samenwerking tussen onderwijs, kinderopvang en sociaal werk kunnen we kinderen en hun ouders sneller en effectiever de ondersteuning bieden die zij nodig hebben. Bovendien merk ik dat de samenwerking in de hele wijk verbetert. Daar ben ik trots op.”

BS Reuzepas betrekt de wijk sowieso veel bij het onderwijs. “In de bovenbouw doen leerlingen burgerschapsstages bij bedrijven in de directe omgeving. Daarnaast gaan leerlingen eens per maand spelletjes spelen met dementerende ouderen bij zorgcentrum Porthos en de jongere kinderen gaan met ouderen zingen bij zorgcentrum Bunderhof. Ook werken we regelmatig samen met jeugdtheatergezelschap Het Laagland. Zij maakten bijvoorbeeld een film met onze leerlingen van groep acht. Met dit soort samenwerkingen willen we kinderen een bredere kijk op de wereld geven en voorbereiden op hun toekomst in de maatschappij.”

Je hoeft het als ouder niet alleen te doen

Michelle Koch werkte als begeleider van gezinnen en van ex-gedetineerden voordat ze twee jaar geleden aan de slag ging bij MIK & PIW Groep. Als schoolmaatschappelijk werker heeft ze onder andere IKC Reuzepas onder haar hoede.

“Mijn collega en ik worden ingeschakeld wanneer pedagogisch medewerkers of leerkrachten signaleren dat er een hulpvraag is binnen een gezin. We geven dan advies en, als ouders ervoor openstaan, plannen we een intakegesprek. Op basis van dat gesprek bepalen we of wij de hulpvraag kunnen oplossen of dat doorverwijzing naar specialistische zorg nodig is.”

Op tijd hulp vragen

De schoolmaatschappelijk werkers richten zich vooral op de opvoedkundige ondersteuning van ouders. Daarbij is er nauwe samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin. “De lijnen zijn kort, want een veilige basis is ontzettend belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Door regelmatig te sparren met pedagogisch medewerkers en leerkrachten kunnen we snel schakelen. Als er bijvoorbeeld financiële problemen ontstaan omdat een van de ouders werkloos wordt, voorkomen we met de juiste ondersteuning dat de situatie escaleert.”

Michelle Koch merkt dat het in veel culturen niet vanzelfsprekend is om hulp te vragen, terwijl je daarmee juist kunt voorkomen dat problemen te groot worden. “Daarom willen we de drempel om ons in te schakelen zo laag mogelijk maken. We sluiten bijvoorbeeld aan bij de overdrachtsgesprekken van peuterspeelzaal en kinderopvang naar de basisschool en zijn ook zichtbaar in de wijk. Zo organiseerden we onlangs een spellenmiddag in samenwerking met jongerenwerkers en ECSplore.”

Contact via koffieochtenden

Een ander laagdrempelig contactmoment zijn de koffieochtenden voor ouders van peuters en kleuters op IKC Reuzepas. “We begonnen een jaar geleden met een paar ouders en nu zijn er per keer zeker dertig ouders, zowel vaders als moeders. Het zijn gezellige momenten waarop iedereen een praatje maakt met elkaar, ook de ouders die de Nederlandse taal niet goed machtig zijn. Daarnaast gebruiken we de koffieochtenden om onze speelotheek en het belang van samen spelen en lezen onder de aandacht te brengen.”

IKC Reuzepas: een warme plek waar kinderen en ouders zich gezien en geholpen voelen

Koch merkt dat als ouders eenmaal een gezicht bij haar naam hebben, ze haar makkelijker durven te benaderen. “Het kunnen kleine, praktische vragen zijn. Zo kan ik bijvoorbeeld het Jeugdfonds Sport & Cultuur inschakelen voor ouders die de zwemles niet kunnen betalen of de Voedselbank of Kledingbank voor een gezin dat amper rondkomt. Zoiets kan een wereld van verschil maken.

Maar ook opvoedkundige vragen komen aan bod. Achter bepaald gedrag van een kind zit vaak zoveel meer dan de buitenwereld kan zien. Daarom is het belangrijk dat de hele thuissituatie mee wordt genomen en dat wij bijvoorbeeld ook schakelen met een gemeente of woningbouwvereniging.”

De schoolmaatschappelijk werkers geven ook groepstrainingen, zoals voor kinderen die extra zelfvertrouwen kunnen gebruiken of voor kinderen van gescheiden ouders. En binnenkort start Koch met een training rondom rouw. De aanleiding hiervoor is deels persoonlijk. De vader van haar zoontje overleed onlangs en ze schreef een kinderboek over rouw en verlies: De gids naar de sterren. “Hiermee hoop ik ouders en kinderen in een vergelijkbare situatie te helpen.”

Niet perfect

Michelle Koch wil ouders meegeven dat het allemaal niet perfect hoeft. “We zijn allemaal mensen en we maken allemaal fouten. Ik hoor vaak terug dat ouders door mijn tips weer ademruimte voelen en zich realiseren: ik hoef het niet zo moeilijk te maken, het is oké zoals ik het doe. Wat daarbij helpt, is dat ikzelf ook moeder ben en open ben over waar ik tegenaan loop. Vertrouwen bouw je alleen maar op door elkaar persoonlijk te zien en een luisterend oor te bieden. En het allerbelangrijkste daarbij is dat je authentiek bent: dat je zegt wat je doet en doet wat je zegt. Gewoon oprecht en zonder vooroordelen.”

Kijk voor meer informatie over MIK & PIW Groep op www.mik-piwgroep.nl.

Tekst & beeld: MIK & PIW Groep
Michelle Koch en Donny Moonen achteraan rechts op het bankje, locatie Reuzepas

Nostalgie uit de kinderboekenkast

Het boek in mijn basisschooljaren betrof het boek uit de kleuterserie jongens en meisjes 6-10 jaar, met als titel: De avonturen van Mieze en haar kindertjes door A.D. Hildebrand en uitgegeven door H. Meulenhof te Amsterdam. Het verhaal gaat over een moederpoes met haar 7 kindertjes. Ze maakt allerlei spannende avonturen mee met het opvoeden van haar kindertjes. Ik heb heel wat tranen gelaten bij het lezen van haar avonturen, samen met haar kittens. Een klein katertje liep op een dag weg uit het hol, waar hij met de zes andere kittens sliep – at en speelde. Omdat hij steeds wegliep noemde zijn moeder hem Loper. Hij werd wel steeds teruggevonden door zijn moeder en dat maakte het lezen van het boek zo spannend: vindt ze hem terug of niet. Hij beleefde zijn avonturen samen met zijn broertjes en zusjes die ondertussen allemaal een naam hadden gekregen: Pieper, Springer, Kruiper, Bruintje, Blauwtje en Grijsje. Mieze werd ook ingezet voor het vangen van muizen in de stal van boer Teus, samen met haar snel groeiende kittens, anders zette de boer geen melk en eten meer voor haar klaar. Ook hebben zij geholpen bij het voorkomen van een inbraak. Toen werd Mieze door boer Teus in zijn armen gesloten, samen met alle nakomelingen. De conversatie en het elkaar begrijpen tussen boer Teus, de muizen, het konijn en Mieze, was geweldig. Ik bewaar het boekje heel zorgvuldig, ondanks dat de bladzijden er heel vergeeld uitzien. Mieke van Vuuren, Schinnen.

Mijn favoriete jeugdboek was Pieter Marits van A. Niemann. Mijn vader raadde dat boek aan toen ik 12 jaar was. Het staat nog steeds bij mij in de boekenkast. Marion Louwen, Houthem.

Kort en krachtig voor mijzelf de serie van Wipneus en Pim. Ik kon ze niet wegleggen en zat op het puntje van de bank om ze uit te lezen. Nu voor mijn kleinkinderen heb ik Keubeke kuusj kunnen bemachtigen. In Ierland woont mijn oudste kleinkind en vanaf de geboorte hoort hij ‘Mestreechs vaan bomma’, heerlijk toch! Ook leuk dat dit boekje in de verschillende Limburgse dialecten is geschreven.

Jolande God, Maastricht.

Ons favoriete kinderboek is De ridder zonder billen van Levina van Teunenbroek. Mijn kleindochters willen er iedere logeerpartij uit voorgelezen worden en tijdens de Kinderboekenweek ben ik het zelfs in de klas gaan voorlezen. Zoveel plezier van een boek dat ik voor 1 euro op een rommelmarkt heb gekocht. Wiel Creugers, Klimmen.

Als 6-jarige werd ik in het voorjaar van 1964 opgenomen in het ziekenhuis voor een kleine ingreep. In het oude St. Annadal, met metalen, van spijlen voorziene, bedden, verplichte bedrust en een uurtje bezoek per dag. Mijn moeder bracht een boek voor me mee, maar dat was voor een 6-jarige, die net de grondbeginselen van onze taal onder de knie had, nog te moeilijk. Uit pure verveling ben ik toen toch maar in dat boek begonnen, woord voor woord proberend het te ontcijferen. En langzaam maar zeker ging het steeds beter en werd het steeds leuker. Toen ik na een week het ziekenhuis mocht verlaten had ik het boek uit en lag ik met lezen ver voor op mijn klasgenootjes. Ik ben nooit meer gestopt met lezen. Het boek: Geertjes Allerbeste Vriend van Cok Grashoff.

Annemie Purnot-Houben, Maastricht.

Van meeslepende avonturen tot hartverwarmende voorleesverhalen: de reacties op onze oproep over favoriete kinder- en jeugdboeken stroomden binnen! Een indrukwekkende reis langs boeken die generatie na generatie blijven boeien. Van de avonturen van Dik Trom en Pluk van de Petteflet tot de onvergetelijke verhalen van Tonke Dragt en Guus Kuijer. Ook werden geliefde klassiekers als Alleen op de wereld en De torens van februari genoemd, net als verrassingen zoals De ridder zonder billen

Bijzonder hoe boeken niet alleen herinneringen, maar ook familietradities hebben gevormd. Voorlezers die met plezier de magie van verhalen doorgeven, blijken nog steeds de liefde voor lezen aan te wakkeren.

In mijn herinnering vind ik diverse mooie en spannende jeugdboeken. Winnetou en Old Shatterhand waren voor mij de meeste geliefde en gelezen exemplaren in de vijftiger jaren. Ook diverse stripboeken zoals Sjors en Sjimmie van de rebellenclub, de vele verschillende avonturen van Suske en Wiske, waarbij Jerommeke voor mij altijd een imponerend hoofdpersoon was. Zo ook de stripboeken van Kuifje en professor Barabas met hun futuristische avonturen, Donald Duck en zeker niet te vergeten de Okki en Taptoe, weekbladen met een religieuze achtergrond, waarop ons gezin geabonneerd was, maar ook met boeiende verhalen, die ik wekelijks met veel plezier ‘verslond’. Maar bovenaan staat met stip het Margriet winterboek uit 1957. Een boek met fascinerende, meeslepende maar ook leerzame en spannende verhalen, uitleg over flora en fauna, mooie gedichten, spreekwoorden, woordraadsels kortom voor mij het meest aansprekende boek. Ik herinner mij nog hoe vaak ikzelf, mijn kinderen en later de kleinkinderen verhalen heb voorgelezen uit dit eclatante boekwerk en hoe wij samen gezellig raadsels oplosten. Voor mij de meest interessante en beklijvende bundel welke ik heden ten dage nog regelmatig ter hand neem en met veel genot de historiek van vroeger weer rustig tot mij laat komen…

Noël van Hooren, Lanaken.

Ik las vroeger enorm veel, maar had twee boeken die ik echt heel graag diverse keren herlas. Een was Het malle ding van bobbistiek van Leonie Kooiker. Gewoon hartstikke leuk boek om te lezen. Jammer genoeg heb ik mijn enthousiasme voor dit en andere jeugdboeken niet kunnen overbrengen op mijn zonen.

Een tweede jeugdboek dat ik meerdere malen heb gelezen was Torenhoog en mijlen breed van Tonke Dragt. Achteraf gezien misschien vreemde keuzes omdat beide boeken nogal avontuurlijk zijn, in tegenstelling tot het kind dat ik toen was en de volwassene die ik uiteindelijk ben geworden. Inge Nelis-Knops, Hillensberg.

Ook ik heb altijd graag gelezen, en doe dit nog steeds! Mijn lievelingsboeken waren onder ander Vogeltje, en Vogeltje blijft zingen en De Doopkaars. Allemaal van Moeder Everma. Super mooie boeken. Boeken die me aan het denken zetten. En waardoor ik ging begrijpen, toen al, dat niet alles voor iedereen even gemakkelijk was. Dat het niet vanzelfsprekend was, dat je gezond was. Leerrijke boeken.

Truus Cortjens -Smeets, Maastricht.

Mijn favoriete jeugdboek is nog altijd Krassen in het tafelblad van Guus Kuijer. Ik zat in klas 5 (1980-1981) bij Meester Buise van de Fons Olterdissenschool in Maastricht en hij las altijd voor in de boeken van Guus Kuijer over Madelief. Op het puntje van mijn stoel ging ik helemaal op in het verhaal . Zo een leuke herinneringen aan een hele leuke meester en schooltijd. En nog steeds verslaafd aan boeken en lezen. Het is mooi om te zien dat ik dit ook aan mijn dochter heb doorgegeven. Als we een stedentrip samen maken, staat er altijd wel een boekenwinkel op de planning.

Miranda Prickaerts-Hacken, Berg en Terblijt.

Mijn favoriete nenkoek eindeloos dochter verdrietig had moeten niet zo lachen tevreden naar de len met geweldig!

Als kind van zes jaar was mijn favoriete boek: een drukke dag. Het ging over de maandag en die dag was in mijn kindertijd voor de vrouwen een heel drukke dag. Het was de wasdag: geen wasmachine, geen droger. Dus op de hand wassen en de was aan de lijn buiten hangen. Veel werk en hard werken. Ik kreeg dit boek als sinterklaascadeau toen ik zes jaar was en in de eerste klas zat. Daarna ben ik direct lid geworden van de parochiebibliotheek en ben nog altijd verzot op lezen. Els Budé, Maastricht.

Een van mijn favoriete boeken om mijn 4-jarig kleinkind Jepp uit voor te lezen heeft als titel: Grote brutale Hippo Tekeningen en tekst: Stuart Trotter, uit het Engels vertaald door: Jeanet van den Heuvel. Het gaat hierbij over een aanvankelijk brutaal, lomp nijlpaard, met de naam Hippo. Nooit vraagt hij netjes iets of zegt hij: ‘Dank je wel!’ als hij iets krijgt. Op een gegeven ogenblik hebben de dieren in het bos er genoeg van en smeden ze een plannetje. Enfin, aan het eind van dit grappige, met kleurige tekeningen geïllustreerde prentenboek is Hippo een vriendelijk, beleefd iemand geworden. Het is een leerzaam verhaal, dat aangeeft dat je met vriendelijkheid meer bereikt dan met lomp gedrag. Zéér de moeite waard om kinderen van 3 t/m 5 jaar voor te lezen en voor 6/7-jarigen om zelf hardop te lezen. Vooral het expressief lezen (vaker met stemverheffing) komt aan bod. Kinderen en volwassenen houden er een prettig gevoel aan over. Phil Schaeken, Sittard.

Het boek rige eeuw reis van meisje huifkar zijn van tijd. In het Dan komt met oma turen. Op gelezen dat het fanatiek altijd gekoesterd

Mijn absolute blijft zingen weer op ik ze weer

het (1980-1981) in Guus ging herinnerinnog mooi om doorgegeer altijd Terblijt.

Eind jaren 50 kreeg ik met mijn verjaardag of voor Sinterklaas (deze data’s vallen voor mij gelijk) de eerste van een serie boeken die ik vaak heb gelezen in die tijd, Marjoleintje van het pleintje, geschreven door Freddy Hagers. Ook de andere boeken uit deze serie heb ik gekregen en met veel plezier en vaker gelezen. Hiervan verschenen ook: Belt u Marjoleintje even, Marjoleintje doe je mee en Marjoleintje op Vlieland. Ik heb deze boeken ook altijd bewaard terwijl ik de boeken die ik daarna heb gelezen niet zo lang heb bewaard. Dit was voor mij een speciale serie, misschien omdat dit de eerste boeken waren die ik bewust heb gelezen. In 1974 kreeg ik een dochter die, toen ze kon lezen, ook weer de boeken van Marjoleintje heeft gelezen. Inmiddels is er een kleindochter van 11 die een aantal jaren geleden ook weer de boeken van Marjoleintje met plezier heeft gelezen. Al 3 generaties die plezier hebben gehad van deze leuke serie boeken. Nog leuk om te vermelden is dat de tekening op de voorzijde en ook binnenin gemaakt zijn door Will Berg. Deze Will Berg voorzag heel veel kinderboeken in die tijd van tekeningen. Het leuke daarvan is dat de Will Berg bij mij aan de overkant woonde in Ankeveen, waar ik vandaan kom. Ik kende hem dus ook.

Anjo Hilhorst, Merkelbeek.

Mijn leukste kinderboek heette Gerdientje van schrijfster Annie M.G. Schmidt, kon ik destijds keer op keer lezen. Jammer genoeg heb ik het ooit uitgeleend en nooit meer teruggekregen.

Dinie Klinkhamer, Heerlen.

dag was drukke dag. droger. buiten boek als eerste de paroMaastricht.

Mijn absolute favoriet is het boek Vogeltje en Vogeltje blijft zingen door M. Everma. 25 jaar geleden ben ik er weer op zoek naar gegaan én gevonden. Inmiddels ben ik ze weer kwijt (ik ben 78).

Dionne Keijsers-Drent, Maastricht.

Pluk van de Petteflet met al zijn avonturen! Een feestje om te lezen en voorgelezen te worden. Een boek over een jongetje wat op een torenkamer gaat wonen en rond rijdt met een kraanwagentje. Omringd door heel veel vriendjes, de Stampertjes, Aagje, Dollie de duif, Karel de meeuw en Zaza de kakkerlak. Er was maar een vijand en dat was Mevrouw Helderder. Het toeval trof, dat deze Mevrouw Helderder, naast ons logeerde op vakantie. Dagelijks slopen we langs haar huisje, als we terug kwamen van het strand, met zandvoetjes. Stilletjes lopen, zodat Mevrouw Helderder niet weer met haar bezem eraan kwam. Mijn twee zoontjes,4 en 5 jaar oud, waren er van overtuigd dat zij het echt was! Liefde voor lezen is toen echt begonnen. En voor Annie M.G.Schimdt!

Lilian Savelkoul, Munstergeleen.

Mijn favoriete voorleesboek is Een dikke vette pannenkoek van Loek Koopman. Heb het 20 jaar geleden eindeloos voorgelezen aan onze toen 5-jarige pleegdochter wanneer ze bij ons op weekend kwam. Zo verdrietig als ze was die eerste uren nadat ze afscheid had moeten nemen van haar mama, die in die periode niet zo goed voor haar kon zorgen. Schaterend van het lachen kroop ze uiteindelijk moe onder de wol. Intens tevreden dat de pannenkoek zijn weg gevonden had naar de kinderen in het bos. Een boek om van te smullen met veel herhalingen, voor kleuters (en voorlezers) geweldig!

Hilde van Grinsven, Landgraaf.

Als kind op de lagere school in Lemiers had ik een vriendin die een Duitse oma had. Van haar oma kreeg zij een Duits kinderboek cadeau met de titel Der Struwwelpeter. Het was een heel mooi boek met verschillende verhalen zoals Der Suppenkasper en die lustte absoluut geen soep. Ook ik was geen soepenkoning en dit verhaal kwam dus als geroepen. Kasper zei altijd: „Ich esse meine Suppe nicht. Nein, meine Suppe esse ich nicht.“ Het was een echt mooi kinderboek en vandaag nog te koop in de Duitse boekenwinkels. Heel vaak heb ik dit boek geleend van mijn vriendin, en vandaag nog kijk ik erna uit in de boekenwinkels in Aken. Miny Haenen – Hermans, Vaals.

In mijn jeugdjaren las ik meermaals het boek De avonturen van Dik Trom. In dit boek kwamen aspecten voor die overeen kwamen met mijn hobby’s destijds. Zo hield Dik Trom sierduiven en konijnen net als ik. Verder was Dik Trom een verwoed hengelaar, een sport die door mij eveneens beoefend werd. Overeenkomsten genoeg die bij mij de interesse opwekte om dit boek meerdere keren te lezen.

Rens Pepels, Berg a/d Maas.

David ontdekt de wereld van Anne Holm. David, een twaalfjarige jongen, is gevlucht uit een concentratiekamp en onderneemt een moeilijke tocht naar het land, waar vermoedelijk zijn moeder woont. Gedurende deze queeste komt hij tot het besef, dat niet alles in het leven bedrog is en dat er ook mooie dingen en voor alles goede mensen bestaan. Ik kreeg het boek cadeau, toen ik twaalf jaar oud werd en nu, zestig jaar na dato, voel ik me nog steeds uitgenodigd dit boek, ontroerend in zijn heldere, nuchtere stijl ,van tijd tot tijd te herlezen. Hans Meijers, Heerlen.

Mijn favoriete kinderboek was Mariska de circusprinses. Volgens internet is het geschreven door Sandir Kis en bestaan er inmiddels 3 delen. Als kind zijnde, zo’n 60 jaar geleden, boeide schrijver en/of andere delen helemaal niet. Het verhaal over een ontvoerd/gekidnapt/gestolen meisje dat het helemaal geweldig deed op een paardenrug in het circus. Heel zielig, maar ook heel geweldig. Ik weet niet eens meer hoe het boek afloopt maar wél dat het heel spannend was!

Marlies Koks, Susteren.

Een jeugdboek waar ik nog vaak aan terugdenk is De torens van februari van Tonke Dragt. Het gaat over een jongen die in een parallelle wereld terecht komt en daar de torenflats tegenkomt waarin hij zelf blijkt te wonen in één van die werelden. Ik werd als tiener helemaal in dat boek gezogen en lag er wakker van, zou zoiets écht kunnen gebeuren? Ik stelde me daarbij de flats in het Limbrichterveld in Sittard voor. Oók 12 verdiepingen hoog. Ik heb het nu nog eens gelezen en was weer helemaal in de ban en dacht dat ik nu toch wel ‘het woord’ waarmee je tussen deze werelden kan rijzen zou vinden, maar helaas, het blijft een raadsel. Maar als je nú in het Limbrichterveld komt is daar één flat verdwenen…….. zou het dan tóch??? Nu geniet ik nog steeds van fictie die echt lijkt maar dat niet kan zijn, bijvoorbeeld de boeken van Haruki Murakami, David Mitchel of Michel Faber. Yvonne Cartigny-Dieteren, Sittard.

Mijn favoriete jeugdboek was Alleen op de wereld van Hector Malot. Ik heb het nog steeds in mijn bezit en lees het heel af en toe.

Irene Schuffelers, Maastricht.

Van 1971 tot 2013 was ik groepsleerkracht op Basisschool Kunrade, later brede school Cortemich te Voerendaal. Op het einde van een schooldag – zeker als de kinderen die dag hard gewerkt hadden – las ik voor uit een kinder- of jeugdboek, zoals Kruistocht in spijkerbroek van Thea Beckman, Wiplala van Annie M.G. Schmidt, Beekman en Beekman van Toon Kortooms, De heksen van Roald Dahl en Oom Willibrord van Jan Terlouw. Vooral dit laatste boek leverde veel (voor) leesplezier op bij de kinderen en naderhand mijn kleinkinderen. Het boek gaat over een heel bijzondere oom: hij is een boomlange en oersterke kerel, die vooral van de natuur en dieren houdt, vrij driftig is en vloekt als een ketter (HUT en MOT). De kinderen in mijn klas zaten gekluisterd te luisteren naar de avonturen van deze bijzondere oom. Op den duur gebruikten ze zelfs geen scheldwoorden tegen elkaar meer, maar gebruikten ze de twee scheldwoorden van oom Willibrord. Dit is een boek om in één ruk uit te lezen en volledig op te gaan in de figuur van oom Willibrord. Een oom waar je zeker respect voor moet hebben, anders… Harry Pantus, Kerkrade.

De titels van mijn meest herinnerde jeugdboek zijn De fantastische meneer Vos en Daantje de wereldkampioen van Roald Dahl. Mijn man en ik lazen deze graag voor in een paar avonden aan onze kinderen en kleinkinderen voor het slapen gaan. Aan onze kleinkinderen op de bank van ons balkon, de benen onder een lekkere deken, op de rand van donker worden en het aangaan van omliggende lampjes. Knusheid op z’n best.

Riet Berghout, Heerlen.

Het boek dat ik van mijn oma kreeg, begin jaren 60 vorige eeuw dus. Het boek is in 1943 uitgegeven. De grote reis van Leloe Swalijs gaat over een avontuur van een meisje dat een reis maakt met moeder en oma. Een huifkar met 2 ezels is het vervoermiddel. Tekeningen zijn van Frans van Noorden, een beroemdheid in die tijd. In het kort : vader is ver weg gegaan om te werken. Dan komt het bericht om ook te komen. Dus moeder met oma en Leloe gaan op reis, onderweg kleine avonturen. Op het eind weerzien met vader. Dit boek vaker gelezen en op mijn 70ste weer. Na wat onderzoek blijkt dat het als meisjesboek wordt bestempeld. En dat ik als fanatiek lezer van Arensoog en Pim Pandoer dit boek altijd gekoesterd heb.

Harry Sangers, Valkenburg a/d Geul.

Ik ben dyslectisch en lezen was voor mij vooral als basisschool leerling een hel. Van kinderen met een lees‘probleem’ had men naar mijn gevoel nog nooit gehoord en men deed dan ook geen moeite om dit te onderkennen. Ik werd dom gevonden en ook zo behandeld. Maar als in mijn geval de ‘juffrouw’ ging voorlezen kon ik mij daar geheel in inleven. Dit vond ik prachtig. Mijn favoriete (voorlees)boeken als basisschoolkind waren: Vogeltje en Mariska de circusprinses. Dit zijn de boeken die mij het meest zijn bijgebleven. Nu geniet ik van mijn luisterboeken! Ilse Hermans, Heerlen.

Als trouwe lezer van jullie (nog steeds papieren) krant wil ik graag een kinderboek delen. Dit boek, Vijf minuutjes rust van Jill Murphy heb ik héél veel aan de (klein)kinderen, neefjes en nichtjes voorgelezen. En dan steeds de hoofdpersoon mama olifant veranderde in mezelf en de olifant kinderen de namen van hen gaf. Dit boek kon ik wel 100 keer voorlezen! Ik ben inmiddels 72, maar dit boek gaat niet weg. Korte beschrijving: Het enige dat mevrouw de Groot graag wil, zijn vijf minuutjes rust. Maar haar kinderen eisen de aandacht en al snel is het zowel in de keuken als in de badkamer een chaos. Mevrouw de Groot, Barbara, Ben en de kleine Bimbo zijn net als elk ander gezin. Dit vrolijke verhaaltje is bestemd voor alle kinderen en ouders die ooit wel eens samen aan een ontbijttafel hebben gezeten. Carla Schlösser, Voerendaal.

HELP!

Wanneer het onverhoopt niet zo lekker loopt met je (klein)kind, ben je juist van onschatbare waarde!

Veel ellende in het leven van een mens kan voorkomen worden als er al veel eerder in de ontwikkeling van een jongere goed geluisterd, gekeken en gecommuniceerd wordt. Dat geldt voor problemen op elk gebied. Nu hebben we het in deze bijdrage specifiek over onbegrepen lichamelijke klachten.

25% van de jongeren heeft onbegrepen lichamelijke klachten. 46% van de volwassenen in de wachtkamer bij de huisarts heeft (naast eventuele medisch gediagnostiseerde problemen) ook onbegrepen klachten.

We moeten voorzichtig zijn om de huidige jeugd als ‘zwakker’ te bestempelen of steeds te schermen met het feit dat de jongeren steeds meer problemen kennen. De cijfers laten zien dat dat niet waar is. In wezen zijn de jongeren nu niet anders dan wij en de vorige generaties. Maar zij ontwikkelen zich in deze veel snellere maatschappij. Om in een natuurlijke flow te blijven is het noodzakelijk om regelmatig te vertragen of even stil te staan. Maar die tijd is er niet. Want stilstaan lijkt vaak op achteruitgaan.

“Om in een natuurlijke flow te blijven is het noodzakelijk om regelmatig te vertragen of even stil te staan”

Wij, als ouders, grootouders, pleegouders, verzorgers, leerkrachten mogen ons bewust worden van wat de jonge mensen NU uit de natuurlijke balans haalt. Wij kunnen er, naar mijn mening, alles aan doen van onze kant, om onze jonge mensen te leren hoe je samen actief werkt aan gezondheid (mentaal en fysiek), levensgeluk en zelfontplooiing. Hoe je veerkracht ontwikkelt, want op het levenspad zullen we allemaal weleens vallen, hopelijk weer opstaan en op een gezonde en fijne manier weer doorgaan.

Maar communiceren met een jong mens, die even niet lekker in zijn vel zit, is niet zo makkelijk. Dat komt omdat wij, volwassenen vaak denken te weten wat er aan de hand is en proberen het probleem te fixen. De jongere haakt af: hij/zij voelt zich niet begrepen.

Hoe fijn is het dan dat je kunt leren hoe je dat doet, actief kijken, luisteren, met mildheid en openheid in gesprek gaan, zodat je samen aan de slag kunt. Het vraagt wel om aanwezigheid, aandacht en tijd.

Wanneer je graag eventjes een praktisch ruggensteuntje hierbij wilt, voor jezelf en/of je kind zoek dan tijdig oplossingsgerichte professionele hulp. Je wilt toch zeker dat het goed gaat met je (klein)kind?

Majella Lammers

Specialist in kinder- en jongerenhypnotherapie

Reageren? praktijk@majellalammers.nl

Heerlijk

Ontdek de leukste uitjes van Limburg

1.250+ servicepunten GRATIS af te halen

Lees digitaal via uittipslimburg.nl/krant

Hoe draagt muziek maken, dansen en zingen bij aan de ontwikkeling van opgroeiende kinderen? Wat is muziek meer dan sec een instrument bespelen of zingen? Vragen die wetenschapsjournalist Mark Mieras voor de stichting ‘Méér muziek in de klas’ in zijn artikel ‘Wat onderzoek ons leert over muziek op school’ probeert te beantwoorden. Ook praten we met Raphaël Coenen, coördinator van het Leer- & Talent orkest Heerlen, en laten we Zora Aretz (11) en Julio Es-Sattati (11) van het Leerorkest op BS De Mheyster in Hoensbroek aan het woord.

Waarom muziek belangrijk is voor kinderen

“Positieve ervaringen op school met zang en muziek maken dragen bij aan een leven met plezier, aandacht en ontspanning, sociale verbinding en gezondheid. Muziek is tegelijk een krachtig hulpmiddel om leerlingen te ondersteunen bij het verwerven van taalvaardigheden zoals lezen en spellen, en bij de ontwikkeling van zelfsturing en sociaal vermogen”, stelt Mieras in zijn onderzoek vast. “Dat werkt het beste als het uitdagend en veelzijdig is. En als muziek maken samengaat met plezier en samen genieten”, concludeert hij verder. “Met muziek schep je een prettig leerklimaat, én je bouwt met leerlingen aan toekomstige vaardigheden. Samen muziek maken zorgt bij kinderen niet alleen voor plezier. Ze leren bijvoorbeeld samenwerken en naar anderen luisteren. Of hun gevoelens en gedachten beter uiten.”

Kennismaking

In BS De Wegwijzer in Heerlen stuurt Raphaël Coenen leerlingen van de groepen 5 en 6 naar de wekelijkse repetitie van het Leerorkest. “Welk instrument speel je, wie zoek je?”, vraagt hij een jongetje dat hem vragend aankijkt. “Trompet? Dan moet je dáár zijn”, wijst hij hem de weg. Een ander zoekt zijn muziekdocent. “Misschien is je meester wel even naar het toilet”, lacht Coenen. “Oh nee, daar komt hij al!” In de hal nemen leerlingen met cello’s en violen hun plaats ondertussen in. Na wat geroezemoes en gewiebel wordt het stil en zie je aan de gezichten hoe ze zich inspannen. Coenen: “De meeste kinderen hier kennen een gitaar, een keyboard, een drumstel. Hier kunnen ze kiezen uit viool, cello, klarinet, dwarsfluit, contrabas, hobo, trompet en slagwerk.

Instrumenten waar ze niet zo snel mee in aanraking komen. Ze oefenen wekelijks een uur onder leiding van professionele muziekdocenten in het Leerorkest. Op BS De Mheyster in Hoensbroek en de Broederschool in Heerlen hebben we daar nu langer ervaring mee.”

Dwarsfluit

Zora en Julio spelen beide dwarsfluit en zijn eveneens lid van het Talentorkest Heerlen. Daar musiceren zo’n vijftig leerlingen in. “En ik speel bij Harmonie St. Caecilia”, vertelt Zora. “Daar ben ik vijf jaar geleden begonnen met dwarsfluit, ik vond dat een tof instrument. In het begin was het wel lastig, omdat ik op allerlei dingen tegelijk moest letten. Op de noten, mijn vingerzetting, het blazen en meer. Nu gaat dat bijna vanzelf en vind ik het super leuk.” Julio startte in het Leerorkest, hij had nog nooit gemusiceerd. Ook thuis en bij vriendjes was niemand die een instrument bespeelde. “Ik vind samen muziek maken het fijnste. Ik krijg daar energie van, als ik in mijn eentje oefen heb ik dat veel minder. Toen ik begon zat ik in groep 6. Nu in groep 8 kan ik al meespelen tijdens uitvoeringen. Bijvoorbeeld in december in Kasteel Hoensbroek of eerder in de Nieuwe Nor. Toen was ik best wel trots op mezelf. Of ik blijf spelen? Dat weet ik niet, want ik zit nog op kickboksen en straks heb ik meer huiswerk.”

Muziek maakt kinderen sociaal sterker en cognitief vaardiger

De twee leerlingen vinden dat ze door de muziek beter luisteren, zich gemakkelijker kunnen concentreren en afsluiten voor hun omgeving. Ook in de klas. “Ik vind het verder fijn om nieuwe kinderen te leren kennen en vrienden mee te worden”, zegt Zora. “Ik ga zeker door met muziek maken.”

Invloed op het brein Musiceren zet verschillende delen van de hersenen aan het werk, zorgt voor nieuwe verbindingen en versterkt bestaande. Onder meer professor neuropsychologie Erik Scherder doet hier onderzoek naar. Hij vond dat kinderen die langere tijd muziek maken beter presteren als zij moeten plannen of beslissingen nemen. Ook geheugentaken, het vermogen te luisteren en je concentreren worden positief beïnvloed. “Je ziet daarnaast dat de kinderen genieten, ze elkaar meer helpen en de dynamiek en het leerklimaat in de klas zichtbaar verbetert”, legt Coenen uit. “Ze zijn sociaal vaardiger, krijgen extra zelfvertrouwen, zijn trots op hun prestaties. Ieder kind verdient het dus om met muziek in aanraking te komen en een instrument te bespelen ongeacht zijn achtergrond. Een Leerorkest op school of in de wijk is een geweldige leeromgeving voor kinderen. Daar heeft ieder kind recht op.”

Je kind leren musiceren?

Dat kan bijvoorbeeld door lid te worden van een harmonie of een fanfare, een band, een leerorkest of een koor. Je kunt naar de muziekschool gaan of privéles afspreken. Belangrijk is dat je kind goed gemotiveerd is en dat hij kiest wat bij hem past. Leren samenspelen is daarbij een belangrijk aspect.

Tekst: Hub Bertrand Beeld: Ermindo Armino en Anne Jannes
Raphaël Coenen

De pedagogisch professional van de toekomst

Kinderen en jongeren verdienen begeleiding die echt aansluit bij hun unieke behoeften en talenten, vooral in deze samenleving waar sociale en emotionele uitdagingen alsmaar toenemen. De opleiding Pedagogisch Educatief Professional (Ad PEP) speelt in op de groeiende vraag naar praktijkgerichte professionals die een verschil maken in kinderopvang, onderwijs en zorg.

De rol van de pedagoog in de opvoeding en ontwikkeling van kinderen wordt steeds belangrijker. Denk aan de toenemende diversiteit in klaslokalen en uitdagingen in zorginstellingen. De behoefte aan deskundige pedagogisch professionals groeit dan ook met de dag. Maar hoe kunnen zij inspelen op de individuele ontwikkeling en het welzijn van kinderen en jongeren? Professionals met een Ad PEP-opleiding spelen in op ieders unieke talenten, door deze te herkennen en daarop te begeleiden, ondersteunen of coachen. Ze combineren pedagogische en didactische inzichten om kinderen op maat te begeleiden. In een tijd van toenemende sociale en emotionele uitdagingen is hun rol cruciaal voor een gezonde groei- en leeromgeving.

Praktijkgericht en veelzijdig

De Ad PEP opleiding is een niveau 5-opleiding die in twee jaar een stevige basis biedt in het pedagogisch educatieve werkveld. De praktijkgerichte aanpak maakt het een ideale keuze voor mbo-studenten die een stap verder willen zetten in hun carrière, maar ook voor studenten die na de havo snel een professionele rol willen vervullen. “De opleiding is kort, intensief en praktisch en is ontwikkeld in samenwerking met het werkveld”, vertelt Dave Quadtflieg, docent Ad PEP. “Het sluit perfect aan op niveau 4 van het mbo, terwijl het daarnaast een opstap biedt naar niveau 6, zoals de bachelor Pedagogiek of Pabo.” De deeltijdvariant is ook populair bij werkenden die willen doorgroeien in hun functie, zoals pedagogisch coaches in de kinderopvang of onderwijsondersteuners in het basisonderwijs. “Studenten combineren minimaal 16 uur werk met één lesdag per week. Theorie is ondersteunend en verantwoordt het handelen, de praktijk staat centraal”, legt Dave uit. De vraag voor toekomstige Pedagogisch Educatief Professionals

vanuit het werkveld gaat de komende tijd nog verder toenemen. Het ministerie van OC&W heeft daarom besloten dat (o.a.) in Sittard ook de voltijdvariant als bekostigde opleiding mag worden aangeboden. “Deze voltijdvariant is nog volop in ontwikkeling maar zal waarschijnlijk naast twee dagen praktijk uit drie lesdagen bestaan en start in september 2026.”

Brede inzetbaarheid

Afgestudeerden van Ad PEP kunnen rekenen op een breed scala aan carrièreperspectieven. Denk aan pedagogische functies in de kinderopvang, onderwijsondersteuning in basisscholen, taken bij pedagogische diensten in het voortgezet onderwijs maar ook zorginstellingen zoals gehandicaptenzorg, zorg- en welzijnsinstellingen en de jeugdzorg. “Onze studenten zijn gericht op het welzijn en de ontwikkeling van mensen tussen de 0 en 23 jaar”, aldus Dave. “Ik merk regelmatig dat de opleiding enorm gewaardeerd wordt door het werkveld. Afgestudeerden bieden nieuwe, verfrissende inzichten en zorgen regelmatig voor innovatieve oplossingen en methodieken. Zo werkte een van onze deeltijdstudenten al jaren in de kinderopvang. Tijdens haar studie solliciteerde ze op een functie

als pedagogisch coach en werd aangenomen nog voordat ze haar diploma in handen had.” Steeds meer studenten en organisaties ontdekken dan ook de waarde van de opleiding. “De animo om actief bij te dragen aan de ontwikkeling van jongeren groeit, ook onder mensen die niet per se voor de klas willen staan. Waar het didactische aspect traditioneel centraal stond in het primair onderwijs, verschuift de focus veel meer naar een balans tussen didactische en pedagogische vaardigheden. Deze balans is hard nodig, want de sociale uitdagingen hebben steeds vaker hun weerslag op het leren.

Pedagogiek en praktijk: samen werken aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren

Een pedagoog kan inspelen op de sociale of emotionele uitdagingen van een kind en kan zich daarbij richten op coachen op persoonlijke ontwikkeling.

De menselijke kant staat hierbij centraal: wat heeft een kind nodig om gemotiveerd te blijven en succesvol te zijn? De opleiding kijkt verder dan cijfers en biedt ruimte voor persoonlijke groei en ondersteuning. De praktijk vormt hierbij de basis, waarbij de opleiding zich binnen de opleidingskaders en leeruitkomsten blijft aanpassen aan actuele ontwikkelingen en behoeften. Talentgericht opleiden, oftewel ontwikkel waar je goed in bent, is een belangrijke boodschap binnen onze opleiding. Met dit uitgangspunt wordt het onderwijs niet alleen menselijker, maar ook effectiever en stimuleren we het authentieke leren.”

Persoonlijke ontwikkeling

De opleiding speelt in op actuele behoeften in het primair - en voortgezet

onderwijs en de zorg. Passend onderwijs legde bijvoorbeeld een zorgplicht bij scholen, wat extra en specifieke pedagogische vaardigheden vraagt van leerkrachten en ondersteunend personeel. “Pedagogiek en didactiek moeten hierbij hand in hand gaan. Onze studenten leren wat kinderen en jongeren nodig hebben om gemotiveerd te blijven en zich optimaal te ontwikkelen”, zegt Dave. Daarnaast biedt de Ad PEP opleiding tools om inclusieve en innovatieve leeromgevingen te creëren. Onderzoekend vermogen, samenwerken, coachen en maatschappelijk verantwoord onderbouwd handelen staan centraal. “Onze studenten leren zichzelf goed kennen. Reflectie is een belangrijke pijler. We begeleiden ze niet alleen bij hun vakinhoudelijke groei, maar ook bij hun persoonlijke ontwikkeling. Het is talentgericht onderwijs, waarbij we doelen afstemmen op de specifieke werkomgeving van de student. Samen met het werkveld ontwikkelen we professionals die klaar zijn voor de toekomst.”

Interesse?

Spreekt de opleiding Associate Degree Pedagogisch Educatief Professional (Ad Pep) jou aan? Wil jij kinderen of jongeren nog beter ondersteunen binnen jouw werk? Dan is Ad Pep wat voor jou. Deze tweejarige HBO-opleiding wordt aangeboden in voltijd en deeltijd. De deeltijdvariant is gericht op de professional met enkele jaren werkervaring en is te volgen in Eindhoven, Den Bosch, Sittard en Tilburg. De voltijdvariant van Ad Pep gaat van start in september 2025 in Eindhoven en Tilburg. In 2026 start de voltijdvariant ook in Sittard en Den Bosch. Kijk voor meer informatie op de website www.fontys.nl/adpep en kom naar een van onze Open dagen.

Ze zijn innovatief in zaken mensen’ dromen. ook dat kinderboekenschrijver

Jacques Cher, Ockels, Goldberg, Steve da Vinci hadden Dat heeft van weerhouden succesvol en wereldwijd inspireren.

Thom Keersmaekers, Tom Boessen, Femke Speth en Dave Quadtflieg, docent Ad PEP.
Tekst: Petra Lejeune
Beeld: Petra Niessen
Tijdig

Tessa

Ze zijn beroemd, briljant, innovatief en blinken uit in zaken waar ‘normale mensen’ niet eens van dromen. Maar weet jij ook dat Albert Einstein, kinderboekenschrijver

Jacques Vriens, zangeres Cher, astronaut Wubbo Ockels, actrice Whoopi Goldberg, Apple-oprichter Steve Jobs of Leonarda da Vinci allemaal dyslexie hadden of hebben? Dat heeft hen er niet van weerhouden zich succesvol te ontwikkelen en wereldwijd mensen te inspireren.

Opgroeien met dyslexie is best hard werken

Neem Bram Dirkx (10) uit Herten. Hij wordt voor dyslexie behandeld, daarentegen wanneer het op voetballen aankomt is hij misschien een topper in wording. “Ik speel als verdediger bij de JO11 van SVHH. Mijn voorbeelden zijn Nathan Aké en Virgil van Dijk. Dat ik niet goed kan lezen en spellen is niet leuk, maar daardoor laat ik me niet tegenhouden om de dingen te doen die ik wil. Profvoetballer worden bijvoorbeeld.”

Kinderen met dyslexie hebben een hardnekkig probleem met leren lezen en spellen. Ze kunnen geen goede koppeling maken tussen klanken en letters. “Hierdoor kunnen ze een woord dat ze zien moeilijk uitspreken en een woord dat ze horen niet goed opschrijven”, legt Tessa Janssen uit. Zij werkt in Limburg bij het Regionaal Instituut voor Dyslexie (RID) als teamleider en adviseur. “Die letter-klankkoppeling komt bij hen niet voldoende tot stand en raakt niet goed geautomatiseerd. Dat levert uiteraard problemen op bij vakken als geschiedenis, aardrijkskunde of biologie. Veel informatie is daar schriftelijk, al of niet digitaal. Bovendien moeten zij meestal hun werk of een toets op schrift aanleveren. Je begrijpt dat dyslexie zo voor veel van deze kinderen een forse belemmering is in hun verdere ontwikkeling. Dat geldt tevens voor dyscalculie. Dat is een leerstoornis waarbij kinderen problemen hebben met rekenen en wiskunde. Die problemen mogen net als dyslexie niet veroorzaakt zijn door slecht onderwijs of omgevingsfactoren.”

Dyslexie staat los van intelligentie en is deels erfelijk. Beide aspecten zijn be-

langrijk voor de manier waarop kinderen met deze leerstoornis omgaan en hoe die hun ontwikkeling en functioneren in veel gevallen belemmert. Daar komt bij dat ze soms bang zijn om fouten te maken, zich schamen voor vriendjes of vriendinnetjes en sociaal beperkingen ondervinden. “Al is het maar als je met vriendinnen naar de film gaat en je de ondertiteling niet kunt lezen”, zegt Janssen. “Of je het posten van berichten op Facebook of Instagram niet aandurft. Trouwens: lezen en schrijven is echt niet fijn als dat veel moeite kost. Dan doe je dat vanzelf minder.“

Dyslexie opent deuren naar een bestaan waarin bijzondere talenten en gaven tot grote bloei komen

Bram oefent elke dag, thuis en op school. Zelfs als hij een dag niet zo’n zin heeft, vertelt hij. “Ik heb bij RID een superleuke leraar, die helpt me met zijn eigen uitleg en geeft me extra tijd bij taal en lezen. En op school heb ik een iPad die teksten voorleest en krijg ik meer tijd om mijn werk te maken. Daar kijkt niemand raar van op, want mijn hele klas weet dat ik dyslexie heb. Dat heb ik zelf een keer uitgelegd, dat was wel moeilijk hoor. Ik vind het alleen irritant als ze me bij een toets iedere keer vragen welk cijfer ík heb.”

Ongeveer tien procent van de basisschoolleerlingen kampt met leesproblemen, drie tot vier procent met ernstige dyslexie. Het RID onderzoekt in welke

mate en of zij – al dan niet vergoedvoor een behandeling in aanmerking komen. Tessa Janssen: “Maar het is niet alleen kommer en kwel hoor. Zoals de voorbeelden laten zien zijn mensen met dyslexie vaker bijzonder creatieve, beeldende, vernieuwende, sportieve, muzikale of logische denkers. Als zij goed worden begeleid, veel ‘leesmeters’ maken en open zijn over hun beperking kunnen zij net als ieder ander kind een plek vinden die bij hun talenten aansluit. Voor ouders en leerkrachten geldt: wees alert en ben er zo vroeg mogelijk bij wanneer je het gevoel hebt dat er sprake is van dyslexie.”

De praktijk laat zien dat behandelingen daadwerkelijk resultaat hebben. En dat is best hard werken, want de kinderen moeten thuis elke dag oefenen. Brams vader Bart: “Met Bram waren we er in groep drie vroeg bij, hij bleef achter met leren lezen en spellen. We merken nu, na een jaar RID, dat hij veel van zijn achterstand heeft goedgemaakt. Hij is bovendien een echte doorzetter en gemotiveerd om nóg beter te worden. Ook bij vakken als aardrijkskunde of geschiedenis, die vindt hij hartstikke leuk. Ik raad iedere ouder aan op tijd hulp te zoeken als blijkt dat zijn of haar kind worstelt met lezen en spellen.”

Als jij vermoedt dat jouw kind dyslexie heeft kun je voor nader onderzoek het beste informeren met welke gecertificeerde aanbieder jouw gemeente een contract heeft. Je kunt daarnaast eens kijken in het register van praktijken die zijn aangesloten bij het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie (www.nkd.nl).

Tekst: Hub Bertrand Beeld: Kevin Cordewener
Janssen, teamleider en adviseur bij het RID in Limburg.
Tijdig in actie komen en je kind laten behandelen is bij dyslexie van wezenlijk belang
Jasper Meex en Lotte Franck

Smaakontwikkeling begint al bij de eerste hapjes Volgens kinderdiëtist Lieke Rongen van Kinderdiëtistenpraktijk VOLOP!!! in Noord-Limburg start smaakontwikkeling veel eerder dan de meeste ouders denken. “Tijdens de zwangerschap krijgt een kind al smaken binnen via het vruchtwater. Ook bij borstvoeding proeven baby’s een beetje mee van wat de moeder eet en drinkt. Dit helpt de smaakpapillen te ontwikkelen. Vanaf vier maanden krijgen baby’s vaste voeding. Wat velen niet weten is dat kinderen al een voorkeur krijgen voor zoet door fruit als eerste te geven. Daardoor wordt het wennen aan groenten lastiger. Wij adviseren daarom: kies eerst voor groentehapjes zoals bloemkool, wortel, broccoli of pompoen. Deze smaken zijn zacht en puur, ideaal voor een eerste kennismaking.”

Hoe beïnvloed je de smaakvoorkeur van je kind? Lieke legt uit dat vroege smaakervaringen veel invloed hebben op eetgewoontes later in het leven. “Kinderen die jong veel verschillende smaken leren kennen, hebben vaak een breder smaakpalet en eten later gevarieerder. Maar als een kind een voorkeur voor zoet of hartig heeft, betekent dat niet dat het nooit andere smaken leert eten. Geduld is hierbij heel belangrijk. Kinderen moeten soms tien tot vijftien keer een nieuwe smaak proeven voordat ze eraan gewend raken. Blijf daarom steeds weer aanbieden om een klein hapje te proeven, zonder te dwingen”, vertelt Lieke. De smaak blijft zich altijd ontwikkelen. Vindt een kind iets vies – denk aan pasta of boerenkool – dan kan dit best op latere leeftijd juist zijn lievelingskost worden. Ook als volwassene krijg je soms een andere smaak. Opeens lust je wél oude kaas of olijven, terwijl je er een paar jaar geleden nog van gruwelde.

Samen eten en ontdekken

De kinderdiëtist benadrukt het belang van een gezamenlijke eetervaring. “Ga samen met je kind aan tafel zitten. Laat het bijvoorbeeld broccoli of bloemkool voelen. En eraan ruiken, zodat het ook al met de geur bekend wordt.”

Andere tips van Lieke: Zorg voor variatie op het bord. Een kleurrijk gerecht ziet er aantrekkelijker uit en maakt eten leuker.

Al jong gezonde eetgewoontes ontwikkelen

Rode kool of sperzieboontjes? Jakkie. Jonge kinderen trekken vaak al een vies gezicht nog voordat ze een hap genomen hebben. Voor ouders kan dit frustrerend zijn en een enorme uitdaging vormen. Maar begin je vroeg met smaken aanbieden, dan ontwikkelt je kind een breder smaakpalet dat later van pas komt.

• Over het algemeen vinden kinderen het niet fijn als de groente bijvoorbeeld het vlees aanraakt of de saus in de aardappelen loopt. Daarom is de volgende tip ook hiervoor erg handig.

• Geef een kleine portie, maar wel op een groot bord. Gebruik dus geen bord of bakje speciaal voor kleine kinderen. Op het grote bord lijkt de portie kleiner. Zo ontstaat niet het idee van een ‘grote berg’ eten – ‘moet ik nog zoveel eten’ – dat werkt ontmoedigend.

• Betrek kinderen bij het kiezen en bereiden van maaltijden. Laat je zoon of dochter in de supermarkt een groente uitzoeken en meehelpen met wassen of snijden. Dat maakt nieuwsgierig. Grote kans dat je kind in ieder geval proeft. Het is namelijk interessant om iets te eten wat jezelf hebt ‘klaar’gemaakt.

”Begin vroeg, eet gevarieerd: gezonde eetgewoonten ontwikkelen kan al jong!”

Lieke vult nog aan: “Er zijn nog veel meer tips en tricks te geven, maar kies alsjeblieft wat bij jouw kind en jou past. Jij moet je er goed bij voelen. Dat is de maatstaf.”

Het goede voorbeeld doet goed volgen en dus eten “Kinderen kopiëren het gedrag van hun ouders. Het is dus belangrijk dat je het goede voorbeeld geeft als

ouder. Eet samen aan tafel, neem regelmatig groente en vermijd slechte eetgewoontes. Dan heb je eerder kans dat je kind dát gedrag nadoet. Dus niet: voor de televisie eten, het ontbijt overslaan of je tegoed doen aan kant-en-klaargerechten”, zegt Lieke. Als jij met plezier groenten eet, heb je meer kans dat je kind dat ook doet. Regelmaat en een gezond eetpatroon binnen het gezin hebben een positief effect op gezond eten. Maar maak het jezelf ook niet te moeilijk, vertelt ze. “Natuurlijk hebben verse groenten de voorkeur, maar als je je kind een keer een potje geeft, is dat echt geen ramp. Iedereen heeft weleens een drukke dag waardoor koken niet lukt.”

Begin klein en maak het leuk

Het leren eten van gezonde voeding vraagt tijd, geduld en een creatieve aanpak. Door kinderen van jongs af aan kennis te laten maken met een breed scala aan smaken, leg je de basis voor een gezond eetpatroon. Samen koken, kleurrijke gerechten maken en een positieve sfeer aan tafel helpen daarbij. “Het is maatwerk”, besluit Lieke. “Ieder kind is anders en niet iedereen zal alles eten wat op tafel komt. Maar met de juiste aanpak kunnen we zorgen dat elk kind zo gezond mogelijk eet.” En wie weet? Misschien vraagt je zoon of dochter binnenkort zélf om een bordje sperziebonen of rode kool.

Lieke Rongen
Tekst: Sylvia Beugelsdijk-Franssen Beeld: Mara van den Oetelaar en Getty Images

‘Generatie Angst’ creëren we zelf

Het zweet breekt je uit bij een

inkomend telefoontje, in de auto stap je liever niet en je raakt in paniek bij het idee dat je de weg moet vragen aan een vreemde. Coach Audrey Bruekers uit Nederweert en therapeut Nicole Aspers uit Weert komen in hun werk veel jongeren tegen die gevangen zitten in hun angsten.

Tekst: Kyra Volkers Beeld: Privéfoto’s en Getty Images

Ouders verzetten zich steeds meer tegen het telefoongebruik van hun kinderen. Hierin krijgen ze steun van psycholoog Jonathan Haidt. In zijn in maart verschenen boek Generatie Angststoornis beweert hij dat smartphones de toenemende mentale problemen van jongeren veroorzaken. Online is er geen enkele begrenzing terwijl we kinderen buiten juist te veel beschermen. Ondanks kritiek op het gebrek aan wetenschappelijk bewijs, vormt het boek de inspiratiebron van ouderinitiatieven door heel Nederland. Coach Audrey Bruekers en therapeut Nicole Aspers merken in ieder geval de gevolgen van het nieuwe sociale tijdperk op de jeugd.

Belangst

“Ik oefen weleens met jongeren om te bellen”, vertelt Audrey. “Dan moeten ze iets regelen bij DUO of de verzekering. We schrijven dan van tevoren de vragen op die we gaan stellen en waar we precies antwoord op moeten krijgen. Zij bellen dan en ik zit ernaast om in te grijpen als het gesprek stilvalt. Een jongen kreeg laatst een vraag terug waar hij geen antwoord op klaar had. Toen hing hij snel op.”

Nicole Aspers merkt vooral veel weerstand tegen sociale dingen. “Jongeren hebben enorme blokkades. Ze durven niet alleen naar de winkel of iemand aan te spreken. Door sociale media oefen je dat ook niet meer.” Ze denkt terug aan een tijd waarin je nog een grapje kon maken met de kassière in de supermarkt. “Het is voor jongeren soms lastig om van die kleine dingen te genieten.”

“Sociale media houden je constant in de gaten en hebben overal een mening over. Dat levert een hoop onzekerheden en angsten op” Audrey Bruekers

Confrontatie

De ‘Generatie Angst’ creëren we als maatschappij zelf. Audrey maakt met haar handen een klein bolletje. “Onze wereld was vroeger maar zo groot. We gingen naar school en de handbalvereniging, punt. Nu wordt de jeugd direct met de hele wereld geconfronteerd. Het internet en sociale media zijn overal. Er komt te veel op de jeugd af.”

Sociale cohesie is volgens Audrey gezond. De buurt let op de kinderen die buiten spelen en de leraar houdt op school een oogje in het zeil. Maar de digitale wereld neemt volgens

“Ouders moeten juist het goede voorbeeld geven. Kinderen gaan dat gedrag vanzelf kopiëren” Nicole Aspers

de coach een schadelijke vorm van toezicht aan. “Soci ale media houden je constant in de gaten en hebben overal een mening over. Dat levert een hoop onzekerheden en angsten op.”

Mediawijs

De problemen komen voornamelijk bij ‘regeldingen’ naar boven. Je rijbewijs aanvragen, een verzekering afsluiten of een doktersafspraak maken. “Jongeren weten niet hoe ze het moeten aanpakken en bevriezen dan”, legt Audrey uit. “Je kunt ook niet meer zoals vroeger op de fiets langs het verzekeringskantoor en dezelfde verzekering als je ouders afsluiten. We gaan online honderd aanbieders en tarieven vergelijken. Er is zoveel keus dat jongeren niet meer weten waar ze moeten beginnen.”

Mediawijs zijn kinderen al snel. Ze leren ontzettend veel via internet en gedragen zich mede daardoor vaak een stuk volwassener dan ze eigenlijk zijn. “Dat is de valkuil”, merkt Audrey. “Zodra ze achttien zijn, verwachten ouders dat hun kinderen alles zelf wel geregeld krijgen. Maar bewezen is dat je vaak pas vanaf je vierentwintigste echt kan plannen.” Daarbij is er een groot verschil tussen kennis en vaardigheden. Via het internet krijgen jongeren veel informatie binnen. Maar te midden van al die informatie een keuze maken, blijft een uitdaging.

Rol ouders

In Generatie Angststoornis pleit Haidt voor het verbieden van sociale media voor kinderen jonger dan 16 jaar, zoals Australië recent heeft besloten. Al lijkt dat voor therapeut Nicole Aspers ook niet de oplossing. In haar praktijk hoort ze de irritatie en het onbegrip bij kinderen. “Ik mag niet meer op de iPad, maar mama scrolt wel de hele avond op haar telefoon. Ouders moeten juist het goede voorbeeld geven. Kinderen gaan dat gedrag vanzelf kopiëren. Om sociale media kunnen we niet meer heen. Je kunt alleen je kind weerbaar ervoor maken.” Het internet vol perfecte selfies, vakantiekiekjes en mensen met onrealistische sportroutines, legt veel druk op de jeugd. Maar ook ouders zelf hebben vaak onbewust een hoop verwachtingen van hun zoon of dochter. Audrey: “Ik behandelde een meisje wier ouders altijd tegen haar zeiden: ‘Schat het maakt ons niet uit wat je doet in het leven, zolang je maar gelukkig bent’. Maar toen werd ze depressief en had ze het idee dat ze al die emoties moest verbloemen om gelukkig over te komen en haar ouders niet teleur te stellen.”

Het is belangrijk dat ouders zich bewust worden van de druk die hun kind ervaart. Soms is meer begeleiding nodig. “Het kan helpen om samen te bellen en mee te gaan naar afspraken bij de gemeente of de tandarts”, adviseert Audrey. “Maar zelfstandig zijn, betekent niet dat je alles alleen moet doen. Het betekent dat je weet wat je wel en niet kunt en dat ook durft toe te geven.”

Bezoek onze events!

We organiseren het hele jaar door open avonden, X-periences en workshops! Meld je aan:

meld je aan & www.gildeopleidingen.nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.