VNG Special: Digitale Steden Agenda

Page 1

SPECIAL

december 2013

Digitale Steden Agenda


Convenant Smarter Cities

Inhoud

4

6

9

10

12

14

16

18

19

20

22

#dsaNL Insiders over de Digitale Steden Agenda Zorgende Stad Online zorgdiensten ontwikkelen

Open Netwerken

Naar één veilige open infrastructuur Onze Stad Open data inzetten tegen leegstand, waar te beginnen?

Digitale Stad

In beeld

Veilige Stad Crowd Control bij Life I Live festival Regelluwe Stad Digitaal tenzij Onze Stad Paul Suijkerbuijk over de kracht van open data Bedrijvige Stad Het winkelen verandert en daarmee de binnenstad

Bijna alle grootste steden in Nederland werken actief samen met het bedrijfsleven, instellingen, onderwijs en wetenschap om vernieuwende oplossingen voor de maatschappelijke uitdagingen van dit moment te vinden. Zij hebben zich verbonden aan de Digitale Steden Agenda, een programma voor versnelling van de toepassing van ict-innovaties in het publieke domein. De ambities van de DSA en de afspraken die hieraan ten grondslag liggen, zijn opgenomen in het Convenant Smarter Cities, dat 6 maart jl. is ondertekend. De volgende steden hebben zich gecommitteerd aan deze nieuwe vorm van samenwerking. Alkmaar, Almelo, Almere, Amersfoort, Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem, Assen, Delft, Den Haag, Deventer, Eindhoven, Enschede, Helmond, Hilversum, Gouda, Groningen, Haarlemmermeer, Heerlen, Hengelo, Leeuwarden, Lelystad, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Schiedam, ‘s-Hertogenbosch, Sittard-Geleen, Tilburg, Utrecht, Zaanstad, Zoetermeer en Zwolle.

Groene Stad Behoeften van bewoners serieus nemen

Convenant

Colofon

Lerende Stad Digitaal mobiele studenten en docenten

2

Deze special is een uitgave van Sdu Uitgevers Redactieadres

Hoofdredacteur Heleen Hupkens

Vormgeving uNiek-Design

Postbus 20025, 2500 EA Den Haag

Medewerkers aan deze special Pieter van den Brand,

Uitgever Asha Narain

Tel. 070-3780730

Bianca Hendriks, Ana Karadarevic, Herman Radstake en

Advies Chris van de Wetering

www.sdu.nl

Berend Vonk (illustratie).

Senior media-adviseur Boyke Rajbalsing

Fotografie Holland in beeld, Martin de Bouter (cover),

Drukkerij Senefelder Misset, Doetinchem

Deze special is mogelijk

Van Egmond Fotografie, gemeente Amersfoort, gemeente

Verschijning Deze special verschijnt

gemaakt door het programma

Den Haag, gemeente Veenendaal, FotoflexNL, Kennisnet,

eenmalig als bijlage bij VNG Magazine in

Digitale Steden Agenda.

Annabel Jeuring en Rene de Gilde.

een oplage van 26.000 exemplaren

Verspreid en hergebruik zoveel als je wilt, maar niet voor commerciële doeleinden en geef informatie op zelfde voorwaarden weer door. De uitgever kan op generlei wijze aansprakelijk worden gesteld voor eventueel geleden schade door foutieve vermelding in het blad. © Sdu Uitgevers


#dsaNL

Uitnodiging aan bestuurders van Nederland Beste bestuurder, sneller. Tijdens het Digitale Agenda De dagen lengen, maar de ontwikkelingen om ons heen gaan steeds fijntjes in: als we de afgelopen jaren eens nog Congres op 30 oktober wreef visionair Yuri van der Geest het er is niet meer de Wet van Moore en de al te snel vonden gaan, dan staat ons nog heel wat te wachten. Dit ies de wereld over reizen, waar ze jaarlijkse verdubbeling. Hoe meer alles met alles verbonden is en innovat een factor 5 sneller. Voor burgemeester tot nieuwe toepassingen leiden, hoe sneller het gaat. Yuri sprak over weten niet precies hoe de toekomst We . Rob van Gijzel reden om steden op te roepen samen op te trekken t samen gaan ontdekken. eruit ziet, maar het gaat hard en het is kansrijk. We moeten de toekoms succesvolle praktijken zichtbaar Dit is precies waar de Digitale Steden Agenda voor staat. Daar waar En bij nieuwe initiatieven samen zijn deze vol in het spotlicht zetten en helpen ze breed te implementeren. bewoners onderzoeken wat de en mers met bestuurders, innovatoren, onderzoekers, ambtenaren, onderne e appelijk vraagstukken uit onze steden kansen zijn en wat er voor nodig is om deze te grijpen. De maatsch en dorpen zijn daarbij altijd het vertrekpunt. burgers voor zichzelf zorgen, voor De DSA streeft naar een vitale en weerbare samenleving waarin soms onzichtbare) ict-oplossingen reerde, elkaar zorgen en samen optrekken. En daarin bieden (geïnteg te tackelen. Ict biedt kansen op belangrijke kansen die ons helpen de opgaven van vandaag en morgen aan die zelforganisatie en eigen regie ‘betere kwaliteit en meer maatwerk, tegen lagere kosten’ en ook tools het als hun taak die kansen te pakken faciliteren. De gemeenten die zich binnen de DSA organiseren zien en structureel te implementeren in hun steden. eurocommissaris Kroes, waarbij men De DSA sluit daarbij nauw aan op de Europese Digitale Agenda van onze van de Europese economie. En samen met werkt aan de broodnodige maatschappelijke innovaties en versteviging van de landelijke Digitale Agenda. met ministerie van Economische Zaken dragen we bij aan de uitvoering n en organisaties zich aan de Digitale bedrijve Inmiddels hebben ruim 30 steden en tal van innovatieve kenen. Zij participeren in lerende Steden Agenda verbonden door het convenant Smarter Cities te onderte sies en expertmeetings en bouwen zo netwerken, werken samen aan projecten, nemen deel aan werkses samen aan de steden en dorpen van de toekomst. verhalen in dit magazine je inspireren We nodigen je van harte uit om met ons mee te doen en hopen dat de om contact met onze trekkers op te nemen en actief te worden.

t. Hele fijne dagen en een co-creërend en innovatief 2014 gewens Holger Cees van Eijk, Marco Swart, Patrick van Domburg, Mirjam de Rijk, Marijke van Hees, Erik de Ridder, Rabin Baldewsingh, Monique List, Eggels, Frank Ketelaars, Ad Gijsbers, Marijke Sprick, Yvonne Hans Haveman, Boswijk, Minouche Besters, Arjo van Veenendaal, Lea Adriaans, Rob Bots, Michiel Duijsings, Wendy Otten, Jacky Nieuwstraten, Brigitte Fatiha Alitou, Henk Martijn Schuldink, Colette Gaillard, Menno Schmidts, de Brouwer, Frank Slingerland en Heike Faber. Anneke Jaspers, Matthijs Miessen, Hulscher, Siri Brouwer, Timmy de Vos, Hedwig

3


Ketensamenwerking

Zelfredzaamheid van burgers is uitgangspunt

Innovatie is vernieuwing. Evolutie of revolutie. Het leggen van verbindingen tussen systemen die voorheen niet bestonden. Het aantal mogelijkheden om te verbinden neemt toe wanneer er nieuwe systemen worden geopend. KPN heeft een landelijk dekkende ict-infrastructuur: een systeem van openbare, semi-openbare en private netwerken, dat trans-sectoraal wordt ingezet. Verreweg het grootste deel van het netwerk is openbaar, maar er blijft altijd behoefte om zaken af te schermen. Dit gebeurt bijvoorbeeld via onze sectorspecifieke Gemnet en E-Zorg netwerken. Ook hier zien we steeds meer de vraag om deze met elkaar te verbinden. De vraag komt naar boven vanwege ketensamenwerkingen, die door sociale innovaties ontstaan en waar technische innovaties op volgen. Door de mensen in deze sectoren te verbinden, ontstaan kansen om ketens tot stand te brengen en beter te laten functioneren. De overheidssector heeft hierin een unieke regiefunctie, als een brein dat zich heeft ontwikkeld tot coĂśrdinerend orgaan in onze samenleving. Er liggen kansen, uitdagingen en dus doelen op verschillende fronten. Bij KPN spreken we dan van een business- of valuecase. Wat levert het op en voor wie? Ook moeten standaarden worden gedefinieerd om complexiteit te beheersen. Welke afspraken maken we als we willen verbinden? Als laatste moet scherp worden gelet op de mate van openheid die gewenst is. Wie krijgt met welk doel toegang? Hier hoort een plan bij, waar onder andere wij de komende tijd hard aan zullen gaan werken.

De samenleving verandert in rap tempo. Burgers benoemen hun wensen steeds duidelijker en willen minder aangewezen zijn op standaarddiensten. Ze nemen ook vaker zelf initiatieven om allerlei maatschappelijke kwesties op te lossen. De overheid moet met deze ontwikkeling mee. Dit door de zelfredzaamheid van burgers als uitgangspunt te nemen, waar nodig deze te bevorderen of te ondersteunen. Met ict krijgt de overheid hiervoor allerlei mogelijkheden. Het helpt de overheid de efficiencyslag te maken die nodig is om deze nieuwe dienstverlening financieel beheersbaar te maken. Het stelt ons ook in staat beter met de burger in contact te komen, naar zijn of haar wensen en behoeften te luisteren en burgers te laten participeren in het oppakken van maatschappelijke vraagstukken. Maar allereerst moet de bereidheid groeien om deze ontwikkeling mee te maken en de mogelijkheden van digitalisering te gebruiken. Met het programma Digitaal 2017 zet het Rijk in op het realiseren van een digitaal kanaal voor het contact tussen de overheid en de burger. Om die reden hebben wij ook de samenwerking gezocht met de groep gemeenten die samenwerken binnen de Digitale Steden Agenda. Deze gemeenten werken nadrukkelijk samen om digitale oplossingen te vinden voor allerlei maatschappelijke vraagstukken en de lokale samenleving te moderniseren. Vanuit BZK sluiten we hier graag bij aan en kijken we waar wij deze ontwikkeling kunnen steunen met onze ervaringen en welke stappen wij hiervoor moeten zetten. Erg belangrijk dat er een groep bestuurders en ambtenaren is die een voorhoede vormt!

Gregory van den Top, Innovatie­ manager bij KPN Lokale Overheid

Bertine Steenbergen, directeur Burgerschap en Informatiebeleid bij het ministerie van BZK

Co-creatie: een nieuwe manier van werken

Alfaris Lawalata, Adviseur Kwaliteit & Innovatie Politie Den Haag

4

Zou het niet mooi zijn als we burgers konden betrekken bij veiligheidsvraagstukken? In co-creatie. Het kan tot verrassende oplossingen leiden als een groep enthousiaste mensen met verschillende ervaringen en talenten samen aan de slag gaat met een vraagstuk. Tenminste, als we onszelf toestaan om op een andere manier naar ons werk te kijken. Wij organiseerden in 2012 een eerste event met vijf co-creatiesessies en waren positief verrast over de uitkomsten. Het was

leuk en waardevol. Met veel doe-energie, gericht op de vraag: Hoe helpen we de probleemhouder concreet een stap verder? Je krijgt oplossingen gepresenteerd waar je zelf niet aan denkt als je alleen met politiemensen om de tafel zit. Die oplossingen zijn mooi, maar minstens zo belangrijk is het proces van samenwerken. We willen deze werkwijze nu dichter bij het werk zelf brengen. Zo organiseren we op maat co-creatiesessies op een plek in het verzorgingsgebied van het politie-


#dsaNL

Samenwerking tussen het rijk en de steden

Niet allemaal het(zelfde) wiel uitvinden

Het belang voor EZ bij de samenwerking met steden is evident. De huidige economische situatie daagt overheden uit maximaal aandacht te geven aan maatschappelijke uitdagingen als vergrijzing en de krimp van de beroepsbevolking; we zullen meer moeten doen met minder en dat doe je dwars door de bestuurslagen heen. Om samen concrete resultaten te boeken waar burgers en bedrijven wat aan hebben, zij zijn onze klanten. Ons ministerie snapt heel goed dat het in de 21e eeuw cruciaal is dat het rijk en de steden samen optrekken. Om die samenwerking te bestendigen hebben we afgesproken om die synergie concreet te maken in het convenant Smarter Cities. Verbindingen zoeken zit in de genen van EZ, dus ook hier, waar het gaat om het combineren van verdienvermogen met maatschappelijke uitdagingen. Ict is de motor daarvan. Samenwerking tussen gemeenten vraagt om een open houding en nieuwsgierigheid naar de werkende oplossing van buurgemeenten. Ook wethouders zien in dat, wanneer zij samen optrekken bij de ontwikkeling van diensten, zij daarmee de ontwikkelkosten fors kunnen reduceren. Zij kunnen dan veel meer bereiken met hetzelfde budget. Open innovatie en co-creatie als uitgangspunt bij het aanpakken van de maatschappelijke en economische uitdagingen is de enige manier om zaken van de grond te krijgen. De kracht van de DSA daarbij is dat het gaat om mensen uit de gemeentelijke organisaties zelf en niet een duur consultancybureau van buiten. De G32 gemeenten hebben als onze convenantpartners daarbij dan ook een voorbeeldfunctie naar de overige gemeenten. Noblesse oblige zal ik maar zeggen!

Het is mijn persoonlijke ambitie om een schonere, betere en leefbare stad te helpen creëren waar inwoners zoveel mogelijk hun eigen leven kunnen organiseren. Een plek waar zelfredzaamheid mogelijk is door nieuwe vindingen. Ik denk aan het op afstand verzorgd worden, online onderwijs volgen en kennis met elkaar delen. De DSA moet helpen die visie waar te maken. Het is een platform waar gemeenten, marktpartijen, onderzoeksinstellingen en onderwijs samen werken aan de ontwikkeling en implementatie van nieuwe digitale diensten. Het mes snijdt aan meerdere kanten: het helpt ons vanuit de publieke taak om maatschappelijke opgaven aan te pakken, het creëert een markt voor ondernemers en het verbetert de kwaliteit van wonen en leven van ons allemaal. Maar we moeten niet allemaal het(zelfde) wiel willen uitvinden. Laten we van elkaar leren, samen de randvoorwaarden op de juiste agenda zetten en strategieën delen. De stad Enschede staat mede vooraan in deze DSA ontwikkeling. Eerder profileerde Enschede zich al met de eerste digitale loketten in Nederland en de aanleg van breedband en voorzieningen als Open Data. Enschede is in die zin graag voorloper en ik mag daar als wethouder aan bijdragen. Ik vind het geweldig dat ik betrokken kan en mag zijn bij vele innovatieve ontwikkelingen, lokaal en in den lande. Als trekker van het DSA thema Zorgende Stad hebben we al een aantal mooie nieuwe diensten ontwikkeld die samen met lokale en regionale partners geïmplementeerd worden.

bureau waar het probleem zich voordoet, zoals in een buurthuis of in een discotheek. Co-creatie zien we niet alleen als een instrument, maar eigenlijk meer als een nieuwe manier van werken. De Digitale Steden Agenda heeft deze wijze van werken als uitgangspunt genomen. Wil je meer weten over onze activiteiten, ga dan eens kijken op onze facebook- en twitterpagina’s. Daar vind je nieuws over onze co-creaties. www.facebook.com/samenveilig.nl twitter.com/SamenVeilig

Bertholt Leeftink, DirecteurGeneraal Bedrijfsleven en Innovatie bij het ministerie van EZ

de Foto: Rene

Gi

ld

e

DSA tip 1 Co-creatie. Nodig mensen persoonlijk uit, omdat ze kennis en expertise bezitten die van grote waarde is.

Marijke van Hees is wethouder bij de gemeente Enschede en trekker van de Digitale Steden Agenda Foto: Annabel Jeuring

5


Bereid je samen voor op de decentralisaties in de zorg

Online zorgdiensten implementeren Gemeenten moeten op zoek naar slimme oplossingen om straks, in 2015, met minder geld aan een groeiende zorgvraag te kunnen voldoen. Het inrichten van een online zorgdienst lijkt zo’n slimme oplossing. In Geldrop-Mierlo hebben ze er al de nodige ervaringen mee opgedaan. Tijdens een bijeenkomst van Zorgende Stad deed de gemeente de nodige contacten en ideeën op.

DSA tip 2 Woorden creëren ruis en verschil. Doen: teken het project of huur een graphic facilitator om het proces vast te leggen.

Het kabinet maakte twee jaar geleden al bekend dat er minder overheidsgeld beschikbaar komt voor lang­ durige zorg. In het begrotingsakkoord, dat het kabinet in oktober sloot met enkele oppositiepartijen, wordt uitgegaan van een bezuiniging van enkele miljarden de komende jaren. Zo wordt van de 1,3 miljard euro die nu omgaat in de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten slechts 270 miljoen euro overgeheveld naar de gemeenten. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de langdurige zorg en moeten er op de één of andere manier voor zorgen dat hun inwoners toch de zorg en hulp krijgen die ze nodig hebben. Denk aan huishoudelijke hulp die voor veel ouderen gaat wegvallen of bijvoorbeeld dagbesteding voor mensen met een handicap. Mensen moeten veel meer dan nu een beroep gaan doen op informele zorg. Vrijwilligers en mantelzorgers worden onontbeerlijk.

Verlaging zorgkosten Ambtenaren in Geldrop-Mierlo besloten een tijd geleden al de mogelijkheden voor online zorg te verkennen en uit te zoeken wat er bij hun gemeente zou passen. ‘Twee jaar geleden was er nog sprake van dat er 75 procent werd gekort op het bud-

Claudia Landewé, projectleider van de Learning Community Digitale Informele Zorg: ‘Wat de meeste gemeenten willen weten is hoe ze de burger kunnen bereiken met online zorgdiensten.’

6

get voor huishoudelijke hulp. Dan komt de vraag om de hoek wat zorgbehoevenden zelf en met behulp van hun omgeving kunnen doen,’ vertelt Marcel van Leuken, beleidsmedewerker Zorg. Hij woonde een bijeenkomst bij van de Zorgende Stad over het project Learning Community Digitale Informele Zorg, dat gefinancierd wordt door het ministerie van VWS, en liep daar de directeur van Zorgvoorelkaar tegen het lijf. Hij was direct enthousiast. Zorgvoorelkaar is een online marktplaats voor zowel informele als professionele hulp. Het werd opgericht in oktober 2011 in Breda. Vrijwilligers melden zich aan op de website www.zorgvoorelkaar.com en geven aan wat ze precies willen doen en waar en hoeveel tijd ze daarvoor over hebben. Zorgbehoevenden op hun beurt vertellen welke zorg of begeleiding ze zoeken. Deelnemers zijn anoniem totdat ze via de website met elkaar in contact komen. Inmiddels hebben zich 15 gemeenten en meer dan 100 vrijwilligersorganisaties aangesloten bij de website, vrijwel alle deelnemers komen uit Noord-Brabant. Er is een constante, stijgende lijn in zowel het gebruik als het aantal deelnemers van Zorgvoorelkaar. Toen Geldrop-Mierlo zich in 2012 aansloot bij Zorgvoorelkaar nam de gemeente twee zorginstellingen in haar kielzog mee. Vooraf maakten de instellingen zich zorgen over de privacy, maar toen ze eenmaal deelnamen aan de zorgmarktplaats waren ze snel om, vertelt Van Leuken. ‘Ze merken dat het lukt om mensen bij elkaar te brengen, dus inmiddels zijn ze erg enthousiast.’ Vervolgens sloten alle, in de gemeente actieve, lokaal en regionaal werkende zorginstellingen zich aan. Initiatieven als deze zullen leiden tot een verlaging van de kosten van de zorg, voorspelt hij. Dat is volgens hem ook hard nodig gezien de kortingen op het budget de komende jaren. En niet alleen de langdurige zorg wordt in 2015 gedecentraliseerd, maar ook de jeugdzorg en de


Foto: Holland in beeld, Van Egmond Fotografie

#zorgendestad

Mensen moeten veel meer dan nu een beroep gaan doen op informele zorg

Participatiewet. Dat wordt een enorme opgave. Bij de ministeries in Den Haag hopen ze dat gemeenten snel aan de slag gaan met de uitrol en toepassing van de ict-platforms voor informele zorgdiensten. Bij de bijeenkomsten van de Digitale Steden Agenda, Zorgende Stad komen gemeenten direct met elkaar in contact zodat zij hun kennis en ervaring met elkaar kunnen delen.

Van elkaar leren ‘Grote gemeenten kunnen veel leren van kleine gemeenten als Geldrop-Mierlo’, zegt Claudia Landewé, projectleider van de Learning Community Digitale Informele Zorg, dat onder de Zorgende Stad valt. ‘Die gemeente is al heel ver en werkt veel samen met zorg­ instellingen om de slag naar meer informele zorg te maken.’ Wat de meeste gemeenten willen weten is volgens Claudia Landewé, hoe ze de burger kunnen bereiken met online zorgdiensten. Het succes van een marktplaats valt of staat immers met een minimum

aantal deelnemers. Dit soort kennis van voorlopers is beschikbaar bij de Zorgende Stad. Wilco Schuttelaar van Vital Innovators vraagt zich af of alle gemeenten wel weten dat de Zorgende Stad er is en welke instrumenten er zijn. Zeker kleine gemeenten hebben te weinig mankracht om alle landelijke initiatieven in de gaten te houden. Schuttelaar adviseert gemeenten hoe ze kunnen aanhaken op informele zorgplatforms, zoals WeHelpen. Hij signaleert dat veel gemeenten proberen het wiel opnieuw uit te vinden en zelf een digitale marktplaats voor informele zorg willen opzetten. ‘Ik was een tijdje geleden op bezoek bij een gemeente die een chatfunctie voor mantelzorgers wilde introduceren, zodat ze 24 uur per dag konden chatten met iemand van de gemeente,’ vertelt hij. ‘Amsterdam heeft dit al eens geprobeerd. Het kostte veel geld en energie omdat er altijd iemand beschikbaar moest zijn, terwijl burgers er amper gebruik van maakten.’ Het beste advies dat hij naar eigen

>>> 7


Zelfredzaamheid versterken zeggen kan geven aan gemeenten is: leer van elkaar. ‘Ze vinden zichzelf uniek en denken dat bestaande oplossingen hun specifieke situatie geen recht doen. Er gebeurt al heel veel. Het geld en de tijd die in bestaande online platforms voor vrijwillige zorg zijn geïnvesteerd, kunnen gemeenten nooit inhalen.’ Een nieuw platform optuigen kan al gauw honderdduizenden euro’s kosten aan gemeenschapsgeld dat de gemeenten beter voor andere zaken kunnen gebruiken.

Toolkit Om gemeenten op weg te helpen heeft de Zorgende Stad een toolkit ontwikkeld, die in december officieel wordt gepresenteerd. Deze is gebaseerd op de ervaringen van 15 koplopersteden. In 4 eenvoudige stappen wordt het proces voor het implementeren van een digitale informele zorgdienst geschetst. De stappen zijn verkennen, ontwerpen, implementeren en evalueren. In de verkennende fase moeten gemeenten vragen beantwoorden zoals: wat is de ambitie en wie moet erbij betrokken worden? De ontwerpfase staat in het teken van vragen als: wat gaan we doen en welk bestaand instrument gaan we hiervoor gebruiken? En met wie gaan we samenwerken? Dan volgt de implementatie waarin activiteiten gemonitord moeten worden. Welke ervaringen doen gebruikers op? In de evaluatiefase bekijkt een gemeente wat er is bereikt en wat vervolgstappen zijn. De toolkit bevat verder concrete voorbeelden van online zorgdiensten, zodat gemeenten een beeld krijgen van hoe andere partijen het onderwerp hebben opgepakt. In de praktijk blijkt dat de implementatiefase alleen al zes tot twaalf maanden in beslag neemt. Claudia Landewé: ‘Om een digitale zorgdienst goed te implementeren en te laten draaien, heb je zeker een jaar nodig. Als gemeenten pas in de loop van 2014 actief worden is dat gewoon te laat.’ Gezien het tijdsbestek adviseert zij gemeenten snel stappen te nemen om te komen tot een informele zorgdienst.

Ana Karadarevic

Verder lezen www.zorgvoorelkaar.com www.wehelpen.nl digitalestedenagenda.nl/themas/zorgende-stad

8

WeHelpen

Projecten

In de zorg worden tal van nieuwe technieken ontwikkeld waarmee mensen beter in staat zijn zichzelf te monitoren. Deze blijken in veel gevallen beter voor het welbevinden van patiënten én beter voor de portemonnee van de gezondheidszorg. Neem nu de nazorg van kankerpatiënten. Een kwart van de kankeroverlevenden kampt met chronische vermoeidheid, soms nog jaren na de behandeling. Dit uit zich zowel in lichamelijke vermoeidheid als in concentratieproblemen. De onderzoeksinstellingen Helen Dowling Instituut (HDI) en Roessingh Research and Development (RRD) onderzoeken in het project Fitter na Kanker op dit moment de effectiviteit van twee online therapieën tegen vermoeidheid na kanker. De eerste therapie is een psychologische behandeling waarin mindfullness wordt gecombineerd met cognitieve therapie. Mensen leren zich meer bewust te worden van hun lichaam. HDIonderzoeker Fieke Everts legt uit: ‘Je leert je aandacht te richten op het hier en nu zodat je minder gaat piekeren over het verleden of over de toekomst.’ Deelnemers hebben via een website online contact met een therapeut. De tweede therapie is de Ambulante Activiteiten Feedback, een beweegprogramma onder begeleiding van een fysiotherapeut via e-mail. Deelnemers dragen een bewegingsmeter op hun heup die registreert hoeveel ze bewegen. ‘Eén van de onderliggende oorzaken van vermoeidheid na kanker is vermoedelijk een slechte balans in de activiteiten,’ aldus Everts. ‘Sommigen doen heel veel en storten daarna in. En je hebt mensen die juist te weinig bewegen en meteen gaan liggen om de vermoeidheid te bestrijden.’ Een belangrijk voordeel van online therapieën is dat meer mensen er gebruik van kunnen maken dan van de gangbare groepstherapie. Everts: ‘In het hoge noorden en in Noord-Brabant en Limburg zijn geen zorginstellingen die ex-kankerpatiënten begeleiden.’ Volgens haar kunnen gemeenten veel leren van de resultaten van Fitter na Kanker. ‘Beide interventies kunnen patiënten thuis doen. Mensen kunnen de oefeningen in hun dagelijks leven inbouwen. Het versterkt de zelfredzaamheid. Je laat mensen zelf regisseur zijn van hun therapie en hun eigen welzijn.’ www.fitternakanker.nl


#opennetwerken

Vier goede redenen om samen te werken Een open netwerk, is dat internet? Ja, op het publieke internet kan iedereen tegen gelijke condities zijn diensten aanbieden. Maar tegelijk is het een beetje té open. De gevaren van hackers, DDoS aanvallen en afluisterpraktijken zijn groot. En iedere beveiliging of versleuteling is nu of in de toekomst te kraken. Om onze digitale ambities waar te kunnen maken moeten we gezamenlijk werken aan één open en veilige infrastructuur die betrouwbare kanalen biedt tussen aanbieders en klanten. Jeroen van de Lagemaat, directeur van NDIX, geeft hiervoor vier goede redenen.

1 Investeringen in digitale netwerken zijn zeer kapitaalintensief. Het is ondoenlijk om voor iedere toepassing of iedere aanbieder een eigen infrastructuur te realiseren. Autofabrikanten leggen ook niet ieder hun eigen wegen in Nederland aan. Meerdere infrastructuren betekent minimaal dubbele kosten, die uiteindelijk door de gebruiker betaald moeten worden.

2 Innovatie kent veel drempels. Open infrastructuren moeten zoveel mogelijk drempels wegnemen. Een open infrastructuur met gegarandeerde kwaliteit biedt aanbieders de vereiste en gelijke mogelijkheden, dus juist ook de kleine aanbieders die meer innovatiekracht hebben dan grote aanbieders.

Het DSA-programma Open Netwerken richt zich op de ontwikkeling van Next Generation Netwerken, snelle open netwerken die overal beschikbaar zijn. opennetwerken.digitalestedenagenda.nl

Open netwerken

Naar één veilige open infrastructuur Free WiFi in de binnenstad Het aantal hotspots in Europese steden groeit met de dag. Zo kunnen mensen over draadloos internet beschikken. Het initiatief komt vaak van marktpartijen (denk aan Starbucks of de NS), operators (KPN en Ziggo), maar ook van gemeenten zelf. Als een vorm van citymarketing, ter ondersteuning van de detailhandel, het verhogen van de veiligheid of ter ondersteuning van evenementen. Veel gemeenten hebben er inmiddels de nodige ervaringen mee opgedaan en delen hun ‘lessons learned’ graag met u. Lees meer op www.publiekwifi.nl

3 Concurrentie bevorderen. Er zijn zeer veel aanbieders van digitale diensten. Door meerdere aanbieders van één infrastructuur gebruik te laten maken, kan maximaal geprofiteerd worden van de concurrentie tussen deze aanbieders, met name waar het de volumediensten internet en telefonie betreft.

4 Productieketens mogelijk maken. De beschikbaarheid van een basisdienst, zoals een datacenter, kan gebruikt worden om meer geavanceerde diensten te ontwikkelen, zoals cloud-diensten. Dergelijke ict-productieketens kunnen alleen tot stand komen als de infrastructuur deze drempelloos, veilig en betrouwbaar met elkaar verbindt en deze verbanden flexibel te wisselen zijn. Heleen Hupkens

Jeroen van de Lagemaat, directeur NDIX: ‘Delen is meer dan ieder voor zich. Er zijn krachten die openheid wensen te beperken, waarbij meestal een partij een positie verkrijgt die het mogelijk maakt de eigen dienst­verlening te bevoordelen ten opzichte van die van anderen.’

9


Waar te beginnen? Hoe kan open data gebruikt worden om leegstand in kaart te brengen en te bestrijden? Op 17 november jl. brachten medewerkers van gemeenten, bedrijfsleven en onderzoeksinstellingen een dag met elkaar door in Tilburg om hier, tijdens het co-creatielab Gov-Camp Onze Stad, over na te denken. Wat blijkt, er is al best veel mogelijk. Gemeenten hebben namelijk alle gegevens al in huis. Nu nog een bedrijf zoeken dat de techniek beheerst om die gegevens te gebruiken. Een zonnige herfstdag in Tilburg, in een oude NSfabriek achter het treinstation. Tientallen mensen zijn bij elkaar gekomen om kennis en ervaring uit te wisselen over complexe, maatschappelijke vraagstukken en hoe inwoners van gemeenten daarbij betrokken kunnen worden. En dat zoveel mogelijk online via interactieve beleidsvorming, polls en blogs. De aanwezige mensen zijn relatief jong, de gemiddelde leeftijd ligt onder de veertig jaar, en weten meer af van online mogelijkheden voor dienstverlening dan de gemiddelde ambtenaar. Op het thema open data en leegstand zijn zo’n twintig deelnemers afgekomen. Eén van hen zegt: ‘Er is zoveel aan open data. Ik wil er meer mee dan excel-sheets vullen.’

Gegevens aan elkaar koppelen De overheid bezit in principe alle gegevens die nodig zijn om leegstand in kaart te brengen: de Basis­ registraties Adressen en Gebouwen en de Gemeen­ te­ lijke Basisadministratie Persoonsgegevens. Maar hiermee moet nog iets gebeuren waar techniek aan te pas komt. Hiervoor kunnen bedrijven worden ingeschakeld zoals Dutch Coast, dat al voor meer organisaties open data beschikbaar en leesbaar heeft gemaakt. Zo helpt het bedrijf de hulporganisatie Cordaid om een standaard te ontwikkelen waarmee de voortgang van projecten in ontwikkelingslanden online kan worden bekeken.

Stadsmakelaar Ans van de Moosdijk: ‘De website Stadsmakelaar is opgezet omdat mensen, op zoek naar ruimte, geen idee hadden bij wie ze in de gemeente moesten aankloppen.’

10

Open data is data die vrij toegankelijk is om opnieuw toe te passen

Tijdens de bijeenkomst in Tilburg vertelt Gerrit Jan van ‘t Veen van Dutch Coast wat open data precies is. ‘Open data is data die vrij toegankelijk is om opnieuw toe te passen.’ Hoe open data te gebruiken? Van ‘t Veen: ‘Zorg dat een machine informatie kan opvragen bij een andere machine.’ Zo maakte Waag Society, een organisatie die creatieve technologie voor sociale innovatie ontwikkelt, gebruik van een spel dat een Britse kankeronderzoeksorganisatie had ontwikkeld. Die maakte vorig jaar een enorme hoeveelheid data over kankercellen openbaar en vroeg mensen om types borstkankercellen te identificeren en classificeren. Meer dan 200.000 mensen uit 100 landen hebben in drie maanden tijd werk verricht waar onderzoekers anderhalf jaar voor nodig zouden hebben gehad. De gemeente Maastricht onderzoekt wat de mogelijkheden zijn van open data voor het bestrijden van leegstand in de stad. Rotterdam wil in de toekomst graag gebruik maken van open data voor de website Stadsmakelaar waar bijvoorbeeld innovatieve ondernemers en kunstenaars ruimtes kunnen vinden om te werken. De site is opgezet omdat mensen, op zoek naar ruimte, geen idee hadden bij wie ze in de gemeente moesten aankloppen, vertelt stadsmakelaar Ans van de Moosdijk.

Niet vrijblijvend Er is al veel mogelijk met open data, maar hoe te beginnen? De ambtenaren delen zich op in twee groepen. De ene groep gaat praten over open data specifiek voor leegstand, de andere groep sluit zich aan bij Paul Suijkerbuijk, projectleider


#onzestad

Gov-Camp Onze Stad: Open data inzetten tegen leegstand DSA tip 3

Meer info en doorpraten

Lange agenda’s met hamerstukken het raam uit! Bespreek samen wat het resultaat na afloop moet zijn en ga aan de slag. Van bespreken naar doen.

Handreiking voor gemeenten over open data staat op https://data.overheid.nl/handreiking. Deelnemers die ervaringen met elkaar willen delen kunnen dat doen in de Facebook-groep Co-­Creatie­Lab DSA, ze kunnen discussiëren in de LinkedIn-groep Co-creatielab Onze Stad en informatie opzoeken op www.cocreatielab.net.

van het open data-portaal van de overheid: data. overheid.nl. Samen met Timmy de Vos van de Digitale Steden Agenda spoort hij ‘zijn’ groep aan om op een groot vel te schrijven welk gereedschap zij nodig hebben om in hun gemeente aan de gang te gaan met open data. Na wat geconcentreerd gekrabbel staan er woorden op het vel zoals ‘bewustwording’, ‘veel praten’ en ‘bestuurlijke zegen’. Op de opmerking van een aanwezige dat veel gegevens al openbaar kunnen worden gemaakt, maar dat dat in de gemeente wel moet worden besloten door de verantwoordelijken, werpt Suijkerbuijk tegen: ‘Als je nu een WOB-verzoek binnenkrijgt, kan je al heel veel openbaar maken. Zolang er geen privégegevens van mensen in staan, uiteraard. Dus het is een kwestie van gewoon doen.’

Op de kaart zetten Suijkerbuijk drukt zijn groep op het hart om aan de slag te gaan. ‘Begin een open data café! Gewoon een datum prikken en mensen uitnodigen. Je hoeft het bestuur er niet eens bij te betrekken.’ Als er op de bijeenkomst mensen af komen die vertellen dat ze open data belangrijk vinden, dan kan het onderwerp volgens hem op de kaart worden gezet. Deelnemers uit Groningen, Tilburg en Arnhem hebben wel oren naar het idee van een open data café en gaan nadenken over de mogelijkheden om die te organiseren. Timmy de Vos: ‘Jullie hebben vandaag slechts geproefd van de praktijk, uiteindelijk moet jullie daadwerkelijk aan de slag met open data.’

Open data café Projecten

De afgelopen jaren zijn in enkele Nederlandse gemeenten open data cafés georganiseerd. Daar worden ontwikkelaars, ondernemers en belanghebbenden uitgenodigd om te praten over de zin en mogelijkheden van open data. De cafés zijn verkennend van aard, maar leveren ook wel eens heel concrete dingen op. Een voorbeeld is het open data café dat de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Amsterdam (DIVV) vorig jaar organiseerde. DIVV kwam tijdens een verkeersonderzoek veel databronnen tegen en wilde weten wat voor nuttigs er met de gegevens kon worden gedaan. Na het café werd een bijeenkomst georganiseerd voor ontwikkelaars van online applicaties. De ontwikkelaars bedachten toepassingen voor de DIVV-data en streden voor een prijs. Daaruit kwamen twee apps voort: Park shark dat mensen helpt de goedkoopste parkeerplaats te vinden en Bike Like a Local dat toeristen leert hoe veilig te fietsen, hen informeert over hoe en waar een fiets te stallen en helpt onthouden waar ze hun fiets gelaten hebben. bikelikealocal.nl www.parkshark.nl

Ana Karadarevic

11


12


Digitale Stad

13


Crowd Control bij Life I Live festival Publiek-private samenwerking bij evenementenveiligheid Den Haag is de stad van Vrede, Recht én Veiligheid. Met veel evenementen en regelmatig grote demonstraties, waarbij massa’s mensen veilig over pleinen en door smalle straatjes geleid moeten worden. Een mooiere proeftuin voor Crowd Management en Crowd Control van het thema Veilige Stad is haast niet denkbaar. Op 25 april a.s. doet de gemeente een pilot bij het Life I Live festival. In de aanloop er naartoe wordt volop gebruik gemaakt van de kennis en ervaring bij andere steden. Wethouder Rabin Baldewsingh is trots op zijn stad met zijn vele congressen, demonstraties, tribunalen en evenementen. In maart vindt dit voorjaar bijvoorbeeld de Nucleair Security Summit 2014 plaats in Den Haag. ‘Wij zijn de stad van de veiligheid, 70 procent van de veiligheidssector is hier gevestigd.’ Hij wil ook dat de ‘quality of life’ voor de bewoners en de vele gasten, goed is. En dat ze zich veilig voelen, ook als ze met velen zijn. In het verleden

Wethouder Den Haag Rabin Baldewsingh: ‘Het mooie van de Digitale Steden Agenda is dat we samen met marktpartijen, overheden en onderzoeksinstellingen nadenken en werken aan slimme op­ lossingen. Kennis is ook kapitaal!’

14

leidde de drukte en overmatig alcoholgebruik bij de voormalige ‘Koninginnenach’ nog wel eens tot opstootjes. ‘Op zo’n avond zijn er zo’n 150 tot 200 duizend mensen in de binnenstad. Die verplaatsen zich door soms nauwe straatjes naar verschillende pleinen waar bands optreden. De toegangswegen werken als een flessenhals, daar kunnen mensen in de verdrukking komen.’

Informatie breder inzetten ‘We hebben heel wat bijeenkomsten en werksessies georganiseerd in de afgelopen maanden,’ vertelt de wethouder. Het heeft het denken over de inzet van digitale technieken bij de beveiliging van evenementen versneld. ‘We kwamen erachter dat door beschikbare informatie via ons bestaande Crowd Management Systeem niet alleen in te zetten voor publieke hulpverleners en beveiligers, maar te delen met bijvoorbeeld beveiligers van de evenementenorganisatie en horecagelegenheden, we samen in staat zijn om meer economische waarde te genereren tijdens het evenement.’ ‘Wat we ook geleerd hebben is dat we zoveel mogelijk moeten aansluiten bij bestaande initiatieven, bijvoorbeeld van Politie’ zegt Hedwig Miessen, ambtelijk trekker van de Veilige Stad. ‘Er zijn al veel suc-


#veiligestad

cesvolle pilots uitgevoerd bij evenementen als SAIL, Parkpop en het Glazen Huis. Dit jaar hebben we veel kennis uitgewisseld en nieuwe partijen leren kennen. 2014 wordt een jaar van groei en concrete projecten.’

Houtje-touwtje Het is een doorn in het oog van vele bestuurders en ordebewakers. Bij veel evenementen moeten ict-middelen als camerabeelden, wifipalen en social media houtje-touwtje aan elkaar geknoopt worden. Miessen: ‘Dat leidt tot een amateuristische uitstraling en onnodige risico’s. Maar ja, er is nog niets structureels beschikbaar.’ ‘En dat kost uiteindelijk meer geld dan nodig is,’ zegt Rabin Baldewsingh. ‘Op het budget van Life I Live gaat ondertussen zo’n 25 procent op aan veiligheidslasten en dit bedrag groeit jaarlijks.’ Lastig is ook dat partijen en hulpdiensten elkaar niet altijd even goed begrijpen. Iedereen heeft zijn eigen belangen, cultuur, verantwoordelijkheden en ook taalgebruik. Miessen: ‘Hierdoor werken mensen langs elkaar heen en gaan er dingen mis die niet uit de hand hadden hoeven lopen.’

DSA tip 4 Werk aan zaken die er echt toe doen en met partijen die ook echt willen. Neem afscheid als het niet werkt en laat nieuwe partijen toe, ook na de start.

Slimme oplossing: catalogus Met een catalogus, waarin alle bewezen functionaliteiten op eenduidige wijze worden beschreven, denkt Den Haag een oplossing te hebben waar straks nog veel gemeenten plezier van kunnen hebben. Er ligt inmiddels een plan op tafel voor een Dienst voor Evenementenveiligheid. Alle bij Life I Live betrokken partijen hebben hieraan meegewerkt, en ook TNO, Studio Veiligheid en de Veiligheidsregio Kennemerland, Politie Amsterdam-Amstelland en de gemeente Enschede die de nodige ervaringen opdeden met respectievelijk SAIL, de Inhuldiging en Het Glazen Huis. Die catalogus kunnen partijen gebruiken bij de voorbereiding van een evenement. ‘Je kiest hiermee de maatregelen die passen bij de schaalgrootte en risico’s van het evenement,’ legt Miessen uit. Hieraan gekoppeld wordt een real-time Dashboard ontwikkeld. Een prototype ervan wordt ingezet bij Life I Live en Parkpop. Een ander resultaat van het project is een businessplan voor een nieuw in te richten opschaalbare dienst. Deze dienst moet bijdragen aan een verdere standaardisatie van evenementenbeveiliging en

Impressie cocreatiedag

Co-creatiesessie Evenementenveiligheid ‘Hoe kunnen wij, als publieke en private organisaties, zo goed mogelijk disciplinair samen­ werken binnen Crowd Management, in het bijzonder wanneer de spanning oploopt?’ Die vraagt legde case-owner Robrecht Baving, consultant bij Crowd Care, tijdens een co-creatiesessie van DSA voor aan een gemêleerd gezelschap van ‘veiligheidsdeskundigen’. In een eerste ronde wordt de groep gevraagd drie oplossingsrichtingen te bedenken en voor te leggen aan de case-owner. In een tweede ronde werkt de groep de gekozen oplossingsrichting in een kort tijdsbestek uit. ‘Ik hoop dat ze erachter komen dat samenwerking nodig is om versnipperde kennis bij elkaar te brengen,’ zegt Baving voorafgaand aan de eindpresentatie. In de gezellige werkkamer van Seats to Meet in Utrecht wordt ondertussen druk gediscussieerd, gebeld en geschreven. Het resultaat? Peter de Bruijn van Studio Veiligheid doet de eindpresentatie. ‘Maak een overall businessplan, in co-creatie met alle partijen. Kijk als gemeente niet alleen naar vergunningverlening, maar breder. Een evenement heeft ook grote economische en sociale waarde. Verleid alle stake­holders, publiek en privaat, om kennis met elkaar te delen en vast te leggen.’ Wat het met de deelnemers doet? ‘Ik kom van een kennisinstituut,’ zegt een van de deelnemers. ‘Ik moest deze pet afdoen om breder te kunnen denken over deze veiligheidsproblematiek.’

Veilige Stad een versnelling van het proces van aanbesteding en vergunningverlening. En ook voor een efficiëntere inzet van beveiligingspersoneel bij zowel de politie als particuliere organisaties. ‘De dienst wordt ontwikkeld in co-creatie, ‘ vertelt Miessen. ‘En we geven potentiële afnemers de gelegenheid met ons mee te kijken tijdens pilots, zodat ze zelf kunnen ervaren wat de meerwaarde is.’ Heleen Hupkens

15


Digitaal, tenzij Ondernemers moeten ondernemen en zo min mogelijk tijd aan bijkomstige rompslomp kwijt zijn. Als trekker van de Regelluwe Stad binnen de Digitale Steden Agenda wil Zoetermeer de dienstverlening van gemeenten aan bedrijven verbeteren, regelgeving vereenvoudigen en toezichtlasten terugbrengen. Wat daarbij hoort: zoveel mogelijk digitaal zaken doen.

DSA tip 5 Zoek naar nieuwe financierings­ modellen en andere waardestromen. Gebruik het business model canvas deze in kaart te brengen.

Een van de drijfveren van wethouder Patrick van Domburg van Zoetermeer is van een ongekende eenvoud: gemak dient de mens. ‘Burgers en bedrijven moeten, ongeacht de plek waar ze zijn, 24/7 hun zaakjes kunnen regelen bij de overheid,’ vindt hij. ‘De gemeentelijke dienstverlening moet daar tot in de haarvaten op zijn ingericht. Ict speelt vandaag de dag een belangrijke rol in onze samenleving. Waarom zou je daar als gemeente niet volop gebruik van maken?,’ stelt de Ambassadeur Regeldrukvermindering retorisch. Sinds de start van zijn wethouderschap in 2006 heeft de Zuid-Hollandse gemeente de administratieve lasten voor burgers en bedrijven met 52 respectievelijk 29 procent terug kunnen dringen. Om dat te realiseren is een groot aantal regels zoals de terras-, de kap- en de uitwegvergunning, simpelweg afgeschaft. Ook kent de gemeente geen horeca-exploitatievergunning meer en is de aanvraagprocedure voor een dakkapel (in die gevallen waarin nog een vergunning nodig is) tot één dag teruggebracht. ‘Het laaghangend fruit is geplukt, maar wij willen voor onze inwoners en ondernemers nog meer tijdwinst en kostenbesparing realiseren. Op de rol staat een proefproject waarin de NVWA en de gemeente samenwerken bij een

Wethouder Zoetermeer Patrick van Domburg: Dankzij het landelijke DSA-programma weten we nu goed wat er allemaal te koop is en kunnen we schaalvoordelen realiseren bij de aanschaf van ict.

1. Algemeen bezwaar 2. Bezwaar bouwvergunning 3. Afspraak inzake bouwarchief 4. Melding evenement 5. Aanvraag evenementenvergunning 6. Melding informatiekraam 7. Aanvraag loterijvergunning 8. Aanvraag standplaatsvergunning 9. Oudpapier, aanvraag subsidie 10. Aanvraag rioolaansluiting 11. Aanvraag sticker reclamedrukwerk weren 12. Melding terrasexploitatie 13. Welzijn, subsidie 14. Welzijn, investeringssubsidie

aantal inspecties van horecabedrijven. Doel is het gestapelde toezicht in de horeca aan te pakken.’ In de geest van De Regelluwe Stad werkt Zoetermeer samen met andere gemeenten aan vernieuwende digitale oplossingen in het publieke domein. Niet alleen andere gemeenten en ministeries, ook ict-uitvoerders als KING, Logius en marktpartijen zijn aanwezig in dit netwerk waarin we veel van elkaar kunnen leren. ‘We weten nu goed wat er allemaal te koop is en kunnen schaalvoordelen realiseren bij de aanschaf van ict,’ verwoordt Van Domburg de vruchten van het landelijke DSA-programma. ‘Ons uitgangspunt is Digitaal, tenzij. We willen zoveel mogelijk gemeentelijke producten digitaliseren. Ook wil ik binnen mijn gemeente naar een structureel budget voor dienstverlening toe.’

eHerkenning en eFactureren Zoetermeer is als een van de eerste G32-gemeenten aangesloten op eHerkenning. Enkele tientallen Zoeter­ meerse bedrijven maken gebruik van deze digitale sleutel waarmee ze zich online identificeren om elektronisch N

L

16

Zoetermeer: 14 producten via eHerkenning

ot Foto: F

ofl

ex


#regelluwestad

Regelluwe Stad profiteert volop van digitale oplossingen

Feest van eHerkenning In opdracht van EZ begeleidt Operatie NUP dit jaar zo’n zeventig gemeenten bij het implementeren van eHerkenning. De nadruk ligt op praktische begeleiding in onder meer het maken van een stappenplan en het aanvragen van offertes bij de leveranciers van deze vorm van DigiD voor ondernemers. Gemeenten kiezen zelf de producten die ze via eHerkenning willen laten lopen. Ook van hoe je een dergelijk traject intern opzet, kunnen gemeenten in dit project veel van elkaar leren, zegt projectleider Josien de Reuver van KING. Met de groep van zeventig gemeenten haakt de voorhoede van het peloton van lokale overheden aan bij eHerkenning. Een vijftigtal gemeenten in ons land is al aangesloten. Het streven van de programmalijn Regelluwe Stad is dat alle G32-gemeenten eind 2013 werken met eHerkenning. Eind 2014 moeten alle gemeenten aangesloten zijn. Meer informatie: www.operatienup.nl

zaken te doen met de gemeente. ‘Bij deze exercitie,’ benadrukt Van Domburg, ‘werd de behoefte van bedrijven nadrukkelijk gepolst.’ Van 14 gemeentelijke producten gaat de afhandeling al volledig digitaal met eHerkenning. ‘Je kunt bedrijven ook pas interesseren voor digitale diensten als je daar helemaal klaar voor bent.’ Wat ook geldt voor elektronisch factureren. Eind volgend jaar moeten gemeenten het mogelijk maken digitaal facturen te ontvangen en te verwerken. ‘Na Enschede heeft Zoetermeer als tweede G32-gemeente deze vorm van digitale dienstverlening ingevoerd. Binnenkort doen de eerste bedrijven mee aan een test. Als alles op rolletjes loopt, start de gemeente een campagne om meer bedrijven over te halen. Pas nog kwam de overheid slecht in het nieuws, omdat ze de betaaltermijn van dertig dagen vaak zou overschrijden. Wij konden meteen tegengas geven. Bij ons krijgen bedrijven als ze elektronisch factureren zelfs sneller betaald. Je moet bedrijven een kluif voorhouden. Dat prikkelt ze ertoe over te gaan.’ Pieter van den Brand

Digitaal zaken doen in 2017: de voorzieningen op een rij In het regeerakkoord is vastgelegd dat bedrijven in 2017 al hun zaken met de overheid langs digitale weg moeten kunnen afhandelen. Zo wordt het voor ondernemers ook gemakkelijker de regels te kennen en eraan te voldoen. Uitgangspunt is één overheid. Omdat niet elk bedrijf hetzelfde is, zijn er verschillende voorzieningen en platformen die toegang bieden tot de overheid. Zo zijn naast diverse mijn-omgevingen en overheidsloketten ook het digitaal Ondernemersplein en het Ondernemingsdossier ontwikkeld. Op het digitaal Ondernemersplein vinden bedrijven op één plek alle informatie en transacties van de hele overheid. Het Ondernemingsdossier is een dossier van de onderneming zelf, waarin het eenmalig zijn gegevens vastlegt en overheden machtigt om de relevante gegevens op te komen halen. SBR en eFactureren zijn voorzieningen voor specifieke (machine-to-machine) berichtenstromen. Afhankelijk van de frequentie en de aard van het contact tussen bedrijf en overheid, is de ene voorziening relevanter voor een onderneming dan de andere. De ondernemer staat zelf aan het roer en kiest wat het beste bij zijn onderneming past. Doordat al deze voorzieningen werken met dezelfde bouwstenen (eHerkenning, berichtenbox bedrijven, NHR-gegevens), ontstaat er voor ondernemers toch één digitale overheid waarmee ze makkelijk, veilig en lastenarm informatie kunnen uitwisselen. Al deze bouwstenen en voorzieningen zijn beschikbaar en worden nu ingevoerd. Met de Wet op het elektronisch zakendoen krijgen de voorzieningen en bouwstenen van de eOverheid een wettelijke basis. Digitaal zakendoen biedt niet alleen voor ondernemers kansen op kostenverlaging en regeldrukvermindering, ook voor de overheid liggen er kansen om door de inzet van generieke voorzieningen de dienstverlening te verbeteren en kosten te besparen. Eén van de projecten uit de Hervormingsagenda Rijksdienst – SGO 9 Digitaal Rijk 2017 – richt zich juist op deze dubbelslag: dienstverlening verbeteren én kosten besparen door het breder gebruik van beschikbare generieke eOverheidsvoorzieningen, zoals de berichtenbox voor bedrijven en het digitaal ondernemersplein. www.e-overheid.nl www.ondernemersplein.nl

17


#onzestad

Openen overheidsdata kan de stad veel opleveren

De kracht van open data Overheidsinformatie openbaar maken doe je niet alleen uit oogpunt van transparantie, maar ook om burgers van dienst te zijn en in staat te stellen maatschappelijke problemen in hun omgeving aan te pakken. Paul Suijkerbuijk van het project ‘Open data’ vertelt.

DSA tip 6 Bespreek samen regelmatig wat goed gaat, wat beter kan en waar jullie beter mee kunnen stoppen.

Hij is gekleed in een blauwe sweater waarop in koeienletters ‘open data’ staat. ‘Mijn werkkleding,’ klinkt het gedreven. ‘Zo ben ik erg herkenbaar.’ In zijn opvallende outfit praat Suijkerbuijk met overheidsorganisaties over het publiek toegankelijk maken van gegevens. Het ontsluiten van overheidsinformatie werd in 2010 door het ministerie van BZK opgepakt. Een jaar later werd een webportaal ingericht (http://data.overheid.nl) met een register dat verwijst naar vrij beschikbare datasets. Denk niet dat er bij de start direct bakken met gegevens automatisch in zijn richting kwamen. ‘Men denkt vaak dat de kwaliteit van data onvoldoende is om die openbaar te maken. Overheden moeten het aandurven dit los te laten. Dat vergt een omslag in denken. Ook is het ingewikkeld en kostbaar om informatie uit complexe computersystemen te ontsluiten.’ Welk prijskaartje er exact aan het openen van gegevens hangt, weet hij niet. ‘Dat zijn we aan het onderzoeken.’ Op dit moment verwijst het open data-portaal naar 5.000 datasets, van basiswetgeving en onderwijsgegevens tot file- en voertuiginformatie. Nederland doet het helemaal niet slecht. Op de recent voor het eerst opgestelde wereldwijde barometer van het Britse Open Data Institute (ODI) staat ons land op de tiende plaats.

Projectleider data.overheid.nl bij het ministerie van BZK Paul Suijkerbuijk: ‘We willen stimuleren dat burgers en maatschappelijke organisaties overheidsdata gebruiken om knelpunten in de samenleving aan te pakken.’

Maatschappelijke knelpunten aanpakken Het toegankelijk maken van overheidsgegevens wordt niet alleen ingegeven door de wens om transparant te zijn. Het openen van de overheidsdatabases is goed voor de economie, denk aan het ontwikkelen van smartphone-apps. Of neem de populaire website Buienradar, die met weerinformatie van het KNMI maandelijks circa vijftig miljoen bezoekers trekt en zo volop adverteerders kan werven. Suijkerbuijk noemt echter de belangrijkste motivatie: ‘We willen stimuleren dat burgers en maatschappelijke organisaties overheidsdata gebruiken om knelpunten in de samenleving aan te pakken. We zijn niet primair op zoek naar nieuwe datasets om te ontsluiten, maar naar vraagstukken die we met open data aan kunnen pakken.’ De noemer waaronder dit gebeurt, is het programma Open Data Next. De bewoners die het buurthuis in hun wijk zelf willen runnen, geeft hij als voorbeeld, zijn erbij gebaat dat de gemeente de financiële administratie ervan inzichtelijk maakt.’ Suijkerbuijk constateert dat steeds meer gemeenten eigen portalen met open data inrichten en noemt Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven. ‘Dat zijn steden die begrijpen dat er vragen leven in de samenleving waar je met het openen van data een antwoord op kunt vinden.’

Samenwerking met DSA Voor datzelfde doel werkt hij samen de Digitale Steden Agenda. ‘Op een aantal terreinen kijken we of gemeenten hun data kunnen openen. Door data over de gemeentelijke afvalophaaldagen digitaal te ontsluiten kunnen ze bijvoorbeeld apps ontwikkelen die burgers eraan herinneren wanneer ze welk afval aan de straat moeten zetten. Door informatie over parkeerplaatsen open te stellen, kunnen ze de bereikbaarheid van de stad verbeteren. Hierover zijn we volop met gemeenten in gesprek.’ De samenwerking met DSA is nuttig, zegt Suijkerbuijk. ‘We zien dat nu al in grote lijnen lokaal wordt opgepakt wat we vanuit landelijk perspectief voor elkaar willen krijgen.’ Pieter van den Brand

18


Foto: Gemeente Veenendaal

#bedrijvigestad

Het winkelen verandert en daarmee de binnenstad Winkels dragen bij aan de economische welvaart, sociale cohesie en leefbaarheid van een stad. Echter de wijze van winkelen is met de komst van internet sterk veranderd en verandert nog verder. Winkeliers en andere stakeholders van de binnenstad die denken dat het na de economische crisis weer ‘business as usual’ zal zijn, komen straks van een koude kermis thuis, denken hoogleraar E-marketing Cor Molenaar en het DSA team Bedrijvige Stad. DSA ontwikkelde samen met ervaringsdeskundigen, waaronder Cor Molenaar, een Digitale Retail Roadshow. ‘Die kunnen gemeenten boeken om een eigen traject met stakeholders in gang te zetten,’ vertelt Ad Ketelaars. Hij is programmamanager Bedrijvige Stad, het thema dat Eindhoven samen met de gemeente Helmond trekt. ‘Tijdens zo’n roadshow willen we samen met alle belanghebbende partijen werken aan een duurzame verandering van de binnenstad. En dan kijken we uiteraard naar het nieuwe winkelen. Experts op het gebied van retail, horeca, vastgoed, logistiek en veiligheid geven tijdens de roadshow hun visie op de problemen in de binnensteden en de aanpak hiervan. Hierna gaan we samen aan de slag om een actieplan te maken.’

Acquisitie van winkels Wacht niet tot een winkel naar uw stad komt, maar ga er op af. In Enschede is een acquisitieteam ingericht met mensen van de gemeente, vastgoed en winkeliers. Roel Blaauw zit erin namens de winkeliersvereniging: ‘We willen winkeliers laten zien wat Enschede te bieden heeft en vragen of ze bij ons ook een vestiging willen openen. We richten ons daarbij uiteraard op winkels die wie hier nog niet hebben. Er zijn al enige serieus geïnteresseerde kandidaten.’

Reserveer de Digitale Retail Roadshow! www.bedrijvigestad.digitalestedenagenda.nl/digitale-retail-roadshow-jouw-stad

De klant als beginpunt

Want wist u dat 60 procent van de mensen die winkels bezoeken hun aankopen toch op internet doet? Daar heeft niet alleen de winkelier last van, maar ook de gemeente, stelt Cor Molenaar. ‘Winkels zijn heel belangrijk voor de lokale economie en ook voor het welbevinden van mensen.’ Met de komst van de mobiele telefoon en internet hebben mensen ander koop­gedrag ontwikkeld. ‘Gemeenten moeten met dit gegeven in de hand nadenken over de toekomst van hun binnenstad.’ ‘De klant is het beginpunt van een belangrijk vernieuwingsproces,’ zegt Molenaar. ‘Gemeente, help uw winkeliers, wordt hun partner!’ In Veghel heeft hij samen met de gemeente het project ‘Veghel achter digitale stadsmuren’ opgezet. Philips ontwikkelde een interactieve licht- en geluidsomgeving waarlangs veel mensen het centrum bereiken. Mensen vinden het prachtig, zegt hij. Het is Hoogleraar E-marketing Cor Molenaar: in oktober geopend en wordt op dit ‘In Veghel is een zaterdagavondopening moment getest. ‘Winkeliers willen voorgesteld. Stel je voor: mensen gaan echt veranderen en gaan samenwerwinkelen, droppen hun pakjes die later ken om meer mensen te trekken.’ thuis bezorgd worden, ze gaan lekker eten en hebben een geweldige avond.’

Toekomst Nederlandse detailhandel

Heleen Hupkens

19


Ict inzetten voor een duurzamere samenleving

Behoeften van bewoners serieus nemen Hoe kunnen steden ict effectief inzetten bij de transitie naar een duurzamere samenleving? Dat is de grote vraag achter het DSA-­thema Groene Stad, ofwel de ‘Digitale Groene Stad’. Technisch kan er al veel. Minstens zo belangrijk is het gebruik en gedrag van consumenten en inwoners. Gemeenten Amersfoort en Utrecht trekken dit thema. Ze willen samen met andere steden best practices verzamelen, uitwisselen en bekend maken. Om vervolgens op te schalen en te verbreden.

DSA tip 7 Is de energie bij het overleg ver te zoeken? Gebruik een energizer! Ga eens 10 minuten lachen met de wiggle wiggle.

Energizers

Veel steden over de hele wereld werken aan duurzame ontwikkeling. Geen van de resultaten van Google toont de inzet van ict hierbij. De Groene Stad lijkt vooralsnog een eenzame voorloper. Gemeente Utrecht staat bekend om zijn ambitieuze duurzaamheidsbeleid op vele terreinen. ‘Met de Economic Board Utrecht (EBU) hebben we drie speerpunten van beleid gekozen: diensteninnovatie, gezondheid en groene economie. Ze komen samen in de Groene Stad. Utrecht ziet de meeste kansen in energie en mobiliteit,’ legt wethouder Mirjam de Rijk uit. ‘Steden gebruiken veel energie en mensen wonen dicht op elkaar. De inzet van ict kan helpen energie efficiënt op te wekken en te gebruiken.’ Het Smart Grid project (zie kader) is een concreet experiment hiermee. Ook de gemeente Amersfoort heeft een stevig ‘groen’ beleid, mede ingegeven door veel initiatieven van eigen inwoners en ondernemers in de afgelopen jaren. ‘De gemeente kiest daarom voor de regierol; we brengen initiatieven, bedrijven en kennisinstellingen bij elkaar,’ aldus wethouder duurzaamheid Cees van Eijk. De Rijk sluit hierbij aan: ‘Het gaat niet zozeer om technische innovatie, maar vooral om procesinnovatie: welke partijen zijn nodig voor in dit geval een bijna gesloten en zelfvoorzienend energiesysteem?’ Wethouder Utrecht, Mirjam de Rijk: ‘Een leuk voorbeeld vind ik het iSPEXproject. Dat zijn de opzetstukjes voor iPhones waarmee je ‘realtime’ de luchtkwaliteit kunt meten.’

20

Mobiliteit ‘De stedelijke bevolkingsdichtheid leidt tot veel mobiliteit, waardoor wegen verstoppen en de lucht vervuilt,’ stelt De Rijk. ‘Natuurlijk moet je OV en fiets stimuleren. Daar kan ict bij helpen. Op de site Utrechtbereikbaar.nl geeft een applicatie ‘realtime’ informatie over verkeersdrukte en wegwerkzaamheden, zodat automobilisten de slimste route kunnen kiezen. We hebben ook het Utrechtse luchtmeetnet, dat continu de luchtkwaliteit meet. Het mooiste is natuurlijk als je die gegevens kunt koppelen, zodat de luchtkwaliteit mede bepalend is voor hoe je automobilisten door de stad leidt. Hiervoor hebben we een App in ontwikkeling.’

Leren van elkaar Uitwisseling van lokale initiatieven, kennis en ervaring tussen de steden vormen de rode draad in het werkplan voor de landelijke samenwerking. Het DSA-netwerk kan de wegen ontsluiten naar de juiste mensen en kennis. Dit voorjaar werden steden uitgenodigd om onderwerpen te ‘agenderen’ of zelf projecten in te brengen. Onder meer Utrecht, Venlo, Haarlem, Zaanstad, Arnhem en Amsterdam leverden deze bijdrage al. Betrokken beleidsambtenaren willen de projecten in andere steden graag volgen en leren van elkaars successen en tegenslagen. Hoog op de agenda staan subthema’s als ict & duurzame mobiliteit, afval en E-waste, smart grids, het slim benutten van pv-panelen op scholen en bedrijven en de relatief nieuwe combinatie van lokale voedselproductie (city farming) en ict.

Draagvlak Overheden, kennisinstellingen en bedrijven co-creëren samen duurzame innovaties. Bij deze rode draad in het werkplan gelden draagvlak onder en betrokkenheid van bewoners als onontbeerlijk. ‘Ik heb gemerkt dat de invoering van nieuwe techniek minder afhangt van die techniek of subsidiegeld, dan van de bereidheid van mensen om ermee te gaan werken,’ zegt Cees van Eijk. ‘Voor mij is er veel


#groenestad

Foto: Gemeente Amersfoort

Smart Grid Begin 2012 ging het project ‘Smart Grid, Rende­ ment voor iedereen’ van start. Smart grids zijn ‘intelligente elektriciteitsnetten’, waarin de productie en afname van elektriciteit met ict-middelen optimaal op elkaar wordt afgestemd. Het voordeel voor bewoners is een lagere energierekening, de stad krijgt een duurzamere wijk en bedrijven ontwikkelen haalbare businessmodellen en dienstenconcepten. Behalve de gemeenten Amers­ foort en Utrecht nemen de provincie Utrecht en een consortium met 12 kennisinstellingen en bedrijven onder leiding van de Task­force Inno­vatie regio Utrecht deel aan het project. Er lopen nu twee pilots. 100 huishoudens in de Amersfoortse wijk Nieuw­ land kregen slimme meetapparatuur. De meetresultaten worden geanalyseerd door kennis­ instellingen zoals de Rijks­ universiteit Gro­ningen en leiden tot adviezen over energiebesparing. Het bedrijf ICASUS mobiliseerde de 100 deelnemers en blijft als partner verbonden. ICASUS-­ partner Ton Jansen: ‘Wij vormen de linking pin tussen de projectorganisatie en de bewoners. We laten onder meer bewoners dienstverleningsconcepten toetsen op bruikbaarheid.’ De gemeente Amersfoort acht met name de methodiek van vraagbundeling opschaalbaar. In de Utrechtse wijk Lombok loopt een initiatief van lokale internetprovider Lomboxnet, waarbij eveneens wijkbewoners nauw betrokken zijn. Zonnepanelen op een school leveren energie aan de wijk. Interessant vindt wethouder De Rijk hier de ontwikkeling van ‘heen-en-weerlaadpalen’: ze laden niet alleen elektrische auto’s op, maar gebruiken ze ook als tijdelijke opslagcapaciteit voor overtollige zonne-energie, die de energie weer terug kunnen leveren via de paal.

bereikt als bedrijven de wensen en behoeften van bewoners serieus nemen en dat er duurzaam draagvlak is gerealiseerd. De opbouw daarvan en van de netwerken neemt tijd, maar op de langere termijn zijn de resultaten veelbelovend, juist omdat ze aansluiten bij de behoefte van bewoners.’ De Rijk vindt de grootste uitdaging liggen in het opschalen van projecten. Neem LomboxNet. Dat is opgezet door een lokale ondernemer met inzet van wijkbewoners. De Rijk: ‘Opschaling binnen een stad hangt sterk af van mensen in een wijk en iemand, een ondernemer, die het initiatief neemt. Die latente vraag moeten we zoeken.’

Smart Grids in Utrecht en Amersfoort

Nieuwe dienstenconcepten Verbreding naar andere steden acht ze eenvoudiger. ‘Uitwisseling via internet, bijvoorbeeld via het platform van de Groene Stad, van eenvoudig toegankelijke praktische toepassingen, die concreet laten zien wat er kan en wat het oplevert. Dat mogen ook meer projecten per stad zijn. De nieuwe dienstenconcepten die worden ontwikkeld, zijn voor veel steden interessant. Vooraf is niet te voorspellen welke succesvol en overdraagbaar zijn en welke niet.’ Aan de trekkers de uitdaging om de projecten zo toegankelijk en transparant te maken dat ook anderen ermee aan de slag kunnen. Eind 2014 moet een vijftal meest kansrijke projecten voor verbreding en opschaling in de etalage staan. Herman Radstake

Wethouder Amersfoort Cees van Eijk: ‘De invoering van nieuwe techniek hangt minder af van die techniek of van subsidiegeld, dan van de bereidheid van mensen om ermee te gaan werken.’

21


Digitaal mobiele studenten en docenten

DSA tip 8 Vier je successen! Benoem wat er goed gaat en pak groot uit als iemand het verdient.

De meeste HBO-instellingen, universiteiten en onderzoeksinstituten hebben al enige jaren eduroam. Sinds een jaar of twee is het netwerk ook ‘bon ton’ in het MBO. ‘Vanuit de Lerende Stad proberen we meer scholen en gemeenten te interesseren voor dit systeem,’ zegt Menno Smidts, kwartiermaker bij dit DSAprogramma. ‘Steeds meer scholen gaan samenwerken. Dat vraagt om veilige netwerken voor zowel studenten als docenten. Je ziet tegelijkertijd dat tablets en laptops hun intrede doen in het onderwijs. Bijvoorbeeld als je een leerling extra stof of begeleiding wilt aanbieden via internet. Voor internet heb je wifi nodig. Als je je wifi-netwerk hebt ingericht volgens de specificaties van eduroam, heb je een snelle en veilige internetomgeving voor je leerlingen.’

Geen omslachtige gastaccounts Momenteel zijn er 65 scholen uit het VO en MBO aangesloten op eduroam. Martin Dias d’Ullois, productmanager eduroam bij Kennisnet, verwacht dat dit aantal, mede door de samenwerking met de Digitale Steden Agenda, het komende jaar verdriedubbelt. Kennisnet merkt dat scholen zèlf het nut inzien van een goed wifi-netwerk, alhoewel het een grote investering is. ‘Een school moet er ook aan toe zijn. Scholen die digitale middelen willen inzetten in hun onderwijs, investeren eerder in wifi dan scholen die werken met vaste pc’s.’ Neem bijvoorbeeld Onderwijsgroep Noord, een bestuurlijk samenwerkingsverband van AOC Terra, rsg de Borgen en het Dollard College. De bestuurlijke

22

Foto: Kennisnet

Leerlingen en studenten communiceren en leren vandaag de dag steeds meer via internet. Smartphones, tablets en laptops zijn niet meer weg te denken in het onderwijs. Dit vraagt om goede en veilige internetverbindingen. Via eduroam hebben medewerkers en leerlingen veilig en snel toegang tot het wifi-netwerk van elke aangesloten (onderwijs)instelling. Waar ook ter wereld.

Projecten Lerende Stad De pilot Digitale Leermiddelen van de stichting leerKRACHT is voor scholen in het primair en secundair onderwijs die graag het predicaat ‘goed’ willen inwisselen voor het predicaat ‘excellent’. In de aanpak staat de leerkracht centraal. Binnen een school wordt gewerkt aan een cultuur waarin leerkrachten het onderwijs blijven verbeteren door van elkaar te leren. Naast deze professionaliseringsslag worden digitale leermiddelen voor de leerlingen toegevoegd. Hierdoor kunnen de kinderen effectief en efficiënt op maat worden bediend. Meer informatie: lerendestad.digitalestedenagenda.nl In een Community Learning Center kunnen scholen, lerarenopleidingen of een lectoraat met elkaar samenwerken. Een fysieke ruimte maakt onderdeel van een CLC waar studenten en leraren kunnen experimenteren met innovatieve (ICT)leermiddelen en lesmethoden. Versterking en innovatie van het onderwijs in de regio wordt door deze samenwerking snel en efficiënt tot stand gebracht. Arnhem heeft al een CLC en Deventer volgt. Meerdere steden zijn samen met Lerende Stad de opties aan het verkennen. Meer informatie: www.clcarnhem.nl


#lerendestad

Eduroam verbindt scholen draadloos met elkaar organisatie telt 11.700 leerlingen verspreid over 23 vestigingen in Friesland, Groningen en Drenthe. Een half jaar geleden werd het wifi-netwerk aangepast voor eduroam. ‘Naast de laptop- en tabletklassen die sommige scholen hebben en het feit dat steeds meer leerlingen een smartphone gebruiken, wilden we onze gasten beter faciliteren. Iedere vestiging werkt met leraren in opleiding die we telkens een gastaccount moesten geven. Ook delen we een campus in Winschoten met het Noorderpoort College dat al eduroam had. Door eduroam op ons netwerk in te richten zijn we alle omslachtige gastaccounts kwijt. We kunnen iedereen nu een veilige, gebruiksvriendelijke en snelle internettoegang geven,’ zegt Erik Schipper, bestuursadviseur ict bij Onderwijsgroep Noord.

Digitale mobiliteit

Wat is eduroam?

Mike Weston, locatiedirecteur Maartenscollege/Inter­ national School Groningen, is zeer te spreken over eduroam. ‘Het past bij de mobiliteit die we nastreven bij onze leerlingen, zowel digitaal als internationaal. Internet moet voor hen gemakkelijk toegankelijk zijn, waar ze zich ook bevinden. Andersom willen we gaststudenten en -docenten die bij ons komen ook een snel en veilig netwerk aan kunnen bieden zonder een gastaccount en zonder gedoe. Je kunt het zien als een service voor onze leerlingen en docenten. Maar het is veel meer, het is de toekomst. Alle leerlingen hebben een smartphone. We gebruiken steeds meer laptops binnen de school. Tablets komen eraan. Onze servers hangen in de cloud. Leerlingen communiceren via wifi. Het zijn ontwikkelingen waar je als school pro­ actief mee moet om gaan. Als onze leerlingen straks naar het MBO, HBO of de universiteit gaan, hoeven ze alleen maar hun laptop open te klappen.’

Meer informatie-uitwisseling In het basisonderwijs is QliQ Primair uit Helmond de eerste onderwijsstichting die zijn scholen aansluit op Kwartiermaker Lerende Stad Menno Smidts: ‘Als je je wifi-netwerk hebt ingericht volgens de specificaties van eduroam, heb je een snelle en veilige internetomgeving voor je leerlingen.’

20 miljoen studenten in 52 landen Zodra ze hun laptop, pc of smartphone openklappen, maken dagelijks circa 20 miljoen studenten, leerlingen, docenten, medewerkers en onderzoekers in 52 landen gebruik van eduroam. Dit systeem zorgt ervoor dat gebruikers veilig en snel toegang hebben tot het wifi-netwerk van een onderwijsinstelling. Het systeem is ruim tien jaar geleden ontwikkeld door SURFnet om studenten en medewerkers van hogescholen, universiteiten en onderzoeksinstellingen op een gemakkelijke en veilige manier toegang te geven tot internet. De basis van eduroam is een hiërarchie van gekoppelde authenticatieservers, waarover de gebruikersgegevens op een veilige manier tussen instellingen getransporteerd worden. De instelling van de gebruiker houdt deze gegevens bij en controleert deze. Ook als de gebruiker zich bij een gastinstelling bevindt. Eduroam werkt omdat iedere instelling die het systeem op het netwerk zet, het op dezelfde manier inricht en zich houdt aan de standaardregels. Op deze manier kon eduroam zich als een olievlek wereldwijd verspreiden. Lees verder op www.eduroam.nl of www.kennisnet.nl/diensten/eduroam

eduroam. Technisch werkt het al, maar nog niet alle leerkrachten en leerlingen weten hoe ze eduroam kunnen gebruiken, vertelt Ger Dirks, ict-coördinator bij QliQ Primair. ‘We hebben echt iets voor elkaar gekregen in het Helmondse.’ Straks hebben alle basisscholen in Helmond en de pabo, Hogeschool de Kempel, wifi met daarop eduroam. ‘Het gebruik van laptops, tablets en smartphones in de klas neemt toe. Dan heb je goede en veilige internettoegang nodig.’ Ook de gemeente Helmond is enthousiast over eduroam. Volgens Dirks denkt de gemeente na over het aansluiten van eduroam in de binnenstad en bij de musea en de bibliotheek. ‘Als dat doorgaat, gaat eduroam echt leven. Het zal scholen stimuleren om meer informatie uit te wisselen en meer gebruik te maken van de bibliotheek en de diverse musea die we hier in de omgeving hebben. Via eduroam zijn we met elkaar verbonden.’ Bianca Hendriks

23


De Digitale Steden Agenda nodigt je uit om mee te doen! De Digitale Steden Agenda is op tal van gebieden actief. Heb jij een project, activiteit, evenement of idee waar de Digitale Steden agenda iets in kan betekenen laat het ons weten. We nodigen jou graag uit om aan te sluiten bij de thema’s, bijeenkomsten of projecten van de Digitale Steden Agenda.

Groene Stad daagt je uit om mee te denken over innovatieve digitale oplossingen voor een duurzame samenleving.

Haal meer uit de evenementen in je stad! Veilige Stad nodigt je van harte uit om deel te nemen aan de Innovatieve Evenementendienst. Kijk op veiligestad.digitalestedenagenda.nl hoe je kunt aansluiten.

Open Netwerken

Lerende stad nodigt

denkt graag mee over de realisatie en benutting van moderne ICT-infrastructuur, bereid je voor op de toekomst!

je uit om mee te denken om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te maken en te verbeteren.

Zorgende Stad nodigt je uit

Bedrijvige Stad daagt je uit de Digitale Retail Roadshow naar jouw stad te halen. In de roadshow gaan verschillende lokale partijen met een team van experts aan de slag om (digitale) kansen voor een bedrijvige binnenstad te definiëren en op te pakken.

Regelluwe Stad roept op om het betalingsverkeer met ondernemers te vergemakkelijken en te versnellen door eFactureren in je gemeente in te voeren. Meld je aan voor de infor­ matiebijeenkomst in februari 2014.

om gezamenlijk meer effect te bereiken. Dit door te werken aan opschaling van goede voorbeelden, om zo zelfredzaamheid te onder­ steunen op het terrein van informele zorgdiensten en zorg op afstand.

Als het gaat om innovatie mag open data niet ontbreken. De kansen en mogelijkheden zijn eindeloos. Namens Onze Stad nodigen we je graag uit om mee te denken over opschaling van onder andere WOZ en dynamisch parkeren.

Nederland moet meer participeren. Binnen Onze Stad gaan we op ontdekkingstocht om te kijken wat dit concreet betekend. Participeer je mee?

www.digitalestedenagenda.nl | info@digitalestedenagenda.nl | 0570-693377 |

@digitalesteden en #dsaNL


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.