Labinsights-2025-01

Page 1


AI in het lab: laat kunstmatige intelligentie voor je werken!

In mijn vorige column schreef ik dat kunstmatige intelligentie (productie)processen in het algemeen – en labprocessing in het bijzonder – ingrijpend gaat veranderen. Benieuwd wat dit voor jou in het lab kan gaan betekenen? Dan heb ik deze tip. Tijdens de komende LabAutomation in maart is er een interessante casus over een te ontwikkelen robotlab aan de RUG waar materiaalonderzoek voor de materiaaltransitie versneld gaat worden door chemie en AI met elkaar te combineren. Over een paar jaar moet dit lab van prof. Wilhelm Hoeck er staan. Aangezien dit een co-innovatie is met de industrie, verwacht ik ook dat hier spijkers met koppen geslagen gaan worden. De insteek is immers praktisch. We gaan het over een jaar of 5 zien wat er in de realiteit van dit ambitieuze project terecht komt, en het volgen van deze lezing is daarom een aanrader. Anders blijft AI maar een vaag begrip, en blijft het zich beperken tot ChatGPT-achtige toepassingen. Handig voor de interne communicatie en het leesbaar maken van informatie (wel opletten voor de bugs!), maar als je het hebt over inzet van kunstmatige intelligentie in het lab voor bijvoorbeeld het automatiseren van labprocessen, dan zijn intelligente taalmodellen slechts een deel van het verhaal. Daarmee kun je bijvoorbeeld een automatiseringssysteem meertalig maken, zodat elke nationaliteit ermee overweg kan of waarmee labs met internationale vestigingen gemakkelijk informatie kunnen uitwisselen. De taalmodules moeten wel getraind worden, anders krijg je rare dingen. Je voelt het al, deze revolutie gaat niet vanzelf. Je zult er ook nieuwe specialismen in het lab voor nodig hebben om

dat samen met AI-experts te ontwikkelen. Vergelijkbaar met de implementatie van een LIMS-systeem. Ging dat maar met een druk op de knop, maar niets is minder waar.

AI gaat nieuwe vaardigheden vragen van labmedewerkers. Er zijn specialisten op dit vlak nodig die goed zijn in programmeren. Het echte experimenteren – dus het onderzoek zelf – zal steeds minder door een individu worden gedaan. En minder via trial and error. Kunstmatige intelligentie gaat bestaande kennis en techniek combineren en komt met suggesties waar je als onderzoeker dagen, weken, zo niet maanden voor nodig hebt om ze te bedenken. De mens blijft wel cruciaal om deze AI-voorzetten kritisch te beoordelen en het systeem te optimaliseren, zodat het steeds slimmer wordt. Ja, dit mag met recht een revolutie in het lab worden genoemd. Zo ver is het echter nog lang niet. AI vergt zoals gezegd namelijk een behoorlijke investering van organisaties, en daar moeten mensen voor vrijgemaakt worden. De ogen ervoor sluiten, omdat het een forse impact heeft op een organisatie – ook financieel – zou ik niet doen. De boot missen kan killing zijn op termijn. Ben je als lab al bezig om je op AI te orienteren, laat het ons weten: we gaan in een rondetafelgesprek graag in dialoog met een aantal laboratoria om dit superinteressante topic met de hele markt te kunnen delen. Samen ervan leren, voor een betere labwereld.

Vincent Hentzepeter, hoofdredacteur

INHOUD

Special Duurzaamheid in ‘t lab

X Laboratoriumwerk is behoorlijk vervuilend en niet bepaald emissiearm. Dat kan duurzamer. Laat je inspireren door een selectie van ‘vergroenende’ initiatieven in de labwereld

X Monstervoorbewerking met de magnetron biedt milieuvoordelen. Door traditionele destructies en extracties te vervangen door de ‘magnetronversie’ kun je stappen zetten in afvalvermindering, energieverbruik en win je tijd.

X Benieuwd naar de top 5 trends in de klinische chemie en hematologie tot 2030? We hebben ze voor je op een rijtje gezet, wees voorbereid.

Naturalis pipetteerrobot Janus Revity bediend door senior analist Nafiesa Ibrahim. Met deze robot bespaart Naturalis veel plastics bij de DNA-extractie door efficiënt gebruik en spoelen van puntjes tijdens het pipetteerproces van de verschillende chemicaliën.

(Foto: Taco van der Eb)

Februari 2025 61e jaargang www.labinsights.nl

Verschijnt 9x per jaar

Hoofdredactie: Vincent Hentzepeter, redactie@labinsights.nl, +31 6 20592436

Aan dit nummer werkten mee: Vanessa Appelman, Patrick Kromhout, Patrick Mulder, Ivo Horn

Eindredactie: Sylvie Hoyinck

Redactiecommissie: Dr Ineke Joosten (Senior Onderzoeker/Researcher Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Rijkserfgoedlaboratorium), Bas van Driel (Business Development Manager Food Netherlands GBA), Jules Hoenderop (consultant Roche Diagnostics), Taco van der Maten (productmanager XRF Panalytical, chairman of the board of directors van ASTM International), Anita te Riet (Bergenius Labadvies), Han te Vaanhold (international sales representative Seastar Chemicals Inc.).

Media-advies: Erik ten Haaf, +31 297 223462, +31 6 10031781 erik@maxusmedia.nl

Debbie van den Dool en Marion van Sinderen, +31 3 16 227155, sales@maxusmedia.nl

Vormgeving: Marjan Hammink, marjan@maxusmedia.nl

Abonnementen: SP Abonneeservice, Postbus 105, NL-2400 AC Alphen aan den Rijn. Tel +31 (0)88 1102028, abo@labinsights.nl. Abonnement Nederland 1 jaar € 320,-, 2 jaar € 420,-. Opzeggingen dienen 8 weken voor afloop van de abonnementsperiode in ons bezit te zijn. Vraag een proefnummer aan en/of neem een abonnement op de digitale editie en nieuwsbrief door u op www.labinsights.nl te registreren.

Druk: Veldhuis Media, Meppel

Uitgever: maXus media publishers, 1421 AC Uithoorn

© 2025 maXus media

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt worden in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch of door fotokopieën, opname, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur en/of de uitgever. ISSN: 2468-6417

Immuunziekten beter begrepen

8

Meerdere doorbraken in de mechanoimmunologie gaven tijdens het NVVIcongres nieuwe inzichten in de oorzaken van immuunziekten.

Speekselklier-organoïden therapeutisch inzetbaar

10

In december 2022 behandelde het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) voor het eerst een patiënt met cellen van speekselklier-organoïden, gekweekt uit zijn eigen stamcellen.

qPCR bij AQUON: salamanders en 16S DNA

12

Kwantitatieve PCR (qPCR) wordt ook gebruikt voor biologisch onderzoek, zoals watergerelateerd onderzoek bij AQUON, een geaccrediteerd waterlaboratorium.

Verduurzaming life sciences labs stukje bij beetje

14

Labwerk levert een enorme afvalberg op, veroorzaakt veel CO2 en kent een grote chemicaliën afvalstroom. Dat kan duurzamer: een kijkje bij een aantal instellingen en bedrijven in de life sciences.

5 impactvolle ontwikkelingen op het KCHL-werk

18

Binnen de klinische chemie en hematologie zijn er vijf belangrijke ontwikkelingen die impact op het werk kunnen hebben, zoals meer samenwerking tussen labs en de noodzaak om huisartsen te binden.

Monsterprep met magnetron biedt milieuvoordelen

26

Door traditionele destructies en extracties te vervangen door de ‘magnetronversie’ kun je mooie stappen nemen in afvalvermindering, energieverbruik en tijdwinst. En het bespaart zelfs ruimte.

Surrey Technology Centre, University of Surrey’s Surrey Research Park (Foto: wikimedia.org/w/index.php?curid=12433951).

Vrije radicalen om sepsis vroeg te herkennen

Geert van den Bogaart, hoogleraar Moleculaire Immunologie, onderzoekt samen met het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) manieren om sepsis vroegtijdig te diagnosticeren. Het team richt zich op het meten van vrije radicalen, reactieve moleculen die ontstaan bij een infectie. Deze worden sneller aangemaakt door witte bloedcellen dan cytokinen, die normaliter zwellingen en roodheid veroorzaken. Sepsis, een vaak dodelijke aandoening op de intensive care, ontstaat wanneer het lichaam buitensporig reageert op een infectie. Dit leidt tot bloeddrukdaling, bloedstollingen en zuurstoftekort in organen.

Momenteel vindt de meting plaats via bloedmonsters die naar een laboratorium worden gebracht. Het uiteindelijke doel is een intravital probe te ontwikkelen die direct waarden kan aflezen uit het lichaam. In een test met acht infectiepatiënten en drie controlegevallen bleek het verschil in vrije radicalen tussen beide groepen significant. Bij vier patiënten met de diagnose sepsis waren de waarden verhoogd, hoewel één patiënt zonder die diagnose eveneens hoge waarden vertoonde.

Het onderzoek, dat onderdeel uitmaakt van het Health Technology Research and Innovation Cluster (HTRIC), gebruikt data van Acutelines, een biobank op de afdeling Acute Zorg van het UMCG. Deze aanpak verbetert de acute zorg door wetenschappelijke inzichten direct toepasbaar te maken in de klinische praktijk.

Innovatief laboratorium voor brandstofmicrobiologie

Conidia Bioscience opent een nieuw laboratorium op Surrey Research Park (VK), gericht op geavanceerd onderzoek naar microbiële contaminatie in brandstoffen. Het laboratorium is uitgerust voor uitgebreide analyses van micro-organismen, zoals schimmels, gisten en bacteriën, in opkomende brandstoftypes. Conidia gebruikt eigen testkits en erkende

methodes en biedt daarmee uitgebreide kwaliteitsbenchmarking voor brandstoffen. Dit lab verschilt van traditionele testfaciliteiten, doordat het diepgaand onderzoek uitvoert naar de microbiologie van brandstoffen en innovatieve detectieoplossingen ontwikkelt.

De overstap naar duurzame brandstoffen brengt specifieke uitdagingen met zich mee, zoals de verhoogde wateropname van biobrandstoffen, wat microbiële groei bevordert. Dit kan leiden tot verstoppingen, corrosie en een verminderde brandstofkwaliteit. Conidia investeert daarom in faciliteiten, apparatuur en samenwerkingen met toonaangevende onderzoeksinstellingen om deze problemen aan te pakken.

De locatie binnen Surrey Research Park biedt toegang tot een netwerk van hoogtechnologische bedrijven, PhD-studenten en professoren uit verwante disciplines, wat het onderzoek verrijkt. Het laboratorium ondersteunt sectoren zoals de luchtvaart, scheepvaart en dieselindustrie, en werkt samen met partners om nieuwe normen voor brandstofveiligheid te ontwikkelen. Daarnaast richt Conidia zich op de opleiding van toekomstige specialisten in brandstofmicrobiologie, met samenwerkingen die studenten en onderzoekers praktijkervaring bieden.

VUB en VIB lanceren nieuwe Bio Incubator

De Vrije Universiteit Brussel (VUB) en het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) openden de Bio Incubator Brussels (BIB) op de groene VUB-campus in Etterbeek. Deze state-of-the-art hub combineert wetenschap, technologie en ondernemerschap en biedt start-ups in biotechnologie, farmacie en gezondheidstechnologie instapklare laboratoria en kantoren. De ruimtes bevatten geavanceerd labmeubilair, gedeelde faciliteiten, moderne kantoorruimtes en ondersteunende diensten.

De oprichting gebeurde op initiatief van het VIB-VUB Centrum voor Structurele Biologie, geleid door Jan Steyaert en Han Remaut, dat al succesvolle spin-offs, zoals Ablynx en Biotalys

Gekleurd preparaat in hematologie pathologielaboratorium (foto: Adobe Stock).

Geavanceerd labmeubilair, gedeelde faciliteiten en moderne kantoorruimtes op de Bio Incubator Brussels (BIB) (Foto: Vrije Universiteit Brussel).

op zijn naam heeft staan. Jan Steyaert benadrukt dat de bio-incubator bedrijven in ontwikkeling ondersteunt en de band met bestaande spin-offs versterkt.

De VIB Nanobody Core Facility, gespecialiseerd in nanobodies voor biomedische en farmaceutische toepassingen, is de eerste gebruiker van de BIB. Volgens Dr. Gholamreza Hassanzadeh Ghassabeh biedt deze locatie ideale voorwaarden om onderzoek te koppelen aan commerciële toepassingen die de gezondheidszorg verbeteren. Rector Jan Danckaert ziet de incubator als een sleutelplatform dat samenwerking tussen wetenschappers en bedrijven bevordert, om maatschappelijke en economische innovaties te versnellen.

UMCG-lab gaat met subsidie CAR T-cellen produceren

Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) ontvangt een overheidssubsidie om een duur buitenlands kankermedicijn zelf te produceren. De laboranten bewerken CAR T-cellen, waarbij T-cellen van de patiënt genetisch worden geherprogrammeerd om kankercellen te herkennen en te bestrijden. Deze aanpak is specifiek ontwikkeld voor patiënten met multipel myeloom, een vorm van beenmergkanker. Het Zorginstituut heeft hiervoor 16,5 miljoen euro beschikbaar gesteld.

Gedurende zes jaar zal de effectiviteit van de behandeling worden onderzocht in samenwerking met het Amsterdam UMC. In dit onderzoek ontvangen 126 patiënten ofwel de standaardbehandeling, bestaande uit een combinatie van antikankermiddelen, of de innovatieve CAR T-cellen. Het doel is te bepalen of de behandeling in de basisverzekering wordt opgenomen.

De keuze om CAR T-cellen in het ziekenhuis te produceren is bijzonder, aangezien een vergelijkbaar buitenlands medicijn vanwege de hoge kosten niet wordt vergoed. Het Groningse alternatief is naar schatting 300.000 euro per patiënt goedkoper. Bovendien levert de lokale productie tijdwinst op en behoudt de behandeling de kwaliteit van de cellen, doordat ze niet hoeven te worden ingevroren en vervoerd. Nederlandse artsen verwachten dat CAR T-cellen de overlevingsduur kunnen verlengen tot zestien maanden, in tegenstelling tot de negen maanden met standaardtherapieën. (Bron: De Volkskrant)

Terugblik congres Nederlandse Vereniging voor Immunologie

Immuunziekten beter begrepen door mechano- en neuro-immunologie

Doorbraken in de mechanoimmunologie, over het effect van de fysieke omgeving op immuuncellen, en neuro-immunologie, over de rol van immuuncellen op het ontstaan van hersenziekten, gaven tijdens het NVVI-congres nieuwe inzichten in de oorzaken van immuunziekten.

Verder spraken bekende immunologen van de Nederlandse Vereniging voor Immunologie op dit congres over hoe bepaalde membraangebonden blaasjes ‘endosomen’ zich voortbewegen in de cel. Ook gingen ze in op welke rol het enzym BTK en complement, bij de afweer betrokken eiwitten, spelen bij diverse immuunziekten. Op het jaarlijkse NVVI-congres delen immunologen en onderzoekers de laatste ontwikkelingen in de immunologie, waaronder:

X Mechanoimmunologie; over het effect van fysieke omgeving op immuuncellen

X De relatie tussen immunologie en neurologie op basis van onderzoek naar de rol van immuuncellen op het verloop van hersenziekten

X De beweging van endosomen binnenin de cel door motoreiwitten

X De rol van BTK en complement bij het ontstaan van immuunziekten

De impact van mechano-immunologie

Professor Alessandra Cambi (Radboudumc, Nijmegen) nam de zaal mee in haar onderzoek naar de invloed van de fysieke omgeving op cellen. Zo heeft bijvoorbeeld verandering van collageenstructuren in de huid door veroudering of littekenvorming invloed op het gedrag van immuuncellen, doordat spanningen in de omgeving van cellen verschuiven. Cambi benadrukte het belang van materiaalkeuze in celkweekexperimenten, aangezien plastic de activatiestatus van immuuncellen kan veranderen.

De relatie tussen immunologie en neurologie

Professor Elga de Vries (Amsterdam UMC) presenteerde haar onderzoek naar de rol van het immuunsysteem bij neurologische ziekten, zoals Alzheimer en multiple sclerose. Door geavanceerde technieken zoals cytometry by time of flight (CyTOF), waarbij de massa en aanwezigheid van antigenen op losse cellen wordt gebruikt om celpopulaties te karakteriseren en kwantificeren, onderzoekt ze welke immuuncellen betrokken zijn bij het ziek-

Presentatie van professor Alessandra Cambi over mechanoimmunologie (Foto: Patrick Mulder).
Patrick Mulder

teverloop van deze hersenaandoeningen. Haar werk met organoïds (kleine gekweekte stukjes hersenweefsel) en patiëntbiopten draagt bij aan proefdiervrij onderzoek en biedt nieuwe inzichten voor de behandeling van hersenziekten.

Hoe endosomen binnenin de cel bewegen

Professor Jacques Neefjes (LUMC, Leiden) presenteerde zijn onderzoek naar de bi-directionele beweging van endosomen binnen cellen, waarbij motor-eiwitten en het endoplasmatisch reticulum – een netwerk van membranen in het cytoplasma –essentieel zijn voor hun mobiliteit. Neefjes benadrukte het belang van deze bevindingen voor het begrijpen van cellulaire communicatie en hoe verstoringen in deze mechanismen kunnen bijdragen aan het ontstaan van auto-immuunziekten en kanker.

Rol van BTK en complement bij immuunziekten

Tijdens de Van Lochem Lecture presenteerde professor Rudi Hendriks (afdeling Longziekten, Erasmus UMC, Rotterdam) zijn onderzoek naar de rol van Burton’s tyrosine kinase (BTK), een enzym dat fosfaatgroepen kan toevoegen aan eiwitten,

‘ Het gebruik van plastic voor celkweek kan de activatiestatus van cellen beïnvloeden’ ‘Op het jaarlijkse
NVVI-congres deelden immunologen en onderzoekers de laatste ontwikkelingen in de immunologie, waaronder het effect van fysieke omgeving

op immuuncellen’

Burton’s tyrosine kinase (BTK), een enzym dat fosfaatgroepen kan toevoegen aan eiwitten, en betrokken is bij het ontstaan van fouten in de afweer en leukemie (Illustratie: Adobe Stock)..

en betrokken is bij het ontstaan van fouten in de afweer en leukemie. Hij belichtte hoe BTK bijdraagt aan de ontwikkeling van auto-immuunziekten en bepaalde (interstitiële) longziekten die longfuncties doen verslechteren door ontstekingen of littekenweefsel. Belangrijke inzichten die helpen te komen tot gerichte behandelingen.

Professor Leendert Trouw (LUMC, Leiden) tenslotte, deelde zijn expertise over het complementsysteem, een verzameling eiwitten die belangrijk is voor de afweer. Hij ging in op de toepassing van complementremmers bij aandoeningen zoals auto-immuniteit, infecties en kanker. Hij benadrukte hoe kennis over biomarkers, immunopathologische processen en experimentele therapieën bijdraagt aan de verbetering van behandelingen voor stoornissen binnen het complementsysteem.

Onderzoek onder leiding van Rob Coppes, hoogleraar Radiotherapie bij het UMCG

Speekselklier-organoïden therapeutisch inzetbaar na 20 jaar onderzoek

In december 2022 behandelde het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) voor het eerst een patiënt met cellen van speekselklier-organoïden, gekweekt uit zijn eigen stamcellen. Deze therapie is het resultaat van ruim twintig jaar onderzoek onder leiding van Rob Coppes, hoogleraar Radiotherapie bij het UMCG.

Tekstbewerking: redactie LABinsights | Afbeelding: Adobe Stock

Inspiratiebron voor deze therapie was een posterpresentatie tijdens een congres in Oxford over een experiment waarbij cellen in het ruggenmerg van proefdieren werden geïnjecteerd. “Het onderzoek liet een kleine verbetering zien, en dat plantte een zaadje”, aldus Coppes. De echte doorbraak kwam toen zijn afdeling fuseerde met de stamcelbiologie-afdeling. “Ik ontdekte dat zij technieken hadden waar we iets mee konden. Samen hebben we een subsidievoorstel ingediend bij KWF. In 2003 ging het onderzoek officieel van start.”

Organoïden

In 2008 toonde Coppes’ team aan dat het mogelijk was om stamcellen uit speekselklieren te isoleren en te kweken. “Alleen: in die fase hadden we drie muizen nodig om één muis te behandelen. Dat is natuurlijk niet haalbaar in de kliniek.”

Een belangrijke doorbraak kwam door onderzoek van Hans Clevers’ groep naar organoïden van het Hubrecht Instituut. “De organoïdentechnologie bracht ons veel verder. We misten een paar groeifactoren om organoïden van hoge kwaliteit te kweken. Vervolgens hebben we er zes jaar over gedaan om de methode te ontwikkelen volgens de Good Manufacturing Practice (GMP)-richtlijnen. Na goedkeuring van de CCMO, de centrale medisch-ethische toetsingscommissie, konden we in december 2022 de eerste patiënt behandelen.”

Droge mond

De behandeling richt zich momenteel op een specifieke groep patiënten met een tumor in de mondholte of bij de tong. Bij deze patiënten wordt de tumor operatief verwijderd, inclusief een van de speekselklieren. Ze kampen met een droge mond door verminderde speekselproductie als gevolg van bijwerking van bestraling in het hoofd-halsgebied. Smaakverlies, moeite met spreken, slikken en ernstige tandproblemen zijn bijkomende klachten. “‘Xerestomie’ heeft een enorme impact op de kwaliteit van leven”, benadrukt Coppes. “Wij ontvangen een stukje

van de verwijderde klier, kweken dit op in het lab en maken er organoïden van. In het geval van uitzaaiing aan de andere kant, ondergaat de patiënt bestraling. Dezelfde speekselklier aan de andere kant wordt dan zwaar beschadigd en is niet meer werkzaam. Het idee is dat we de opgekweekte speekselklier na de radiotherapie terugplaatsen.”

Samenwerking

Interdisciplinair onderzoek maakte dit onderzoek tot een succes. “We hebben onder andere samengewerkt met biomedische wetenschappen, radiotherapie, stamcelbiologie, kaakchirurgie, de ATMP-afdeling [= Advanced Therapy Medicinal Products, red.] om alles volgens de regelgeving te doen en later met de radiologie. We hebben geluk gehad dat binnen het UMCG al deze afdelingen bereid waren om mee te werken en over voldoende capaciteit beschikten.”

Het onderzoeksproces leverde waardevolle bijvangsten op. “Zo weten we nu precies waar de stamcellen in speekselklieren zitten. Deze kennis hebben we toegepast om bestralingsmethoden aan te passen om stamcellen zoveel mogelijk te sparen. Dat helpt patiënten nog voordat ze weten wat ze missen.”

Meer informatie

Meer weten over het volledige verhaal en de laatste ontwikkelingen in dit onderzoek?

Kom naar het Life Science Event op 13 februari bij FHI Leusden. Scan de QR-code voor gedetailleerde informatie over het programma of om je aan te melden voor het evenement.

qPCR bij AQUON: over salamanders en 16S DNA

Sander Heeman, B.Sc., senior analist bij AQUON,

Kwantitatieve PCR (qPCR) wordt ook gebruikt buiten de medische diagnostiek voor biologisch onderzoek, zoals bij AQUON, een geaccrediteerd waterlaboratorium. Hier komt bij watergerelateerd onderzoek meer dan eens een kwantitatieve PCR om de hoek kijken.

Redactie: Ivo Horn | fotografie: AQUON

Soms is sequencen van al het aanwezige DNA niet nodig. De interesse kan uitgaan naar enkele DNA-moleculen. Zo kijkt AQUON in Houten bijvoorbeeld naar de aanwezigheid van een vijftal salamanders in zoet water. Beperkt, maar heel belangrijk, want deze amfibieën zijn een indicator voor de biodiversiteit. Het beperkte aantal DNA-types is ideaal voor het toepassen van qPCR. Hoe doet AQUON dat? Een gesprek met Sander Heeman, senior moleculair analist bij AQUON.

QPCR identificeert salamanders

In Nederland komen vijf inheemse salamanders voor: de kamsalamander, kleine watersalamander, vinpootsalamander, vuursalamander en alpenwatersalamander. Daarnaast is een aantal salamanders als exoot waargenomen, bijvoorbeeld de Italiaanse kamsalamander. Salamanders verspreiden zich door middel van de ecologische verbindingszones, die natuurgebieden aan elkaar koppelen. De Italiaanse kamsalamander vormt een bedreiging voor de inheemse Nederlandse kamsalamander. En er zijn ook al hybride salamanders waargenomen. Om dit stukje biodiversiteit in Nederland in de gaten te houden kijkt AQUON naar de aanwezigheid van deze salamanders en houdt het de exoten goed in de gaten. Dat doen ze met qPCR.

Multiplex amplificatie

“We hebben van vijf van de in Nederland voorkomende salamanders een DNA-sequentie. Hierop hebben we primers en probes kunnen ontwerpen, zodat we een ‘multiplex’ amplificatie kunnen doen” [meerdere DNA’s tegelijk analyseren, red.], aldus Sander Heeman. Hij vervolgt: “We amplificeren dus vijf sequenties tegelijkertijd in één multiplexreactie. De geproduceerde DNA-fragmenten zijn alle in de grootte van 114 tot 116 baseparen. We hebben een totaal van 9 verschillende primers nodig om deze fragmenten goed te maken.”

Heeman heeft een Sybr-assay opgezet; hier komt geen probe aan te pas en de kleuring is op basis van een intercalerende kleurstof. Dat is een kleurstof die tussen de DNA-strengen gaat

‘ Sommige sequenties staan niet in de database. We sequencen dan stukjes DNA waarop we onze primers en probes ontwerpen’

Figuur 1: een smeltcurve plot van een salamander qPCR assay. Op de y-as de intensiteit van het signaal, op de x-as de temperatuur. De vijf geanalyseerde salamander-DNA’s geven verschillende smelttemperaturen aan, tussen de 84 en 88 °C, en zijn goed te onderscheiden van elkaar.

zitten. AQUON gebruikt de kleurstoffen Sybr green en LC green, waarmee gevoeliger te meten is. Reden: LC green bindt aan elke base in een DNA streng, terwijl Sybr green dat niet doet. “Tijdens de amplificatiefase kun je het geproduceerde DNA, indien aanwezig in het monster, in real time volgen”, aldus Heeman.

Smeltcurve analyse

Het onderscheid tussen de salamandertypen wordt gemaakt in een smeltcurveanalyse, waarbij het gemaakte DNA uitsmelt naar de enkelstrengs vorm. Die uitsmelting gebeurt voor een bepaald stukje DNA altijd bij dezelfde temperatuur. Figuur 1 laat zien hoe zo’n analyse eruit ziet. Heeman: “We zien een verschil tussen de pieken van enkele graden. Dat betekent dat we heel eenvoudig verschil tussen de DNA-typen zichtbaar kunnen maken. Identificatie op deze manier is redelijk eenvoudig.”

De analyse beperkt zich niet tot salamanders. “AQUON kijkt ook naar bacteriën in slib. We kijken naar bepaalde soorten en doen een soortgelijke assay als voor de salamanders. Sommige zijn niet kweekbaar en een aantal staat nog niet in databases. Wij kunnen door smeltcurveanalyse echter zien dat bepaalde soorten aanwezig zijn.”

Met qPCR en de smeltcurveanalyse heeft AQUON een moleculaire analysetechniek in handen om snel en precies inventarisaties te maken van de biodiversiteit, of dat nu bacteriën betreft of hogere organismen. Er zullen ongetwijfeld meer toepassingen volgen.

THEMA DUURZAAMHEID

Naturalis pipetteerrobot Janus Revity bediend door senior analist Nafiesa Ibrahim. Met deze robot bespaart Naturalis veel plastics bij de DNAextractie door efficiënt gebruik en spoelen van puntjes tijdens het pipetteerproces van de verschillende chemicaliën. (Foto: Taco van der Eb)

Overzicht van ‘vergroenende’ initiatieven in de labwereld

Verduurzaming life sciences labs stukje bij beetje

Laboratoriumwerk levert een enorme afvalberg op, veroorzaakt veel CO2 en kent een grote chemicaliën afvalstroom. Dat kan duurzamer. Een kijkje bij een aantal instellingen en bedrijven in de life sciences bewijst dat verduurzaming op het netvlies staat. Een kort overzicht van ‘vergroenende’ initiatieven in de labwereld.

Ivo Horn

Een van die verduurzamingsinitiatieven komt op het conto van de pathologielabs van het samenwerkingsverband Pathologie-DNA, het Jeroen Bosch ziekenhuis in Den Bosch, het St. Antonius ziekenhuis in Nieuwegein en Rijnstate ziekenhuis in Arnhem. Ze kennen een actieve groep medewerkers die zich verenigd hebben in ‘Green Teams’. Het is niet zomaar een groepje enthousiastelingen. Aandacht is er voor zaken als CO2-reductie, vermindering van het gebruik van chemische stoffen als formaline, reductie van plastics en verhoging van de temperatuur van vriezers. Zo zijn labvriezers bij het Rijnstate

ziekenhuis nu ingesteld op -70 °C in plaats van -80 °C, goed voor een energiebesparing van 25 tot 30%!

Green teams van Pathologie-DNA

Beleidsmedewerker Aukje van de Molengraft van Pathologie-DNA: “Ieder Green Team op het lab is enthousiast bezig met verbeteringen die aansluiten bij waar het betreffende ziekenhuis mee bezig is, zoals het verbeteren van gescheiden afvalstromen of verhogen van de temperatuur van vriezers. De Green Teams van Pathologie-DNA bespreken onderling de successen en welke

De Green Teams van Pathologie-DNA werken aan het verbeteren van gescheiden afvalstromen of verhogen van de temperatuur van vriezers. (Foto: Green Teams)

maatregelen goed werken. En ook hoe de bewustwording bij medewerkers kan worden vergroot.”

Het goede voorbeeld doet goed volgen, zo weet hij uit ervaring. “Green Team-leden zijn vanuit zichzelf hier al langer bewust mee bezig, ook privé, en dat kan overslaan op de anderen.”

Green Labs NL

Als er een club in labland inzet op vergroening van de Nederlandse laboratoria, dan is dat Green Labs NL. Florijn Dekkers is een van de oprichters en schetst wat er al bereikt is. “In de drie jaar dat we actief zijn, is er heel veel gebeurd. Toen we in 2021 met een paar onderzoekers Green Labs NL hebben opgericht bestonden er in Nederland nog maar een paar Green Lab-teams. Inmiddels kun je op heel veel instituten Green Teams vinden die zich inzetten voor verduurzaming van lab en wetenschap, ontzettend inspirerend om te zien. We organiseren elk kwartaal een meeting voor onze community en geven regelmatig presentaties op congressen, ook in het buitenland.”

Just and sustainable laboratory research

Wat is de focus van Green Labs NL? Dekkers: “We richten onze pijlen op drie doelen: onderzoekers, studenten en financiers.” Educatie springt eruit. “We hebben samen met het UMC Utrecht een unieke tool helpen ontwikkelen, de e-learning ‘Just and sustainable laboratory research’ die kosteloos online bekeken kan worden. Je krijgt snel handvatten om in het lab duurzamer te werken.”

‘ Labvriezers zijn bij het Rijnstate ziekenhuis nu ingesteld op -70 °C in plaats van -80 °C, goed voor een energiebesparing van 25 tot 30%’

Green Labs NL ontwikkelde met het UMC Utrecht de e-learning tool ‘Just and sustainable laboratory research’. (Foto: Green Labs NL)

Daarnaast heeft Green Labs NL geldschieters bij elkaar gebracht om zich in te zetten voor verduurzaming van de wetenschap en coördineert de club het uitrollen van LEAF in Nederland. Dit is een accreditatiesysteem, waarmee labs een brons/zilver/goud -status kunnen verwerven voor hun groene activiteiten. Dat ze laatst de belangrijke I2SL Sustainable Laboratories award wonnen, een internationale duurzaamheidsprijs, zegt genoeg.

Als het echt aankomt op verduurzaming, ziet Dekkers wel wat hobbels op de weg naar groenere labs. “De toekomst kent nog vele uitdagingen, vooral qua standaarden en verantwoordelijkheden. Ook datamanagement, een enorme energieverslinder, heeft nu volop aandacht. Je moet het echter wel makkelijk maken om mee te doen. Voor de gemiddelde onderzoeker heeft publi-

‘ Voor de gemiddelde onderzoeker heeft publiceren altijd prioriteit, daarna pas hoe het artikel bij elkaar gepipetteerd wordt ’

ceren toch altijd prioriteit, en daarna pas hoe het artikel bij elkaar gepipetteerd wordt.”

Biodiversiteit en duurzaamheid

In Leiden is Naturalis Biodiversity Center actief in een paar grote biodiversiteitsprojecten, en wil die ook zo duurzaam mogelijk uitvoeren. “We brengen de komende jaren de biodiversiteit in Nederland in kaart met onze eDentity en ARISE-projecten”, vertelt Elza Duijm, hoofd van de laboratoria bij Naturalis. “Biodiversiteit wordt sterk beïnvloed door klimaatverandering en verontreiniging en we willen dus zelf ook zo schoon en duurzaam mogelijk werken.”

Ook hier is een Green Team actief. Duijm: “Dat team houdt zich hier bezig met duurzaamheid binnen Naturalis. Met de lab Green Team-leden kijken we met elkaar naar het hele labproces. Er is bijvoorbeeld geïnvesteerd in zuinigere vriezers die op iets hogere temperatuur draaien. Plastics worden gescheiden en we hebben een tip washer die veel pipetteerplastic bespaart. We verbruiken dit jaar bij veel stappen in het onderzoeksproces al driekwart minder plastic dan vorig jaar. En we mijden bepaalde chemicaliën, zoals formaline.”

Duurzamer leveren

Het duurzaamheidsbesef groeit aan de leverancierskant. Zo heeft groothandel in labbenodigheden Boom intern al de nodige stappen gezet op het gebied van duurzaamheid met warmtepompen, zonnepanelen en een elektrisch wagenpark. Kortom,

groen opereren leeft hier en volgens de lableverancier bij de afnemers ook. Wel blijkt het transformeren naar een meer circulaire bedrijfsvoering geen sinecure: “Bij klanten zijn er protocollen die het soms lastig maken om over te stappen naar nieuwe, meer duurzame producten die we leveren. De certificering moet dan opnieuw gedaan worden. Er kan ook aarzeling zijn, omdat men wil weten of de resultaten in het lab dezelfde zijn bij het gebruik van andere materialen. We sturen dus veel testmaterialen”, aldus directeur Bertjan Boom.

Circulaire pipetpuntjes?

Kleine beetjes helpen, zoals efficiënter leveren, weet Boom. “Door bijvoorbeeld minder vaak in de week een levering te doen kun je al veel bereiken. Ook laten we klanten werken met retourbakken. We kunnen dan CO2 besparen op verpakkingsmaterialen.”

Circulair werken is mooi, maar de praktijk is weerbarstig. “Er is interesse voor het recyclen van pipetpuntjes om de plasticketen te sluiten. Alleen zijn pipettips kleine plasticjes. Het heen en weer laten rijden van een wagen om de plastics op te halen is dan energetisch niet handig.”

DNA-isolatie bespaart veel plastic

Door naar Molgen, dat maatschappelijk duurzaam ondernemen eveneens hoog in het vaandel draagt. Het bedrijf is actief in oplossingen voor DNA-extracties, ontwikkeling van moleculaire assays en labautomatisering en voor duurzaamheid internationaal gecertificeerd.

Senior projectmanager en director scientific affairs Wilco de Jager geeft een voorbeeld: “Onze DNA-kits bevatten soms tot wel 80% minder plastic en bevatten geen alcohol meer. Nieuwe hardware-platforms, bijvoorbeeld het Gene Prep System om DNA te isoleren, worden voorzien van wasstations om pipettips te wassen. Dit spaart heel veel plastic en milieubelastend afval uit. We gaan het komende jaar een complete lijn van dit soort innovatieve DNA-isolatiekits en systemen lanceren.”

Duurzaamheid begroten

Terug naar Naturalis. Daar vinden ze duurzaamheid dermate belangrijk, dat ze duurzame oplossingen begroten bij projectaanvragen. Er wordt dan bijvoorbeeld een apparaat aangeschaft dat het milieu bij onderzoek minder belast. “En bij aanbestedingen kijken we altijd of bedrijven duurzaam werken”, vertelt een enthousiaste Duijm. “We hebben in het verleden de Oxford Nanopore-sequencer in huis gehaald. Dat is een mooi voorbeeld van een heel zuinig circulair systeem. Flowcells worden voor recycling teruggestuurd naar het bedrijf.”

Naturalis leert ook van hoe buren duurzaamheid oppakken. Zo is er op het Leiden Bio Science Park een team actief dat zich hiermee bezighoudt. Veel Leidse bedrijven en instellingen, waaronder Naturalis, zijn hierbij aangesloten. Daarmee is het park er natuurlijk nog lang niet qua duurzaam opereren, maar vaststaat dat er wel stappen in de goede richting worden gezet.

Directeur Bertjan Boom van Boom:

‘ Met retourbakken kunnen we CO2 besparen op verpakkingsmaterialen’
Directeur Bertjan Boom van Boom (Foto: Boom).

Klinische chemie en hematologie: top 5 ontwikkelingen tot 2030

Binnen de klinische chemie en hematologie zijn er vijf belangrijke ontwikkelingen die impact op het werk kunnen hebben: hogere vraag naar gespecialiseerde klinisch chemische bepalingen, verdere groei van de moleculaire diagnostiek, een grotere rol voor Point Of Care Testing, meer samenwerking tussen labs en de noodzaak om huisartsen te binden.

Patrick Kromhout | Fotografie: FOODnote

Meer specifiek gaat het om de volgende vijf impactvolle ontwikkelingen die het werk op het KCHL op punten ingrijpend kunnen veranderen:

X De vraag naar specialistische bepalingen neemt toe en daarmee naar specialisten op het lab met de juiste vaardigheden

X De moleculaire diagnostiek is sterk in opkomst, ook kleinere labs gaan dit merken

X Verdere uitrol van Point Of Care Testing (POCT) vereist dito specialisaties

X Samenwerking met andere labs gaan het werk beïnvloeden

X De noodzaak huisartsen te binden vraagt om aangepaste laboratoriumpakketten

Groei specialistische bepalingen

De toenemende vraag naar gespecialiseerde klinisch-chemische bepalingen vraagt aanvullende vaardigheden van analisten die niet op dit niveau zijn opgeleid. Een uitdaging, maar ook een verrijking van het vak. Denk bijvoorbeeld aan de methylmalonzuur (MMA) bepaling die meer informatie geeft over de oorzaak van een mogelijk tekort aan vitamine B12. Ook zijn er steeds meer technieken bij de typering van bloedgroepantistoffen nodig, vanwege ontwikkelingen in oncologische behandelingen.

Steeds meer analyses zijn geautomatiseerd en routinematig geworden. Ondertussen groeit de behoefte aan specialisme, de krenten in de pap, want de behandelingen in de ziekenhuizen worden steeds specifieker. Daar hoort een passend analysepakket bij om in eigen huis uit te kunnen voeren. Deze ontwikkeling maakt het werk er voor klinisch-chemisch analisten interessanter op. Het is een escape uit bulkdiagnostiek, de citodiagnostiek en aanpalende, logistieke werkzaamheden. Het vergt zeker investering in kennis om deze specialistische taken uit te kunnen voeren; kennis die ook van nut kan zijn voor het uitvoeren van bepaalde technieken of bepalingen.

De uitdaging is dat deze kennis vaak in speciale cursussen buiten werktijd moet worden opgedaan. Daarbij is het verloop

W

onder analisten is best groot. Dit maakt het lastiger deze kennis te behouden. Het op peil houden van deze competenties zal continu bijscholing vereisen.

Niet elke analist kiest er daarom voor om zich te willen specialiseren in een in de ogen van velen toch al drukke baan. Kortom, verandering kan weerstand oproepen. Gezien de kosten van bijscholingen zullen afdelingen bovendien scherper moeten zijn op het verplicht terugbetalen van een cursus voor wie te snel opstapt.

Opkomst moleculaire diagnostiek

Nu de moleculaire diagnostiek sterk in opkomst is, gaan ook de kleinere labs deze kant op. Deze expertise beperkt zich nu vaak nog tot de grote labs, maar zullen dus ook elders opgang maken.

Voor de diagnostiek alleen maar meerwaarde. Zo wordt de effectiviteit van medicijnen en het optreden van bijwerkingen steeds beter te voorspellen door genetische profilering. Interessante merkers om te onderzoeken in dit kader zijn bijvoorbeeld cytochroom P450-enzymen. Ze zijn betrokken bij het metaboliseren van geneesmiddelen. Dat maakt het interessant om de genetische varianten van cytochroom P450 2D6 (CYP2D6) of CYP2C19 te onderzoeken om de effecten op bepaalde medicatie te duiden. Daarmee ziet de arts in één oogopslag welk effect

‘Gezien de kosten van bijscholingen moeten afdelingen scherper zijn op het verplicht terugbetalen van een cursus voor wie te snel opstapt ’
Het klinisch chemisch en hematologisch laboratorium van Meander Medisch Centrum (Foto: FOODnote)
‘ Biomoleculaire diagnostiek vergt ook een aangepaste inrichting van het kchl in verband met contaminatierisico’

bepaalde medicatie heeft op bepaalde labuitslagen.

Biomoleculaire diagnostiek vergt ook een aangepaste inrichting van het KCHL in verband met contaminatierisico’s. Schoon en veilig kunnen werken vereist Biosafety level 2 (BSL 2). Alleen op dit niveau mag gewerkt worden met organismen en/of genetisch materiaal.

Point Of Care Testing (POCT) in de lift

Testen aan het bed is niet nieuw, sterker nog: het vakgebied van Point Of Care Testing ontwikkelt zich razendsnel. Dat zal merkbaar zijn op het werk in het klinisch-chemisch lab. De analist of de verpleging staat vaker aan bed metingen te doen. Bepaalde testen zullen hierdoor minder vaak op het lab worden bepaald. Addertje onder het gras is de nauwkeurigheid van POCT-metingen. Veelal ingezet als screening, moeten afwijkende testen via een reguliere labtest worden bevestigd.

Een voorbeeld is de PT-INR test die nu steeds minder vaak in het lab en steeds vaker aan bed of thuis wordt bepaald. Deze test geeft aan in hoeverre bepaalde antistollingsmedicatie zijn werk doet. Op basis van deze waarde kan er besloten worden of er wel of niet doorgegaan wordt met de medicatie, of is voorafgaand aan een operatie te zien of de patiënt er daadwerkelijk mee gestopt is. De POCT-benadering scheelt een hoop labtesten en verandert de logistiek.

Samenwerkingen met andere KHCL-labs

Schaalvergroting zal ook veranderingen in het KCHL teweegbrengen. De komende jaren gaan veel laboratoria van de klinische chemie en hematologie met elkaar samenwerken of fuseren. Het idee is de bulk te concentreren. Ook binnen de ziekenhuizen zoeken de verschillende subspecialismen elkaar op om samen te werken. De analist die van oudsher op het klinisch-chemisch en hematologisch lab werkt, zal van meer markten thuis moeten zijn. De nieuwe lichting wordt hierop al voorbereid tijdens de opleiding.

Noodzaak

om huisartsen te binden

De harde concurrentie in de zorg maakt dat ziekenhuizen huisartsen sterker aan zich willen binden. Dit geeft een sterke positie in de regio, waardoor er minder kans is overgenomen te worden. Het is letterlijk eten of gegeten worden. De intensievere samenwerking tussen huisartsen en laboratorium is goed voor

De medicinale chemie probeert therapeutische toepassingen te ontwikkelen op basis van scheikundige kennis: bijvoorbeeld hoe benzodiazepine bindt aan een GABAA-receptor. (Foto: Wikipedia)

de efficiëntie. Artsen zullen patiënten eerder doorverwijzen als de labresultaten van het betreffende ziekenhuis hier aanleiding toe geven. Kortom, kortere lijntjes, waarbij de arts kan rekenen op een vast aanspreekpunt om te overleggen en beter kan anticiperen op de labuitslagen.

Er gaan gezien deze ontwikkeling meer buitenpoli’s in de regio komen. Hierdoor is het materiaal langer onderweg naar het lab en moet er in de vroege avond nog bulk worden weggedraaid. De verwachting is ook dat huisartsen vaker verzoeken zullen indienen om pakketten te kunnen aanvragen met specifieke bepalingen, zoals screening op bloedarmoede. Afhankelijk van de uitkomsten van bepalingen, komen daar weer follow-ups uit. Logistiek betekent het dat hiervoor alle buizen preventief moeten worden geprikt, ook al hoeft niet altijd het hele pakket te worden ingezet. Een duidelijk verschil met de huidige situatie, waarbij de arts bij het ziekenhuis alleen aanvraagt wat nodig lijkt en zonodig een nabepaling doorgeeft.

Conclusies voor het KHCL in 2030

Kortom, er staan de klinisch-chemische en hematologische labs een hoop uitdagingen te wachten:

X Meer specialistische bepalingen om uit te voeren. Dit vereist aanvullende kennis en het borgen van kennisbehoud

X De opkomst van de moleculaire diagnostiek. Dit vraagt om uitbreiding met passende labvoorzieningen.

X De razendsnelle ontwikkeling van de POCT. Dit betekent aangepaste logistiek en extra scholing

X Toenemende samenwerking met andere labs. De implicaties hier zijn aanraking met nieuwe technieken en personeel van elders.

X En tot slot: de noodzaak om huisartsen te binden voor een sterkere regiopositie. Hierbij is nauw contact met de huisartsen een absolute must en moeten de wensen van deze klanten worden geïntegreerd in nieuwe pakketbepalingen.

Meest gelezen op www.LABinsights.nl

1

2

Brink en PM² verder onder één naam

Met ingang van 1 januari 2025 gaan Brink en PM² samen verder onder één naam: Brink. Na de overname van PM² door Brink in september 2023, en een periode waarin PM 2 nog onder eigen naam opereerde, wordt de samenwerking nu volledig geïntegreerd

Automatische monitoring van klimaat- en procesparameters borgt meetprocessen bij Eurofins Proxy

Laboratories

Met een nieuw systeem voor automatische monitoring en draadloze dataregistratie van het klimaat en procesparameters kan een laboratorium zijn meetprocessen beter borgen.

3 Nieuwe SZW lijst 2025 gepubliceerd via de Staatscourant

Op de SZW-lijst staan de kankerverwekkende stoffen en processen, mutagene stoffen en de voortplanting giftige stoffen. Deze lijst krijgt tweemaal per jaar een update en voor deze stoffen.

4

5

Wetgeving voor nooddouches: zes belangrijke aanbevelingen

De wetgeving voor nooddouches bevat veel technische richtlijnen ten aanzien van de veiligheid, maar schiet in de praktijk tekort. Welke zes zaken ontbreken er in de normering?

Flowcytometrie: historie, werking, toepassingen en innovaties

Flowcytometrie bestaat sinds de jaren ’50 en wordt veel ingezet om cellen razendsnel te analyseren in een vloeistof, zoals cellen in bloed. Deze techniek heeft toepassingen in zowel de diagnostiek als in research.

Retentietijd naar Chinees model?

Wat is de retentietijd van personeel en dus kennis in en om het lab? Welke dingen hebben we nodig om lang inzetbaar te blijven en waar kunnen de overheid en EU helpen? En wat is qua retentietijd over zijn houdbaarheidsdatum heen? Voor de labgeeks: retentietijd is ook een chromatografiebegrip – hoelang duurt het voordat verbindingen worden vastgehouden op de kolom? Ik heb een chromatografieachtergrond, dat was voor mij ook het haakje toen ik de term terugzag bij het lezen van het rapport van Mario Draghi over de toekomst van de Europese concurrentiekracht. Het is een aanrader voor iedereen die wil weten wat er goed gaat en wat er verbeterd kan worden in de EU. Groene vinkjes: onze export gaat goed. Dat geldt ook voor de participatie van vrouwen in het werkproces. Ook scoren we op de beschikbaarheid van relatief goede gezondheidszorg. Rood vinkje: waar we in de EU méér dan een tandje bij moeten zetten is het verhogen van de productiviteit. Dat laatste gebeurt in het lab al volop, denk aan automatisering. Maar wat kunnen we nog meer om productiever te worden en waar we goed in zijn vast te houden? (Weer die retentietijd). Allemaal een bedrijfje starten lijkt me niet realistisch, maar wellicht meer ondernemerschap tonen? De 9-tot-5-mentaliteit wat loslaten? Dit is wel een labdingetje. Meer inzetten op vernieuwing? Het lab is best conservatief … over retentietijd gesproken. Innoveer! Meer gebruikmaken van bestaande en nieuwe tools zoals kunstmatige intelligentie? Eén van de vorige columns van Jules Hoenderop is al met AI geschreven. Sluit de ogen niet voor dit soort ontwikkelingen. Het kan veel brengen. Daarin is de wil om te veranderen een belangrijke. Ik moet voor mijn werk bij PANalytical regelmatig naar het Verre Oosten. Ik was dit najaar nog in China en daar zag ik grote veranderingen in het straatbeeld en de industrie. Waar 5 jaar geleden Beijing en Shanghai nog stonken en er veel smog was, is er nu schone lucht! Er rijden voornamelijk elektrische auto’s, de snelheid waarmee dit is doorgevoerd is echt ongelofelijk. China heeft natuurlijk een ander politiek systeem, maar toch … Ook zijn er grote chemische faciliteiten gebouwd met oppervlaktes van vele vierkante kilometers, waarin CO2 van verschillende industrieën weer wordt hergebruikt voor nieuwe chemicaliën en polymeren. Dat soort stappen zetten, en vasthouden (weer die retentietijd), daar zijn ze daar toch voortvarender in dan hier in Europa.

Dus ja, zeg het maar hoe we de productiviteit gaan verhogen en waar we op moeten inzetten om dit soort transformaties door te voeren. Het Chinese model gaat hier niet werken. Maar hoe dan wel? Wel iets om goed over na te denken als we de goede dingen van onze Europese samenleving willen behouden en de verbeterpunten niet achterwege willen laten.

Taco van der Maten adviseert de redactie van LABinsights

LabAutomation:

bezoek LabAutomation en blijf up-to-date in labautomatisering

Het LabAutomation event op 11 maart 2025 in Congrescentrum 1931 toont de laatste ontwikkelingen en innovaties in laboratoriumautomatisering. Deze inspirerende dag laat zien hoe automatisering kan bijdragen aan een efficiëntere, nauwkeurigere, en snellere werkomgeving.

Redactie: LABinsights

Met interessante lezingen, praktische oplossingen en het delen van kennis word je tijdens LabAutomation 2025 in een dag up-to-date in labautomatisering. Lezingen en de exposantenbeurs bundelen praktijk en techniek in een compacte opzet.

In het kort

Datum: 11 maart 2025

Tijd: 9:00 tot 17:00

Locatie: Congrescentrum 1931, Den Bosch

Schrijf je in voor een kosteloos bezoek via de website. Houd de website in de gaten voor het programma en om in te schijven LabAutomation - FHI, federatie van technologiebranches.

Wat kun je verwachten?

Tijdens dit eendaagse event vind je op de informatiemarkt robots, geautomatiseerde systemen, softwareoplossingen en voorbeelden van systeemintegratie om laboratoria in hun automatiseringsbehoefte voorzien. Het uitgebreide seminarprogramma inspireert je om zelf aan de slag te gaan. Diverse sprekers delen hoe zij met succes hun processen hebben geautomatiseerd. Verder volg je lezingen over het belang van standaarden en de toepassing daarvan in dataverwerking, de rol van kunstmatige intelligentie en de integratie van systemen.

Dit neem je na het event mee naar huis:

X Nieuwe kennis over automatiseringsoplossingen

X Inspiratie om zelf aan de slag te gaan met automatisering

X Een uitgebreid netwerk van collega’s en professionals uit de branche

X Praktische tips om problemen aan te pakken

Kom in contact met de branche

Het LabAutomation event is niet alleen een platform voor de nieuwste technologieën, maar is ook een uitgelezen kans om in contact te komen collega’s uit de branche. Deel je kennis en ervaringen, breid je professionele netwerk uit en ontdek samen hoe de toekomst van laboratoriumautomatisering eruit ziet.

“AI en chemie zijn een briljante combinatie”

Hoogleraar fysisch-organische chemie Wilhelm Huck ontwikkelt een volledig geautomatiseerd laboratorium dat chemie combineert met kunstmatige intelligentie (AI). Hier worden de materialen van de toekomst ontworpen – een doorbraak in de materialentransitie.

Redactie: LABinsights

Met bijna 100 miljoen euro aan financiering van het Nationaal Groeifonds ontwikkelt Wilhelm Huck zijn robotlaboratorium van de toekomst dat de materialentransitie een boost moet geven. “Er komt een enorme materialentransitie aan”, vertelt de hoogleraar fysisch-organische chemie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Met de groeiende noodzaak om fossiele grondstoffen achter ons te laten, worden nieuwe materialen essentieel. De traditionele trial-and-error-aanpak in de chemie kan het tempo niet bijbenen. “AI stelt ons in staat om verder te zoeken dan we gewend zijn, wordt niet beperkt door achtergrondkennis en kan buiten het bestaande zoekgebied treden.”

‘AI wordt niet beperkt door achtergrondkennis en kan buiten het bestaande zoekgebied treden’

Robotlab combineert AI met chemie

In wat een revolutionair robotlaboratorium moet worden, komen straks robots en AI samen om chemie volledig te automatiseren en het ontwikkelen van biobased materialen te versnellen. “We moeten in allerlei toepassingen heel snel nieuwe verbindingen introduceren, die uiteindelijk hetzelfde effect hebben. Dat is moeilijk, omdat de eigenschappen van mengsels lastig te voorspellen zijn. Daarom denk ik dat AI en chemie echt een briljante combinatie zijn.”

Het lab gebruikt zelfsturende modules die moeten gaan samenwerken in een geïntegreerd systeem. “Ze voeren experimenten zelfstandig uit en genereren zo veel mogelijk data met zo min mogelijk stappen. We zitten nu in de fase waarin we kleinere robots en systemen bestellen en testen om over zeven jaar een volledig geïntegreerd en geautomatiseerd lab te hebben.”

Biobased materialen nooit identiek

Volgens Huck brengen biobased materialen unieke uitdagingen met zich mee. “We ontwikkelen nu producten op basis van goed gedefinieerde verbindingen die we uit de fossiele industrie krijgen. Schoon, precies gedefinieerd en reproduceerbaar.

‘ In de toekomst voeren wetenschappers geen experimenten meer uit ’

Altijd hetzelfde. Biobased materialen zijn nooit identiek. Neem bijvoorbeeld de suikerbiet. Suikerbieten uit Nederland zijn toch anders dan die uit Frankrijk. Uiteindelijk wil je dus robuustere producten ontwerpen, die nog steeds goed zijn als er een kleine afwijking is.”

Een van de toepassingen waar het robotlab momenteel aan werkt, is de ontwikkeling van alcoholvrij bier. “Samen met een bierproducent ontwikkelen we een proces om bier te maken dat ruikt en smaakt als een normale variant, maar geen alcohol bevat”, legt Huck uit. “In een baanbrekend project proberen we nu duizenden varianten te maken om in de buurt te komen van het gewenste product. In de toekomst hopen we dat je simpel-

weg het gewenste geur- en smaakprofiel kunt beschrijven, en dat de AI dan de ingrediënten bepaalt en deze precies goed mengt.”

Het lab is een co-creatie met de industrie. “Wij willen oplossingen ontwikkelen waar de industrie iets aan heeft. Daarom betrekken we bedrijven vanaf het begin bij het proces en vertalen we hun problemen naar praktische oplossingen.”

Onderzoeker wordt multi-disciplinair

Het robotlab verandert niet alleen de chemie, maar ook de rol van de onderzoeker. “In de toekomst voeren wetenschappers geen experimenten meer uit,” voorspelt Huck. “Ze formuleren hypothesen, terwijl robots en AI de uitvoering en analyse overnemen. We komen steeds verder af te staan van de praktische uitvoering en we gaan meer nadenken over het probleem dat we willen oplossen.”

Hij vervolgt: “Wetenschappers hebben daarom kennis nodig van meerdere disciplines, zoals chemie en programmeren. Of ze werken in teams waar verschillende expertises samenkomen.” AI maakt het bovendien mogelijk om vrijer te denken. “We werken nu vaak binnen de beperkingen van wat praktisch mogelijk is. Als die grenzen verdwijnen, ontstaan oplossingen waar we nu niet eens over na durven denken.”

Magnetrondestructie en -extractie biedt labs mllieuvoordelen. Hierover zegt Maarten Schouffoer (accountmanager Salm en Kipp) : “Voor ons komt de Ethos X microwave goed uit de bus als we het hebben over een duurzame keuze.”

Minder oplosmiddel-, water- en energieverbruik, meer ruimte en tijdwinst

Monstervoorbewerking met magnetron biedt milieuvoordelen

De milieuvoordelen van monstervoorbewerking met de magnetron zijn niet dagelijks top of mind, maar kunnen wel interessant zijn. Zeker in een tijd waarin je als laboratorium mee moet met alle maatregelen rondom vergroening en verduurzaming. Door traditionele destructies en extracties te vervangen door de ‘magnetronversie’ kun je mooie stappen nemen in afvalvermindering, energieverbruik en tijdwinst. En het bespaart zelfs ruimte.

Vanessa Appelman | Fotografie: Salm en Kipp

De milieuvoordelen van monstervoorbewerkingstechnieken zijn waarschijnlijk niet je dagelijkse prioriteit als labmanager. Je bent niet continu bezig met de verduurzaming van je lab. Wel met je team, de planning, kosten en efficiëntie. En hier kan de voorbewerking van je monsters wel degelijk een rol in spelen. Door traditionele destructie, extractie en verassing met een magnetron uit te voeren verminder je namelijk afval, energieverbruik, ruimte en tijd.

Verduurzaming van je laboratorium

Nu alle laboratoria zich moeten conformeren aan de nieuwe Europese CSRD-richtlijn, is het interessant om te kijken naar de kleine – milieubewuste – stappen die je als lab zelf kunt zetten. Ook om kosten te besparen is het nuttig om eens kritisch naar je procedures te kijken. Met de juiste keuzes kun je namelijk al snel 10-20% op je energieverbruik besparen.

Eén van de stappen die je kunt overwegen is het ‘vergroenen’ van je monstervoorbewerking door traditionele methodes te vervangen door een magnetronmethode, zoals de Ethos X extractie-microwave. Hiermee bespaar je niet alleen op oplosmiddel-, water- en energieverbruik, het levert bovendien veel tijdwinst en zelfs ruimte op.

Microwave duurzame keuze

Maarten Schouffoer (accountmanager Salm en Kipp): “Het hangt natuurlijk wel van je applicatie af of je er iets mee kunt, maar het kan geen kwaad om de mogelijkheden eens naast elkaar te leggen. Voor ons komt de Ethos X-microwave goed uit de bus als we het hebben over een duurzame keuze. Op het moment dat je nieuwe apparatuur aanschaft, kun je deze monstervoorbewerkingsmethode prima inzetten als milieuvriendelijker variant. Een duurzamer apparaat is een mooi bijkomend voordeel op de kostenbegroting.”

“Daarbij zitten de kosten niet zozeer in de prijs van het apparaat, maar juist in de zaken die je niet meer nodig hebt en waar je dus op kunt besparen [zie kader 1, red.].” Ik zie op veel laboratoria de apparatuur, zoals kookplaatjes, ovens en afzuig- en flowkasten ‘altijd aan’ staan. Natuurlijk hangt dit af van het soort analyse of van het onderzoek, maar als je dan gangen vol labapparatuur hebt, kan een kleine aanpassing toch al een hele hoop energie(kosten) schelen.”

‘ In vergelijking met de traditionele Soxhletextractietechniek staat een Ethos X-extractie magnetron veel minder lang aan’

Voordelen van extractie met Ethos microwave bij diverse bepalingen:

X Environmental extractie

• Hoge monsterdoorvoer

➜ Rotor met 24 glazen buizen van 100 mL (fastEX-24eT rotor

➜ 24 extracties in 60 minuten

➜ Tijdsbesparing tot 80%

X Vetextractie (vetbepaling)

• Hydrolyse en extractie in één run

➜ 15 monsters in één run ( SR15eT rotor)

➜ 60 minuten extractie voor (Crude/vrij vet)

➜ 60 minuten extractie  incl. hydrolyse in SR15eT rotor voor totaal vetbepaling

➜ Totaal vetbepaling, 15 monsters in 3 uur (extractie in SR15 eT rotor + indampen en drogen in RAR 15 rotor

➜ Tot 75% tijdsbesparing in analysesnelheid

• Minimaal 60% besparing op oplosmiddelen en afval

➜ Circa 30 mL oplosmiddel per extractie/ monster

X Contaminanten in voedsel

• Verzeping en extractie in één run

➜ 60 minuten extractie incl. verzeping voor 15 monsters in SR15eT rotor

➜ 60 minuten extractie zonder verzeping voor 24 monsters in fastEX-24eT rotor (afhankelijk van de applicatie)

➜ Minimaal 60-75% tijdsbesparing op de extractie (monstervoorbereiding)

• Minimaal 60-70% besparing op oplosmiddelen

➜ 10-30 mL oplosmiddel voor extractie/ monster (afhankelijk van de applicatie)

Vaatjes van Teflon zijn herbruikbaar en dus duurzaam.

Magnetron-monstervoorbewerking op het lab

“In vergelijking met de Soxhlet-extractietechniek staat een Ethos X-extractiemagnetron veel minder lang aan. En door te werken met gesloten vaatjes (vessels) kost het minder energie om het apparaat op temperatuur te houden. Je kunt hiermee wel 15 tot 24 onafhankelijke monsters per uur in behandeling nemen, waar een Soxhletopstelling een halve of hele dag staat te refluxen. Daarnaast kun je het gebruik van oplosmiddel tot een factor 10 verkleinen en dat is – zeker bij een contractlab met duizenden monsters – ontzettend veel.”

Je bespaart dus op energie, tijd en oplosmiddelen, maar een magnetron neemt ook veel minder ruimte in dan bijvoorbeeld tien of twintig Soxhlets. De vessels zijn van Teflon of glas en dus volledig herbruikbaar. Bovendien gebruikt een magnetron helemaal geen water. “Mocht het binnen je lab en applicaties passen, dan zou ik een overstap adviseren”, zegt Schouffoer.

Besparingen door gebruik van magnetron op het lab:

• 80% energiebesparing

• 100% waterbesparing (geen waterkoeling nodig)

• 60% tot 80% besparing van oplosmiddelen (afhankelijk van applicatie)

• 60% tot 80% besparing op afval (afhankelijk van applicatie)

• 60% tot 80% tijdsbesparing (afhankelijk van de analyse)

Alternatief voor destructie/extractietechniek

Een magnetron is een goed alternatief voor de meeste destructie- en extractietechnieken en is ook prima te gebruiken om te verassen bij een temperatuur van > 600 oC. Hierbij hoeft het apparaat niet continu aan te staan, maar slechts de tijd van het proces, dat vele malen korter is dan bij conventionele technieken. Bovendien warmt het apparaat een stuk sneller op dan een oven, wat het gehele traject van ruw monster tot resultaat verkort.

De extractiemagnetron biedt een duurzame en goede methode voor diverse bepalingen binnen de agro-, food- en milieulabs, zoals vetextractie (vrij, totaal, FAME), voedselcontaminanten (PCB, dioxines MOSH, MOAH) en environmental extractie van bodemmonsters (PCB, PAH, dioxines, pesticides, et cetera). De Ethos microwave wordt bij meerdere bedrijven succesvol ingezet, zelfs voor R&D.

Betere en duurzamere apparatuur

Schouffoer: “De huidige analysetechnieken zijn heel nauwkeurig en worden steeds beter en sneller. Dus niet zozeer de analyse, maar de monstervoorbewerking is de essentiële stap voor een betrouwbare meting. De grootte van je monster maakt in veel gevallen niet meer zo veel uit, wel de homogeniteit ervan. Een goede monstername in combinatie met de juiste monstervoorbereiding (malen en drogen) maakt een magnetron voor veel toepassingen op het lab geschikt.”

Waarom er dan nog niet op elk lab een microwave staat?

Schouffoer: “Wij zien wel dat er een omslag bezig is in de aanschaf van betere en duurzamere apparatuur. Maar dat kan niet altijd en is ook niet zo 1-2-3 gedaan. Vooral de commerciële labs kunnen niet zomaar nieuwe technieken inzetten, omdat de meeste analyses als het ware ‘vast’ zitten aan de bestaande procedures en eisen van de klant. Daarnaast duurt het lang voordat nieuwe methodes zijn opgezet en goedgekeurd. Maar elke stap naar meer toekomstbestendige labs is er één.”

Magnetronkamer van de Ethos X met herbruikbare teflon vaatjes.

Life Science event 2025:

de laatste trends in celbiologie

Voor de laatste trends en ontwikkelingen in de levenswetenschappen – en specifiek de celbiologie – ga je naar Life Science event op 13 februari bij FHI in Leusden. Werk aan je netwerk en volg de interactieve workshops, en volg boeiende lezingen.

Het lezingenprogramma zoomt in op drie verschillende toepassingen van de celbiologie. Sprekers van UMCG, Galapagos en Brandwondencentrum Beverwijk delen hun kennis binnen dit vakgebied.

Organoïd-onderzoek

Het seminarprogramma zoomt in op drie verschillende toepassingen binnen de celbiologie. Het middagprogramma biedt workshops over 3D-celkweek, ergonomie, duurzaamheid, decontaminatie en pipetteren.

Hoogleraar Rob Coppes van Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), vertelt over zijn onderzoek naar speekselkliertransplantatie. Deze behandeling kan schade aan speekselklieren na bestraling in het hoofd- en halsgebied herstellen. Voor de behandeling halen Coppes en zijn team de stamcellen uit de speekselklieren, om deze vervolgens op te kweken en na bestraling terug te plaatsen.

CAR T-celtherapie studie

Brigitta Witte, Hoofd EU Technical Support Cell Therapy vertelt namens Galapagos over het onderzoek naar CAR T- celtherapie. Dit is een vorm van immuuntherapie met eigen witte bloedcellen (T-cellen) waarop een speciale receptor of 'CAR' wordt geplaatst. Dit maakt dat deze cellen toch in staat zijn om kankercellen te herkennen en te vernietigen. Dit biedt perspectief aan patiënten met een slechte prognose. Galapos’ gedecentraliseerde benadering bekort het celtherapieproces tot zeven dagen.

Proefdiervrij testmodel voor kweekhuid

Patrick Mulder, wetenschappelijk onderzoeker voor Brandwondencentrum Beverwijk, gaat in op de keuze voor kweekhuid als proefdiervrij testmodel voor brandwondenonderzoek. Er is een protocol ontwikkeld om huidcellen te kweken tot een huidmodel met meerdere huidlagen. Voor wondgenezingsstudies en het

testen van het effect van (nieuwe) geneesmiddelen zijn dankzij dit model proefdieren overbodig. Inmiddels wordt de kweekhuid verder ontwikkeld voor proefdiervrij onderzoek aan haren, bloedsomloop en ontstekingscellen.

Workshops

Deze drie workshops zijn praktisch ingestoken om direct toe te passen in de werksituatie:

3D celkweek: het nabootsen van in vivo menselijke omgevingen. Deze workshop verkent bewezen technologieën voor 3D-celkweek om behandelmethodes te onderzoeken en ziektes te modelleren. Aan de orde komt de overgang van 2D- naar 3D- celkweek.

Ergonomisch pipetteren voor een betere analyse : in het pipetteerproces is er veel om rekening mee te houden. In deze workshop staat ergonomisch pipetteren centraal om goede analyseresultaten te garanderen.

Van handmatige beeldvorming naar geautomatiseerde microscopie: tijdens deze workshop komst geautomatiseerde microscopie aan bod. Ontdek hoe je tijd bespaart en hoe je de kwaliteit en integriteit van je gegevens verbetert.

In het kort

Datum: 13 februari 2025

Tijd: 09.00 - 15.30 uur

Locatie: FHI, Leusden

Schrijf je kosteloos in voor een bezoek aan het Life Science event. Houd de website in de gaten om op de hoogte te blijven van het programma: fhi.nl/lifescience

Brink en PM² verder onder één naam

Natuurlijke koudemiddelen (foto: Salm en Kipp).

Vanaf 1 januari 2025 gaan Brink en PM² samen verder onder de naam Brink. Na de overname van PM² door Brink in september 2023, en een tijdelijke voortzetting onder de eigen naam, wordt de integratie nu volledig. Brink versterkt hiermee haar positie in de markt van hoogwaardige laboratoriumomgevingen en cleanrooms. Met meer dan 50 jaar ervaring als toonaangevend advies- en managementbureau in de gebouwde omgeving biedt Brink nu de grootste expertisegroep in Nederland voor technisch complexe laboratoria en cleanrooms, met een focus op hightech en biosciences.

Adriaan Visser, directievoorzitter van Brink, benadrukt dat de integratie de strategische focus op technisch en bestuurlijk complexe opgaven versterkt. De samenwerking tussen Brink en PM² heeft een solide basis gelegd in de markt, wat nu extern zichtbaar wordt. Rob Mulder en Bas van Halen, oprichters van PM², onderstrepen dat de complementaire samenwerking de herkenbaarheid en de waarde voor opdrachtgevers in laboratoriumomgevingen vergroot.

Per 1 januari doen Mulder en Van Halen een stap terug, terwijl Erwin Verkooijen en Tom Wiardi de dagelijkse leiding overnemen van de expertisegroep Laboratoria en cleanrooms. Met de integratie breidt Brinks marktdekking uit in zowel de (semi)publieke als private sector, waardoor Brink haar opdrachtgevers nog beter kan adviseren en begeleiden in alle fasen van het bouwproces.

Brink, +31 30 30801180 t.wiardi@brink.nl, www.brink.nl/laboratoria-en-cleanrooms

Natuurlijke koudemiddelen voor vriesdrogers

Martin Christ, een toonaangevende fabrikant van vriesdroogsystemen, bevestigt dat alle laboratorium- en pilotvriesdrogers voortaan standaard met natuurlijke koudemiddelen worden geleverd. Dit zorgt voor prestaties met een verminderde ecologische voetafdruk. Dr. Frank Harms, managing director, bevestigt dat na jaren van afbouw van klimaatschadelijke koudemiddelen Martin Christ deze transitie heeft voltooid, zodat klanten nu milieubewuster kunnen werken. Laboratoria streven ernaar hun milieubelasting te verminderen, echter nadrukkelijk zonder concessies te doen aan kwaliteit en efficiëntie.

De laboratoriumvriesdrogers zijn voorzien van natuurlijke koudemiddelen, terwijl voor pilot- en productiesystemen flexibele

configuraties worden aangeboden. De keuze voor een koudemiddel wordt afgestemd op factoren zoals toepassingsscenario’s, milieueisen en technische specificaties. Martin Christ geeft advies bij het kiezen van de beste oplossing voor specifieke behoeften.

Salm en Kipp, +31 346 269090 info@salm-en-kipp.nl, www.salmenkipp.nl

Veelzijdige magneet- en bovenroerders

Assortiment IKA magneet- en bovenroerders (foto: Dijkstra Vereenigde).

IKA biedt een uitgebreid assortiment magneetroerders en laboratoriumroerders, speciaal ontworpen voor diverse professionele toepassingen binnen de laboratoriumsector. Voor roer- en mengtaken biedt IKA de ideale magneetroerder – beschikbaar met of zonder verwarmingsfunctie – geschikt voor volumes van 100 ml tot 300 liter per batch. Of het nu gaat om open of gesloten vaten, deze magneetroerders voeren zelfs complexe taken met gemak uit. Ze regelen de mediumtemperatuur nauwkeurig en efficiënt met een contactthermometer. Ze kunnen gelijktijdig in maximaal 36 vaten meerdere syntheses uitvoeren.

Voor lage tot hoge viscositeiten biedt IKA eveneens een roerder, geschikt voor het verwerken van volumes tot 200 liter. De laboratoriumroerders van IKA zijn uitgerust met essentiële functies, waaronder een elektronisch veiligheidscircuit, een digitaal display, twee snelheidsbereiken, een insteekbare roerschacht en een besturingsoptie via de labworldsoft-laboratoriumsoftware.

Dijkstra Vereenigde, +31 320 266100 laboratorium@dijkstra.net, www.dijkstra.net

V.l.n.r. Tom Wiardi (PM²), Peter Timmermans (Brink), Bas van Halen (PM²) en Rob Mulder (PM²) (foto: Brink).

Nieuwe SZW lijst per 2 januari 2025 gepubliceerd via de Staatscourant

In Nederland sterven er jaarlijks 3.000 mensen door blootstelling aan gevaarlijke stoffen op de werkplek. De kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische (CMR) stoffen behoren tot de meest schadelijke stoffen. Met ruim 2.100 slachtoffers per jaar is kanker de meest voorkomende beroepsziekte. Het is wettelijk verplicht om de inventarisatie van CMR-stoffen op orde te hebben en te houden. Om deze stoffen in beeld te krijgen publiceert de overheid tweemaal per jaar (januari en juli) een nieuwe versie van de SZW-lijst.

SZW-lijst per 2 januari 2025

Op de SZW-lijst staan de kankerverwekkende stoffen en processen, mutagene stoffen en de voortplanting giftige stoffen. Voor deze stoffen geldt naast de actieve vervangingsplicht ook een aanvullende registratieplicht.

Kankerverwekkende stoffen en processen

Hieronder een overzicht van de wijzigingen in de categorie van kankerverwekkende stoffen en processen op de SZW-lijst van 2 januari 2025, gepubliceerd via de Staatscourant:

X acetonoxim (CAS nummer: 127-06-0)

X benthiavalicarb-isopropyl (ISO) (CAS nummer: 177406-68-7)

X meerwandige koolstofbuizen (synthetisch grafiet in buisvorm) met een geometrische buisdiameter ≥ 30 nm tot < 3 μm en een lengte ≥ 5 μm en een dimensieverhouding > 3:1, met inbegrip van meerwandige koolstofnanobuizen, MWC(N)T

Mutagene stoffen

Deze stof is toegevoegd aan de lijst van mutagene stoffen.

X N,N’-methyleendiacrylamide (CAS nummer: 110-26-9)

Reprotoxisch giftige stoffen

Met ingang van 21 mei 2024 gelden strengere regels voor kankerverwekkende en mutagene stoffen ook voor de voortplanting (reprotoxisch) giftige stoffen. Dit zijn de wijzigingen met betrekking tot deze stoffen op de meest recente SZW-lijst:

X benthiavalicarb-isopropyl (ISO) (CAS nummer: 177406-68-7 )

X 2-(dimethylamino)- 2-[(4-methylfenyl) methyl]-1-[4-(morfoline-4-yl)fenyl]butaan-1-on (CAS nummer: 119344-86-4)

X reactiemassa van 1,3-dioxaan-5-ol en 1,3-dioxolaan-4-ylmethanol

X fenpropidin (ISO) (CAS nummer: 67306-00-7)

X hexylsalicylaat (CAS nummer: 6259-79-3)

X natrium-3-(allyloxy)- 2-hydroxypropaansulfonaat (CAS nummer: 52556-42-0)

X natriumperboraat (CAS nummer: 15120-21-5)

X natriumperoxoboraat

X natriumperoxoboraat, hexahydraat

X natriumperoxometaboraat (CAS nummer: 7632-04-4)

X perboorzuur (H3BO2(O2)), mononatriumzout trihydraat (CAS nummer: 13517-20-9)

X perboorzuur (HBO(O2)) natriumzout, monohydraat (CAS nummer: 10332-33-9)

X perboorzuur (HBO(O2)), natriumzout, tetrahydraat (CAS nummer: 10486-00-7)

X perboorzuur natriumzout (CAS nummer: 11138-47-9)

X perboorzuur natriumzout, monohydraat (CAS nummer: 12040-72-1)

X perboorzuur, natriumzout, tetrahydraat (CAS nummer: 37244-98-7)

X pyraclostrobin (ISO) (CAS nummer: 175013-18-0)

X tert-butyl-2-ethylperoxyhexanoaat (CAS nummer: 3006-82-4)

X trimethylboraat (CAS nummer: 121-43-7)

X massief zilver: [deeltjesdiameter ≥ 1 mm] (CAS nummer: 7440-22-4)

X nanozilver: [deeltjesdiameter > 1 nm ≤ 100 nm] (CAS nummer: 7440-22-4)

X zilverpoeder: [deeltjesdiameter > 100 nm < 1 mm] (CAS nummer: 7440-22-4)

Veilig werken met CMR-stoffen

De nieuwe SZW-lijst ontvangen in Excel of meer weten over het beleid van CMR-stoffen op de werkplek voor organisaties in Nederland? Neem dan contact met ons op.

ITIS, +31 88 804002 info@itis.nl, www.itis.nl

Veilig bulkvriesdrogen van API’s

Voor bulkvriesdrogen zijn Lyoprotect Trays en Lyoprotect Bags beschikbaar. De Trays zijn leverbaar in aluminium, op maat gemaakte roestvrijstalen uitvoeringen en als containers voor eenmalig gebruik. De Lyoprotect Bags zijn ontworpen voor zowel bulkverwerking als direct vullen. De productlijn varieert in vulvolumes van 10 ml tot 6.000 ml.

Tijdens het vriesdroogproces lopen producten risico op blootstelling aan virussen, zwevende ziektekiemen en deeltjes, met aanzienlijke kosten en tijdverlies als gevolg. Vooral bij het vriesdrogen van actieve farmaceutische ingrediënten (API’s) is

het van belang om deze risico’s te minimaliseren. Teclen heeft hiervoor het Lyoprotect-membraan ontwikkeld, dat ongewenste deeltjes buiten houdt terwijl het damp doorlaat, zodat de sublimatie ongestoord verloopt.

Salm en Kipp, +31 346 269090 info@salm-en-kipp.nl, www.salmenkipp.nl

Flexibele zuurkast

De CT Pro-zuurkasten combineren veiligheid, efficiëntie en flexibiliteit in laboratoria van elke omvang. Dankzij geavanceerde koolstoffiltratie is een externe afvoer niet nodig, zodat de kasten vrijwel overal in de werkruimte kunnen worden geplaatst. Het recirculatiesysteem zuivert de lucht effectief van schadelijke dampen en deeltjes, wat bijdraagt aan een schonere werkomgeving en kostenbesparingen oplevert.

De CT Pro biedt keuze uit 10 verschillende koolstoffilters en de mogelijkheid om koolstof- en HEPA-filters te combineren, waardoor de kast aan specifieke behoeften kan worden aangepast. Het energiezuinige filtersysteem verlengt de levensduur van de filters, verlaagt operationele kosten en vermindert onderhoud. Het intuïtieve touchscreen maakt het eenvoudig om de luchtstroom aan te passen en de status van het filtersysteem te controleren, waarmee nauwkeurige controle en beheer van de werkomgeving mogelijk zijn. Deze innovatieve zuurkasten

Teclen Lyoprotect Tray (foto: Salm en Kipp).

optimaliseren werkprocessen en bieden een duurzame oplossing voor laboratoria die hoge eisen stellen aan veiligheid en gebruiksgemak.

DUPA Veiligheidstechniek, +31 76 20430150 info@dupa.nl, www.dupa.nl

NIR-techniek versus klassieke methode

De Near-Infrared Spectroscopy (NIR)spectrometer Finder SD Rotator (foto: Wilten Instrumenten).

Kritische procesparameters worden snel en permanent geregistreerd met de Near-Infrared Spectroscopy (NIR)-spectrometer Finder SD Rotator. De stof- en waterbestendige analyzer kan op elke werkplek en voor verschillende functies worden ingezet. De rotator voor monsters, bijvoorbeeld in een petrischaal, levert reproduceerbare resultaten. Dankzij de kalibratienormen van het instrument controleert het systeem zichzelf voortdurend of wordt het opnieuw gekalibreerd. Een snelle en eenvoudige integratie in gebruikersspecifieke toepassingen is mogelijk met HiperScan instrumentdrivers.

NIR is een analytischetechniek die de chemische samenstelling van materialen bepaalt door interactie met nabij-infrarood licht. De techniek is snel, voert metingen in realtime uit en vereist minimale voorbereiding. Bovendien is NIR een niet-destructieve techniek. Het proces is geschikt voor verschillende materialen, is direct integreerbaar in productieprocessen en kan meerdere componenten in een complex mengsel tegelijkertijd analyseren. Daarnaast is NIR milieuvriendelijk, omdat het geen gevaarlijke chemicaliën gebruikt. Hoewel NIR veel voordelen heeft, zijn er situaties waarin klassieke methoden geschikter zijn.

Wilten Instrumenten, +31 076 5086500 info@wilten.nl, www.wilten.nl

De CT Pro zuurkast (foto: DUPA Veiligheidstechniek).

LAB AGENDA

BEURS, CONGRES, SEMINAR

13 februari 2025

Life Science Event

fhi.nl/lifescience

1-5 maart 2025

Pittcon 2025 Conference + Expo pittcon.org/

11 maart 2025

Lab Automation

fhi.nl/labautomation

20-21 maart 2025

Laborama Expo expo.laborama.be

20 mei 2025

LabSafety fhi.nl/labsafety

23-25 september 2025

LabNL

fhi.nl/labnl

CURSUSSEN

10 en 11 februari

Statistiek en methodevalidatie voor medische laboratoria

QAducation, www.qaducation.nl

11 februari

Risicogestuurd auditen

QAducation, www.qaducation.nl

13 februari

Validatie van Excel Spreadsheets in laboratoria

QAducation, www.qaducation.nl

18 februari-8 april

Weefselkweek bij planten

HAN_University of Applied Science, www.hanuniversity.com

4 maart-27 mei

Hematologie

CBD - Hogeschool Leiden, www.hsleiden.nl

10-12 maart

Inleiding in de capillaire GC (niveau 1) Avans+, www.avansplus.nl

10-31 maart

Resultaatgericht communiceren in laboratoria QAducation, www.qaducation.nl

11, 12 en 25, 26 maart

Praktische statistiek voor het laboratorium (incl Excel) QAducation, www.qaducation.nl

11-12 maart

De kwaliteit van een succesvol team QAducation, www.qaducation.nl

13 maart

Risicogebaseerd denken QAducation, www.qaducation.nl

13 maart

Peptidesynthese-workshop in België BioSPX, www.biospx.com

14 maart-23 mei

Immunohistocytochemie

CBD - Hogeschool Leiden, www.hsleiden.nl

17, 18 en 29 maart

Kwaliteitszorg voor kwaliteitscoördinatoren QAducation, www.qaducation.nl

18 maart-20 mei

Macroscopie van de huid

CBD - Hogeschool Leiden, www.hsleiden.nl

20 maart

Onzekerheidsbijdrage van bemonstering QAducation, www.qaducation.nl

24-25 maart

Kwaliteitsborging van informatietechnologie in laboratoria QAducation, www.qaducation.nl

25 maart-13 mei

Teamgericht leidinggeven CBD - Hogeschool Leiden, www.hsleiden.nl

26-28 maart

Atomaire emissiespectrometrie met ICP Avans+, www.avansplus.nl

1-2 april

Validatie en meetonzekerheid in de microbiologie QAducation, www.qaducation.nl

X Special LABORAMA, alles wat je wilt weten voor je bezoek aan de Brusselse laboratoriumvakbeurs op 20 en 21 maart

X Antibioticaresistentie: de laatste wetenschappelijke inzichten in deze complexe, microbiologische problematiek

X qPCR en PCR: de laatste ontwikkelingen en technische tips

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.