test Kiwa FSS de betrouwbaarheid van sprinklerkoppen
Het aantrekken van jong talent, of beter gezegd ‘hoe lastig dat is’, was in de wandelgangen een van de topics tijdens WoTS van 24 tot en met 27 september in de Jaarbeurs Utrecht. Natuurlijk, we spraken niet met alle 140 exposanten op Laboratoriumtechnologie, maar het ging er opvallend vaak hier over: ‘Wat er is godsnaam aan de hand is met onze jeugd? Ze willen niet werken, stellen wel veel eisen, en verwachten daar ook nog eens veel waardering voor’. Lastig, geef ik toe, en in bepaalde opzichten ook een nieuw fenomeen. Traditioneel ging het gros van de schoolverlaters na hun studie voltijds aan de slag en koos in dit soort aantallen niet bewust voor parttime. Je eerste baan, daar ging je keihard voor, zo maak je carrière.
Dit is echt veranderd. Jonge sollicitanten geven vaak direct bij hun eerste gesprek aan niet voltijds te willen werken, ook niet bij functies waar dit niet voor de hand ligt. Het is al snel geen 40 uur, maar 32 uur werken, maar wél voor het salaris van een voltijdse functie. Uiteraard met alle benefits, zoals een knappe auto van de zaak en heel veel flexibiliteit. Eenmaal aan het werk beklagen veel jeugdigen dat ze zich niet gewaardeerd voelen, gewend als ze zijn aan het voortdurend krijgen van likes in de huidige facebook-cultuur. Jongeren hebben klaarblijkelijk moeite met de eisen die aan ze worden gesteld in een werkend bestaan. Een heel aantal krijgt nog voor ze dertig zijn een burnout, omdat ze over hun ‘grenzen’ heengaan. De labsector heeft er daarmee een uitdaging bij in het aantrekken van jonge mensen. Exemplarisch is dat managers en personeelsfunctionarissen nu cursussen kunnen volgen hoe ze met de jeugd om moeten gaan. Dus hoe die te benaderen, hoe ze te scholen en in te werken, en hoe ze vast te houden. Want nieuw bloed is keihard nodig en schaars, maar dit kan niet tegen elke prijs.
We spraken een exposant die een functie had openstaan voor een medewerker buitendienst. Het eerste gesprek ging per video, puur om snel het kaf van het koren te kunnen scheiden. Dat ging best goed, waarop het divisiehoofd een vervolggesprek op locatie voorstelde. Het bedrijf zat in Breda, de sollicitant in Gorinchem, maar de sollicitant piekerde er niet over zo’n eind te komen rijden, dat kon ook wel in een call. Zijn tijd was kostbaar. Ik las de verbijstering nog in de ogen van deze exposant. Hij kon er met zijn kop niet bij. In de functieomschrijving stond toch duidelijk dat bij deze functie verwacht wordt dat je de nodige kilometers maakt. Met deze houding was het met deze kandidaat gelijk einde oefening.
Nu vraag ik mij af: is Gen Z, de eerste generatie die volledig opgroeide met computers, en vaak voor lui wordt versleten, nu echt zo hopeloos? Of is hier sprake van de klassieke generatiekloof? Eigenlijk is dit van alle tijden. Laat ik afsluiten met een nog altijd beroemde uitspraak van de Romeinse redenaar en politicus Cicero uit 63 voor Christus. In de Senaat in Rome schalde toen het ‘O tempora, o mores!’ Uit zijn mond. (‘Ach, wat een tijden, ach, wat een zeden!’). Je mag zelf invullen waarin het moraal verval der jeugdigen zich nu in belichaamt. Ik durf met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wel te voorspellen dat het ook dit keer wel zal goedkomen met die jongere generatie.
X Een blik terug op de hoogtepunten van WoTS 2024, vastgelegd in 20 foto’s.
X Flowcytometrie: geschiedenis, technische ontwikkelingen, werking en nieuwste trends.
X Zo test je de sproeikoppen van sprinklerinstallaties: reportage bij het gloednieuwe laboratorium van Kiwa FSS.
Zo test Kiwa FSS de betrouwbaarheid van sprinklerkoppen
Wim van Bijsterveldt, Manager Fire Safety Security bij Kiwa FSS, monteert sprinklers in het vloeistofbad voor het beproeven van een batch sprinklerkoppen.
(Foto: FOODnote)
Oktober 2024 60e jaargang www.labinsights.nl
Verschijnt 9x per jaar
Hoofdredactie: Vincent Hentzepeter, redactie@labinsights.nl, +31 6 20592436
Aan dit nummer werkten mee: Vanessa Appelman, Patrick Mulder, Ilse Bos
Eindredactie: Sylvie Hoyinck
Redactiecommissie: Dr Ineke Joosten (Senior Onderzoeker/Researcher Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Rijkserfgoedlaboratorium), Alex Muntendam (Manager Clinical Pharmacology and Bioanalytics bij Abbott), Bas van Driel (Business Development Manager Food Netherlands GBA), Jules Hoenderop (consultant Roche Diagnostics), Taco van der Maten (productmanager XRF Panalytical, chairman of the board of directors van ASTM International), Anita te Riet (Bergenius Labadvies), Han te Vaanhold (international sales representative Seastar Chemicals Inc.).
Media-advies: Erik ten Haaf, +31 297 223462, +31 6 10031781 erik@maxusmedia.nl Debbie van den Dool en Marion van Sinderen, +31 316 227155, sales@maxusmedia.nl
Vormgeving: Marjan Hammink, marjan@maxusmedia.nl
Abonnementen: SP Abonneeservice, Postbus 105, NL-2400 AC Alphen aan den Rijn. Tel +31 (0)88 1102028, abo@labinsights.nl. Abonnement Nederland 1 jaar € 295,-, 2 jaar € 395,-. Opzeggingen dienen 8 weken voor afloop van de abonnementsperiode in ons bezit te zijn. Vraag een proefnummer aan en/of neem een abonnement op de digitale editie en nieuwsbrief door u op www.labinsights.nl te registreren.
Druk: Veldhuis Media, Meppel
Uitgever: maXus media publishers, 1421 AC Uithoorn
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt worden in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch of door fotokopieën, opname, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur en/of de uitgever. ISSN: 2468-6417
Veilig werken op het lab: voorkom calamiteiten
8
Veilig werken op het laboratorium. We weten allemaal hoe dat moet. Toch komen zelfs op de meest succesvolle laboratoria calamiteiten voor. Breng veiliger werken daarom direct in de praktijk.
Risicogebaseerd denken biedt kansen in je laboratorium
20
Vóóraf bedenken wat er fout kan gaan in je lab, dat is waar risicogebaseerd denken om draait. Zo verbeter in 5 stappen je processen, voorkom je fouten en creëer je kansen.
Dit was WoTS 2024...
12
WoTS 2024 in de Utrechtse Jaarbeurs trok behoorlijke bezoekersaantallen richting hal 7 waar het labgebeuren plaatsvond. Woensdag en donderdag waren traditiegetrouw de drukste dagen.
Flowcytometrie: werking, toepassingen en innovaties
22
Flowcytometrie bestaat sinds de jaren ’50 en wordt ingezet om cellen razendsnel te analyseren in een vloeistof, zoals cellen in bloed. Deze techniek heeft toepassingen in zowel de diagnostiek als in research.
Nieuw Kiwa-laboratorium test sprinklers uit blusinstallaties
16
In twee jaar tijd heeft Kiwa Fire Safety & Security een compleet nieuw testlaboratorium opgezet voor het beproeven van sprinklers. Wim van Bijsterveldt coördineerde de ontwikkeling ervan.
Automatische monitoring bij Eurofins Proxy Laboratories
28
Met een nieuw systeem voor automatische monitoring en draadloze dataregistratie van het klimaat en procesparameters kan Eurofins Proxy Laboratories zijn meetprocessen beter borgen.
Betaalbare PFAS-testen beschikbaar
Cotecna Nederland lanceert met Pfastest.nu een nieuw platform waarmee consumenten betaalbare en betrouwbare PFAS-testen kunnen uitvoeren. Het laboratorium Nofalab, onderdeel van de NofaGroup en gevestigd in Schiedam, biedt deze diensten aan. De nieuwe testmethode is financieel toegankelijk voor een breed publiek.
De testen richten zich op het opsporen van PFAS-verontreiniging in verschillende contexten. De groente- en fruittest analyseert voedingsmiddelen op de aanwezigheid van deze schadelijke stoffen, wat van belang is voor een gezonde voeding. De eierentest richt zich op hobbyboeren die willen weten of hun eieren PFAS bevatten. De bodemtest biedt inzicht in mogelijke PFAS-vervuiling in moestuinen of landbouwgrond. Door deze laagdrempelige diensten kunnen consumenten gemakkelijk inzicht krijgen in de aanwezigheid van PFAS in hun leefomgeving, bijvoorbeeld in kinderspeelzandbakken.
PFAS, chemische stoffen die vaak in consumentenproducten worden gebruikt, kunnen schadelijk zijn voor zowel de gezondheid als het milieu.
Innovatief onderzoek naar proefdiervrije huidmodellen genomineerd voor prestigieuze prijs
Onderzoeker Patrick Mulder en zijn team ontwikkelen proefdiervrije huidmodellen met menselijke cellen om brandwonden beter te begrijpen en nieuwe behandelingen te testen. Dankzij dit baanbrekende werk is hij genomineerd voor de Hugo van Poelgeest Prijs, die innovatief, proefdiervrij onderzoek erkent.
In het laboratorium werkt onderzoeker Patrick Mulder samen met zijn team aan de ontwikkeling van innovatieve, proefdiervrije huidmodellen. Door gebruik te maken van menselijke cellen, willen zij niet alleen dierenleed voorkomen, maar ook waardevol inzicht verkrijgen in hoe het menselijk lichaam reageert op brandwonden. Bovendien biedt dit model de mogelijkheid om nieuwe behandelmethoden te testen om brandwondpatiënten betere zorg te kunnen bieden.
Vanwege dit belangrijke onderzoek is Patrick genomineerd voor de prestigieuze Hugo van Poelgeest Prijs. Deze prijs, die elke twee jaar wordt uitgereikt door Stichting Proefdiervrij en Stichting Bouwstenen voor Dierenwelzijn, erkent jonge onderzoekers die vooroplopen in innovatief en proefdiervrij onderzoek in de levenswetenschappen. Naast een vakjury die de winnaar kiest, kan eenieder een stem uitbrengen voor de publieksprijs om medisch onderzoek met minder inzet van proefdieren een steun in de rug te geven.
Stemmen kan tot 10 november en de uitreiking vindt plaats op 15 november.
Patrick Mulder werkt met zijn team aan de ontwikkeling van innovatieve, proefdiervrije huidmodellen.
Trescal opent ’s werelds grootste kalibratielaboratorium ter wereld in Wommelgem
Trescal opent een nieuw kalibratielaboratorium in Wommelgem. Dit laboratorium is in zijn soort het grootste ter wereld en dient als Benelux-hoofdkwartier. Trescal is gespecialiseerd in het kalibreren van meetinstrumenten voor sectoren zoals luchten ruimtevaart, defensie, farmacie, voeding en energie. Kalibratie garandeert de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van meetinstrumenten, wat allesbepalend is voor de kwaliteit en veiligheid in de maakindustrie. Trescal kalibreert onder andere temperatuurregelaars en drukmeters, waarbij het bedrijf voldoet aan internationale standaarden.
RHMDC draagt laboratoriumdiagnostiek regio Zoetermeer over aan HagaZiekenhuis
Per 1 juli heeft het HagaZiekenhuis de bloedafnamediensten en laboratoriumdiagnostiek in de regio Zoetermeer over van RHMDC. Deze verandering is onderdeel van de ontvlechting van de Reinier Haga Groep en de fusie tussen het HagaZiekenhuis en het LangeLand Ziekenhuis in 2023. Beide instellingen streven naar een efficiënte en toekomstbestendige inrichting van laboratorium- en bloedafnamediensten voor de regio.
De overgang is zorgvuldig voorbereid door beide organisaties, hun adviesgremia en de vakbonden. Zowel tijdens als na de overgang blijft de hoge kwaliteit van laboratorium- en bloedafnamediensten behouden. Dit geldt voor patiënten, huisartsen, zorginstellingen en het HagaZiekenhuis Zoetermeer. Door deze samenwerking blijft de continuïteit en betrouwbaarheid van diagnostiek in de regio gewaarborgd, waardoor de zorgverleners verzekerd zijn van hoogwaardige laboratoriumzorg.
Veilig werken op het laboratorium: voorkom calamiteiten met deze 4 inzichten
Alleen het juiste gebruik van nitriel handschoenen beschermt tijdens labwerkzaamheden. Hier wordt niet altijd voldoende op gelet, met alle risico’s van dien. (Foto: Adobe Stock).
Veilig werken op het laboratorium. We weten allemaal hoe dat moet. Toch komen zelfs op de meest succesvolle laboratoria calamiteiten voor. Breng veiliger werken direct in de praktijk met deze vier inzichten.
Redactie: Vanessa Appelman
Pipetteer niet met je mond en steek je neus niet rechtstreeks in een reageerbuis. Draag beschermende kleding, doe je haren vast en eet en drink niet op het lab. Deze regels worden er al vanaf je eerste scheikundeles ingeprent. Toch kan het in de laboratoriumpraktijk nog steeds misgaan…
Risico’s op het laboratorium
Het laboratorium is bij uitstek dé plek waar veel met chemicaliën wordt gewerkt. Dit kunnen ongevaarlijke stoffen zijn, maar ook chemicaliën die serieuze risico’s voor je gezondheid of veiligheid vormen. Lees natuurlijk altijd het etiket goed door, zo blijf je op de hoogte van de gevaren.
X Zichtbaar
Sommige risico’s zijn direct en snap je dus ook direct; zoals brand, ontploffing, irritatie of verstikking.
X Onzichtbaar
Andere risico's zijn ‘onzichtbaar’, omdat de gezondheidsproblemen pas op de lange termijn optreden, zoals bij mutagene stoffen. Een sluipmoordenaar, omdat de stoffen zich langzaam ophopen in je lichaam: het cumulatieve effect.
X Dagelijkse routine is risico
Je zou van iedere laboratoriummedewerker mogen verwachten dat hij of zij over voldoende kennis, kunde en ervaring beschikt om veilig te werken op het laboratorium en om zorgvuldig met chemicaliën om te gaan. Toch kan juist in deze werkervaring, je dagelijkse routine, een gevaar schuilen. Als laborant of onderzoeksmedewerker zie je door het veelvuldig gebruik van allerlei stoffen de gevaren niet meer, bewust of onbewust.
Je brein verhindert dat je risico’s goed inschat
Dat zit zo: ons brein zorgt ervoor dat we risico’s verkeerd inschatten. Dat is een onbewust proces en werkt voor de meeste mensen hetzelfde. Wees je op het lab dus goed bewust van de volgende drie ‘breingevaren’:
1. We volgen ons gevoel. Psycholoog Paul Slovic van de University of Oregon vroeg mensen om risico’s in te schatten en ontdekte dat ze zichzelf eerst de vraag stelden: ‘Wat voor gevoel heb ik hierbij?’ Riep het onderwerp veel schrik op, dan schatten ze het risico hoger in dan wanneer ze voor hun gevoel weinig te vrezen hadden.
Je kunt je voorstellen dat je van een risicovolle chemische stof, waarmee je dagelijks werkt, de risico’s minder hoog inschat, dan van een minder gevaarlijke stof waar je nog nooit mee hebt gewerkt.
2. We zijn bang voor het onbekende. Psycholoog Norbert Schwarz van de University of Southern California liet studenten de veiligheid van tien (verzonnen) voedseladditieven beoordelen. Vijf van die namen lagen prima in het gehoor, zoals ‘magnalroxate’. De andere vijf waren heuse tongbrekers, zoals ‘hnegripitrom’.
Vertalen we dit door naar het lab, dan zullen we een minder groot risico aan een chemische stof toekennen als we de naam vloeiend kunnen uitspreken (zoals DCM, zoutzuur en chroom-6). En dat is niet altijd terecht.
3. We denken alles onder controle te hebben. We hebben allemaal volop vertrouwen in ons eigen kunnen en het gevoel dat we alles onder controle hebben. Zelfs in situaties die compleet afhankelijk zijn van toeval, volgens socioloog James Henslin van Southern Illinois University. Hij ontdekte dat mensen harder met dobbelstenen gooien als ze hoge ogen willen en zachter als ze lage ogen nodig hebben.
Een gevoel van controle is gezond, maar kan je ook laconiek maken, waardoor je toch eerder geneigd zult zijn om toch even dat appje te lezen terwijl je aan het pipetteren of analyseren bent.
Inzichten voor veiliger werken op het laboratorium
De gechargeerde boodschap is simpel: houd je aan alle regels, negeer je gevoel, blijf alert voor het onbekende en denk niet dat je alles onder controle hebt. Dat is natuurlijk niet werkbaar. Processen zijn deels onbewust en per definitie moeilijk te sturen. Wat kun je dan wel doen om zo veilig mogelijk te werken op het laboratorium en het risico op calamiteiten te verkleinen? Hieronder staan vier inzichten waar je wellicht nog niet bewust aan hebt gedacht.
‘ Pipetteer niet met je mond en steek je neus niet rechtstreeks in een reageerbuis’
‘ Houd je aan alle regels, negeer je gevoel, blijf alert voor het onbekende en denk niet dat je alles onder controle hebt ’
1. Creëer een psychologisch veilige werkomgeving
Het is essentieel om samen met het team de verantwoordelijkheid voor veiligheid te nemen en te voelen. Leg daarom een sterke focus op het gemeenschappelijk creëren van een psychologisch veilige werkomgeving. Een omgeving waarin men elkaar feedback kan geven en elkaar durft aan te spreken. Als er dan een keer met een bijtende stof buiten de zuurkast wordt gewerkt, wordt daar iets van gezegd en doet de ander er iets mee.
2. Gebruik de gezamenlijke verantwoordelijkheid
Maak gebruik van de gezamenlijke verantwoordelijkheid door projecten onder te verdelen binnen het laboratoriumteam. Verdeel je ‘ownership’ voor bijvoorbeeld de zoektocht naar nieuwe en gebruiksvriendelijkere verpakkingen of veiliger chemische alternatieven onder het team.
Ergens een individuele verantwoordelijkheid voor dragen en je vorderingen in een team kunnen delen, is goed voor de eigenwaarde. En minstens zo belangrijk als het hebben van de juiste kennis en kwaliteiten. Gebruik dit met zijn allen.
3. Herhaal kennis over risico’s vaker en uitdagender
Om veilig te werken op het laboratorium is het van belang dat alle werknemers de kennis uit de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) of het risicomanagementsysteem kun-
nen toepassen. Stel jezelf eens de vraag hoe deze bij jullie wordt ingezet. Kent iedereen de inhoud echt of wordt het document slechts gebruikt als kastvulling?
Goed risicomanagement kenmerkt zich door een continue controle, aanpassing en sturing. Dit vraagt om training en – belangrijker nog – herhaling. Want we onthouden informatie een stuk slechter dan we vaak denken. Volgens de vergeetcurve van Ebbinghaus zijn we 80% van onze nieuw aangeleerde kennis binnen dertig dagen alweer vergeten.
Maar als informatie herhaald en geoefend wordt, reageert het brein anders. Hak trainingen daarom in kleine stukjes, bedenk een wekelijkse oefenvraag uit de praktijk of maak een leuke Kahoot! over de risico’s op het laboratorium.
4. Kies de juiste indeling en inrichting voor het lab Ga eens met alle laboratoriummedewerkers om tafel voor een gesprek over de indeling en inrichting van het lab. En luister dan vooral naar stagiaires en nieuw personeel; zij profiteren van een frisse blik.
Als je al jaren op hetzelfde lab werkt, zijn vaste ‘loopjes’ en routines behoorlijk ingesleten en vraag je je niet dagelijks af of jouw werkruimte handig is ingericht. Deze gewenning vormt een blinde vlek voor efficiëntie én veilig werken.
Veel laboratoriumprocessen zijn gericht op één specifieke workflow, terwijl je voor diverse bepalingen vaak dezelfde gassen, tafelaansluitingen, vriezers, stoven of koelkasten kunt gebruiken. Kijk eens kritisch naar de indeling op jullie laboratorium of schakel hier een externe partij voor in. Zo heeft KuiperCompagnons de ontwerpmethode ‘Intelligent Generic Lab Optimization’ (IGLO) opgezet om laboratoria zo efficiënt mogelijk in te richten door processen in repeterende clusters op te stellen.
Deze vergeetcurve (zwarte lijn) laat zien dat we in sommige gevallen binnen één dag tot wel 50% van het geleerde alweer vergeten zijn en tot zelfs 80% binnen 30 dagen. Informatie wordt bij herhaling steeds beter onthouden (groene lijn).
‘ Focus op het gemeenschappelijk creëren van een psychologisch veilige werkomgeving’
Hoogtepunten World of Laboratory 2024
Dit was WoTS 2024...
WoTS 2024 in de Utrechtse Jaarbeurs trok behoorlijke bezoekersaantallen richting hal 7 waar het labgebeuren plaatsvond. Woensdag en donderdag waren traditiegetrouw de drukste dagen. In totaal trok het technologieevenement 15.449 bezoekers, waarvan er 4.158 voor laboratoriumtechnologie kwamen. Een fotoverslag.
Vincent Hentzepeter | Fotografie: FOODnote
De trend naar compactere stands zet door, maar met zo’n 120 exposanten bood de beurs meer dan genoeg laboratoriumaanbod in hal 7. Er kwamen deze editie nagenoeg evenveel bezoekers als in 2022 voor het labgedeelte: 4.158 dit jaar versus 4.265 toen. Studenten, die in aardige aantallen kwamen, zitten daar niet bij. Diverse standhouders boekten alweer voor de volgende keer, dus de editie van 2026 zal in grote lijnen gelijk
Bezoekers op de stand van Suurmond om informatie in te winnen over R&D op pilotschaal. Zoals links deze indrukwekkende proefonderzoeksopstelling, de multipurpose glasreactor, fabricaat Büchi, voor kleinschalig onderzoek van allerlei chemische processen. De opsteling kan een temperatuur aan tussen de -50 °C en +400 °C en is bestand tegen een druk van maar liefst 200 bar. Het modulaire design maakt hem flexibel inzetbaar voor experimenten.
T Gerard Wilten, algemeen directeur van Wilten Instrumenten, blijft ondernemer in hart en nieren en was ook deze WoTSeditie weer van de partij om zijn team bij te staan. Links van hem Wouter Christiaens, ceo van Microtechnix.
verlopen. Een verbetering was dat de seminars dankzij het ‘silent disco’-concept nu op de beursvloer plaatsvinden. Zo is een seminarbezoek beter te combineren met de informatiemarkt. Net als vorig jaar zal er in 2025 in het oneven tussenjaar weer een editie zijn van LabNL, een beursdriedaagse in een meer thematische en compactere opzet dan WoTS. Dit evenement vindt plaats van 23 tot en met 25 september 2025 in de Jaarbeurs, Utrecht.
Dat de beurs nog bestaansrecht heeft anno 2024 bleek wel uit de goede bezoekerscijfers van deze WoTS, in totaal togen 4.158 belangstellenden naar laboratoriumtechnologie, en daar bovenop nog eens honderden studenten.
T Denios promootte het Denios Connect Systeem, een webapplicatie waarmee labs onder meer lekkages in brandveiligheidskasten vroegtijdig kunnen opsporen. Ook toepasbaar voor het checken of zuurkasten en dergelijke goed functioneren, voor het tijdig plannen van onderhoud en signalering van het gebruik van oog- en nooddouches.
Het team van Hamilton bij aanvang van de WotS op 24 september bij de starV vloeistofverwerkingsrobot met MagPip (snel én precies en voorzien van een magnetische zuiger bewogen door een magnetisch veld) voor volautomatisch en efficiënter pipetteren. Dit maakt het mogelijk een 384-plaat in 12 seconden te pipetteren.
Je zou denken dat een LIMS – een Laboratorium Informatie Management Systeem – in de labwereld wel bekend is, maar lang niet iedereen heeft goed op het netvlies staan wat dit acroniem exact inhoudt. Bij Labware kwamen ook bezoekers aan de stand die dachten dat dit vooral met big data te maken heeft, terwijl een van de belangrijkste functionaliteiten van een LIMS het beheer is van analyseresultaten.
Technisch verkoopmedewerker Naut Puttman van NBS Scientific stempelt bij een student de X-pedition kaart ‘Duurzaamheid’ af. De aanbieder werkt aan het verminderen van de plastic afvalstroom met opslagrekjes die gemaakt zijn van gerecycled plastic en biedt een wasservice aan om deze opnieuw te kunnen gebruiken.
T Eendjes vangen in het kader van de X-pedition ‘Veiligheid’ trok op de stand van Bioké veel publiek.
Studenten wisten het labgedeelte op WoTS en LABinsights goed te vinden.
W Nieuw bij Salm en Kipp was de gevanceerde Milestone ultraWAVE 3 voor magnetrondestructie; de verbeterde destruering van het monster als voorbereiding op ICP-MS zorgt voor significant betere analyseresultaten. De buizen van kwarts zijn absoluut inert, en door de nieuwste generatie Single Reaction Chamber-technologie (SRC) wordt het mogelijk om bij hogere temperaturen en drukken te werken dan in standaard teflon vaatjes die hun beperkingen hebben. Dit en meer biedt een beter destructieresultaat als het gaat om uiterst gevoelige analyses waar de kleinste contaminatie al gevolgen heeft voor de kwaliteit van de meting. Hier geeft productspecialist Maarten Schouffoer uitleg over de voordelen van deze volgende stap in magnetrontechnologie.
W ‘Silent disco’ maakt het mogelijk om een groot deel van het seminarprogramma te integreren op de beursvloer. Hier geeft iVention een presentatie over labautomatisering met LIMS.
T Studentes laten zich bijpraten over elementenanalyse op de SciSPX-stand, onderdeel van Beun-de Ronde.
X Robothond ‘SPOT’ van Yokogawa In fabrieken kan hij in risicovolle zones allerlei taken overnemen, bijvoorbeeld bij gevaarlijk onderhoud.
W Rob Hoogenboom, ceo Bronson Climate, maakt een bezoeker wegwijs in de wereld van klimaat- en plantengroeikasten. Hierbij begeeft het bedrijf zich buiten gebaande paden met klimaatkasten die ook extreme condities kunnen nabootsen, zoals het effect van groei op planten in het klimaat van Death Valley, of kasten waarin de Drosophila (fruitvliegje) zonder stress kan functioneren.
Carl Roth trok veel bekijks met deze 3D-printer, waarmee snel prototypes, kunststof reserveonderdelen die niet op voorraad zijn of bijvoorbeeld houders voor labgebruiksartikelen kunnen worden gemaakt. Deze applicatie van het Amerikaanse Raise kan de hele dag door draaien, print snel diverse ontwerpen in diverse maten, heeft een hoge reproduceerbaarheid en werkt met software in de cloud. Carl Roth levert de benodigde gebruiksartikelen voor het 3D-printen met de RAISE3D precision printer en verzorgt ook het onderhoud.
Aemas won de Green Trophy voor deze 1000 Watt plasmaspectrometer, omdat dit instrument dankzij de Cerawave-technologie op stikstof kan draaien in plaats van het schaarse argon. De stikstof kan ter plaatse geproduceerd worden, wat uitkomst biedt in ver afgelegen labs, bijvoorbeeld mijnlaboratoria in Afrika. Koeling is ook niet nodig.
Het patent zit op de keramische ring waarin een inductiestroom wordt opgewekt, hier op de detailopname te zien.
Duurzaamheid is een belangrijke trend in de labsector. Eppendorf toonde in dit kader nieuwe gebruiksmaterialen die gemaakt zijn van uit frituurvet geproduceerde kunststof. Verkrijgbaar als ‘Eppendorf Tubes BioBased’, ‘epT.I.P.S BioBased’, en ‘PCR Plates BioBased’.
Generatoren voor vloeibare stikstof zijn een praktisch alternatief voor gascilinders in laboratoria, vooral in afgelegen gebieden waar transport lastig is. F-DGSi introduceerde recent zijn ‘Liquid Nitrogen Generator’ met een productiecapaciteit van 10 tot 240 liter per dag en een zuiverheid van 99%. Het systeem kan stikstof extern opslaan en gebruikt PSA-technologie, voor drogere en zuiverdere stikstof in vergelijking met hollevezelmembranen.
W Tempcontrol toonde kalibratieapparatuur voor temperatuursensoren voor toepassing in onder meer laboratoria. Hier te zien is het Quartz temperatuur kalibratiesysteem van Giussani voor omzetters, RTD's en temperatuursensoren op basis van peltierelementen. Temperatuurbereik: -30 °C ÷ 150 °C. Nauwkeurigheid: ± 0,15 °C
W De stand van Benelux Scientific. Hoe groot het belang van een forse stand kan zijn, bleek uit een groepje analisten dat bij sluitingstijd de stand passeerde en zei: ‘Benelux Scientific, nooit van gehoord, maar schijnbaar zijn ze best groot als je zo’n grote stand hebt.’ Veel exposanten downsizen hun stands, maar er zijn grenzen aan wat verstandig is, zo blijkt maar weer.
Testlab voor het beproeven van de functionaliteit van sprinklers
Nieuw Kiwa-laboratorium test sprinklers uit blusinstallaties
In twee jaar tijd heeft Kiwa Fire Safety & Security een compleet nieuw testlaboratorium opgezet voor het beproeven van sprinklers. Wim van Bijsterveldt, Manager Fire Safety Security, coördineerde de ontwikkeling van de noodzakelijke beproevingsapparatuur en was verantwoordelijk voor de methodeontwikkeling. Daarmee kunnen klanten voortaan bij Kiwa terecht voor sprinkerinstallatieonderzoek op locatie en kunnen ze in één moeite door hun sprinklers laten testen in het lab.
Vincent Hentzepeter | Fotografie: FOODnote
Van Bijsterveldt mag met recht trots zijn op de realisatie van dit voor Nederland unieke testlab voor het beproeven van de functionaliteit van sprinklers. Het ontwerpen en laten bouwen van alle noodzakelijke apparatuur en de methodeontwikkeling kwamen voor zijn rekening. En vrijwel alles from scratch, inclusief de ontwikkeling van de software. De van origine werktuigbouwkundige is een ‘handige jongen’, zo blijkt bij een rondgang door
het nieuwe lab dat hij eigenhandig opbouwde. De noodzakelijke apparatuur en installaties ‘even’ inkopen is er in deze onderzoekniche namelijk niet bij. Een kijkje nemen bij collega’s al evenmin. Er zijn in Europa slechts twee geaccrediteerde laboratoria op dit vlak, maar die zijn een gesloten boek. Van Bijsterveldt ging tijdens de pandemie de uitdaging aan: hij ontwierp en realiseerde zijn ‘sprinkler lab’ dat twee jaar geleden operationeel werd. “We
Wim van Bijsterveldt, Manager Fire Safety Security bij Kiwa FSS, monteert sprinklers in het vloeistofbad voor het beproeven van een batch sprinklerkoppen.
wilden dit zelf kunnen doen, vooral ook om kennis op te halen om die terug te geven aan onze auditoren en inspecteurs. Feedback om hun werk beter te kunnen doen.”
Inspecties van sprinklerinstallaties en meer
Het sprinklerlab is daarmee een prima aanvulling op de activiteiten van Kiwa FSS in Zaltbommel. De vestiging houdt zich van oudsher onder meer bezig met inspecties van sprinklerinstallaties. Van Bijsterveldt: “Op basis van visuele en functionele beoordelingen en metingen stellen we vast of een sprinklerinstallatie doeltreffend is. Met andere worden: is de sprinklerinstallatie (nog) in staat om een brand onder controle te houden of te blussen, zijn er geen verstoppingen en werken de sprinklers
‘ Vertrekpunt was dat het testen van sprinklers onder accreditatie uitgevoerd moet worden, daarin is veel geregeld’
nog wel? We testen heel veel aspecten. Staat de installatie op de juiste druk, is de capaciteit van de pompen voldoende?”
Dit inspectiewerk gaat verder dan alleen de installaties. “Het omvat tevens de bouwkundige en organisatie-aspecten die nodig zijn om de sprinklerinstallatie goed te kunnen laten werken. We kijken of de samenhangende BIO-maatregelen goed op elkaar zijn afgestemd”. Bij BIO doelt hij op de ‘Bouwkundige, Installatietechnische en Organisatorische maatregelen’. “Even praktisch: een kantoor moet geen chemische opslag worden, de installatie moet afgestemd blijven op het gebruik van het object, en de bouwkundige maatregelen moeten de installatie in staat stellen te kunnen functioneren binnen de uitgangspunten.”
Testen onder accreditatie uitgangspunt
De bestaande normen over sprinklerinstallaties waren voor Van Bijsterveldt het startpunt bij de opzet van het lab. Van daaruit bedacht hij welke beproevingsapparatuur er moest komen. “Vertrekpunt was dat het testen onder accreditatie uitgevoerd moet worden, daarin is veel geregeld. Voldoen aan de prestatieeisen van de norm, dit aantoonbaar maken, machines kunnen valideren, je resultaten vergelijken met andere labs, et cetera. Een periodieke round-robin test is vereist.”
Hij vervolgt: “Kortom: alle normen verzamelen, dat vertalen naar welke testen je moet doen, nadenken over hoe de machine daar invulling aan kan geven en het praktisch gebruik. Want eigenlijk doen we productie: een doosje sprinklers komt binnen en de klant wil eigenlijk binnen twee weken weten hoe de vlag erbij hangt.”
Samenwerking met Apollo
De bouw van de installaties ging in samenwerking met Apollo. “Er zijn weinig bedrijven die op deze manier mee kunnen denken, zoals Maarten Kramer dat kan”, vervolgt hij resoluut. “Er lag al een lijntje. Samen hebben we zitten sparren om een normconforme machine af te leveren om die uiteindelijk onder accreditatie te brengen. De eerste bestelling voor een machine hebben we vier jaar geleden geplaatst.”
Zo werken de te testen sprinklers
De sprinklerkoppen van sprinklerinstallaties zijn voorzien van glazen patronen of soldeerverbindingen. Ze bezwijken bij een bepaalde temperatuur en activeren daarmee de sprinkler. Veel voorkomende activeringstemperaturen zijn 68, 93 en 141 °C. Bij
‘ De ene sprinkler is visueel sterk vervuild maar doet het perfect, de andere ziet er goed uit en functioneert maar voor de helft ’
Wim van Bijsterveldt, Manager Fire Safety Security bij Kiwa FSS.
het bereiken van deze temperaturen wordt een enkele of worden meerdere sprinklers boven de brandhaard automatisch geactiveerd en gaan meteen bluswater op en rondom de brandhaard sproeien. Echter, door verstoppingen van aanvoerleidingen en/ of ophopend vuil en corrosie kan de werking van sprinklerinstallaties in de loop der jaren achteruitgaan. Ook sprinklerkoppen zijn aan deze vervuiling en veroudering onderhevig. Het is daarom verplicht om de sprinklers steekproefsgewijs 25 jaar na ingebruikname te testen op de temperatuurgestuurde activering en of de sprinklers binnen een bepaalde tijdsspanne het juiste sproeipatroon met de juiste hoeveelheid water vertonen.
20 sprinklers per monsterbatch
De steekproefgrootte is vastgelegd in de regelgeving en varieert per type en installatie. Een gangbare steekproefgrootte is 20
per 5000 gemonteerde sprinklers van hetzelfde merk en type. “De klant krijgt van ons doosjes waar 20 sprinklers in kunnen, en dopjes van kunststof. De bedoeling is dat de klant ze uit de installatie haalt en afsluit met een dopje, zodat er water in blijft zitten en ze niet uitdrogen. Je wilt tenslotte dat de test representatief is voor zijn broertjes en zusjes. Hier fotograferen we ze in een fotostudio en zetten er een nummertje bij, zodat elk monster geregistreerd en genummerd is. Heeft de klant ze zelf gelabeld, dan hanteren we diens nummers om te bepalen welk exemplaar mogelijk een probleem gaf.”
Bepalen activeringstemperatuur sprinklers
Om te bepalen of een sprinkler bij de juiste temperatuur activeert, beschikt het lab over een waterbad en een carrouselvormig oliebad. De laatste ketel heeft een veel grotere capaciteit en wordt het meest ingezet. De sprinklers hangen in het vloeistofbad dat langzaam opwarmt en zullen op een gegeven moment ‘afgaan’. Van Bijsterveldt licht het proces toe: “We zijn begonnen met het waterbad. Echter, het vloeistofbad met een specifieke, niet-giftige synthetische olie in een gesloten systeem is een verbetering ten opzichte van het kleinere waterbad. Met als voordeel dat we redundant zijn. Hiermee testen we sprinklers met glaspatronen of soldeerverbinding tot 200 °C. Sensoren registreren het activeren van de individuele sprinklers.”
Niet elke sprinkler van een partij ondergaat deze test. “Van de 20 sprinklers die we testen, testen we er 4 op temperatuur en 16 op functionaliteit. Want er zit weinig spreiding in de metingen van de activeringstemperatuur, dus de temperatuur waarop ze openen. Vaker zie je problemen met sprinkler door vervuiling als kalkafzetting. Dat maakt dat ze minder water kunnen leveren. Voor dat type testen moeten we dus een grotere steekproef nemen.”
Controle van het sproeipatroon
Een adequaat sproeipatroon is een van de belangrijkste eisen aan het goed functioneren van een sprinkler. Om die functionaliteit te testen is er wederom met Apollo een installatie ontwikkeld om dit onder variabele druk te kunnen testen. Dit gebeurt in een
‘ Met onze collega’s in Apeldoorn kunnen we dan ook voor alle CEmarkeringen testen, zodat de fabrikant volgens de geharmoniseerde normen levert ’
Het waterbad voor het beproeven of sprinklerkoppen bij de juiste temperatuur afgaan.
enorme, vierkante rvs-kast met een glazen deur. Binnen hangt het vol sensoren. “Dat was een lastig project. Het werkt met camera’s, maar die bleken in de praktijk niet zo waterdicht als gespecificeerd. Dat was even doorzoeken. Camera 1 controleert eventuele obstructies of blokkering van de spreidplaat van de sprinkler, camera 2 controleert of het water ook overal in juiste mate in de ruimte komt.”
Sprinklers testen onder hoge druk
Sprinklerinstallaties staan onder hoge druk, dus ook dit moet de installatie kunnen simuleren. “De pomp kan tot 12,5 bar en ruim 1.100 liter/min produceren voor de functionele test. Dus gaat de sprinkler open? Sproeit hij rondom? Is er geen verkleving? En dat in de juiste montagepositie van de sprinkler.”
Hier gelden brandbeveiligingsnormen en die zijn streng. “In een doos van 20 mag er geen enkele sprinkler zijn met meer dan 20 °C afwijking in temperatuur, of die niet activeert of die geen waterverdeling geeft.”
Capaciteit van de sprinklerinstallatie bepalen
Daarmee is het beproeven nog niet gedaan. Van belang is ook de bepaling van de K-factor, bedoeld om de capaciteit van de sprinkler te testen. “Want het is niet uitzonderlijk bij sprinklers dat de doorstroming in de jaren met 30% is gedaald, met name door allerlei harde afzettingen zoals corrosieproducten, die de doorlaat hebben gereduceerd. En onze inspecteurs willen weten hoeveel water er nog uitkomt. Meer dan 30% K-factorreductie betekent afkeur.”
Hij vult aan: “Het is een kwestie van ‘meten is weten’. Je kunt het echt niet altijd aan de buitenkant zien: de ene sprinkler is sterk vervuild maar doet het perfect, de andere ziet er goed uit en functioneert maar voor de helft.”
Gaat de sprinkler op tijd af?
Een andere installatie dient om te testen of een sprinkler tijdig afgaat. Dit wordt uitgedrukt in RTI (response time index). Deze machine is het best te vergelijken met een heteluchtoven. Een ventilator voert opwarmende lucht met een bepaalde snelheid door een luchtkanaal. Het creëren van deze condities is een geleidelijk en precies proces. Afhankelijk van het type sprinkler variëren de luchtcondities van 200 tot 380 °C en 1 tot 3,5 m/s. Als de juiste condities gerealiseerd zijn, ‘dompelt’ een liftje de sprinkler in de luchtstroom.
Van Bijsterveldt over dit technisch hoogstandje: “De boel is zo ingesteld dat de timer loopt als een sensor registreert dat de sprinkler in de luchtstroom komt. Wegvallen van de luchtdruk die tijdens de test op de sprinklers wordt gezet, betekent het openen van de sprinkler en dat is het moment om de timer te stoppen. We registreren hierbij op 1/100ste van een seconde.”
De extreme oventemperaturen maakte de bouw er niet eenvoudiger op. “We hebben een systeem laten bouwen dat tot 400 graden kan werken. Boven 100 graden zijn er weinig labs die
de meetmiddelen hebben om dit aan te kunnen. Na een lange zoektocht hebben we een bedrijf gevonden die meetapparatuur maakt voor dergelijke bijzondere condities en dit soort metingen mogelijk maakt. Ook deze applicatie is samen met Apollo ontwikkeld.”
Uitbreiding van de labactiviteiten
De vestiging in Zaltbommel werkt veel samen met de Scandinavische Kiwa-locaties. Die sturen te testen sprinklers in batches van 25 naar het lab. Plan is de expertise in dit lab ook ten dienste te gaan stellen aan sprinklerfabrikanten die hun componenten op EU-markt willen zetten. “Samen met onze collega’s in Apeldoorn kunnen we dan ook voor alle CE-markeringen testen, zodat de fabrikant volgens de geharmoniseerde normen levert. Vervolgens kunnen we vanuit Kiwa FSS Certification jaarlijks de kwaliteit van de producten bewaken door middel van audits en ‘factory production control’”.
Een recente aanvulling op de dienstverlenging is het verrichten van brononderzoek naar ongewenst geactiveerde sprinklers. “Weet wel, dit is uiterst zeldzaam, maar samen met de technologiekennis in Apeldoorn en ons metallurgisch lab in Noorwegen kunnen we alle componenten van een sprinkler onderzoeken, mocht zoiets zich toch voordoen. Zijn er fabricage- en montagefouten geweest? Bijvoorbeeld door een sprinkler die gevallen bleek, en daardoor na een jaar toch geactiveerd werd? Doel is de oorzaak te vinden van het falen, zodat we dat kunnen aanpakken. Het is belangrijk dat de gebouweigenaars weer vertrouwen krijgen in het goed functioneren van de sprinklerinstallatie.”
Hij besluit: “Kortom, we hebben genoeg te doen. Onder meer een uitbreiding van dit lab. Verder nóg meer de samenwerking zoeken met andere Kiwa-labs om zo alle expertise over brandveiligheid van Kiwa aan elkaar te kunnen koppelen.”
Close-ups van te beproeven sprinklerkoppen.
Risicogebaseerd denken biedt kansen in je laboratorium
Vóóraf bedenken wat er fout kan gaan in je lab, dat is waar risicogebaseerd denken om draait. Zo verbeter je processen, voorkom je fouten en creëer je kansen.
Sascha van de Ven | Fotografie: Caroline Elenbaas
Je kunt wachten tot iemand uitglijdt in een plas water. Óf vooraf een gele driehoek neerzetten. Dat is precies de kern van risicogebaseerd denken. Vooruitdenken en daarop de juiste maatregelen nemen. Risicogebaseerd denken is een praktische manier om processen in je laboratorium te verbeteren. Ontdek hoe je deze manier van denken stap voor stap toepast, wat het je oplevert en hoe de kansen je straks om de oren vliegen.
Hoe werkt risicogebaseerd denken?
Tijd om je loep aan de kant te leggen. Bij risicogebaseerd denken ga je voor een blik op het geheel. Je bedenkt vooraf wat er fout kan gaan en neemt maatregelen. Uiteindelijk heb je een overzicht van onacceptabele risico’s én de maatregelen daarop in al je processtappen.
Risicogebaseerd denken doe je ook in het dagelijks leven. Misschien zelfs zonder dat je het doorhebt. We geven een voorbeeld:
Een splinternieuwe glazen vaas stop je niet zomaar in je tas. Anders is het risico nogal groot dat die vaas kapotgaat. Je neemt vooraf een maatregel: je verpakt de vaas in bubbeltjesplastic en ondervangt daarmee het risico op duizend scherven in je tas.
Wat levert risicogebaseerd je op?
Veel… :
X Je verbetert processen.
X Je voorkomt fouten en maakt minder kosten.
X Je voorkomt imagoschade en klantenverlies.
X Je creëert kansen.
Zo ga je actief aan de slag met het voorkomen van risico’s. Risico’s zitten vaak in je hoofd. Je kent ze, maar schrijft ze niet op. Daardoor ben je je niet bewust van alle risico’s en de bijbehorende maatregelen die je al neemt. Bovendien weet je soms niet waaróm je een bepaalde taak uitvoert. Als je risicogebaseerd denkt, maak je van een onbewust proces een actief proces. Risico’s en maatregelen staan op papier, je weet beter waarom je iets doet en er zijn minder fouten om op te lossen. En dat zorgt dan weer voor meer werkplezier en een positieve sfeer.
Een voorbeeld. Je merkt op dat bestellingen keer op keer te laat bij de klant worden geleverd. Je signaleert het risico dat klanten bij je weggaan als dit zo blijft. Je neemt een maatregel: beter communiceren over de levertijden. Je belooft de klanten nu iets wat je kunt waarmaken. Je voorkomt klachten en ervaart de waarde van goed communiceren.
Je weet nu wat risicogebaseerd denken inhoudt. Maak er werk van en volg dit stappenplan:
Stap 1. Breng processen en risico’s in kaart
Wat speelt er in jouw organisatie? Om risico’s te spotten moet je eerst weten welke processen er allemaal zijn. Leg die vast in een document. Bekijk vervolgens per proces wat er fout kan gaan.
Een voorbeeld. Er is maar één persoon die audits kan uitvoeren. Als diegene op vakantie is of de organisatie verlaat, loop je het risico dat niemand anders audits kan uitvoeren en dat het proces stilligt.
Stap 2. Bepaal de onacceptabele risico’s
Stel: je wilt een kruispunt oversteken. Er komt geen verkeer aan. Het risico om over te steken is acceptabel. Sta je bij hetzelfde kruispunt en komt er een vrachtwagen aan? Dan is het risico om over te steken onacceptabel; de kans is groot dat het misgaat.
Op deze manier kijk je ook naar de processen in je organisatie. Welke risico’s zijn acceptabel en welke zijn onacceptabel? Om deze selectie te maken zijn allerlei hulpmiddelen beschikbaar, die in de training ‘Risicogebaseerd denken’ langskomen.
Stap
3. Prioriteer, maak een risico-top-vijf
Schrik niet van de ellenlange lijst met processen en risico’s, want het is tijd voor de volgende stap: prioriteren. Je kunt niet alles tegelijkertijd oplossen en niet alle risico’s zijn even groot. In de praktijk zien we dat er over deze stap veel gebrainstormd wordt: wat is nu echt belangrijk? Onze tip: gebruik je boerenverstand.
Je zult zien dat je de grootste risico’s allang kent. Maak een top vijf en ga daarmee aan de slag.
Stap 4. Neem maatregelen
Je kunt verschillende typen maatregelen nemen. We zetten ze op een rij:
Vermijden Het risico om het proces uit te voeren is té groot. Daarom vermijd je het proces.
‘
Vind je het lastig om risicogebaseerd te denken? Kijk dan eens naar privésituaties. Daarin pas je deze methode onbewust al vaak toe’
Elimineren Je kiest ervoor om borgingspunten in het proces te zetten, waardoor risico’s verdwijnen. Bijvoorbeeld het kalibreren van apparatuur.
Reduceren Je bouwt controlecycli in om de risico’s te reduceren. Bijvoorbeeld met een interne audit of een managementbeoordeling.
Kansen creëren. Je maakt van een maatregel meteen een kans. Stel: de apparatuur is verouderd. Je reduceert het risico door nieuwe apparatuur aan te schaffen. Daardoor loop je niet alleen minder risico dat de apparatuur kapotgaat, maar kun je ook twee keer zoveel monsters wegwerken.
Stap 5. Evalueren
Maandelijks in het overleg kun je de risico’s en maatregelen doornemen. Juist met de mensen die de processen uitvoeren. Zo blijft het leven in de organisatie en krijg je input van verschillende lagen in de organisatie. Neem daarnaast jaarlijks de risico’s kritisch door op relevantie. Welke risico’s zijn nog van toepassing?
In 1990 liep je het risico dat het papier op was, terwijl je nét een fax de deur uit wilde doen. Nu heb je een probleem als het netwerk platligt.
Grijp die kansen
De maatregelen die je neemt om risico’s de kop in te drukken, geven vrijwel altijd kansen. Die krijg je er gratis en voor niks bij. Extra bonus: het heeft een positief effect op je medewerkers. We leggen uit hoe het werkt.
De maatregel: in plaats van een klantenenquête te houden, stellen jullie twee of drie vragen als je de klant toch aan de lijn hebt.
De kans: je gaat in gesprek en krijgt waarschijnlijk meer input dan met een enquête.
Begin klein met risicogebaseerd denken
Onze laatste tip: begin. Weliswaar klein, maar begin. Kies iets waarmee je dagelijks bezig bent op je werk of in je privéleven.
Kijk wat er fout kan gaan en of dat acceptabel is. Zo leer je om risicogebaseerd te denken en daarmee buiten de gebaande paden te treden.
Geef je organisatie een boost en start met risicogebaseerd denken
www.qaducation.nl/product/risicogebaseerd-denken/
Flowcytometrie: historie, werking, toepassingen en innovaties
Flowcytometrie bestaat sinds de jaren ’50 en wordt veel ingezet om cellen razendsnel te analyseren in een vloeistof, zoals cellen in bloed. Deze techniek heeft toepassingen in zowel diagnostiek als research. We leggen je hier uit waar de techniek vandaan komt, hoe het werkt, waar je de flowcytometer tegenkomt en wat de toekomstige ontwikkelingen zijn.
Redactie: Patrick Mulder | fotografie/beeld: FOODnote, Patrick Mulder
De naam flowcytometrie bestaat uit twee delen: ‘flow’ om aan te geven dat het systeem een voortdurende stroming van vloeistof heeft en ‘cytometrie’ wat staat voor het bestuderen van cellen.
Een flowcytometer bestaat uit:
X Een vloeistofsysteem
X Een flow cell
X Laser(s)
X Optische lenzen, spiegels en filters
X Detectoren (fotomultipliertubes, ofwel PMT’s)
X Computer en software
Hiermee verzamelt de flowcytometer informatie over de cellen in de vloeistof. Zo bepaalt het systeem niet alleen het aantal cellen in het monster, maar ook de eigenschappen van deze cellen. Het analyseren van cellen uit bloed met behulp van flowcytometrie heet immunofenotypering.
W BD Influx cell sorter van Becton Dickinson: een flexibel flowcytometrieplatform dat eenvoudig is aan te passen aan het type onderzoek of de omstandigheden
FCM versus FACS
Flowcytometrie (FCM) is de basistechniek voor het kwantificeren van cellen en het meten van de daarbij horende eigenschappen. Fluorescence-activated cell sorting (FACS) is een uitbreiding op deze techniek.
FACS gebruikt de verschillen in het elektrische of fluorescentiesignaal om cellen van elkaar te scheiden ofwel te sorteren.
Historische ontwikkeling
In de jaren ’50 introduceerde Wallace H. Coulter de voorlopende techniek van flowcytometrie, ook wel bekend als het ‘Coulter Principe’. Met deze techniek ontwikkelde hij een manier om cellen te tellen door deze langs een elektrisch veld te drijven en het verschil in weerstand te meten. Dit systeem commercialiseerde hij als de Coulter Counter.
In 1965 publiceerde Mack Fulwyler in het vakblad Science de techniek die men ziet als het begin van de flowcytometrie zoals we die nu kennen. Hij werkte het idee van Coulter verder uit en vond een methode uit om cellen te sorteren op basis van het elektrische signaal (FACS). Een paar jaar later (1968) breidde Wolfgang Göhde de techniek uit met toepassing van fluorescentie in het systeem.
In de jaren ’70 volgde de ontwikkeling van commerciële apparaten door verschillende bedrijven waaronder:
X 1971: de Cytofluorograph van Bio/Physics Systems Inc.
X 1973: de PAS 8000 van Partec
Enkele jaren daarna volgden de eerste FACS systemen
X 1974: de FACS van Becton Dickinson
X 1975: de ICP 22 van Partec/Phywe
X 1977: de Epics van Coulter
Het werkingsprincipe in 6 stappen
De flowcytometer gebruikt een vloeistofstroom om cellen langs een laser te leiden. Het apparaat maakt daarbij gebruik van optische detectie om fysieke en chemische eigenschappen van iedere cel te bepalen. Monsters zijn snel te meten, want de cellen gaan razendsnel langs de laser. Doorgaans zijn monsters binnen tientallen seconden tot enkele minuten gemeten.
De basistechniek voor het analyseren van cellen werkt voor de meeste flowcytometer systemen als volgt:
1. De gebruiker labelt cellen met antilichamen die een fluorescent signaal bevatten (ook wel markers genoemd). Deze antilichamen bevatten een uniek fluorochroom (kleur) en binden aan specifieke antigenen die aanwezig kunnen zijn op de cellen.
2. De gebruiker biedt de suspensie met gelabelde cellen aan en de pipetteerrobot neemt de cellen op in het systeem. Het systeem gebruikt een vloeistofstroom om de opgenomen cellen voort te bewegen.
3. Het systeem voert de cel suspensie langs een smalle buis (dit heet doorgaans de ‘flow cell’ of ‘flow chamber’) waar de cellen één voor één een laser passeren.
4. Verschillende cellen laten het licht van de laser op een
Geschiedenis flowcytometrie
Werking van de flowcytometer
OPTISCHE INSTRUMENTATIE
andere manier breken. De detectoren in het systeem meten hierdoor een uniek signaal (verstrooiing van het licht) van de passerende cellen.
5. Naast deze basiseigenschappen meet het systeem ook de aanwezigheid van verschillende fluorescentiesignalen. Dit signaal is afhankelijk van de aanwezigheid antilichamen op de cellen.
6. De standaard flowcytometer voert de cellen vervolgens af in een afvoervat. Een FACS-apparaat sorteert de cellen op basis van een elektrische lading die wel of niet aan cellen is afgegeven op basis van de instellingen.
Met een flowcytometer verzamel je deze informatie:
1. De verstrooiing van het licht als cellen de flow cell passeren geeft informatie over:
• De grootte van de cellen op basis van de forward scatter, de voorwaartse lichtdetectie
• De granulariteit ofwel korreligheid/complexiteit van de cellen op basis van de side scatter, de zijwaartse lichtdetectie
2. Aanwezigheid van antilichamen op basis van de aanwezigheid van een fluorescent signaal. Tevens meet de flowcytometer de intensiteit van dit signaal, wat in de meeste gevallen gelijk staat aan de hoeveelheid antilichamen die zijn gebonden aan de cel.
3. Het aantal cellen dat voorbij de laser komt. Het systeem telt de cellen en berekent hoeveel cellen er in het sample aanwezig zijn.
Interpretatie van de flowcytometrische data
De flowcytometer zet de gegevens van de detectoren om in databestanden. Met behulp van speciale software kunnen deze databestanden worden ingelezen en geanalyseerd. Tegenwoordig bestaan er voor dit doel talloze programma’s; bekende voor-
beelden hiervan zijn FlowJo, FCS Express, Kaluza, FlowLogic en Cytobank.
De software zet de data om in grafieken, waaronder histogrammen en dot-plots. Deze grafische weergaven helpen wetenschappers om verschillende celpopulaties te identificeren en te karakteriseren op basis van de gemeten parameters. Zo kan de gebruiker bijvoorbeeld onderscheid maken tussen granulocyten, monocyten en lymfocyten, omdat die een specifieke ligging hebben op de dotplot van de forward scatter (grootte) en side scatter (granulariteit).
Toepassingen van flowcytometrie
Flowcytometrie kent vele toepassingen, zowel in diagnostiek als onderzoek:
Flowcytometrie in klinische diagnostiek
In de klinische setting is flowcytometrie een onmisbaar hulpmiddel voor het vaststellen van bepaalde aandoeningen waaronder:
1. Infectieziekten
2. Auto-immuunziekten
3. Immuundeficiënties
4. Verschillende vormen van kanker
Flowcytometrie is belangrijk in de hematologie en oncologie en maakt het mogelijk om leukemie of lymfomen in bloed of beenmergpuncties te classificeren. Middels immunofenotypering stellen artsen en laboranten de aanwezigheid van abnormale celpopulaties vast. De techniek kan ook informatie geven over afweerreacties bij orgaantransplantatie of beenmergtransplantatie. Zo kunnen artsen op tijd de juist behandeling inzetten.
Flowcytometrie: 10 tips
1. Bereid de flowcytometer voor. Volg de gebruikershandleiding en richtlijnen van de fabrikant. De meeste flowcytometers draaien op een eigen softwareprogramma en de
handelingen en buffers zijn vaak uniek. Zorg dat het systeem goed onderhouden blijft. Laat ook de lasers afstellen en zorg dat de software up-to-date blijft. Zorg dat de lasers op de juiste temperatuur zijn voordat je gaat meten. Volg de handleiding van het systeem om te kalibreren voor gebruik.
2. Zorg voor een optimaal signaal van de antilichamen Gebruik de juiste fluorochromen en check of deze geschikt zijn voor de set-up van het systeem.
3. Zorg dat de compensatie-instellingen op orde zijn: De compensatie is meestal zowel in het systeem als in de software in te stellen. Zorg dat beide goed zijn afgesteld door eerst single stains van de samples te runnen. Gebruik ook niet meer antilichamen dan nodig. Het gebruik van meer kanalen geeft over het algemeen meer problemen bij de compensatie en analyse. Fluorescence minus one (FMO) samples kunnen helpen met de compensatie-instellingen.
4. Stel de voltages van de detectoren goed in, zodat de verschillende celpopulaties te identificeren zijn.
5. Gebruik een buffer om de kwaliteit van de cellen te behouden. Een buffer met natrium-azide voorkomt bijvoorbeeld dat cellen antilichamen internaliseren, ofwel opnemen. Door gebruik van een fixatief zoals formaldehyde zijn cellen langer te bewaren.
6. Voorkom verstopping van het systeem door de flow cell te wassen en schone monsters aan te bieden. Zorg dat er geen klontjes in het monster aanwezig zijn om verstopping van het systeem te voorkomen. Gebruik je cellen afkomstig uit weefsel of bloed, zorg er dan voor dat weefselresten en rode bloedcellen verwijderd zijn, bijvoorbeeld door gebruik te maken van cell strainers en een lysisbuffer. Een schone flow cell geeft minder vervuiling in de meting en dus betere resultaten. De meeste systemen hebben een protocol voor het wassen van de flow cell.
7. Gebruik de juiste controles: Neem een niet-gelabeld monster mee in de analyse om de aanwezigheid van autofluorescentie te controleren en gebruik dat voor de analyse van de data. Gebruik een isotype-controle en/of receptorblokkade
Flowcytometrie in onderzoek
In onderzoek kent flowcytometrie ook veelvuldige toepassingen. Zo is de techniek niet weg te denken uit onderzoek; belangrijke voorbeelden hiervan zijn:
1. Immunologie
2. Hematologie
3. Cardiologie
4. Of er (anorganisch) materiaal in je monster aanwezig is
5. Oncologie
6. Auto-immuunziekten
7. Pathologie
8. Neurologie
9. Ontwikkeling geneesmiddelen
Onderzoekers gebruiken de techniek om celinteracties die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van ziektes bloot te leggen. Door een beter begrip van onderliggende mechanismen van ziektes komen onderzoekers ook dichter bij geneesmiddelen.
‘ De techniek kan ook informatie geven over afweerreacties bij orgaan- of beenmergtransplantatie’
Flowcytometrie dot-plot van bloedmonster
om uit te zoeken of aspecifieke binding van antilichamen optreedt.
8. Gebruik een live-dead kleuring om onderscheid te maken tussen levende, apoptotische of dode cellen, bijvoorbeeld met behulp van 7-AAD, propidium iodide, ZombiAqua of Annexin V. 9. Werk de data op de juiste manier uit. Blijf consistent bij het zetten van de gates om celpopulaties te identificeren. Zorg altijd dat meerdere analisten de data uitwerken en/of controleren. Als meerdere personen de data onder ogen hebben gehad, is de kans op fouten kleiner.
10. Verwerk voldoende monsters om statistiek toe te kunnen passen. Een monstergrootteberekening kan hierbij helpen. Zorg bij het verzamelen van samples om verschillende tijdstippen dat de samples zo veel mogelijk op dezelfde manier behandeld zijn (denk aan de timing, duur en incubatietijden).
Flowcytometrie: laatste ontwikkelingen
De ontwikkeling van flowcytometrie staat niet stil. Aanbieders van de flowcytometers werken continu aan de uitbreiding van de techniek en verbetering van de systemen. Denk bijvoorbeeld aan snellere vloeistofsystemen, een betere flow cell of vernieuwde hard- en software.
Een aantal recente ontwikkelingen op een rij:
X Verbeterde fluorochromen: stabielere fluorochromen met een sterker signaal.
X Automatisering en standaardisering: verbeteringen om variatie tussen gebruikers te verkleinen en de systemen toegankelijker en gebruiksvriendelijker te maken.
X Spectraal flowcytometrie: meet het gehele emissiespectrum.
X Mass cytometry (CyTOF): combineert flowcytometrie met massaspectrometrie, waardoor tientallen tot honderden markers tegelijk te meten zijn.
X Imaging flowcytometrie: system maakt microscopische foto’s van de cellen die voorbijkomen om de analyse visueel te maken.
X Microfluidic flowcytometrie: vergroot de precisie van de metingen.
X Combinatie met single-cell sequencing en omics-technologie: krijg een nog gedetailleerder beeld van gesorteerde monsters door gebruik van sequencing, genomics of proteomics.
X High-dimensionale analyse: ga een stap verder in de data-analyse en ontdek nieuwe patronen en celpopulaties.
X Real-time data-analyse: waardoor onderzoekers direct beslissingen kunnen nemen tijdens het experiment.
X Gebruik van artificial intelligence en machine learning: om patronen in data op te sporen en data-analyse (gedeeltelijk) te automatiseren.
Toekomst van flowcytometrie
Flowcytometrie is een veelzijdige techniek en onmisbaar zowel in diagnostiek als in onderzoek. De toekomst van flowcytometrie is veelbelovend dankzij geavanceerde fluorochromen, mass cytometrie (CyTOF), en integratie met AI en machine learning voor verbeterde experimenten en data-analyse. Net als de metingen in het systeem, gaan ook de ontwikkelingen razendsnel. Er staat ons nog veel te wachten van deze techniek.
24/7 overzicht over procesparameters door in te loggen op het monitoringsysteem.
Ruimtecondities monitoren op temperatuur, relatieve luchtvochtigheid en drukbewaking
Automatische monitoring borgt meetprocessen
Eurofins Proxy Laboratories
Met een nieuw systeem voor automatische monitoring en draadloze dataregistratie van het klimaat en procesparameters kan een laboratorium zijn meetprocessen beter borgen. Zorgen om de klimaatbeheersing en monitoring van omgevingsvariabelen in het lab zijn daarmee verleden tijd.
Redactie: Ilse Bos | Fotografie: Hitma
Ruimtecondities monitoren op temperatuur, relatieve luchtvochtigheid en drukbewaking kost je altijd veel tijd. Wat zou het fijn zijn als je voor de monitoring van klimaat- en omgevingsparameters niet meer handmatig data hoeft te registreren en te bewaken. Eurofins Proxy Laboratories is daarom kortgeleden overgegaan op een draadloos registratie- en monitoringsysteem. Dit geeft het laboratorium volledige controle over cruciale klimaat- en omgevingsparameters. Ook kan het services zoals opslag en kwaliteitscontrole van medicijnen en biomoleculen, en stabiliteitstesten tijdens transport van medicijnen, beter uitvoeren.
Draadloos dataregistratiesysteem
Het draadloze registratiesysteem JRI MySirius verzekert de klanten van Proxy Laboratories van een betrouwbaar en 24/7 voortdurend meetproces. Waarom werd voor dit systeem geko-
zen? “Omdat het functioneert binnen een Europees gevalideerd netwerk, op een veilige en toegankelijke manier, hebben wij hiervoor gekozen”, zegt Bradley Halsey, Laboratorium Support Officer van Eurofins Proxy Laboratories. “Het draadloze dataregistratiesysteem JRI geeft ons de globale oplossing die we nodig hebben.”
Betere klimaatbeheersing
De klimaatbeheersing is nu constanter dan met het oude systeem. Bradley: “Het unieke aan JRI MySirius is dat de metingen van de temperatuur, relatieve luchtvochtigheid en ook een CO2-meting nooit verloren gaan. Elke logger is voorzien van een eigen intern geheugen van 10.000 meetpunten. Kritieke processen in het lab zijn precies in te richten met de geleverde dataloggers en cloud-software. Of het nu om koelkasten en vriezers gaat, of om cleanrooms en incubators.”
Dataloggers en Links
Het dataregistratiesysteem bestaat uit dataloggers, centrale Links die alle meetgegevens verzamelen en software. Dataloggers meten de temperatuur en relatieve luchtvochtigheid in cleanrooms of van koelkasten, stoven en vriezers. Ook voor een CO2-meting zijn dataloggers geschikt. De Links zijn verzamelpunten van alle gedane metingen in de ruimte eromheen. Deze apparaten sturen alle meetgegevens via een beveiligde internetverbinding door naar de Cloud software MySirius.
Metingen doorsturen via Links
Dataloggers meten met een zeer snelle respons over korte afstanden. Deze apparaten doen de metingen op vaste locaties in ruimtes en bijvoorbeeld tijdens transport van medische- of voedingsproducten. Ze kunnen met de Links communiceren over een afstand van maximaal 40 meter. De Links-gateways verzamelen alle data van de dataloggers en sturen via een ethernetverbinding alle gegevens naar de bijgeleverde cloud software. De Link functioneert ook direct als een lokaal visueel alarm doordat de lichtgevende rand rood kleurt bij een alarm.
Eenvoudige software implementatie
De implementatie van de software ging soepel. Halsey vervolgt: “Omdat de software volledig in de cloud werkt, hoefden we geen aparte software lokaal binnen te halen. Tevens wordt de software altijd up-to-date gehouden. Meetgegevens en rapportages kun je gemakkelijk raadplegen via de cloud, vanaf elk device. Door de cloud-omgeving gaat de dataverzameling ook door als internet uitvalt, zoals we vorig jaar hebben meegemaakt.” Via Bluetooth blijft verbinding lokaal mogelijk en zijn de loggers voorzien van een eigen geheugen.
Rapportages raadplegen
Halsey roemt de rapportagemodule van het monitoringsysteem. “Daarmee heb je alle meetgegevens binnen handbereik in een centrale database, die voor iedereen met de juiste toegangsrechten toegankelijk is. Bovendien kun je automatische rapporten instellen, die periodiek naar je worden verzonden.”
Installatie en instellen sensoren
Het heeft even geduurd voor het systeem operationeel was. De installatie was een hoop werk. “Elke cleanroom en ruimte moest namelijk worden voorzien van de juiste sensoren en instellingen via de software. Het gaat dan om bijvoorbeeld elke temperatuursensor van elke koelkast, stoof of cleanroom. In totaal ging het om de installatie van 180 sensoren, een fikse klus waar we enkele maanden zoet mee waren”, zegt Halsey.
Uitgebreide validatie en kalibratie
Om het systeem operationeel te krijgen was er een uitgebreide validatie en kalibratie nodig. “Het ging om de genoemde 180
‘ Het draadloze dataregistratiesysteem JRI geeft ons de globale oplossing die we nodig hebben’
sensoren, hun aansluiting op dataloggers en de bijbehorende centrale Link. Enkele sensoren konden we helaas niet aan het nieuwe systeem koppelen, omdat deze om specifieke aansluitingen vroegen die we niet beschikbaar hadden. Voor elke sensor hadden we een dag nodig voor de validatie, ongeveer 12 uur per sensor.”
Waterlekkages geautomatiseerd meten
Eenmaal geïnstalleerd, werkt het systeem nu naar volle tevredenheid. Proxy Laboratories heeft eigenlijk alleen nog maar voordelen ervaren en hun klanten zijn tevreden. Wel zoekt Halsey nog naar sensoren om ook waterlekkages geautomatiseerd te meten. Zo was er vorig jaar zomer na hoosbuien een enorme waterlekkage ontstaan in het dak van het laboratorium. Die veroorzaakte veel schade aan apparatuur.
Om dat in de toekomst te voorkomen, wil hij ook sensoren voor de detectie van waterlekkages koppelen aan het JRI systeem van Hitma voor het meten van incidenten zoals waterlekken.
De voordelen van het JRI-dataregistratie en monitoringsysteem van Hitma
X Draadloze dataloggers voor constante CO2-meting, temperatuur en relatieve luchtvochtigheid
X Eenvoudige implementatie in het lab
X Meldingen op je telefoon als opgegeven grenswaarden bereikt worden
X Geen verlies van meetgegevens
X Opslag van data in de beveiligde cloud-omgeving
Eens analist, altijd analist? Stippel je eigen carrièrepad uit
Eenmaal opgeleid tot analist, lijkt een laboratoriumfunctie een logische stap. Maar is dat wel zo vanzelfsprekend, stelt Ozan Arikan, Teamleider Recruitment bij Checkmark: “Er zijn zo veel meer opties, die je niet altijd ziet. Tijdens je opleiding heb je een sterke focus. Vaak zie je niet wat er nog meer mogelijk is.”
Redactie: Eline te Velde en redactie LABinsights
Je hoort het nog regelmatig: eens analist, altijd analist. Maar dat beeld raakt achterhaald, ziet Arikan. Je zit niet je leven lang aan een opleiding vast, en eenmaal klaar met je opleiding ben je gegroeid en kun je andere keuzes maken. “Het gebeurt vaak dat iemand biologie of scheikunde studeert en de materie interessant vindt, maar zichzelf niet in het lab ziet werken. Tijdens je opleiding heb je een sterke focus en zie je vaak niet wat er nog meer kan. Er zijn zóveel opties. Je kunt bijvoorbeeld de commerciële kant op, als sales- of productspecialist, of werken in een rol met veel klantcontact. Heb je interesse in normen en protocollen? Dan is kwaliteitsborging een optie. Of misschien past het vak van recruiter wel bij je,” voegt hij lachend toe.
Alternatieve carrièreroute
De recruiters bij Checkmark hebben zelf een achtergrond in de food, chemie en life science. Ze beperken zich bij het vinden van de juiste match tussen werkgever en werknemer niet tot de reguliere carrièreroute. “We begrijpen welke ervaring een werkzoekende heeft en wat hij of zij zoekt, omdat we uit dezelfde wereld komen,” zegt Arikan, die getuige zijn functie zelf bewust een ander pad bewandelde. “Negen jaar geleden studeerde ik af met een master in de biologie. Vervolgens moest ik beslissen welke kant ik op ging. Ik wilde graag het bedrijfsleven in, maar waar begin je? Zo kwam ik bij Checkmark terecht op zoek naar werk. Zij hadden zelf ook een vacature uitstaan voor een recruiter en dat sprak mij aan.”
Carrièreswitch
Voor wie in een laboratorium werkt en een carrièreswitch overweegt, komt hij met twee tips. “Ten eerste. Maak aantoonbaar dat een bepaald vakgebied je interesseert. Dit kan door het ver-
richten van aanvullende werkzaamheden tijdens je huidige baan of in je vrije tijd. Doe je bijvoorbeeld al kwaliteitswerk of komen je organisatorische vaardigheden naar voren in een hobby? Vermeld dit dan in je CV of motivatiebrief.”
“Ten tweede: begin je CV met een korte omschrijving van jezelf. Als je een carrièreswitch maakt, heb je waarschijnlijk weinig ervaring met de nieuwe functie. Benoem dat je bewust kiest voor deze switch en dat je nog weinig ervaring hebt. Zo is het voor de lezer van het cv meteen duidelijk.”
Doorstuderen vergroot banenkans niet per se
Arikan ziet steeds meer werkzoekenden met een WO of PhD achtergrond. Hij merkt op dat veel universiteiten en hogescholen studenten onvoldoende voorbereiden op de arbeidsmarkt.
“Academische onderwijsinstellingen sporen studenten aan om te kiezen voor een stage binnen de faculteit. Een onbedoeld gevolg hiervan is dat stages binnen het bedrijfsleven onderbelicht worden. Hiermee is de kans op een baan in het bedrijfsleven aanzienlijk kleiner, omdat studenten geen ervaring hebben in een bedrijfsomgeving.”
Hij besluit: “Er leeft nog steeds het idee dat doorstuderen altijd beter is, maar ik hoop dat studenten goed nadenken of ze echt verder willen studeren en wat ze ermee willen bereiken. Er is momenteel een enorme vraag naar mbo’ers en hbo’ers. De vacatures bieden veel mogelijkheden. Tegelijkertijd zie ik steeds meer werkzoekenden met een master of PhD die al lang op zoek zijn naar een baan. Veel werkgevers nemen geen overgekwalificeerde mensen aan. Het voelt tegenstrijdig, maar doorstuderen leidt niet per se tot betere baankansen.”
64-kanaals indampsysteem
De MultiVap 64 is het nieuwste meerkanaals-indampsysteem van LabTech. Het is ontworpen voor een efficiënt, snel, betrouwbaar en veilig concentratieproces. Met 8 kanalen van elk 8 naalden kunnen in totaal 64 monsters van 10 ml worden verwerkt, individueel of gelijktijdig. De stikstofnaalden worden tijdens het indampproces automatisch aangepast aan een lager monstervolume. Het verloop van het indampproces is dankzij het kijkvenster en de interne verlichting ook met blote oog te volgen. Voor de veiligheid wordt de deksel automatisch vergrendeld en wordt er gealarmeerd bij een laag vloeistofniveau. Dankzij het duidelijke 7-inch colour touchscreen met intuïtieve software-interface is de bediening zeer eenvoudig.
Salm en Kipp, +31 346 269090 info@salm-en-kipp.nl, www.salmenkipp.nl
Flexibel inzetbare zuurkasten
De CT Pro zuurkasten bieden laboratoria een veilige, efficiënte en gebruiksvriendelijke oplossing dankzij hun geavanceerde koolstoffiltratie-technologie. Het filtersysteem vereist geen externe afvoer, aangezien schadelijke dampen en deeltjes door een recirculatiesysteem worden gezuiverd. Hierdoor zijn de zuurkasten flexibel in de werkruimte te plaatsen, wat een besparing betekent op de installatiekosten. De zuurkasten bevatten tien verschillende koolstoffilters plus de mogelijkheid om koolstof- en HEPA-filters te combineren. Daarmee zijn ze geschikt voor uiteenlopende laboratoriumtaken: het biedt laboranten de flexibiliteit om de filters af te stemmen op hun specifieke werkzaamheden.
Het energieverbruik van de zuurkasten is laag dankzij het efficiënte filtersysteem, wat de levensduur van de filters verlengt en aanzienlijke besparingen op lange termijn kan opleveren. De bediening van de kast is eenvoudig via een intuïtieve touchscreen interface. Daarmee kan de gebruiker met enkele aanrakingen
de luchtstroom aanpassen en de status van het filtersysteem controleren. Dit betekent een nauwkeurige controle van de laboratoriumomgeving.
De combinatie van flexibiliteit, lage kosten en gebruiksgemak maakt de CT Pro zuurkasten een interessante keuze voor laboratoria die op zoek zijn naar een veilige en efficiënte oplossing.
DUPA, +31 76 2043015, info@dupa.nl, www.dupa.nl
Labcentrifuges in strijd tegen borstkanker
De fabrikant Sigma doneert 50 Euro voor elke verkochte Think Pink Edition van de 1-14 microcentrifuge aan de Think Pink Europe organisatie, en ondersteunt zo de strijd tegen borstkanker. Ook deze opvallende roze uitvoering van de Sigma 1-14 centrifuge kenmerkt zich door het ruimtebesparende ontwerp, de volwassen prestaties en het grote aantal verkrijgbare rotoren. Uitzonderlijk aan deze kleine krachtpatser is dat er 24 buisjes van 1,5-2,2 ml in passen. Dit is mogelijk door de slimme indeling van de rotor: twee rijen, waarbij de bodems van de buisjes op dezelfde diameter zitten. Dus de maximale g-waarde van 16.163 is voor alle buisjes gelijk. En deze kleine, maar volwassen centrifuge is vriendelijk geprijsd.
Salm en Kipp, +31 346 269090
info@salm-en-kipp.nl, www.salmenkipp.nl
De MultiVap 64 van LabTech (foto: Salm en Kipp).
De CT Pro zuurkast (foto: DUPA).
De Sigma 1-14 Think Pink Edition centrifuge (foto: Salm en Kipp).
EMMA RL gebruikt een gepatenteerd optisch systeem om uiterst precieze beelden van het volledige oppervlak van een petrischaal vast te leggen, inclusief de wand (de meniscus). Dit systeem gebruikt geavanceerde beeldverwerkingstechnieken voor dataverwerking waarmee gebruikers elke kolonie nauwkeurig kunnen detecteren, zonder de deksel van de petrischaal te verwijderen. Hierdoor wordt het risico op vals-negatieven geëlimineerd.
Het systeem integreert een camera, barcodelezer, computer en robot. De combinatie van deze technologieën maakt de tests nauwkeuriger en efficiënter uitvoerbaar. Bovendien is er minder behoefte aan tussenkomst van een medewerker door de automatisering, wat de resultaten betrouwbaarder maakt en de doorlooptijd verkort. Farmaceutische bedrijven kunnen zo hun microbiologische tests sneller en consistenter uitvoeren, met minder kans op menselijke fouten. Dit geïntegreerde systeem biedt een moderne oplossing voor het automatiseren van microbiologische kwaliteitscontroles: belangrijk voor het waarborgen van hoge kwaliteitsnormen in de farmaceutische industrie.
De belangrijkste kenmerken zijn:
X Beeldopname van 100% van het oppervlak, de petrischaal kan met de deksel erop worden geanalyseerd om contaminatie te voorkomen
X Compatibel met petrischalen van alle leveranciers: Ø 55 mm – Ø 90 mm
X Compatibel met alle soorten media of het nu gaat om TSA, bruine of rode media
X Het systeem voldoet aan de vereisten van 21 CFR part 11
X EMMA RL kan eenvoudig worden verbonden met verschillende LIMS-systemen, zoals Novatek, MODA-EM en Sherpa Pharma
X Het systeem kan tot 200 petrischalen per run afbeelden en analyseren. Maximaal 2 petrischalen per minuut
X Als krachtige optie kunnen gebruikers hun analyses verder automatiseren met behulp van kunstmatige intelligentie