Labinsights-05-2025

Page 1


Steekproef labveiligheid uit N=3?

Altijd geleerd dat je uit een steekproef van n=3 absoluut geen conclusies mag trekken. Nu ben ik geen wetenschapper, dus ik doe het lekker toch. Ik zeg dat de informatiehonger naar labveiligheid groter is dan ooit. Eerst maar eens op basis van n=3. In 2022 kwamen er zo’n 200 bezoekers af op het evenement LabSafety van FHI. In 2023 was dat aantal zo’n 250, en de post-covid effecten waren er toen wel uit. Nu, 20 mei jl., ging het event over de 300 bezoekers heen. Ja, n=3, maar met zo’n steile curve durf ik het wel aan te beweren dat het veiligheidsbewustzijn in de labs groeit en nog steeds groeiende is. Er is echt kennishonger naar de praktische uitvoerbaarheid van veiligheid in het lab, zoals het maken van een risico-inventarisatie of hoe je een veiligheidscultuur in je organisatie verankert. De sessies die hieraan gewijd waren zaten bomvol. Deze locatie in Vianen wordt al haast te krap, zou je denken.

Dat labs flink investeren in veiligheid werd op de exposantenmarkt bevestigd door diverse leveranciers. Ze krijgen veel aanvragen, breiden uit met nieuw personeel, en laboratoria zoeken naar oplossingen waarmee ze snel acute veiligheidsknelpunten kunnen oplossen. Zo is er veel interesse voor mobiele applicaties. Denk aan veilige werkplekken die je op wieltjes door het lab kunt rijden. Zo kun je flexibeler opereren en hoeft er niet eerst een infrastructuur aangelegd te worden. Dit principe kan ook voor veiligheidskasten. Als die niet aangesloten kunnen worden op een luchtkanaal, is een mobiele afzuigunit een optie. Die kan met zijn filtersysteem wel tot 1,5 jaar de kwalijke afgezogen dampen neutraliseren. Ook steeds vaker zie je kleine handzame kastjes met afzuiging, een soort vitrines voor bijvoorbeeld het afwegen van poeders van gevaarlijke stoffen of om in containment te kunnen werken als je niet de beschikking hebt over een microbiologisch veiligheidskabinet. Dus de tijd van ‘ach, die poeders weeg ik wel even af, zo veel kwaad kan dat niet’ laten we hopelijk snel achter ons. Herhaalde blootstelling aan gevaarlijke stoffen door de week heen, tientallen jaren lang – dat wil je gewoon niet. Niet voor jezelf en niet voor je medewerkers.

Het heeft ook alles te maken met een andere visie op veiligheid. Die van de intrinsieke veiligheid, veel effectiever dan symptoombestrijding. Om het plat te slaan: doe jij in je lab aan labveiligheid omdat het moet, of is het onderdeel van je veiligheidscultuur? Vinkjes zetten en elk jaar bibberen als er weer een audit komt, is ook een manier om je veiligheid te borgen...

Veel beter is het uiteraard als veilig werken in je organisatie ingebakken zit. Natuurlijk is een veiligheidscultuur er niet van de ene op de andere dag, het is een kwestie van jarenlang opbouwen. Zeker weten pluk je daar uiteindelijk de vruchten van. Niet in de laatste plaats omdat je zo ook je lab een prettigere plek maakt om te werken. Je mensen voelen zich beschermd, serieus genomen. En nemen zelf het voortouw, omdat ze zich verantwoordelijk voelen voor de veiligheid van het hele team.

Een ideaalplaatje? Ja, maar ik garandeer je dat je een heel stuk in de richting kunt komen als je dit als labmanager serieus oppakt. Laat je inspireren door collegalabs die dit principe omarmen. Juist daarom zijn dit soort dagen als LabSafety zo effectief, je gelooft pas dat het werkt als het in de praktijk bewezen is.

Vincent Hentzepeter, hoofdredacteur

INHOUD

X LABinsights dook in de basics van PCR, de toepassingen en toekomst van deze methodiek. Ondanks de opkomst van DNA-sequencing blijven er nieuwe PCR-methoden bijkomen. Kortom, PCR is een blijvertje. Hoe werkt PCR en waarom is de methode zo belangrijk?

X Het juiste gebruik van enzymen voor biolmoleculair onderzoek is een vak apart. Dit zijn niet zomaar chemische verbindingen, maar eiwitten met elk hun voorkeuren voor een bepaalde temperatuur, pH, buffer en specifieke biomoleculen. We helpen je de geschikte keuze te maken voor betere onderzoeksresultaten.

Juni 2025 61e jaargang www.labinsights.nl

Verschijnt 9x per jaar

(Foto: Marco Vellinga)

Hoofdredactie: Vincent Hentzepeter, redactie@labinsights.nl, +31 6 20592436

Aan dit nummer werkten mee: Vanessa Appelman, Ivo Horn, Patrick Mulder

Eindredactie: Sylvie Hoyinck

Redactiecommissie: Dr Ineke Joosten (Senior Onderzoeker/Researcher Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Rijkserfgoedlaboratorium), Bas van Driel (Business Development Manager Food Netherlands GBA), Jules Hoenderop (consultant Roche Diagnostics), Taco van der Maten (productmanager XRF Panalytical, chairman of the board of directors van ASTM International), Anita te Riet (Bergenius Labadvies), Han te Vaanhold (international sales representative Seastar Chemicals Inc.).

Media-advies: Erik ten Haaf, +31 297 223462, +31 6 10031781 erik@maxusmedia.nl

Debbie van den Dool en Marion van Sinderen, +31 3 16 227155, sales@maxusmedia.nl

Vormgeving: Marjan Hammink, marjan@maxusmedia.nl

Abonnementen: SP Abonneeservice, Postbus 105, NL-2400 AC Alphen aan den Rijn. Tel +31 88 1102028, abo@labinsights.nl. Abonnement Nederland 1 jaar € 320,-, 2 jaar € 420,-. Opzeggingen dienen 8 weken voor afloop van de abonnementsperiode in ons bezit te zijn. Vraag een proefnummer aan en/of neem een abonnement op de digitale editie en nieuwsbrief door u op www.labinsights.nl te registreren.

Druk: Veldhuis Media, Meppel

Uitgever: maXus media publishers, 1421 AC Uithoorn © 2025 maXus media

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt worden in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch of door fotokopieën, opname, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur en/of de uitgever. ISSN: 2468-6417

M2Lab: meer zekerheid en kwaliteit dankzij nieuw LIMS

10

Dankzij hun nieuwe LIMS draait M2LAB nu 90% van hun rapportages met één druk op de knop uit. Daarnaast is de traceability sterk verbeterd, doordat samples worden gescand. Met als gevolg meer efficiëntie.

Zeven tips om je interne audit glansrijk te doorlopen

De interne audit is een belangrijke, voorbereidende stap voor je accreditatie. Check als interne auditor dat je processen op orde zijn en signaleer knelpunten vóórdat een externe auditor dat doet. Zeven tips.

PCR blijft topper in de moleculaire diagnostiek

14

De polymerasekettingreactie, ofwel PCR, is een techniek waar niemand in de moleculaire diagnostiek omheen kan. Ondanks de opkomst van DNA-sequencing blijven er nieuwe PCR-methoden bijkomen.

Duidelijkere praktijkrichtlijn nood- en oogdouches?

24

Moleculaire diagnostiek: laat enzymen voor je werken

18

Enzymen uit de jaren zeventig blijken nog altijd heel vernuftige en gevoelige (bio) moleculen voor de hedendaagse moleculaire diagnostiek. Wat ze kunnen is buitengewoon.

Bomvol Lab Safety Event 2025

26

Op 21 mei vond het LabSafety Event plaats. FHI noteerde net boven de 300 bezoekers, exclusief exposanten. Daarmee trok deze kennisdag over labveiligheid bijna 25% meer bezoekers dan in 2023. 23

De regelgeving voor veiligheidsdouches valt binnen de EN 15154. Deze technische normering is op meerdere punten onvolledig voor de gebruiker, waardoor er een grijs gebied is tussen de richtlijn en de praktijk.

Pancreaskanker afremmen bij oorsprong

In het laboratorium van de VUB onderzocht Jonathan Baldan hoe acinaire cellen in de pancreas hun identiteit verliezen onder stress of ontsteking, en zo de eerste stap zetten richting kanker. Hij richtte zich niet op uitgezaaide tumoren, maar op het allereerste moment waarop cellulaire ontsporing begint. Centraal in zijn onderzoek staat het gen SOX4, een transcriptiefactor die verrassend dubbelzinnig blijkt: het kan zowel schadelijke als beschermende functies vervullen in pancreasweefsel. SOX4 reguleert hoe cellen reageren op schade en speelt mogelijk een sleutelrol in het behoud van weefselhomeostase.

concessieovereenkomst tussen BlueChem en het Havenbedrijf Antwerpen en zal vanaf mei 2026 worden gebouwd.

BlueChem richt zich op het versnellen van innovaties in de chemie door laboratoriumruimte, technische ondersteuning en een netwerk te bieden aan jonge bedrijven. De uitbreiding verhoogt het aantal beschikbare laboratoria aanzienlijk en vergroot de capaciteit om veelbelovende technologieën op te schalen. Die ondersteuning is essentieel voor een sector die enerzijds onder druk staat door geopolitieke ontwikkelingen en anderzijds een sleutelrol speelt in de transitie naar een klimaatvriendelijke industrie.

De Antwerpse haven blijft strategisch aantrekkelijk voor internationale chemiebedrijven dankzij haar infrastructuur en ligging. Volgens havenschepen Johan Klaps en BlueChem-directeur Liesbet Boogaerts bevestigt de uitbreiding het belang van de chemiesector voor zowel economische groei als klimaatoplossingen. BlueChem wil met deze stap het vertrouwen in chemie herstellen en de sector profileren als motor voor duurzame innovatie.

In muismodellen toonde Baldan aan dat SOX4 een beschermend effect heeft op het pancreasweefsel. Deze bevindingen, binnenkort gepubliceerd in het tijdschrift Gastroenterology, bieden aanknopingspunten voor nieuwe preventieve strategieën. Zijn huidige project, gefinancierd door de Stichting tegen Kanker, onderzoekt hoe men de natuurlijke regeneratie van pancreasweefsel veilig kan sturen zonder tumorgroei op gang te brengen.

Baldan pleit voor diepgaand celbiologisch en moleculair onderzoek naar acinaire celproliferatie om het evenwicht in het weefsel te bewaren. Zijn werk toont aan dat vroegtijdig ingrijpen op celniveau mogelijk nieuwe wegen opent om pancreaskanker te voorkomen, nog voor deze zich ontwikkelt.

Uitbreiding BlueChem Antwerpen

BlueChem verdubbelt in 2027 zijn laboratoriumcapaciteit met een tweede gebouw in het NextGen District in de Antwerpse haven. De incubator biedt ruimte aan start-ups die duurzame chemietechnologieën ontwikkelen. De uitbreiding is noodzakelijk doordat het huidige gebouw op het Blue Gate-terrein uit zijn jasje is gegroeid. Het nieuwe complex komt tot stand via een

Nieuw lab NutriControl

NutriControl staat op het punt een nieuw laboratorium in gebruik te nemen in Veghel, met een geplande opening in het tweede kwartaal van 2025. Dit project verdubbelt de analysecapaciteit van het bedrijf en breidt de dienstverlening uit binnen de food-, feed- en zuivelsector. Het gebouw van circa 5400 m² is ontworpen met aandacht voor duurzaamheid, veiligheid en innovatie, inclusief warmtepompen, zonnepanelen en een geavanceerd luchtbeheersysteem.

De eerste paal voor het nieuwe laboratorium werd op 26 maart 2024 geslagen. Het ontwerp is afgestemd op de werkprocessen van NutriControl, waarbij de route die een monster aflegt als leidraad diende. Daarnaast wordt de samenwerking met technologiepartner PerkinElmer versterkt, onder andere door de integratie van een demonstratielaboratorium.

Jonathan Baldan (foto: VUB).
Het nieuwe laboratorium van NutriControl in aanbouw (still: NutriControl).
De haven van Antwerpen (foto: Belga).

Blijf op de hoogte

Tekort aan diagnostische testen EU

Europese laboratoria ondervinden aanzienlijke gevolgen van de invoering van de In Vitro Diagnostic Medical Devices Regulation (IVDR), die sinds 26 mei 2022 van kracht is. Deze verordening vervangt de eerdere richtlijn en introduceert strengere eisen voor in-vitro diagnostische hulpmiddelen (IVD’s).

Een belangrijke wijziging is dat het merendeel van de IVD’s nu certificering door een aangemelde instantie (Notified Body) vereist. Dit was voorheen slechts voor een klein percentage nodig. Het betekent dat een fabrikant zijn product moeten laten toetsen aan uitgebreidere technische documentatie, waaronder klinisch bewijs van veiligheid en prestaties. De toegenomen vraag naar certificering legt druk op de capaciteit van de beschikbare aangemelde instanties, met als gevolg vertragingen in de goedkeuring van diagnostische testen.

Daarnaast stelt de IVDR hogere eisen aan labs die zelf ontwikkelde testen gebruiken. Deze laboratoria moeten voldoen aan specifieke voorwaarden, zoals het gebruik van een passend kwaliteitsmanagementsysteem en de uitvoering van risicoanalyses op testniveau. Voor een in-huis ontwikkelde test in de hoogste risicoklasse (klasse D) gelden aanvullende documentatie-eisen.

De implementatie van de IVDR heeft geleid tot zorgen over de beschikbaarheid van bepaalde diagnostische testen, met name voor zeldzame aandoeningen of specifieke toepassingen waarvoor commerciële alternatieven ontbreken. Laboratoria moeten zich aanpassen aan de nieuwe regelgeving om de continuïteit van diagnostische diensten te waarborgen.

Fonds van € 500 miljoen voor het aantrekken van wetenschappers

De Europese Commissie zet vanaf 2025 een nieuw fonds van € 500 miljoen in de steigers. Doel: toptalent uit binnen- en buitenland aan de EU binden en versneld inzetten op onderzoek en ontwikkeling binnen strategische domeinen zoals gezondheid, klimaat en digitalisering.

De regeling loopt van 2025 tot 2027 en richt zich op de opbouw van aantrekkelijke loopbaanpaden en vaste aanstellingen voor wetenschappers aan Europese

Europese labs kampen met tekorten aan specifieke diagnostische testen (foto: Adobe Stock).

universiteiten en onderzoeksinstituten. Lidstaten kunnen via cofinanciering talentvolle onderzoekers rekruteren en langdurig vasthouden. De nadruk ligt op landen die traditioneel kampen met een tekort aan onderzoeksbudget of een structurele braindrain, zoals Portugal, Roemenië en Griekenland.

Het fonds ondersteunt niet alleen individuele loopbanen maar ook de versterking van lokale ecosystemen. Zo moet een onderzoeker die een laboratorium opzet, eenvoudiger toegang krijgen tot Europese projectmiddelen, apparatuur en netwerkstructuren. Tegelijkertijd blijven de voorwaarden voor transparante selectie en inclusie streng, zodat het geld geen grabbelton wordt.

Kritiek komt uit landen als Duitsland en Nederland, die vragen naar het rendement van zulke regelingen. Toch staat buiten kijf dat Europa zonder dit soort impulsen dreigt achterop te raken in de wereldwijde kenniseconomie.

€200 miljoen in nieuwe TU/e-laboratoria

TU Eindhoven bouwt twee nieuwe laboratoria en een cleanroomcomplex op haar campus, goed voor een investering van € 200 miljoen. De uitbreiding versterkt de technologische infrastructuur voor fundamenteel en toegepast onderzoek in fotonica, quantumtechnologie en halfgeleiderfabricage. De universiteit wil met deze stap haar bijdrage aan de Europese chipindustrie vergroten, in aansluiting op de ambities van het Europese Chips Act-programma.

De geplande gebouwen verrijzen aan de noordzijde van de campus, waar de universiteit al werkt aan de ontwikkeling van een zogeheten ‘PhotonDelta Hub’. De cleanroom krijgt een ultrazuivere werkomgeving met een filtratieniveau tot klasse ISO 4, geschikt voor het vervaardigen en testen van nanoschaalcomponenten. Onderzoekers werken daar straks met lithografie-installaties, depositietechnieken en ionenbundelapparatuur die tot in het atomaire bereik kunnen manipuleren. Voor specifieke processen bouwt men laboratoriumruimtes die geschikt zijn voor trillingvrije opstellingen en extreem stabiele temperatuuromstandigheden.

De universiteit koppelt de fysieke infrastructuur aan nieuwe samenwerkingsmodellen met bedrijven uit de regio, waaronder ASML, SMART Photonics en NXP. TU/e trekt jonge onderzoekers aan en wil de komende jaren tientallen promovendi onderbrengen in de nieuwe faciliteiten.

Heropening vernieuwd Sanquin-lab

Sanquin heeft op haar terrein in Amsterdam een bestaand gebouw omgevormd tot een modern laboratorium dat onderzoeksruimte biedt aan bedrijven en startende initiatieven binnen de bloedgerelateerde gezondheidszorg.

Het vernieuwde lab richt zich op toepassingen in transfusiegeneeskunde, immunologie, oncologie en hematologie. De indeling sluit aan op de behoefte aan flexibele werkruimten en schaalbare onderzoeksopstellingen. Naast standaardlaboratoria telt het gebouw meerdere geconditioneerde ruimtes, onder meer geschikt voor cel- en weefselkweek, RNA-analyse en immunologische assayontwikkeling.

De campus heeft nu ook een gedeelde labservice-infrastructuur, met centrale voorzieningen voor bijvoorbeeld flowcytometrie, massaspectrometrie en biobanking.

De juiste meetwaarden worden automatisch via LIMS aan de juiste samples gekoppeld

M2LAB: meer zekerheid en kwaliteit dankzij nieuw LIMS

Dankzij hun nieuwe LIMS draait M2LAB in Udenhout nu 90% van hun rapportages met één druk op de knop uit. Daarnaast is de traceability sterk verbeterd, doordat samples worden gescand. Met als gevolg meer efficiëntie, zekerheid en kwaliteit. Het lab ging nog een stap verder door ook de kalibratie en het onderhoud van hun apparatuur volledig te automatiseren.

Vanessa

Het nieuwe LIMS van M2LAB in Udenhout is een grote stap vooruit. Het grootste effect is te zien bij de rapportages: daarvan rolt nu 90% met een druk op de knop zo de printer uit. Ook het samplemanagement is sterk verbeterd: scannen gaat soepel en de traceerbaarheid is nu goed inzichtelijk. Het bedrijf ging nog een stap verder en heeft ook het apparaatbeheer volledig geautomatiseerd met LIMS.

Laboratorium voor oppervlaktetesten

Ben Hoppener staat aan het roer van M2LAB. Als oprichter van het bedrijf én zelfverklaarde ‘coating nerd’ ademt hij zijn vak: “Waar ik ook ben, op mijn werk of als ik vrij ben, ik kijk naar alles waar een verflaagje op zit. Helemaal als er iets mis mee is, dat vind ik interessant.” Zijn kennis komt terug in hun specialisme.

M2LAB (M2 verwijst naar vierkante meter) in Udenhout telt acht medewerkers en hun specialisme is oppervlaktematerialen, zoals (poeder)coatings en verf, op een metalen ondergrond. Denk aan de laklagen of coatings van – onderdelen van – (agrarische) machines, booreilanden, windmolenonderdelen en gebouwen.

Met onder andere corrosietesten, zoutsproeitesten en verouderings- en verweringstesten test M2LAB de kwaliteit van het materiaal en rapporteert dit aan de klant. Hoppener: “Kort gezegd: als je de kwaliteit van een lak of coating niet weet, stuur je het aan ons op. Wij maken deze dan kapot en rapporteren onze bevindingen. Wij werken hierbij in twee takken: Testen en Advies. Zo kunnen we bedrijven helpen bij het verbeteren van hun product.”

‘Alle meetwaardes worden nu feilloos aan het juiste sample gekoppeld’

Op zoek naar LIMS

In 2017 verwerkte M2LAB nog zo’n 40 tot 50 orders per jaar, inmiddels zijn dat er meer dan 500 per jaar. Excel bleek hiervoor niet meer toereikend. “Wij zijn toen gaan zoeken naar een ander systeem en dat werd een ERP-systeem. Helaas voldeed dit niet, omdat het niet ingericht is voor het lab. Het is meer een boekhoudsysteem, je kunt er je samples niet goed mee volgen.”

Hij vervolgt: “Als onafhankelijk third party laboratorium is het belangrijk dat je je data op orde hebt en nette rapportages maakt. Na onze ISO 17025-accreditatie in 2023 was het tijd voor een goed datamanagementsysteem en kozen we voor een LIMS.”

De laboranten bij M2LAB voeren veel verschillende testen uit. Deze testen variëren in tijdsduur van een paar uur tot een half jaar.

LIMS specs

Bedrijf: M2LAB in Udenhout Productversie: iLES, Continuous Delivery inclusief kosteloze upgrades

Datum inbedrijfname: 1 maart 2025

Aantal simultane gebruikers: 8

Server: Azure Appservice, Azure SQL Server

Programma van Eisen is complex

Hoppener en collega’s spraken daarvoor met vier leveranciers en hielden iVention en een leverancier uit Amerika over op een gedeelde eerste plaats. “Qua inhoud waren ze vergelijkbaar, maar het tijdsverschil bleek niet werkbaar. Mijn medewerkers wilden niet om acht uur ’s avonds nog eens hun problemen of eisen bespreken. Met iVention hadden we dat probleem niet en hadden we bovendien ook een goede klik. Het bedrijf is persoonlijk, flexibel en denkt altijd mee in oplossingen.”

Vooral dat laatste bleek in de praktijk erg fijn. “Onze iVentionconsultant dacht altijd goed met ons mee. En dat moest ook, want ons proces is supercomplex. We hebben een grote variatie aan aanvragen en voeren veel verschillende testen uit, met tussentijdse beoordelingen op verschillende tijdstippen. Sommige testen duren kort, sommige wel meer dan een half jaar. Al die resultaten moeten worden samengevoegd tot één overzichtelijk en kwalitatief hoogwaardig rapport voor onze klant.”

Meer zekerheid en kwaliteit

En dat kan nu met het iLES LIMS-systeem van iVention. Hoppener vervolgt: “Het is een hele vooruitgang; nooit meer schrijffoutjes of problemen met knippen en plakken. Heel fijn. Op dit moment zijn we nog bezig met een verbeterde opmaak van onze rapporten en aan de juiste nummering van de pagina’s. En ook hier helpt onze consultant goed in mee, want het is best lastig om zelf aanpassingen in de configuratie te doen. Je moet echt iemand in je team hebben die zich er in wil verdiepen en hier handig in is.”

Vincent Chamuleau kan de status van de projecten dankzij iLES altijd real-time inzien.

‘Je moet echt iemand in je team hebben die zich er in wil verdiepen en hier handig in is’

Andere zaken gaan nu ook een stuk soepeler dan voorheen, zoals het scannen en tracken van de samples. “We hoeven nooit meer te zoeken naar samples en weten op elk moment wat de status van een sample of project is. Alle meetwaardes worden nu feilloos aan het juiste sample gekoppeld. Dat geeft meer zekerheid en verbetert de kwaliteit enorm.”

Daarom is M2LAB zelfs nog een stap verder gegaan, door ook het onderhoud van hun apparatuur real-time via iLES te beheren. “Al onze apparaten zijn genummerd – daar komen later QR codes op – en als er een kalibratie of onderhoud nodig is, zien we dat gewoon in een to-do-lijstje op ons scherm”, zegt Hoppener.

Wennen aan LIMS

De medewerkers van M2LAB werken nu een paar maanden met het LIMS en ze merken – naast dat het even wennen is – dat ze een grote stap vooruit hebben gezet. Hoppener heeft inmiddels ook al een stap verder gezet door een toegankelijk klantportaal in het systeem te laten integreren. Hij besluit: “Met iLES heeft M2LAB een toekomstbestendig LIMS-systeem in huis gehaald, dat meegroeit met onze ambities.”

Mohamed Chentouf checkt de status van de samples in het LIMS systeem.

PCR blijft topper in de moleculaire diagnostiek

De polymerasekettingreactie, ofwel PCR, is een techniek waar niemand in de moleculaire diagnostiek omheen kan. Ondanks de opkomst van DNA-sequencing blijven er nieuwe PCR-methoden bijkomen. Kortom, PCR is here to stay. Hoe werkt PCR en waarom is de methode zo belangrijk? LABinsights dook in de basics van PCR, de toepassingen en toekomst van deze methodiek.

Redactie: Ivo Horn | Fotografie: Adobe Stock

Elk moleculair biologisch laboratorium dat diagnostiek doet, kan niet zonder de PCR-methode. Snel te leren en de reagentia zijn betaalbaar. Eigenlijk is de methode ontworpen om voldoende DNA te verkrijgen om goed te kunnen analyseren. Over het uitvoeren van de methode verderop in het stuk meer.

Wat heb je nodig? Het minimale beetje DNA dat je wil vermenigvuldigen, de ‘primers’ – de beginstukjes waar de vermenig-

vuldiging start – een enzym (Taq polymerase), nucleotiden en wat buffer. De vermenigvuldiging wordt amplificatie genoemd. Omdat het octrooi op de methode en Taq polymerase verlopen is, zijn er vele leveranciers en zijn de prijzen van reagentia laag. Dit maakt PCR voor veel laboratoria tot een aantrekkelijke, want betaalbare en betrouwbare methode.

Taq polymerase enzym gebonden aan DNA.

Stapsgewijs ziet PCR er zo uit:

Stap 1:

Door DNA eerst uit te smelten (bij 95 °C) breng je het in de enkelstrengs vorm. Dit heet denaturatie.

Stap 2:

Vervolgens verlaag je de temperatuur naar de temperatuur waarbij de primers hechten: meestal rond de 55 °C, en wel precies op de plaats waar jij dat wilt. Deze stap heet annealing en is bepalend voor het aanmaken van het juiste DNA.

Nobelprijs voor PCR

De Nobelprijs werd in 1993 aan Kary Mullis uitgereikt voor de ontdekking van de PCR. Een logische prijs, want het zou een van de meest gebruikte methodes worden in de moleculaire biologie.

Wat is de essentie? Er was al bekend dat DNA kon uitsmelten naar de enkelstrengs structuur en kon terugkeren naar de dubbelstrengs vorm. Dat proces is temperatuurafhankelijk. Wanneer de enkelstrengs structuur ontstaat, dan kun je daar handig gebruik van maken door een nieuw stukje DNA aan te maken op de uitgesmolten strengen. En de startpunten voor de aanmaak kun je zelf bepalen door specifieke primers – ontworpen op een bepaalde sequentie – te laten binden. Op deze manier is het mogelijk om in no time exponentieel DNA aan te maken: elke cyclus geeft een verdubbeling van DNA.

Snelle vermenigvuldiging van weinig DNA

Cruciaal voor de PCR-amplificatie van DNA is een heel bijzonder enzym, Taq polymerase. Dit maakt onder hoge temperatuur (72 graden Celsius) nieuw DNA aan.

Het team Mullis gebruikte bij de ontwikkeling van de methode een enzym dat in 1976 beschreven werd door de Amerikaanse

Stap 3:

Tot slot laat je bij 72 °C een nieuw fragment aanmaken door Taq polymerase. We noemen dit de extensie of elongatie.

Stap 4:

Het geheel herhaal je zo’n 30 keer en het resultaat is dat je je gewenste DNA-stukje tot een miljoen keer vermenigvuldigt! Ofwel, van een picogram kun je naar microgram hoeveelheden DNA gaan. Theoretisch zou je nog verder kunnen amplificeren, maar er treedt op een bepaald moment remming van de PCR op.

Alice Chien. De bacterie die het enzym maakt, Thermus aquaticus, was al eerder ontdekt in Yellowstone National Park door microbioloog Thomas Brock. Een belangrijke ontdekking dus, die pas in de jaren tachtig een grote toepassing kreeg.

De Thermocycler: niet zomaar een simpele temperatuurwisselaar

Het cyclisch amplificeren doe je in een thermocycler, die je al vanaf een paar duizend euro koopt. Eigenlijk is het een apparaat dat van temperatuur wisselt. Maar een goede, niet te goedkope, cycler doet dat wel heel precies en voor elk monster op dezelfde manier. En hij wisselt heel snel van temperatuur. Een goedkope cycler is dus niet altijd de beste keuze.

Er is veel keuze op de markt en het loont om apparaten vooraf

‘ Van een picogram kun je naar microgram hoeveelheden DNA gaan’
‘Zo kun je zelfs uit opgedroogd bloed, gevonden op bijvoorbeeld
een stoeptegel op een plaats delict, met veel moeite soms nog DNA amplificeren’

te testen. Goede apparaten beschikken ook over een ‘gradiënt’ functie: ze kunnen over het thermoblock een verschil in temperatuur aanbrengen. De bovenkant van het blok is dan tijdens de annealing bijvoorbeeld iets minder warm dan de onderkant. Je kunt dan je samples bij verschillende temperaturen PCR’en en daarmee je assay optimaliseren.

Voorkom contaminatie bij een PCR

Vervuild PCR leidt tot foutieve resultaten: zuiver werken heeft dus topprioriteit. Het feit dat PCR een hypersensitieve methode is – indien er DNA aanwezig is, dan wordt het ‘opgepikt’ – maakt dat je enorm moet uitkijken voor contaminatie. Weliswaar borg je met je primers welk stuk je vermenigvuldigt, maar aspecifieke vermenigvuldiging ligt op de loer.

Eigenlijk is de methode niet zo heel moeilijk: de wijze van werken is het meest van belang. Met het uitvoeren van een PCR in ultracleane reagentia – denk bijvoorbeeld aan bestraald water en hoogste zuiverheid chemicaliën – zijn veel problemen te voorkomen.

Vele wegen leiden naar DNA-amplificatie

De PCR kent intussen meerdere loten aan de stam:

X Klassieke PCR (hiervoor beschreven)

X qPCR

X Digitale PCR

‘ PCR wordt steeds gebruiksvriendelijker en zijn er al handheld devices’

Bij qPCR, ook wel realtime PCR genoemd, kun je het amplificatieproces op een beeldscherm volgen. Je kunt dan direct zien of je DNA gemaakt wordt, maar je kunt bijvoorbeeld ook op mutaties screenen. Het gemuteerde stuk wordt niet aangemaakt, maar het niet-gemuteerde stuk wel. Ook kun je DNA identificeren aan de hand van temperatuureigenschappen: stukken met verschillende nucleotidensamenstelling smelten onder verschillende temperaturen uit. En die verschillen kun je eenvoudig zichtbaar maken.

Digitale PCR is de nieuwste ontwikkeling. Het is gericht op het meten van individuele DNA-moleculen. Dus: DNA-moleculen uit elke cel van een stukje weefsel worden ieder apart geamplificeerd. Zo zijn ze allemaal individueel ook zichtbaar te maken.

Waar DNA is, komt PCR om de hoek kijken

Of je nu werkt in forensische wetenschap, pathologische diagnostiek, moleculairbiologisch onderzoek of environmental DNA: in elke tak van sport komen we PCR tegen. Zo kun je zelfs uit opgedroogd bloed, gevonden op bijvoorbeeld een stoeptegel op een plaats delict, met veel moeite soms nog DNA amplificeren. En daarna analyseren, waar het natuurlijk om gaat. Of die ene tumorcel genetisch onderzoeken die zich in een populatie van vele tienduizenden cellen bevindt.

Momenteel wordt er ook veel klimaatonderzoek gedaan, waarbij gekeken wordt naar invasieve soorten. Denk bijvoorbeeld aan de Amerikaanse rivierkreeft of de vele soorten grondels, baarsachtigen, die nu in onze wateren zitten. Ze laten allemaal DNA-sporen na die we met PCR kunnen vaststellen.

PCR, sequencing en drones

Op veel plaatsen wint het DNA sequencen terrein. De reden daarvoor is dat de gehele nucleotidesequentie bepaald wordt en je dus meer informatie krijgt. Bovendien kun je, bij next generation sequencing, meteen grote aantallen genen tegelijk analyseren. Vanzelfsprekend is dit ook een duurdere methode dan een PCR.

Toch zijn er redenen genoeg om niet alles te sequencen: soms wil je gewoon vaststellen of een bepaald stukje DNA aanwezig is. Een eenvoudige PCR, die niet al te duur is, kan dan uitkomst bieden. Het sequencen van al het mogelijk aanwezige DNA is dan een overkill en een stuk prijziger. Daarnaast is een PCR heel gevoelig en net zo betrouwbaar als sequencing. Ook maken veel sequencing-methoden nog steeds gebruik van een PCR-stap om het DNA eerst te vermenigvuldigen.

Is een PCR-methode correct opgezet, dan pik je eigenlijk altijd datgene op wat je zoekt. Bovendien wordt PCR steeds gebruiksvriendelijker en zijn er al handheld devices. PCR wordt zelfs op drones uitgevoerd – waarbij de wisseling van temperatuur een aandachtspunt is – bijvoorbeeld in afgelegen gebieden. PCR blijft dus voorlopig nog wel even.

Figuur 1: schematische weergave van het type II restrictie-enzym gebonden aan DNA (oranje).

Figuur: Wikipedia.

Moleculaire diagnostiek: laat enzymen voor je werken

Enzymen uit de jaren zeventig blijken nog altijd heel vernuftige en gevoelige (bio)moleculen voor de hedendaagse moleculaire diagnostiek. Dit zijn niet zomaar chemische verbindingen, maar eiwitten met elk hun voorkeuren voor een bepaalde temperatuur, pH, buffer en specifieke biomoleculen. Wat ze kunnen is buitengewoon.

Redactie: Ivo Horn | Afbeeldingen: Wikipedia

Met de kennis van eiwitchemie, DNA-methoden en structuurbiologie zijn we de afgelopen decennia heel ver gekomen in onze wetenschap over hoe moleculair-biologische enzymen werken. Zo weten we nu dat sommige biologisch actieve moleculen werken als scharnieren, andere als ritssluiting en weer andere zelfs als propellers! De werkingsmechanismen van een paar heel belangrijke enzymen op een rij.

Restrictie-enzymen of endonucleasen

Restrictie-enzymen, ook wel endonucleasen genoemd, zijn enzy-

men die DNA knippen. Het zijn ‘nucleasen’, want ze werken in op nucleïnezuren en doen dat in de DNA-keten (‘endo’).

Vier enzymtypen

Er zijn vier typen restrictie-enzymen. Meest gebruikt zijn type II-enzymen. Types I-, III- en IV-enzymen worden minder of vrijwel niet gebruikt.

Type I is een molecuul dat wel een bepaalde DNA-volgorde herkent, maar daarna volkomen willekeurig knipt. Dat geeft dus geen voorspelbare DNA-fragmenten.

Type II heeft dat nadeel niet. Vrijwel iedere moleculair-biologische onderzoeker gebruikt daarom type II-enzymen. Hun grote voordeel is dat ze een ‘palindroom’-sequentie herkennen en in een vaststaande sequentie knippen. Palindroom staat voor ‘spiegelwoord’ met als sprekende voorbeelden ‘lepel’, ‘negen’ en ‘meetsysteem’. In de moleculaire biologie staat een palindroom-sequentie voor DNA-volgorde die tegengesteld dezelfde volgorde van basen geeft. Het bekende enzym EcoRI bijvoorbeeld herkent GAATTC (naar de basen Guanine, Adenine, Thymine en Cytosine). Lees je deze basenvolgorde omgekeerd en ‘complementair’ – dus met invulling van de tegengestelde basen – dan staat er ook GAATTC. Er ontstaat zo een symmetrische bindingsplaats. Deze symmetrie zien we terug in het enzym, wat uit twee dezelfde structurele onderdelen bestaat.

Type III-enzymen herkennen een niet-palindrome sequentie. Twee herkenningssites zijn nodig waarvan de basevolgordes gespiegeld zijn. Het enzym knipt het DNA op zo’n 25-28 basen van de plaats waar het aan het DNA bindt. Dit type enzymen wordt nauwelijks gebruikt.

Type IV-enzymen zijn nauwelijks specifiek te noemen voor de DNA-basevolgorde. Ze herkennen een stukje dat chemisch veranderd is, meestal gemethyleerd. Ook deze enzymen hebben amper toepassingen.

Type II restrictie-enzymen favoriet

Gezien de toepasbaarheid zoomen we verder in op type II restrictie-enzymen. Hiervan zijn de favorieten hieronder opgesomd. In figuur 1 (titelfoto, links hiernaast), waarin een schematische weergave is te zien van het enzym gebonden aan DNA (oranje), is de genoemde symmetrie van dit enzymtype duidelijk herkenbaar.

Type II restrictie-enzymen hebben geen energie nodig om te werken, maar wel magnesiumionen. In de bij de enzymen geleverde buffers zitten alle benodigde stoffen. Na binding vindt het knippen van het DNA plaats en kan analyse of klonering uitgevoerd worden. Er zijn veel leveranciers van deze enzymen, bijvoorbeeld Qiagen, Roche, New England Biolabs en Promega.

Ligase

DNA-ligase is typisch inzetbaar voor kloneren. Het valt in de categorie ‘knippen en plakken’. Dit enzym kan losse dubbelstrengs DNA-stukken aan elkaar zetten, mits ze op elkaar passen. Het kan ook enkelstrengs-DNA plakken, maar dat is veel minder efficiënt.

Ligase is ooit gevonden in bacteriofaag T4 en in bepaalde bacteriën. Zo’n bacteriofaag (zie figuur 2) is een virus dat op bacteriën parasiteert. De faag gebruikt ligase om DNA in het bacterie-DNA te brengen en om lineair DNA circulair te maken. Dit is bestand tegen afbraak en het wordt snel vermenigvuldigd.

THEMA LIFE SCIENCES

Figuur 2: de structuur van een bacteriofaag met ‘staart’-eiwitten. Figuur: Wikipedia.

Het enzym ligase maakt een covalente, zeer sterke binding tussen een vrije hydroxylgroep en een fosfaatgroep, een zogeheten fosfodiësterbinding. In de biochemie zeggen we dat de 3’ hydroxyl of OH-groep aan de 5’ PO4- of fosfaatgroep gekoppeld wordt. Het heeft daar energie (ATP) voor nodig en er komt een watermolecuul vrij tijdens de reactie. De getallen 3 en 5 geven het koolstofatoom aan waaraan de hydroxyl of fosfaatgroep zich bevindt. Deze getallen worden altijd aangegeven om duidelijk te maken welke richting de DNA-sequentie heeft, dus, simpel gezegd, wat de start en het einde is. Primers, gebruikt bij sequencing en PCR, worden altijd vermeld met het getal 5 om aan te geven in welke richting het DNA aangemaakt wordt. Ligeren vindt plaats bij 12 tot 16 graden en wordt, na een minimale incubatietijd van 10 minuten, beëindigd met een hitte-inactivatie. Langere incubaties leveren betere resultaten, één nacht durend is standaard.

Taq polymerase

Taq polymerase valt in de categorie ‘kopiëren’ en is het meest gebruikte enzym in de moleculaire diagnostiek. Het maakt van weinig DNA heel veel in een PCR-reactie, zodat er genoeg van is om het eenvoudig te kunnen analyseren, bijvoorbeeld door sequencing.

Hoe werkt dit? Taq polymerase is oorspronkelijk ontdekt in bacteriën die leven in heetwaterbronnen. Het werkt daarom optimaal bij hogere temperaturen. In een typische reactie verlengt Taq polymerase het DNA op een matrijs in aanwezigheid van magnesium, de juiste buffercondities en nucleotiden. Het zet dus nucleotiden aan elkaar. Daarbij bepalen primers het begin- en eindpunt en is de volgorde aangegeven in de matrijs.

In deze amplificatiereactie kunnen we wel zes ordes van grootte vermenigvuldigen: een picogram DNA wordt vermenigvuldigd tot een microgram. En daar kan goed verder mee gewerkt worden.

Reverse transcriptase

Reverse transcriptase (RT) is het enzym dat essentieel is om RNA om te zetten naar DNA. Een veel toegepast enzym, omdat RNA niet, en DNA wel, gebruikt kan worden in PCR of een sequencing-reactie. In drie stappen maakt het enzym op ingenieuze wijze een dubbelstrengs DNA-molecuul van een enkelstrengs RNA-molecuul voor vermenigvuldiging met PCR.

Stap 1:

Een DNA-streng wordt op een RNA-streng gemaakt. Het enzym heeft een RNA-afhankelijke DNA-polymerase activiteit.

Stap 2:

Het afbreken van het oorspronkelijke RNA: de RNAse H-activiteit.

Stap 3:

De DNA-afhankelijke DNA-polymerase activiteit, ofwel het vermeerderen van het DNA.

Heel veel diagnostische kits maken gebruik van RT PCR. Denk aan bijvoorbeeld diagnostiek op RNA-virussen (Corona, bepaalde retrovirussen) of diagnostiek op aanwezige mutaties in de pathologie.

Moderne next generation sequencing-methoden maken bij RNA-sequencing ook gebruik van een reverse-transcriptiestap. Het bedrijf Oxford Nanopore Technologies heeft een methode om zonder omzetting naar DNA het RNA direct te sequencen. Voordeel is dat je zo naar de oorspronkelijke RNA-moleculen kijkt.

Topoïsomerases

Topoïsomerases veranderen de ‘topologie’, ofwel de ruimtelijke eigenschappen van DNA en fungeren als een soort strijkbout in de moleculaire gereedschapskist. Is het DNA bijvoorbeeld heel erg gedraaid en opgewonden – supercoiled DNA – dan is het DNA in een cel niet te vermenigvuldigen. Eerst moet de topologie van supercoiled naar relaxed.

Topoisomerase I gebonden aan DNA (figuur: Wikipedia)..

Topoïsomerases laten het DNA van de ene in de andere vorm overgaan. Dit enzymtype verbreekt de keten, haalt de draaiing eruit en lijmt de keten weer. Eenmaal in een lineaire vorm kan het diagnostische proces beginnen. Het lineair maken van DNA met topoïsomerase is wel een dure bezigheid: het kost bijna 100

keer zoveel als het openknippen (en daarmee lineair maken) van DNA met een restrictie-enzym. Overigens is het gehele proces van ontwinden en repliceren complexer dan dat. Er zijn meer enzymen die een rol spelen, bijvoorbeeld helicase en primase.

Topoïsomerases worden verder ook als doelwit gebruikt voor therapeutica en diagnostiek. Neem kankeronderzoek: soms gaat het delen van cellen te snel. De celdeling kan dan vertraagd worden door de activiteit van topoïsomerases met bepaalde anti-kankerstoffen te remmen. En bij een bepaalde autoimmuunziekte worden antistoffen tegen Topoïsomerase gemeten.

RPA-recombinase

RPA-recombinase, ook ontdekt in bacteriofaag T4, is een heel bijzonder enzym voor specifieke DNA-amplificaties. De methode, voor het eerst beschreven in 2006, maakt gebruik van gelijkblijvende temperatuur en een recombinase – die isotherm werkt – om DNA te vermenigvuldigen. De methode kan gedaan worden tussen 22 en 45 °C.

Het recombinase vormt met primers en polyethyleenglycol een complex dat de juiste plaats vindt om DNA aan te maken. Hierna komt een polymerase in het spel dat het DNA aanmaakt. Dit alles bij gelijkblijvende temperatuur en dat maakt de aanschaf van een PCR-machine overbodig.

Recombinases zijn sowieso heel interessant om hun eigenschap DNA te kunnen veranderen. Ook bepaalde CRISPR Cas-methodes maken gebruik van recombinases: deze vinden de juiste plaats op het DNA waar vervolgens een door het CRISPR-systeem gemaakte wijziging plaats zal vinden.

Enzymen onmisbaar in moleculaire biologie

De besproken enzymen zijn veelgebruikte gereedschappen in de moleculaire biologie. Een aantal van hen, zoals de polymerases, ligases, en reverse transcriptases, zijn inmiddels onmisbaar voor de diagnostiek. Het interessante is dat al deze moleculen hun rol hebben in levende cellen en dat we hun eigenschappen gebruikt hebben voor onze eigen toepassingen in biologie en diagnostiek. De ontdekkingen van een groot aantal van deze enzymen heeft terecht de nodige Nobelprijzen in de scheikunde opgeleverd.

Zeven tips om je interne audit glansrijk te doorlopen

De interne audit is een belangrijke, voorbereidende stap om beslagen ten ijs te komen bij een accreditatie. Check als interne auditor dat je processen op orde zijn en signaleer knelpunten vóórdat een externe auditor dat doet. Deze zeven tips helpen je op de goede weg.

Sascha van der Ven, QAducation

Belangrijk. Het gaat hier om intrinsieke kwaliteitsborging van je processen. Niet om symptoombestrijding. Voorkom dat je audit een afvinklijst wordt, zorg dat-ie écht bijdraagt aan kwaliteit. Met deze zeven praktische tips kom je straks als interne auditor vast glansrijk door je accreditatie!

1. Focus op het proces, niet op de persoon

Tijdens een audit ligt de nadruk op het beoordelen van processen, niet op het functioneren van individuele collega’s. Benoem dit expliciet, vooral als iemand zenuwachtig is. Zo creëer je een open sfeer waarin je samen het bedrijf verbetert en voorkom je dat mensen zich gaan verdedigen op persoonlijke titel.

2. Zorg voor heldere communicatie

Misverstanden ontstaan snel, vraag altijd door als iets niet duidelijk is en check of je elkaar goed begrijpt. Zo voorkom je miscommunicatie en haal je echt waardevolle inzichten uit je interne audit.

3. Zoek de samenwerking met het team

Maak je audit niet spannend, door druk op de ketel te zetten. Je moet het immers samen doen, als team, dus zoek de samenwerking op, zo haal je meer uit je mensen. Schets daarbij het gemeenschappelijke doel: ‘Je doet het niet voor mij, maar voor ons hele team.’ Dus samen verbeterpunten signaleren waar je allemaal van profiteert om als team te groeien.

4. One size fits all? Kies liever voor een individuele aanpak

Een gesprek met de directie vraagt een andere benadering dan een gesprek op de werkvloer. Hou rekening met het kennisniveau van je gesprekpartner(s) en diens verantwoordelijkheden. Zo laat je iedereen in zijn waarde en haal je meer uit je interne audit.

5. Nederlandse aanpak werkt in België niet

Werk je in een internationaal laboratorium en ben je verantwoordelijk voor de Benelux? Wees je bewust van verschillen tussen bijvoorbeeld Nederland (contractland) en België (contactland). In Nederland is de letter van de wet leidend, in België speelt interpretatie een grotere rol. Stem je aanpak hierop af.

6. Wees transparant over vertrouwelijkheid

Vertel duidelijk hoe je omgaat met vertrouwelijke informatie en documentatie. Dit voorkomt misverstanden en versterkt het vertrouwen van je collega’s en klanten. Zorg dat je dit ook schriftelijk vastlegt.

7. Zie de audit als spiegel én leermoment

Een goede audit is niet alleen controle, maar zeker ook een leermoment Leg uit waarom bepaalde normen belangrijk zijn en hoe ze bijdragen aan kwaliteit. Zo groeit het bewustzijn in het hele team en bouw je aan intrinsieke kwaliteitsborging.

Dit waren onze zeven tips. Heb jij hier nog aanvullingen op. Laat het ons bij QAducation weten. Dan vullen we de lijst aan. Zo rollen we samen glansrijk door interne accreditaties. Wil jij je ook bekwamen in de finesses van het interne audit-proces.? Volg de cursus

www.qaducation.nl/product/interne-audit-training/

Duidelijke praktijkrichtlijn voor nood- en oogdouches op stapel

Regelgeving veiligheidsdouches: wat is de stand van zaken?

De regelgeving voor veiligheidsdouches valt binnen de EN 15154. Deze technische normering is op meerdere punten onvolledig voor de gebruiker, waardoor er een grijs gebied is tussen de technische richtlijn en de praktijk. Een NEN subcommissie buigt zich al enige tijd over een Nederlandse Praktijk Richtlijn (NPR) met als doel om een duidelijke praktijkrichtlijn voor nood- en oogdouches op te zetten. Hoe staat deze commissie er nu voor?

Redactie: Vanessa Appelman | Fotografie: DENIOS

Voor het naleven van de regelgeving omtrent veiligheidsdouches is het lastig als de richtlijnen niet eenduidig zijn. Het is verwarrend wanneer de technische richtlijn iets anders zegt dan wat in de praktijk haalbaar of logisch is. Of als je laboratorium onder een Amerikaanse verzekering - en daardoor mogelijk onder de ANSI-norm - valt, terwijl je een nooddouche met Europese specificaties hebt.

Extra praktijkrichtlijn voor nood- en oogdouches

Thijs-Jan Stolker, Technical & Development manager bij Denios meent dat de huidige technische eisen voor veiligheidsdouches - omschreven in de Europese EN 15154 productnorm - op meerdere punten onvolledig zijn. “En dat is zonde, want het veiligheidseffect van dit soort noodapparatuur valt of staat bij goed gebruik.”

Als lid van de normsubcommissie is hij al enige tijd betrokken bij het ontwikkelen van een Nederlandse Praktijk Richtlijn (NPR); een extra praktijkrichtlijn voor nood- en oogdouches. Deze commissie heeft inmiddels de adviezen ter verbetering van de norm samengebracht om zodoende een goede basis te hebben voor het opstellen van de praktijkrichtlijn. “Dat was geen gemakkelijke taak”, aldus Stolker: “In de commissie zitten allerlei specialisten

‘ Het veiligheidseffect van dit soort noodapparatuur staat of valt bij goed gebruik’

met een verschillende achtergrond. Iedereen heeft stuk voor stuk belangrijke input gegeven, maar allemaal van uit een andere invalshoek.”

Europese nieuwe EN 15154 normering

Stolker is met veel interesse en kennis betrokken geraakt bij NEN technische commissie voor nooddouches. “De NPR commissie komt eens in de zoveel maanden bij elkaar, maar op dit moment wachten we af tot de Europese nieuwe norme ring (EN 15154 deel 1 en 2) er definitief doorheen is. Deze liet vanwege de input uit divere Europsese landen op zich wach ten, maar inmiddels is daar de laatste stemronde over geweest. Nu moet alles nog formeel gemaakt worden en worden gepubliceerd.”

Naast de publicatie van de nieuwe Europese versie van de norm, wordt momenteel ook gekeken naar de optie om in een wereldwijde ISO-normering te voorzien. “Maar alles wat we vanuit Nederland graag wilden zien in de EN 1415154 deel 1 en 2, is internationaal gezien nog best lastig. In de Europese landen zijn straks dezelfde richtlijnen over de hoeveelheid water en het sproeipa troon, maar in veel andere landen blijft dat anders. In Amerika wordt bijvoorbeeld de ANSI-norm gehanteerd en wordt het waterdebiet in gallons in plaats van liters bepaald met een ander sproeipatroon. Wat doe je dan als je als Nederlandse bedrijf bij een Amerikaanse firma verzekerd bent en deze verzekering naar de ANSI-norm verwijst?”

In de Europese landen zijn straks dezelfde richtlijnen over de hoeveelheid water en het sproeipatroon’

Aanbevelingen voor veiligheidsdouches

Voor veel laboratoria is het gebruik en aanschaf van veiligheidsdouches nu verwarrend. Zo is er bijvoorbeeld geen accurate richtlijn voor het aantal benodigde nood- en oogdouches en de temperatuur. En er zijn meerdere interpretaties mogelijk. Wat is bijvoorbeeld lauw water? En hoe interpreteer je ‘moet binnen 10 sec bereikbaar zijn’ als het slachtoffer zelf moet lopen of als de douche achter een deur zit? “Overal vind je wel wat informatie. Wij willen dat de NPR een makkelijke en overzichtelijke samenvatting wordt voor alle gebruikers binnen laboratoria en industrie.”

Stolker: “Op dit moment is in de EN 15154 bijvoorbeeld een watertemperatuur van 15-37 ºC als advies opgenomen. Ik vind dat veel te ruim. Vanuit Denios adviseren wij een temperatuur tussen de 20-25 ºC, omdat lauwwarm de prettigste temperatuur is om bij te spoelen. Anders houd je het geen 15 minuten vol. Daarnaast vermindert dit de kans op hypothermie (zg. koudeshock) en het risico op legionella.”

Regelmatig testen

Hij vervolgt: “Binnen de commissie pleit ik ook voor een jaarlijks periodiek onderhoud van veiligheidsdouches door een specialist”. De gebruiker dient zelf maandelijks of wekelijks een eenvoudige test uit te voeren door de douche te activeren, maar voor het controleren van bijvoorbeeld het debiet en sproeipatroon is een opleiding en de juiste appartuur benodigd. Door oog- en nooddouches regelmatig te testen, waarborg je hun kwaliteit. Dit is een vereiste in de EN 15154, maar gebeurt in de praktijk vrijwel nooit.”

Ondanks de huidige richtlijnen laat de toepassing en de bereikbaarheid van veiligheidsdouches te wensen over. “Zo zie je op sommige locaties gewoon pallets voor de douches staan” Ook het aantal douches blijkt in de praktijk niet altijd toereikend, waardoor de bereikbaarheid bij een incident al snel te kort schiet.” Het is dus goed dat de NPR eraan komt. Stolker besluit: “Veiligheidsdouches worden helaas te vaak als ‘overbodig’ of ‘onhandig’ gezien. Terwijl de veiligheid van lab- of productiemedewerkers prioriteit moet zijn. Deze verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij het lab, maar ook bij de producent, installateur en bij ons als leverancier.”

Aanbevelingen voor de EN 15154 vanuit de NPR subnormcommissie:

1. Benoem het aantal douches. Een nooddouche moet eenvoudig en snel te bereiken zijn. Om dit duidelijk te bepalen kan gebruik worden gemaakt van een maximale afstand of tijd vanaf de werkplek tot aan de douche. Benoem dan ook het aantal douches dat je in totaal moet hebben en welke soort dit moet zijn.

2. Pas de grens voor de watertemperatuur aan. In de EN 15154 is het advies voor de watertemperatuur van nood- en oogdouches 15-37 ºC. Er wordt ook gesproken over lauw water. Vanuit Denios adviseren wij een temperatuur tussen de 20-25 ºC, omdat dat de prettigste temperatuur is om bij te spoelen. Anders houd je het geen 15 minuten vol.

3. Voeg bij de montagevoorschriften ook een dieptemaat toe.

Er is geen volledige richtlijn voor de montage van een oogdouche; wel voor de hoogte, maar niet voor de diepte. Dit houdt geen rekening met kleine personen of iemand in een rolstoel.

4. Pas risicodifferentiatie toe.

Er moet een differentiatie komen op basis van een hoog/laag risico omgeving en het soort werkzaamheden die worden uitgevoerd. Het risico op calamiteiten is anders in een laboratorium, dan in een fabriekshal, garage of practicumlokaal.

5. Maak een duidelijke richtlijn voor waterkwaliteit en legionellapreventie. Er wordt in de huidige EN 15154 niet gesproken over legionellabeheersing, maar wel over de kwaliteit van het spoelwater. Deze moet van dezelfde kwaliteit zijn als drinkwater.

6. Maak duidelijke voorschriften voor onderhoud en inspectie.

Om de veilige en juiste werking te waarborgen, moet er regelmatig onderhoud en inspectie worden uitgevoerd. Hiervoor zijn vaste schema’s en een periodieke controle door een vakkundig specialist noodzakelijk.

Bomvol Lab Safety Event 2025

Op 21 mei vond in het Van de Valk-hotel in Vianen Lab Safety Event plaats. FHI noteerde net over de 300 bezoekers, exclusief exposanten. Daarmee trok deze kennisdag over labveiligheid bijna 25% meer bezoekers dan in 2023.

Vincent Hentzepeter | Fotografie: FOODnote

De plenaire zaal tijdens Lab Safety Event in Van de Valk Vianen was deze editie meer dan bomvol, een bewijs dat het goed druk was. De bezoekersaantallen lagen met net iets boven de 300 dan ook ruim boven die van de editie 2 jaar geleden en zelf 100 meer dan in ‘22. Veiligheid is en blijft een hot issue in de labwereld, waar niet alleen de regels steeds strenger worden, maar ook het bewustzijn groeit dat inherent veilig een veiligheidscultuur vereist. In het verlengde hiervan blijft ook ergonomie een aandachtspunt. Voor de kennis togen geïnteresseerden naar een van de vele lezingen tijdens dit event, in de pauzes konden ze zich oriënteren op het voor intrinsieke veiligheid benodigde arsenaal. Hieronder brandwerende chemicaliënkasten, labinrichting, zuuren microbiologische veiligheidskasten en veiligheidsincubatoren, persoonlijke beschermingsmiddelen en praktische hygiënische opbergsystemen voor verantwoorde afvalverwerking en natuurlijk allerhande diensten, zoals veiligheidsadvies en -monitoring.

S Bij DPVT ziet marketing- en salesmanager Job Wilten een trend naar mobiele systemen voor meer flexibiliteit in het lab. Voorbeelden zijn recirculerende zuurkasten op wieltjes en mobiele afzuigunits om veiligheidskasten aan te kunnen sluiten op al die plekken waar geen afvoer naar buiten mogelijk is. Vervangen van de filters is zo eens in de 1,5 jaar, dus prima mee te nemen in de reguliere onderhoudsbeurten..

W Bij Salm en Kipp stond productspecialist Antonio Andonyadis zij aan zij met zijn nieuwe collega Sadjaad Samoedj, zodat er versterking is op het portfolio van Martin Christ-vriesdrogers en de veiligheidskabinetten en -oplossingen van Berner.

T Bronson Incubator Services toonde zijn oplossingen voor klimaatonderzoek en incubatoren en greep het event aan om zijn webwinkel ‘Labwinkel.nl’ te promoten.

In totaal bezochten iets over de 300 geïnteresseerden LabSafety event 2025, waar de catering weer uitstekend verzorgd was.

Accountmanager Lucas Westerhof van Poly Temp Scientific laat een bezoeker ervaren hoe het voelt om te zitten op een ergonomisch ontworpen zadelkruk.

Bij Led Techno demonstreert business development manager Sanne Driessen de werking van deze ergonomische positieveverplaatsingspipet – de ‘Pipetman’ – die zijn diensten bewijst bij het pipetteren van viskeuze en vluchtige monsters zonder bellen en druppels.

Alles over veilige werkplekken op het lab en de veilige opslag van chemicaliën bij Denios.

Belangstelling voor de modulaire labinrichtingsoplossingen van Intos dat prat gaat op snelle oplevering bij renovatie- en nieuwbouwprojecten.

Meer dan volle zaal tijdens dit seminar over verdiepende RI&E door Erik van Deurssen die als arbeidshygiënist bij advies- en ingenieursbureau RPS dagelijks bezig is met analyses om de blootstelling aan gevaarlijke stoffen te beoordelen en meten.

“We

willen laboratoria helpen door een duurzaam bewustzijn te creëren”

Wat als je werkplek precies datgene uitstraalt wat je aan je klanten wilt meegeven? Duurzaam bouwen, duurzaam werken en duurzaam leven. Bij KuiperCompagnons in Rotterdam passen alle puzzelstukjes in elkaar. Met hun IGLO-methode bouwen ze modulaire en toekomstbestendige ruimtes en laboratoria. Tijd om de organisatie eens wat beter te leren kennen.

Redactie: Vanessa Appelman

Het eerste dat opvalt als je het architectenkantoor KuiperCompagnons in de oude Van Nellefabriek in Rotterdam binnenloopt, is de ruimte en het licht. Vroeger was dit de ‘Afdeling Thee’, nu is het een open kantoortuin met veel groen en toegankelijke, modulaire vergaderruimtes in het middenpad.

Rob Kanbier (programmadirecteur Healthcare & Life Science):

“‘Practice what you preach’, zeggen wij hier. Ook voor onze medewerkers is het belangrijk om met plezier naar het werk te gaan en in een gezonde omgeving te werken. Want als ons personeel goed in z’n vel zit, is de output die zij leveren ook beter. Daarbij houden we zoveel mogelijk rekening met het klimaat. Zo hebben we ons eigen CO2-verbruik vorig jaar met 15% kunnen reduceren.

We hebben fruit op het werk, een vegetarische lunch en een

fitplan. Thuiswerken is toegestaan, je krijgt een bijdrage voor elektrisch vervoer. Dienstreizen doen we met het OV. De duurzaamheidsfocus van de organisatie werkt zelfs door op het kantoortoilet, dat wordt doorgespoeld met grijs water uit de Schie.

Het personeel bij KuiperCompagnons zijn architecten en ontwerpers die dagelijks aan de verbetering van landschappen, omgeving en gebouwen werken. Ook binnen de life-sciences. Laboratoria zijn namelijk prima toekomstbestendig te bouwen, door hun modulaire concept van de IGLO-ontwerpmethode (Intelligent Generic Lab Optimization) toe te passen.”

Laboratoria modulair bouwen

Kanbier: “Wij willen onze klanten helpen door een ‘duurzaam bewustzijn’ te creëren en samen na te denken over een toe-

Sanquin’s ‘New West Health & Innovation District’.

komstbestendig gebouw of lab. Bijvoorbeeld door ze te adviseren over welke duurzaamheidsrapportages ze het beste kunnen gebruiken om te voldoen aan de nieuwe CSRD-richtlijn. Deze richtlijn gaat voor veel van onze klanten een steeds belangrijkere rol spelen en wij kunnen helpen met de onderbouwing en keuzes. Wij maken bij ieder project een duurzaamheidsscan.”

Hij vervolgt: “Aan de voorkant betekent het dat we al bij de bouw, van bijvoorbeeld een laboratorium, rekening moeten houden of het vastgoed wel ‘Paris Proof’ is. Is het bouwmateriaal circulair geproduceerd? Kunnen we resten van de oude casco gebruiken? Hierbij geldt dat niets erbij hoeven bouwen het meest duurzaam is. Door ‘modulair’ te werken - dus met standaardmodules, -maten en -eenheden - zijn alle ruimtes op voorhand toekomstbestendig in te richten. Dat kan zelfs nog simpeler, door te werken met wanden die magnetisch te (de)monteren zijn.”

Maar bij een verbouwing en inrichting kijkt KuiperCompagnons niet alleen naar het gebouw zelf, vooral ook naar de processen die erin plaatsvinden. Dit doen ze samen met de gebruikers.

Werkwijze: met de gebruikers om tafel

Kanbier: “Om onze klant het beste te kunnen helpen, hanteren wij drie sessies waarin we met de gebruikers (van het gebouw, het lab, de apparatuur) om tafel gaan om hun ‘gemene deler’ te vinden. Wat vinden zij nou écht belangrijk in hun werkomgeving? En wat willen ze hier nu absoluut wel of niet in terug zien? Tijdens de eerste bijeenkomst wordt aan de gebruikers gevraagd om hun ‘hartenkreten’ te uiten. In de tweede sessie bespreken we een aantal opties die wij hebben ontworpen en in de derde sessie wordt met z’n allen een definitief ontwerp gemaakt.”

Hij neemt ons mee naar een voorbeeld uit hun project bij BBio: “Gezonde werkruimtes met een goed binnenklimaat qua licht, ruimte en akoestiek zijn essentieel voor een fijne werkplek en gelukkige medewerkers. Maar in een cleanroom of op een BSL3 lab kun je natuurlijk geen levende planten neerzetten. Dit hebben we bij Bilthoven Biologicals (BBio) opgelost door voor de sfeer op het lab te kiezen voor wandpanelen met een print van een typisch Nederlands duinlandschap. Door daarnaast gebruik te maken van veel transparante wanden is het daglicht tot diep in het gebouw te voelen en te ervaren. Zo simpel kan het zijn.”

‘Onze IGLO-methode is per definitie duurzaam, want niets bij hoeven bouwen is het meest duurzaam’

Project uitgelicht (1):

KuiperCompagnons zet IGLOmethode in voor modulaire bouw Sanquin campus

Sanquin wilde een nieuwe campus opzetten: het ‘New West Health & Innovation District’. De doelstelling was om een ML-II laboratoriumomgeving te realiseren die geschikt was voor meerdere soorten gebruikers, voor zowel diagnostiek als voor research en om deze daarnaast ook per unit te kunnen verhuren aan externe partijen. Door de IGLO-methode met succes toe te passen kon aan alle voorwaarden worden voldaan.

Er staat nu een generieke afsluitbare basismodule van 60 m2 die op allerlei manieren gebruikt en ingedeeld kan worden en aan alle laboratoriumrichtlijnen voldoet. De module is – via een verbindingsdeur – in veelvouden van 30 m2 samen te voegen of in kleinere units op te delen. Verbouwen is daardoor niet nodig en opschaling van een gehuurde ruimte is relatief eenvoudig te organiseren.

Voor een goede flexibiliteit van de labruimtes was het integraal mee-ontwerpen van een vaste inrichting een must. Belangrijke onderdelen, als LAF- en zuurkasten, opstellingen met testapparatuur en teststraten, grote apparaten (zoals vriezers, koelkasten, incubatoren), kregen in een vroeg stadium al een plek in het ontwerp.

Sanquin’s ‘New West Health & Innovation District’.

Project uitgelicht (2):

KuiperCompagnons bouwt QC

laboratorium PIBe om tot fijn en veilige werkomgeving

De inrichting van het QC lab voor PIBe (Plasma Industries Belgium) is een goed voorbeeld van hoe flexibiliteit een rol kan spelen bij de toepassing van werkruimtes. Door nieuwe strengere eisen en wensen vanuit de organisatie is het kwaliteitslaboratorium hier in twee fases omgebouwd tot een comfortabele en veilige werkomgeving met voldoende daglicht en uitzicht.

Eerst werd het bestaande microbiologische QC-laboratorium vervangen en aansluitend is het centrale lab met ondersteunende ruimten en een kantoorzone gebouwd. Deze kantoorzone is dusdanig flexibel ingericht met behulp van de IGLO-methode dat deze eenvoudig getransformeerd kan worden tot laboratoriumgebied. Mocht het bedrijf in de toekomst gaan groeien, dan hoeft er niets bijgebouwd te worden. Duurzaam en toekomstbestendig.

In vijf stappen naar een toekomstbestendig en duurzaam laboratoriumontwerp

KuiperCompagnons maakte bij het schrijven van het Plan van Eisen gebruik van de zogeheten IGLOmethodiek, dat staat voor Intelligente Generieke Laboratorium Optimalisatie.

Hierbij worden vijf stappen onderscheiden:

1. Definieer de werkprocessen in het laboratorium

2. Inventariseer de wensen en behoeften van de gebruikers

3. Bepaal de benodigde veiligheids- en inperkingseisen, maar overdrijf niet

4. Zorg voor een slimme integratie van technische installaties, apparatuur en voorzieningen

5. Houd al vroeg rekening met toekomstige activiteiten in het labontwerp

‘Onze IGLO-methode is per definitie duurzaam, want niets bij hoeven bouwen is het meest duurzaam’

Van fabriekshal tot hoogwaardig laboratorium

Evert Slootweg (architect en programmamanager Healthcare & Life Science) vult zijn collega aan: “Een ander mooi voorbeeld is Kite Pharma in Hoofddorp. Hier zijn we begonnen met niets meer dan een leegstaande, vrij donkere logistieke hal. Ons ontwerp was hier volledig ‘op daglicht’ gebaseerd en nu zie je een mooi, open gebouw met hoogwaardige cleanrooms, laboratoria en kantoren waar men gezond en met plezier kan werken.”

“Een werkruimte kun je al gauw zelf prettiger inrichten”, vervolgt hij. “Zorg dat de laboranten ‘langs de gevels’ werken, dus zo dicht mogelijk bij het raam, en zet de apparatuur aan de binnenkant. Of scheidt – als er geen ramen zijn – je ruimtes door glas in plaats van dichte wanden, zodat er meer contact is en het gevoel van een open werksfeer. Zoals bij de PCR-laboratoria van Star-SHL laboratorium in Rotterdam.”

“Kijk, bij een nieuw en groot gebouw kun je grote stappen maken qua duurzaamheid, zoals bij het nieuwe lab van AQUON. Maar ook bij een kleinere organisatie, zoals het Waterschap Hunze en Aa’s in Veendam, kun je de juiste keuzes maken. Zoals kiezen voor het gebruik van aardwarmte, chloorvrije materialen en zonnepanelen. In de gangen zie je hier behang met een waterlandschap. Het gebouw is echt opgegaan in haar ecologische omgeving.”

Combineren van laboratoria en analyses

“Je kunt als organisatie ook eens nadenken over het combineren van werkplekken en apparatuur”, geeft Kanbier als advies: “Wij zien soms dat bepaalde ruimtes vrijwel niet worden gebruikt. Of dat een labmanager een apparaat aanschaft, maar dat deze maar gedurende korte momenten wordt gebruikt. Zoeken naar gedeeld gebruik is dan een kans, zeker als het om grotere organisaties gaat.”

“En”, vervolgt zijn collega, “Apparaten groeperen is ook slim. Denk bijvoorbeeld aan het samenvoegen van koelkasten. Eén koelcel is efficiënter dan vele losse kasten. Maar let op dat je bij het aanpassen van apparaten, indeling of de ventilatie in je lab of werkruimte ook je installatie goed inregelt.”

CP Services’ Pivot Park-filiaal

CP Services opent een nieuw filiaal op Pivot Park in Oss, een broedplaats voor biofarmaceutische innovatie. Vanuit gebouw RK-2334 ondersteunt het bedrijf vanaf april 2025 biotechbedrijven en farmaceutische starters bij technische vraagstukken rond cleanrooms en procesinstallaties. De engineers bieden advies en uitvoering op het gebied van validatie, onderhoud, procesaanpassingen en verduurzaming van kritische omgevingen. Ook voeren ze kalibraties uit van sensoren en analyseren zij energieverbruik en prestatieverhoging van installaties.

De keuze voor Pivot Park is geen toeval. Door zich te vestigen op deze locatie, waar veelbelovende farma-initiatieven samenkomen, verkort CP Services de lijnen naar opdrachtgevers aanzienlijk. Deze nabijheid versnelt niet alleen de reactietijd bij acute problemen, maar vergemakkelijkt ook het delen van technische kennis en ervaring.

CP Services, +31 6 11367589 anton.willems@cpservices.nl, www.cpservices.nl

Rust en zekerheid tijdens precisiewerk

Laboratoriumwerk waarbij steriele omstandigheden tellen, vraagt om een gecontroleerde, stofvrije omgeving. De Vertical Laminar Flow Cabinet van Monmouth Scientific biedt zo’n plek. Dankzij een verticale luchtstroom, continu gefilterd via ULPA-filters met een efficiëntie van 99,997% bij 0,12 micron, voldoet deze kast aan ISO Klasse 4 en de normen EN ISO 14644 en EN 1822. Daarmee vormt het systeem een betrouwbare oplossing voor onder meer celkweek, pipetteerwerk en het voorbereiden van steriele monsters.

De kast blaast schone lucht van boven naar beneden over het werkoppervlak. Zo ontstaat een afgeschermd werkgebied zonder turbulentie of verontreiniging. De luchttechniek voorkomt kruisbesmetting en ondersteunt nauwkeurige handelingen onder constante condities.

Praktisch comfort komt niet in de knel. Het geïntegreerde touchscreen regelt eenvoudig de luchtstroom en UV-sterilisatie. De stille

Vertical Laminar Flow Cabinet van Monmouth Scientific (foto: DUPA Veiligheidstechniek).

werking en heldere LED-verlichting zorgen voor rust en overzicht tijdens het werk. Met de ECO-stand schakelt de kast automatisch terug als de gebruiker afwezig is, wat energie bespaart zonder concessies te doen aan veiligheid.

Wie dag in, dag uit afhankelijk is van een stabiele werkomgeving, herkent het belang van een fluisterstille en eenvoudig te bedienen laminar flow-kast. De VLFT combineert precisie, betrouwbaarheid en gebruiksgemak onder één kap.

DUPA Veiligheidstechniek, +31 76 20430150 info@dupa.nl, www.dupa.nl

PCR werkkast met LED-UV

De FASTER PCR-FAST is een compacte werkkast voor nauwkeurige DNA- en RNA-analyses binnen microbiologie, hematologie, genetica en celkweek. Deze kast ondersteunt het PCR-proces met een steriele werkruimte vóór en na de amplificatie. Dankzij led-uv-technologie bereikt de kast een optimale golflengte voor effectieve sterilisatie, iets wat standaard uv-lampen niet evenaren. De gebruiker activeert het uv-licht vóór en na het experiment, waarmee besmetting van monsters uitgesloten blijft.

De FASTER PCR-FAST compacte werkkast (foto: Salm en Kipp).

De kast is opgebouwd uit koudgewalst staal met een epoxy coating die antimicrobieel werkt (Alesta Dupont), wat zowel hygiëne als duurzaamheid versterkt. De achterwand en het werkblad

Anton Willems (links) en Carlos Vendrig (rechts) van CP Services op Pivot Park (foto: CP Services).

LAB MARKT

bestaan uit AISI 304L roestvrij staal. De voor- en zijwanden zijn gemaakt van veiligheidsglas, voor meer zicht en betere werkomstandigheden. De materiaalkeuze beperkt krasvorming en microbiële aanhechting, terwijl de binnenzijde goed te reinigen blijft.

Voor extra bescherming tijdens het werk is een optionele ventilatieset beschikbaar. Deze module bevat een H14 HEPA-filter en een motorventilator die laminaire luchtstroom genereert. Zo blijft de werkomgeving ook tijdens het pipetteren of overbrengen van monsters vrij van contaminatie.

De PCR-FAST koppelt precisietechniek aan praktische laboratoriumveiligheid. De combinatie van LED-UV, robuuste materialen en optionele luchttechniek maakt deze kast geschikt voor wie geen risico’s wil lopen bij gevoelige genetische analyses.

Salm en Kipp, +31 346 269090 info@salm-en-kipp.nl, www.salmenkipp.nl

Oprichting Morpho Biotech

Koos Kranenborg, algemeen directeur en medeoprichter van het Leidse life sciences distributiebedrijf BIOKÉ (2004), heeft een nieuw bedrijf opgezet: Morpho Biotech.

Morpho Biotech, met kantoor in Leiden, positioneert zich als kennispartner in de dynamische wereld van de biowetenschappen. In portfolio: reagentia, gebruiksartikelen en het voor life sciences-onderzoek benodigde instrumentarium. Morpho Biotech bedient de Europese markt deels met oplossingen van voormalige BIOKÉ-leveranciers, en zal zijn portfolio de komende jaren complementeren met nieuwe vertegenwoordigingen van vooraanstaande, innovatieve toeleveranciers. De reagentia voor moleculaire biologie van New England Biolabs (NEB), waarvan BIOKÉ distributeur was voor de Benelux, zal worden voorgezet door Cell Signaling Technology Europe (CST (BNLX)).

Morpho Biotech, +31 71 2001289 info@morphobiotech.com, www.morphobiotech.com

Multi-tube vortexmenger

De MULTI-TX5 Digital van VELP Scientifica richt zich op laboratoria met een hoge monsterdoorvoer waarbij menging van vloeistoffen in meerdere buizen tegelijk vereist is. Deze digitale vortex mixer voert gelijktijdig uniforme mengbewegingen uit op een reeks monsters, in plaats van op één buis per keer. Met behulp van verwisselbare rekken past de gebruiker de opstelling eenvoudig aan verschillende buistypen of batchgroottes aan.

De MULTI-TX5 Digital van VELP Scientific (foto: Salm en Kipp).

De krachtige motor dekt een toerentalbereik van 100 tot 2.500 rpm, waarmee zowel zachte als intensieve vortexbewegingen haalbaar zijn. De instelling van snelheid en tijd verloopt via twee overzichtelijke draaiknoppen, ondersteund door een dubbel digitaal display voor directe uitlezing. De Safety Lock-functie voorkomt dat instellingen per ongeluk wijzigen tijdens het gebruik, wat extra zekerheid biedt bij routinematige of langdurige processen.

Voor complexere toepassingen zijn meerdere modi beschikbaar. Zo maakt de pulsfunctie het mogelijk om mengcycli te onderbreken of te herhalen met vaste tussenpozen. De autoreverse-optie keert de mengrichting cyclisch om, wat de homogeniteit ten goede komt. Verder kan de gebruiker via een timer of met geprogrammeerde reeksen de mixer ook onbeheerd inzetten.

Deze vortex mixer combineert flexibiliteit, kracht en precisie met een intuïtieve bediening – een passende oplossing voor laboratoria die niet willen blijven steken in handmatig werk.

Salm en Kipp, +31 346 269090 info@salm-en-kipp.nl, www.salmenkipp.nl

Promotie

Bij Jeol Europe is Arnold Kruize benoemd tot de hoofd sales. Kruize meldt in een reactie dat de organisatie gestaag groeit: “We hebben het afgelopen jaar ons team flink uitgebreid en daarom is er binnen JEOL bv een nieuwe structuur ontstaan in de organisatie.”

JEOL Benelux, +31 252 623500 Arnold Kruize, de nieuwe algemeen directeur Jeol Europe (foto: Jeol Europe).

Life sciences centraal thema tijdens LabNL 2025

Tijdens LabNL 2025 van 23 – 25 september is er een belangrijke rol weggelegd voor ontwikkelingen in de life sciences met lezingen over eiwittransitie, 3D-celkweek en verantwoord beheer van biologische data. Zaken waar laboratoria steeds meer mee te maken zullen krijgen.

Redactie: LABinsights

Welke rol speelt het laboratorium in het vormgeven van duurzame voeding, nauwkeurige diagnostiek en veilige wetenschap? Dit en meer vragen worden beantwoord tijdens eens van de vele seminars die je tijdens LabNL kunt volgen.

Life sciences rode draad

Van analysetechnieken tot 3D-celkweek en van kunstmatige intelligentie tot alternatieve eiwitten – op LabNL 2025 kun je drie dagen lang kennis opdoen over de nieuwste ontwikkelingen in het vakgebied. Van 23 tot en met 25 september verandert Jaarbeurs Utrecht in een centrum van innovatie, en een plek om experts te ontmoeten en praktische inzichten rond nieuwe ontwikkelen op te doen die direct toepasbaar zijn in jouw lab. Life Sciences is een van de centrale thema’s en loopt als een rode draad door het programma.

Seminarprogramma biowetenschappen

Onder het LabNL-thema ‘Life Science’ wordt ingezoomd op technologische en inhoudelijke vernieuwingen voor kansrijk, toekomstig onderzoek. Denk aan de ontwikkeling van alternatieve eiwitbronnen, de creatie van realistische 3D-celmodellen en het verantwoord omgaan met gevoelige biologische data. We lichten er een drietal voor je uit:

1. Eiwit uit het lab: onderzoek en ontwikkeling van duurzame bronnen voor morgen

Tijdens dit seminar neemt universitair hoofddocent Julia Keppler van het Laboratorium van Levensmiddelenproceskunde aan Wageningen Universiteit je mee in de verschuiving van dierlijke naar duurzame eiwitbronnen, zoals plantaardige eiwitten, micro-organismen en precisiefermentatie. Deze transitie vraagt om geavanceerde analysemethoden en strikte kwaliteitscontroles. Keppler gaat in op de rol van laboratoria op de ontwikkeling van alternatieve eiwitten die duurzaam én functioneel zijn.

2. Geavanceerde 3D-cell culture voor innovatief onderzoek en gerichte diagnostiek

In dit seminar ontdek je hoe 3D-celmodellen, zoals organ-onchip en organoïden, een boost geven aan medisch onderzoek en medicijnontwikkeling. Promotieonderzoeker Carlo Alberto Paggi van de Universiteit Twente laat zien hoe mechanische stimulatie in organ-on-chip systemen celgedrag realistischer maakt. Senior onderzoeker Dr. Christophe Deben van de Universiteit Antwerpen legt uit hoe je beeldanalyse van levende cellen – van hoge doorvoer tot hoge resolutie – kunt gebruiken om complexe 3D-modellen in real time te monitoren.

3. Biosecurity en dual-use bewustwording in het laboratorium

Deze lezing focust op hoe je voorkomt dat gevoelige kennis, pathogenen of technologieën onbedoeld in verkeerde handen vallen, de zogenoemde dual-use-technologieën. Onderzoekster Iris Vennis en toxicoloog Sjors Schulpen van het RIVM Bureau Biosecurity delen hoe je op een verantwoorde manier omgaat met risicovol biologisch materiaal en gevoelige technologie, zodat die niet in verkeerde handen valt. Bewustwording en praktische maatregelen staan centraal in deze sessie voor iedereen die werkt op het snijvlak van veiligheid en wetenschap.

Toegang en openingstijden

Een bezoek aan LabNL is gratis. Meld je aan via www.labnl.nl

Locatie: Jaarbeurs Utrecht, Hal 10.

Dinsdag 23 september 09.30 – 17.00 uur

Woensdag 24 september 09.30 – 17.00 uur

Donderdag 25 september 09.30 – 17.00 uur

LAB AGENDA

BEURS, CONGRES, SEMINAR

23 - 24 juni

Discovery & Development

Europe 2025 oxfordglobal.com/ discovery-development/events/ discovery-development-europe

23 - 25 september

LabNL fhi.nl/labnl

30 sept. - 1 oktober

Lab of the Future Congress Europe 2025 www.lab-of-the-future.com/europe

CURSUSSEN

Vanaf 2 september

Leiderschap in het lab

CBD – Hogeschool Leiden, www.hsleiden.nl

Vanaf 2 september

Klinische chemiea

CBD – Hogeschool Leiden, www.hsleiden.nl

5 en 12 september

Controle op herleidbaarheid van balansen, pipetten en thermometers in laboratoriam QAducation, www.qaducation.nl

Vanaf 9 september

Basischemie niveau 3 Avans+, www.avansplus.nl

9, 10, 23 en 24 september

Praktische statistiek voor het laboratorium QAducation, www.qaducation.nl

9 - 30 september

Bacteriologie, achtergronden en diagnostiek CBD – Hogeschool Leiden, www.hsleiden.nl

9 september - 20 januari

Basischemie niveau 3 (TL) Avans+, www.avansplus.nl

11 september - 22 januari

Basischemie niveau 4 (havo) Avans+, www.avansplus.nl

11 september - 3 februari 2025

Basis histotechniek (online) CBD - Hogeschool Leiden, www.hsleiden.nl

12 september - 10 april 2025

Toegepaste chemie Avans+, www.avansplus.nl

12 september - 12 december

Fysisch-chemische eigenschappen van organische verbindingen Avans+, www.avansplus.nl

12 september - 28 november

Kleurtheorie voor de dagelijkse praktijk CBD – Hogeschool Leiden, www.hsleiden.nl

15 - 17 september

Inleiding in de capillaire GC (niveau 1) Avans+, www.avansplus.nl

15 september

ISO/IEC 17025:2017 praktisch interpreteren QAducation, www.qaducation.nl

18 september

ISO 15189:2022 praktisch interpreteren QAducation, www.qaducation.nl

22 september

Risicogebaseerd denken QAducation, www.qaducation.nl

25 september - 4 december

Basisvaardigheden voor laboranten Avans+, www.avansplus.nl

25 september

Kwaliteitsanalyse van real-time PCR amplificatiecurven CBD – Hogeschool Leiden, www.hsleiden.nl

29 september

NEN-EN-ISO/IEC 17065: 2012 praktisch interpreteren QAducation, www.qaducation.nl

30 september

Corrigeren met de 4 x O-aanpak QAducation, www.qaducation.nl

30 september

Inspectienorm ISO 17020:2012 praktisch interpreteren QAducation, www.qaducation.nl

ADVERTEERDERSINDEX

IN HET VOLGENDE NUMMER

X Special LabNL. Alles was je moet weten over de beursdriedaagse in Utrecht, inclusief het speciale beursmagazine in samenwerking met FHI

X Al je omgevingsparameters onder controle met een monitoringsysteem

X 10 redenen waarom de kwaliteitskennis achteruit holt in de labs, dit doe je eraan!

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Labinsights-05-2025 by maXus media - Issuu