ERFGOED & VISIE | Magazine N°1 2025

Page 1


3

VOORWOORD / Edith Vermeiren

4

INTERVIEW / Gesprek met historicus Bart De Wever over erfgoed

8 PUBLIEKSMOMENT / Mariadal - getuigenis van zusters

10

VOOR EN NA / Fort 3

12

VOORUITBLIK / Speerpunten 2025

14

PICTURE THIS / Vlaeykensgang

16

ERFGOED EN VISIE

DOOR DE JAREN / 25 jaar erfgoed

18 PROJECT / De Hofkamer

Copyright: Erfgoed en Visie / Editorial and lay-out: Story Forward

22

PROJECT / Museum Plantin-Moretus

26

PROJECT / Merksplas-Kolonie

28 INTERVIEW / Iedereen circulair

30 TECH TALK / Noordelijke afdaken Scheldekaaien

31

COLUMN / Steven Lannoo NAV

Beste lezer,

2025 is een feestjaar voor Erfgoed en Visie, we vieren namelijk ons 25-jarig bestaan!

In 2000 besloot ik me volledig te richten op mijn passie, erfgoed, en herdoopte ik het architectenbureau tot Erfgoed en Visie. Bij de start van 2025 word ik omringd door 31 enthousiaste en even gepassioneerde medewerkers, verdeeld over 3 kantoorlocaties in Antwerpen, Malle en Ieper. Over heel Vlaanderen ondersteunen wij eigenaars, ondernemers en overheden bij architecturale erfgoedprojecten en bieden we gespecialiseerd advies rond waardevol historisch vastgoed.

Onze slagzin NON MIHI NON TIBI SED NOBIS verwijst naar 12de-eeuwse briefwisseling tussen Abélard en Héloise en betekent ‘niet alleen voor mij, niet alleen voor jou, maar voor het welzijn van allen’. Bij Erfgoed en Visie zijn we er immers van overtuigd dat elk project dat we realiseren bijdraagt aan een betere, en vooral ook mooiere wereld. Erfgoed zit in het geheugen van eenieder. Of we nu werken aan een kleine veldkapel, een prestigieus kasteel of een historisch interieur, voor elk van die projecten komt er wel iemand in verwondering en kunnen bewoners, bezoekers of passanten genieten van de getuigen van onze geschiedenis.

Dit magazine biedt een inkijk in enkele van onze uiteenlopende projecten. Je zal lezen

wat erfgoed kan betekenen voor zowel een grote stad als een kleine gemeenschap. We geven jou een inkijk in de schoonheid van erfgoed. Daarnaast snijden we thema’s aan zoals duurzaamheid en circulariteit – begrippen die tegenwoordig populair zijn, maar die al eeuwenlang een integraal onderdeel zijn van de erfgoedzorg.

Naast de restauratieprojecten die we als architectenbureau van A tot Z begeleiden merken we ook een groeiende behoefte aan degelijk advies bij eigenaars, ondernemers en overheden. Daarom zetten we in 2025 verder in op speerpunten zoals EVA (Energie Verduurzamings Advies) en op herbestemming, bijvoorbeeld van ons kerkenpatrimonium en natuurlijk ook op onze campagne NOBIS2

Tot slot wil ik al onze opdrachtgevers bedanken die in de afgelopen 25 jaar hun vertrouwen in ons hebben gesteld. Dankzij hen kregen we de kans om samen prachtige erfgoedprojecten te realiseren. Bedankt voor de boeiende samenwerking en de steeds unieke projecten. Op naar de volgende 25 jaar, waarin we met evenveel enthousiasme jouw ambities met ons waardevol historisch erfgoed willen waarmaken.

Veel kijk- en leesplezier,

Edith Vermeiren

Bestuurder Erfgoed en Visie

Een gepassioneerd gesprek over erfgoed met historicus

Bart De Wever

In het hart van Antwerpen, een stad die doordrenkt is van geschiedenis en cultureel erfgoed, zetelt Bart De Wever - vandaag premier van België, maar tijdens het interview burgemeester van de metropool. De Wever, niet alleen een politicus in hart en nieren maar ook een gepassioneerd historicus, heeft een bijzondere relatie met de stad. In dit interview duiken we diep in zijn perspectieven op de historische rijkdom van Antwerpen, zijn visie op het behoud van erfgoed, en hoe zijn achtergrond als historicus zijn beleid en benadering van ‘t stad beïnvloedt. “Respect hebben voor erfgoed, staat niet gelijk aan alles behouden zoals het ooit was, zonder enige aanpassing”, zo klinkt het.

Meneer De Wever, hoe voelt het om als historicus een stad met zo’n rijke achtergrond te mogen besturen?

“Antwerpen is een handelsmetropool en een wereldhaven met een vrije geest en een open karakter. Wie zijn vinger hier in de Schelde steekt, is verbonden met de hele wereld, zei mijn voorganger Craeybeckx (Lode Craeybeckx, burgemeester van Antwerpen 1947-1976, nvdr.). Dat maakt mij natuurlijk trots, maar tegelijk ook nederig. Het is een voorrecht om deze stad te mogen besturen. Antwerpen beter en mooier maken, en ze waardig overdragen aan onze kinderen en kleinkinderen, is zowat de hoeksteen van ons beleid.”

Vanwaar die fascinatie voor geschiedenis?

“Al van jongs af aan was ik geboeid door geschiedenis. Alles wat met geschiedenis te maken heeft, gaat natuurlijk over verhalen. Geen enkel fictiewerk spreekt zo tot de verbeelding als ons eigen verleden. Denk maar aan de boeken van Tolkien, of de serie ‘Game of Thrones’. Stuk voor stuk zijn die verhalen geïnspireerd door historische gebeurtenissen. Vaak overtreft de geschiedenis de fictie zelfs en daarom is ons verleden mateloos interessant.”

Toch wordt er vaak gezegd: niet achterom kijken, maar vooruit?

“De Romeinen leerden ons al dat we vooruit moeten kijken door met onze rug naar de

toekomst te staan. De toekomst zelf zullen we daar niet mee voorspellen, inderdaad. Onze werkelijkheid verandert namelijk voortdurend. Wel kunnen we hierdoor het menselijk gedrag beter begrijpen. Ken uw geschiedenis, en u kent de mens.”

Père-Lachaise

van Vlaanderen

Heb je specifieke herinneringen die voor jou écht verbonden zijn aan Antwerps erfgoed?

“Mijn liefde voor Sint-Anneke Plage is bijzonder sterk. Ik ben zelf niet in Antwerpen opgegroeid en leerde Sint-Anneke dus pas na mijn kinderjaren kennen. Maar er is niemand die daar langs de mosselrestaurants op het strand wandelt en niet gecharmeerd is door de warme sfeer en het uitzicht op de bruisende haven. ’In Vlaanderen Vlaams en op Sint-Anneke mosselen’, dat is een spreekwoord dat echt de Antwerpse volksziel vertolkt.”

Welk Antwerps erfgoed verdient meer erkenning?

“In de Zuidrand ligt het Schoonselhof, het Père-Lachaise van Vlaanderen. Het voormalige Hof van Plaisantie is vandaag niet alleen een wandeling door onze roemrijke geschiedenis, langs de gedenktekens voor de fine fleur van het Antwerpse politieke, sociale, culturele en economische leven. Het Schoonselhof is een oase van rust en zeker een bezoekje waard.”

“Respect hebben voor erfgoed, staat niet gelijk aan alles behouden zoals het ooit was, zonder enige aanpassing”
“Mensen die omringd worden door prachtige monumenten en indrukwekkend erfgoed, voelen zich aantoonbaar beter”

Hoe beïnvloedt jouw achtergrond als historicus jouw rol als burgervader?

“Ik ben als burgemeester ook bevoegd voor Erfgoed, en dat was een bewuste keuze. De restauratiebeweging is sindsdien indrukwekkend geweest. De Handelsbeurs, het Stadhuis, het Steen, Museum Plantin-Moretus … Momenteel zijn de werken in volle gang om het Rubenshuis en het Brouwershuis in volle glorie te herstellen. En binnenkort volgt nog het Vleeshuis.”

Wat betekent erfgoed voor jou?

“De investeringen in ons cultureel erfgoed waren lange tijd ondermaats. Er heerste een mentaliteit dat ‘stenen niet spreken’, maar daar heeft men zich flink in vergist. Het erfgoed en de aanblik van onze stad zijn immers onlosmakelijk verbonden met de trots en het welzijn van zowel haar inwoners als de bezoekers. Mensen die door een moderne en schone omgeving lopen, waar de straten en pleinen goed onderhouden zijn en waar men omringd wordt door prachtige monumenten en indrukwekkend erfgoed, voelen zich aantoonbaar beter.”

Kasteel Schoonselhof

Er zijn steden waar strikte richtlijnen gelden voor de veranderingen aan historische gevels, zelfs voor het interieur van privéwoningen.

Houdt Antwerpen hier ook rekening mee?

“De Antwerpse inventaris van bouwkundig erfgoed bevat meer dan 8.500 relicten. Daar behoren fonteinen, monumenten en parken toe, maar ook heel wat privéwoningen. Onze voor naamste bezorgdheid is dat de erfgoedwaarde zo goed mogelijk behouden blijft. De focus daarbij ligt op het straatbeeld en de gevel. Erfgoed dat verloedert omdat niemand er mag aankomen of omdat het onbruikbaar is volgens de huidige vereisten levert geen meerwaarde op. Respect hebben voor erfgoed, staat ook niet gelijk aan alles behouden zoals het ooit was, zonder enige aanpassing.”

Momenteel kan men in Antwerpen Werelderfgoedpanden bezichtigen. Is er een concrete doelstelling in het restauratieplan om die lijst nog verder aan te vullen?

“We zijn bijzonder trots op ons Werelderfgoed. Er prijken vier Antwerpse gebouwen op de UNESCO-lijst, en dat is niet min. Toch zou ik zeggen dat het Antwerpse Werelderfgoed klaar is voor de volgende generaties. Meer mag ik niet zomaar uit de doeken doen.”

Favoriete bezigheid

Bij restauraties heeft men almaar meer oog voor verduurzaming, al lijkt dat bij erfgoed nog niet altijd zo evident. Hoe kijk je hier naar?

“Duurzaamheid is het fundament van elke restauratie van ons erfgoed. Dat komt niet alleen voort uit ecologische overwegingen, ook economische redenen spelen wat dat betreft mee. Energetische efficiëntie is goed voor de natuur én levert een besparing op voor de stadskas. Maar natuurlijk zijn de mogelijkheden bij erfgoedgebouwen niet oneindig.”

Hoe kunnen Antwerpenaren en bezoekers bijdragen aan het behoud van de geschiedenis van de stad?

“Erfgoed moet zichtbaar zijn om gewaardeerd te worden. Daarom maken we er een punt van om belangrijke archeologische sites te ontsluiten bij een heraanleg. In de parking aan de Nationale Bank is een stuk van het Sint-Jorisbastion zichtbaar gemaakt. De Kipdorpvest is blootgelegd in de Brabantstunnels. Daar naast maak ik zelf schaamteloos misbruik van elke gelegenheid om de Antwerpse geschiedenis in de verf te zetten. Het verhaal van Antwerpen vertellen, behoort tot mijn favoriete bezigheden.”

Wat doet de stad Antwerpen zelf om haar burgers warm te krijgen voor erfgoed?

“Er zijn natuurlijk klassiekers zoals Open Monumentendag, waar we naast de overtuigde liefhebbers ook altijd gezinnen warm kunnen maken voor erfgoed. We hebben ook een tweejaarlijkse monumentenprijs in het leven geroepen, het Erfgoedjuweel, waar zowel experts als het publiek een restauratieproject in de bloemetjes zetten.”

Tot slot, hoe hoop je dat toekomstige generaties zullen omgaan met al het schoons dat een metropool als Antwerpen qua erfgoed te bieden heeft?

“Een stad die stilstaat, sterft. We hebben keuzes gemaakt die de uitstraling van onze stad hebben veranderd. We kunnen enkel hopen dat het de juiste keuzes waren, maar ik durf te zeggen dat Antwerpen de afgelopen jaren ten goede is veranderd. Ik hoop dat onze kinderen daar even verstandig mee zullen omgaan, in het volle besef dat zij dat zullen doen in hun tijdsgeest en met de uitdagingen die voor hen belangrijk zijn. Antwerpen is een prachtige stad. Ik wens onze toekomstige generaties alle geluk toe om er zo goed mogelijk zorg voor te dragen.”

Plantin-Moretus
“Wie

weet kijken we straks van boven naar beneden en zien

we hoe deze plek bloeit”

“Onze missie stopt niet hier, we hopen dat onze waarden blijven voortleven in wat Mariadal straks wordt”, aldus zuster Thérèse-Marie die al sinds 1955 in het klooster in Hoegaarden verblijft. Het is een wens vol hoop, uitgesproken door de zusters die hun leven wijdden aan zorg, onderwijs en gemeenschap op een plek die nu een nieuw hoofdstuk ingaat. Het klooster Mariadal, met een geschiedenis die teruggaat tot de 17e eeuw, staat op een kantelpunt: van een spiritueel toevluchtsoord naar een bruisend centrum voor de gemeenschap. Voor Erfgoed en Visie is het project alvast een schoolvoorbeeld van herbestemming in Vlaanderen. Of meer nog: een verhaal van gedeelde dromen.

De laatste zusters

De benjamin is 82, terwijl de oudste zuster deze zomer maar liefst 100 kaarsjes uitblaast. Maak kennis met Thérèse-Marie, Johanna, Georgette, Paula, Elisabeth, Agnes en Julienne. Zij zijn de laatste zusters die Mariadal hun thuis mogen noemen, en zijn de levende getuigen van een rijke geschiedenis. Decennialang stonden ze in Hoegaarden klaar voor anderen: ze gaven les, verzorgden zieken en zetten zich onvermoeibaar in voor de gemeenschap. Toch zijn hun idealen en waarden allesbehalve vergankelijk.

“We hopen dat onze spiritualiteit en waarden voortleven in de nieuwe bestemming”, zegt zuster Paula, die hier sinds 1954 woont. Met een glimlach voegt zuster Thérèse-Marie toe:

“Wie weet kijken we straks van boven naar beneden en zien we hoe deze plek bloeit.”

De zusters kijken met trots en vertrouwen naar de toekomst. “Dit domein heeft altijd een rol gespeeld in het leven van anderen,” besluit zuster Johanna. “Nu krijgt het de kans om dat op een nieuwe manier te doen.”

Een plek met diepe wortels

Mariadal begon ooit als een versterkte boerderij en groeide in de 17e eeuw uit tot een klooster. De congregatie ‘de Zusters van de Vereniging met het Heilig Hart’ nam het domein in 1817 in gebruik, met een missie geworteld in zorg en onderwijs. Generaties zusters gaven hun leven vorm binnen deze muren, waar kinderen leerden, zieken werden verzorgd en de gemeenschap steun vond.

Maar nu, met de laatste zeven zusters op leeftijd, wordt het laatste hoofdstuk van hun verhaal geschreven. “We hopen dat onze waarden van zorg en verbondenheid blijven voortleven”, zegt

zuster Johanna. “Het idee dat Mariadal opnieuw een thuis wordt voor velen, hetzij in een andere vorm, vervult ons met vreugde.”

Van eeuwenoude traditie naar vernieuwde bestemming

Het klooster slaat een nieuwe bladzijde om, niet door het verleden achter zich te laten, maar door het een nieuwe dimensie te geven. Het historische domein wordt omgetoverd tot een gedeelde gemeenschap waar wonen, leren, ontspannen en werken samenkomen. Het hart van het gebied, het eeuwenoude landschapspark, krijgt zijn oude glorie terug, met opnieuw uitgegraven vijvers, uitnodigende wandelpaden en serene rustpunten. Hier kunnen bezoekers en bewoners zich verbinden met de natuur en elkaar. “De natuur was altijd onze medebewoner”, zegt zuster Thérèse-Marie. “Nu kan iedereen die rust ervaren.”

Daarnaast wordt Mariadal een woon- en werkplek die past binnen een modern concept van gedeeld leven. In de oude kloostervleugels ontstaan nieuwe woonruimtes die zich richten op collectiviteit en gemeenschap. Gezinnen, senioren en jonge starters vinden hier een plek waar ze niet alleen wonen, maar ook samen bouwen aan een verbonden gemeenschap. Het concept van ‘wonen zonder zorgen’ staat centraal, met voorzieningen die ontmoeting en samenwerking stimuleren.

Onderwijs blijft een kernfunctie van Mariadal. De scholen die vandaag actief zijn, zullen zich blijven ontwikkelen en optimaal gebruikmaken van de groene en historische omgeving. Leerlingen krijgen hier de ruimte om te leren, te spelen en te groeien in een inspirerende omgeving. De historische gebouwen kunnen daarnaast dienen als culturele hotspots: plekken voor tentoonstellingen, lezingen, workshops en kleine evenementen.

‘Mariadal Herbloeit’ is niet slechts een herbestemmingsproject; het is een verhaal van gedeelde dromen. Buurtbewoners, scholen en verenigingen worden actief betrokken bij de plannen. Het proces is er een van participatie en co-creatie, met respect voor het verleden en een visie op de toekomst. Het klooster dat ooit onderdak bood aan zusters en leerlingen, zal opnieuw een plek van samenkomst worden voor de gemeenschap.

voor en na

De transformatie van Fort 3, een verhaal van verval tot vernieuwing

Na de Belgische onafhankelijkheid in 1830 moest Antwerpen een bolwerk van nationale verdediging worden. En dus werd het omgeven door een imposante fortengordel. Onder deze bastions bevindt zich het gekende Fort 3 in Borsbeek. Na decennia van verval werd het fort stevig onder handen genomen en kreeg de gevel een renovatiebeurt. Erfgoed en Visie neemt ons mee doorheen de transformatie van dit prachtig staaltje erfgoed.

Terug naar de oorspronkelijke gevel

Fort 3 had perfect België’s rijke militaire geschiedenis kunnen weerspiegelen, maar met structuren die doorheen de tijd langzaam vervielen onder invloed van weer en tijd, was het hoe langer hoe meer een toonbeeld van lang vervlogen tijden. De gevels vertoonden ernstige schade, waarbij stenen loskwamen en een gevaar vormden voor de stabiliteit van het gebouw. Een ingrijpende restauratie drong zich bijgevolg op, iets waarvoor architectenbureau Erfgoed en Visie in beeld kwam.

“Hoewel de gebouwen allemaal in dezelfde periode, rond 1830, werden opgetrokken, bevonden de gevels zich in een zeer penibele toestand. De ene gevel was er al beter aan toe dan de andere, wat uiteraard ook tot een verschillende aanpak leidde”, vertelt Karen Bernaerts, ingenieur-architect bij Erfgoed en Visie.

De eerste fase van de restauratie richtte zich voornamelijk op de linkerzijcaponnière, zeg maar de linkse grachtengang. Doorheen de jaren was dit deel van het fort sterk aangepast: de ronde boogvormige ramen werden rechthoekige openingen en de historische gevelelementen werden vervangen door simplistisch metselwerk.“ Hierdoor was de

historische vormgeving niet meer zichtbaar”, legt Karen uit. “Daarom besloten we de originele gevels te reconstrueren.” Die werden opnieuw in orde gemaakt door het later aangebrachte cementvoegwerk te verwijderen en te vervangen door een meer compatibele kalkmortel. Tegelijkertijd werden ook de nodige herstellingen uitgevoerd, waardoor de oorspronkelijke architectuur terug volledig tot zijn recht kwam.

En dan was er het hoofdfrontgebouw en de rechterzijcaponnière, de rechtse grachtengang dus. Uit vooronderzoek door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium bleek al snel dat er sprake was van ernstige structurele problemen. Het voegwerk en metselwerk van de gevels hadden te lijden onder vocht en vorst, waardoor het metselwerk tot 40 cm diep was aangetast en inwendig kapot gevroren. Dit bracht niet alleen de esthetiek, maar ook de structurele integriteit van het fort in gevaar.”

Op basis van het onderzoek en in overleg met het Agentschap Onroerend Erfgoed is besloten om in een volgende stap het gehele stuk tot een diepte van 40 cm te verwijderen en te vervangen door nieuw metselwerk dat beter bestand zal zijn tegen weer en wind.”

Mensen verbinden

“Wie de foto’s voor en na bekijkt, ziet zeer goed welke impact een grondige renovatie kan hebben”, zo luidt het. De restauratie van Fort 3 ging noodzakelijkerwijs ook verder dan het herstellen van stenen en voegen. Zo herbestemde Erfgoed en Visie een deel van de gerestaureerde ruimtes voor cultureel gebruik. “Deze herbestemming vormt intussen een cruciaal onderdeel van het project, omdat het niet alleen het fort bewaart als monument, maar het ook een nieuwe functie geeft die mensen met elkaar verbindt en de culturele ontwikkeling bevordert.”

Voor
Voor

Van verduurzaming over kerkenbeleidsplannen tot herbestemming

Onze speerpunten voor 2025

Erfgoed is meer dan alleen een historische gevel of een pand vol historiek, het is een levend deel van onze cultuur en geschiedenis. Om dit te behouden, zijn creatieve en duurzame oplossingen nodig. Met onze vier pijlers waar we ons in 2025 op richten - verduurzaming, kerkenbeleidsplannen, herbestemming en de campagne Nobis2 – willen we erfgoed in Vlaanderen meer dan ooit een toekomstbestendige betekenis geven.

Verduurzamen van ons erfgoed

Voor haar 25-jarig jubileum kiest Erfgoed en Visie niet voor een feest, maar voor een betekenisvolle bijdrage aan de samenleving. Met NOBIS² wordt 25.000 euro aan expertise beschikbaar gesteld voor een erfgoedproject dat een echte maatschappelijke meerwaarde creëert. Want echt erfgoed is niet alleen iets van het verleden – het is iets dat ons allemaal verbindt. NON MIHI NON TIBI SED NOBIS in het kwadraat – niet voor mij, niet voor jou, maar voor ons allemaal. Lancering in februari 2025 op onze website en socials.

Het verduurzamen van erfgoed is een delicate uitdaging: hoe combineer je respect voor het verleden met de hedendaagse noodzaak tot energie-efficiëntie? Veel eigenaars van historische panden staan voor de vraag hoe ze hun gebouw energiezuiniger kunnen maken, zonder toegevingen te doen aan het karakter en de uitstraling die het gebouw zo uniek maken. Erfgoed en Visie ontwikkelde daarom de Energie- en Verduurzamingsadvies-tool EVA, waarmee ze eigenaars begeleiden naar een doordachte verduurzaming van hun pand.

“Met EVA krijgen eigenaars van erfgoedpanden inzicht in alle mogelijkheden,” zegt Kurt Loomans, bestuurder-architect bij Erfgoed en Visie. “We kijken niet alleen naar de financiële haalbaarheid, maar ook naar het nut van verduurzaming. We stellen samen vast of de kostprijs zich zal terugverdienen en zorgen ervoor dat elke ingreep volledig afgestemd wordt op het unieke karakter van het gebouw, zonder het erfgoed te schaden.”

Of het nu gaat om kleine ingrepen zoals ledverlichting of radiatorfolie, of grotere maatregelen zoals isolatie en zonnepanelen, EVA biedt een breed scala aan oplossingen en zal dit ook in 2025 verder uitrollen. Alles wordt zorgvuldig afgestemd op het specifieke gebouw, zodat de esthetiek en historische waarde bewaard blijven. Deze aanpak draagt bij aan een duurzamer Vlaanderen, waarin historisch erfgoed een prominente plaats behoudt – ook in 2025 en daarna.

www.erfgoed-en-visie.be

Sinds begin 2025 zijn alle gemeenten verplicht een kerkenbeleidsplan op te stellen of te actualiseren, waarin ze een visie presenteren voor de toekomst van hun parochiekerken. Het eredienstdecreet verplicht gemeenten om een plan van aanpak te ontwikkelen, gebaseerd op gedetailleerde informatie over de erfgoedwaarde, eigendomsstructuur en bouwkundige staat van de kerkgebouwen. Inmiddels hebben 270 van de 300 gemeenten dit proces opgestart, waarmee ze de eerste stappen zetten naar een duurzame herbestemming van hun kerken.

Herbé, een bureau gespecialiseerd in erfgoedherbestemming, speelt een cruciale rol in het ontwikkelen van duurzame oplossingen voor kerkgebouwen. Pieter Verfaillie, herbestemmer en architect bij Erfgoed en Visie, stond mee aan de wieg van Herbé en draagt bij aan de hele visie rond deze plannen.

“Zo was Herbé ook betrokken bij de projecten van Erfgoed en Visie in Roeselare en Kruisem, waar architectuur en sociale behoeften ten volle samenkomen. En dan merk je dat er veel mogelijk is, als je vanuit de juiste invalshoeken naar die projecten kijkt. Met de steun van het platform ‘Toekomst Parochiekerken’ en hulpmiddelen zoals de bestemmings- en financiële leidraad, kunnen gemeenten echt geholpen worden bij het realiseren van haalbare herbestemmingen, zodat die kerken een mooie en zinvolle herbestemming kunnen krijgen”, zegt Pieter Verfaillie.

Herbé en Erfgoed en Visie werken sinds 2024 structureel samen en zijn beide onderdeel van de United Experts Group.

Herbé benadrukt het belang van een goede balans tussen de erfgoedwaarden van het gebouw, het beschikbare budget en de wensen van z’n gebruikers en de gemeenschap, zodat het erfgoed behouden blijft en een nieuwe, waardevolle functie krijgt. “Bij Erfgoed en Visie zal daar in de komende maanden de focus op liggen.”

www.herbe-heritage.com

Niet alleen kerken, maar ook andere historische gebouwen hebben soms nood aan een tweede leven, zonder afbreuk te doen aan hun erfgoedwaarde. Via herbestemming bestaat de mogelijkheid om historische panden relevant te maken voor de moderne samenleving.

Herbé organiseerde op 12 mei 2024 een herbestemmingsdag, waarbij tientallen herbestemmingsprojecten tentoongesteld werden aan het grote publiek. Zo konden bezoekers een kijkje gaan nemen in de Nationale Bank in Antwerpen, waar het kantoor van Erfgoed en Visie gevestigd is, of in een 16e-eeuwse kapel in Sint-Truiden. Beide locaties werden omgebouwd tot kantoorruimtes.

Toekomst voor parochiekerken

4

Herbestemmen van ons patrimonium

Dit jaar organiseert Herbé opnieuw een herbestemmingsdag op 18 mei 2025, waar je zelf inspirerende voorbeelden van herbestemde gebouwen kunt ontdekken. “Duizenden projecten kunnen en moeten in Vlaanderen nog herbestemd worden. In ieders buurt vind je wel herbestemmingsprojecten die al in uitvoering zijn of wachten om uitgevoerd te worden. Alleen ziet niet iedereen dat altijd. Hier willen we iets aan doen, door ze te traceren en er gebundeld de aandacht op te vestigen. Mensen moeten deze vaak verborgen parels alleen beter leren kennen en dan zullen ze vanzelf zien hoe gigantisch de meerwaarde is”, aldus de initiatiefnemers.

www.herbestemmingsdag.be

‘A picture is worth a thousand words.’ Daarom nemen we je in deze Picture This-rubriek via één beeld mee in het verhaal van de Vlaeykensgang.

De Vlaeykensgang ligt pal in het midden van Antwerpen. En toch is het niet zo makkelijk te vinden. Als je even niet oplet, loop je het poortje zo voorbij. De Vlaeykensgang verbindt de Hoogstraat, de Oude Koornmarkt en de Pelgrimstraat met elkaar. Als je door dit steegje loopt, dan waan je je even in de middeleeuwen: de kinderkopjes, de stemmige binnenplaatsen, de houten bankjes, de oude lantaarns en de met wijnranken versierde deuren katapulteren je naar het verre verleden.

Tegenwoordig is de Vlaeykensgang een toeristische hotspot. Het had evenwel niet veel gescheeld of de huisjes gingen tegen de vlakte. Dankzij de inspanningen van de bekroonde antiquair Axel Vervoordt en het beheersplan van Erfgoed en Visie blijft dit stukje erfgoed bewaard.

De geschiedenis van de Vlaeykensgang gaat terug tot de 16e eeuw, toen de huizen ontstonden als achterhuizen en pakhuizen. In de 17e eeuw werden ze omgevormd tot kleine woningen, waardoor de binnengang een organische structuur kreeg. De panden werden in de jaren ‘70 door Vervoordt aangekocht en vervolgens volledig gerestaureerd.

De restauratie ging uit van ‘teruggaan naar het authentieke’, waarbij nieuwe ingrepen zoveel mogelijk geïntegreerd werden richting de authentieke toestand. Dit was in die periode een revolutionaire aanpak voor erfgoed.

Door zijn ligging kent de Vlaeykensgang een complexe ontstaansgeschiedenis. Daarom waren er voor de opmaak van het beheersplan dan ook twee zaken nodig: een diepgaande historische analyse en een gedetailleerde uitwerking van de onderhoudsmaatregelen. Op basis van deze studie werd per gebouw een onderhoudsdraaiboek opgesteld voor de komende 20 jaar. Een titanenklus.

Uit de historische nota bleek namelijk dat alle gebouwen van de Vlaeykensgang in de 17e eeuw al bestonden. Het ging om losse achterhuizen die destijds nog geen samenhangend geheel vormden. De inventarisatie ervan leidde tot een gefundeerde waardebepaling, waarbij essentiële bouwelementen werden geïdentificeerd.

Wie vandaag de Vlaeykensgang wil bewandelen: zeker doen, een absolute aanrader.

“Het had niet veel gescheeld of dit middeleeuws erfgoed ging tegen de vlakte”

Erfgoed en Visie door de jaren

1985

Edith Vermeiren start als restauratie-architect

2005

• Verschillende overheidsopdrachten

• Opstart project Provinciaal Technische School Boom

2004 Kurt Loomans vervoegt het team

2000

Opstart Erfgoed en Visie

Het verhaal van Erfgoed en Visie begon in 2000, toen Edith Vermeiren besloot zich volledig op erfgoed te richten en het architectenbureau een nieuwe naam gaf. Kort daarop sloot Kurt Loomans zich aan voor zijn eerste baan, en ging het team van start met het project ‘Provinciale Technische School Boom’.

2010

Opstart project Merksplas-Kolonie

2007

Verhuis naar Boswachterswoning

2011

2014

Opstart diverse projecten voor

2015

Stefanie van der Wallen vervoegt als eerste bouwhistoricus het team advies

Heel wat bouwhistorische studies en beheersplannen worden uitgevoerd

100ste project: Rolleken, Lille

• Sarah Lacroix, Karen Bernaerts en Benedikte Dewaele vervoegen het team

Axel Vervoordt

2018

200ste project: Zwembad, Ieper

Opstart project Botanic Sanctuary (ism AID architecten)

2020

Opening tweede locatie in Nationale Bank Antwerpen

• Kurt wordt medebestuurder

• 300ste project: Noodwoning, Hemiksem

• Opstart project Hilton Antwerpen (ism POLO)

• Zelfstandige medewerkers krijgen de mogelijkheid om als bediende verder te werken

2023

2022

Erfgoed en Visie viert 25 jaar met 31 collega’s

• Erfgoed en Visie is genomineerd voor de Jo Crepain Awards: Best Entrepreneur

• Opstart masterplan Rubenskasteel Zemst

• 500ste project: Amuz, Antwerpen

2019

Erfgoed en Visie sluit aan bij United Experts Group

• Karen, Benedikte en Stefanie worden vennoot

2024

• 600ste project: Hoogstraat, Antwerpen

• Erfgoed en Visie neemt bow architecten over

• Erfgoed en Visie opent derde locatie in Ieper

• Birgit Grieten en Geert Teirlinck worden vennoot

• Erfgoed en Visie gaat samenwerkingsverband aan met Groene Grachten uit Amsterdam en lanceert EVA (Energie Verduurzamings Advies)

• Opstart project galerij Ravenstein Brussel

• Pieter Verfaillie vervoegt het team en start Erfgoed en Visie west op

• Opstart herbestemmingsonderzoek stations NMBS Antwerpen en Brugge ism Herbé

400ste project: Catershof, Schilde

PROJECT

De Hofkamer: het relaas over de (her)bestemming van historisch erfgoed

“Erfgoed terug in ere herstellen, maar

wel mét moderne technologie”

Ooit al van de Hofkamer gehoord? Dit achttiende-eeuwse gebouw in Antwerpen maakt deel uit van het erfgoedhuis Den Wolsack, een karaktervolle herenwoning in de Oude Beurs, die sinds 1972 is beschermd. De Hofkamer werd oorspronkelijk gebouwd door François Adrien Van den Bogaert, een welvarende koopman, en zijn echtgenote Maria Anna Roggens, met als doel een stijlvolle ontvangstruimte te creëren waarin ze belangrijke gasten konden ontvangen. Sinds enkele jaren is het gebouw in handen van erfgoedorganisatie Herita vzw, die deze verborgen parel opnieuw op de kaart wilde zetten. Om dit alle kans van slagen te geven en de restauratie in goede banen te leiden, werd het gespecialiseerde bureau Erfgoed en Visie ingeschakeld.

“Dit is zo één van die projecten waar je als erfgoedspecialisten vereerd over bent als je er mee je schouders kan onderzetten”, aldus projectinterieurarchitect Benedikte Dewaele. “We zorgden ervoor dat de pronkkamer haar oorspronkelijke bestemming herwon en tegelijkertijd implementeerden we nieuwe technieken.”

Dit verhaal is, zoals wel vaker bij erfgoed, een traject van lange duur. Zo kreeg in 2008 het plafonddoek een deskundige restauratie. Van 2013 tot 2014 werd het exterieur aangepakt, terwijl tussen 2015 en 2017 het interieur aan de beurt was. Hierbij werd de pronkkamer op het gelijkvloers in zijn oorspronkelijke glorie hersteld. “Dit soort herbestemmingen verwezenlijken met zo’n waardevolle interieurs, is zo zeldzaam dat het de moeite loont om het relaas ervan te blijven vertellen.” Na de restauratie werd trouwens ook een beheersplan ontwikkeld, en dus ook werk gemaakt van de toekomst én van een goede invulling. “Dit zorgde ervoor dat de pronkkamer haar oorspronkelijke bestemming herwon: een ontvangst- en vergaderruimte”, zo luidt het.

Een gevel en interieur uit 1772

Ook de zuidgevel van de Hofkamer, gebouwd in 1772, werd teruggebracht naar zijn originele staat die de toenmalige tijdgeest en bijhorende pronkzucht weerspiegelt. In de architectuur domineerde toen het neoclassicisme. “Dat zie je bijvoorbeeld aan de gevel met zijn perfecte symmetrie. Die gevel is opgetrokken uit baksteenmetselwerk verrijkt met zandsteen en blauwe hardsteen. Tussen 1925 en 1936 werd die ontdaan van zijn pleisterlagen en bij de restauratie hebben we het uitzicht ervan teruggebracht naar de oorspronkelijke staat, die van 1772”, zegt Benedikte Dewaele. “We hebben de gevel opnieuw met vliespleister afgewerkt en geschilderd.”

In een tweede fase werd ook het interieur van de Hofkamer gerestaureerd. Naar aanleiding van alle getroffen bouwsporen werd er door Erfgoed en Visie een diepgaand onderzoek uitgevoerd naar het historische bouwblok. “Het onderzoek gaf ons inzicht in het ontstaan van dit bouwvolume en haar functie doorheen de tijd”, legt Benedikte uit.

De vaste interieurelementen kregen een zachte restauratie. Zo werd de natuursteen van de schouwen gereinigd met stoom en wondersponsjes. Ook de vloeren werden aangepakt en hersteld. “De vloer was een soort op maat gemaakte puzzel, waardoor het tijdens het restauratieproces zeer belangrijk was om elk stukje op de juiste plek te herleggen.”

Daarnaast werden de belangrijkste beschilderde doeken gerestaureerd waaronder de lambriseringen met ramskoppen en guirlandes. “Er zijn tijdens de restauratiewerkzaamheden zeer waardevolle muurschilderingen uit de 17e eeuw tevoorschijn gekomen. Fantastisch, toch? Daarom werd ervoor gekozen om de verdwenen invulling tussen de lambrisering en het plafond op te vullen met een transparant doek. Zo ervaar je bij binnenkomst de ruimte in haar geheel, terwijl bij nadere blik de sporen van het verleden subtiel zichtbaar worden.”

De Hofkamer

Oude Beurs 27 2000 Antwerpen

Erfgoed en moderne technologieën

Soms is het niet mogelijk om de oorspronkelijke technieken te behouden, en is het noodzakelijk om bij de restauratie van erfgoed naar nieuwe en moderne oplossingen te kijken”, aldus Helena ten Berge, erfgoedonderzoeker bij Herita en Simon Callebert, coördinator. “Herita wenste namelijk dat de restauratie - in functie van het toekomstig gebruik van het gebouwzoveel mogelijk voldeed aan de hedendaagse technieken. Zeker als het gaat om verwarming, elektriciteit en verlichting. Een traditioneel verwarmingssysteem met radiatoren was bijvoorbeeld niet geschikt, waardoor er op de gelijkvloerse verdieping gekozen werd voor convectoren. Op de eerste verdieping werd daarentegen gewerkt met een ventilo en een gashaard in de historische haard.”

Voor de verlichtingsarmaturen werd er dan weer bewust met losstaande elementen gewerkt, ontworpen door de lichtkunstenaar Jan Pauwels, in plaats van een bevestiging

aan plafonds of wanden. Bovendien werden ook enkele preventieve conserverende maatregelen genomen om toekomstige schade te vermijden. “Uit voorzorg voor de waardevolle plafondschildering op de gelijkvloerse verdieping is er bewust gekozen om geen verwamingsleidingen boven het plafond te laten lopen. Het gevaar voor waterschade aan de plafondschildering was immers te groot. En ook de vloer op de eerste verdieping werd voorzien van een waterdichte laag ter bescherming van het waardevolle plafonddoek.”

De historische kelder met tongewelf werd eveneens voorzien van verlichting en verwarming en doet vandaag dienst als logistieke ruimte - ingericht met vestiaire en kitchenette. De zolder werd voorzien van verlichting en verwarming en heeft een facilitaire functie voor de locatieverhuur.

Toekomstplannen

Intussen is het al sinds 1 juli 2018 dat Den Wolsack - dat verwijst naar de

Engelse wolhandel die in deze buurt in de middeleeuwen floreerde - opnieuw zijn deuren opende voor het grote publiek. Individuele bezoekers kunnen er vandaag op afspraak een bezoek brengen aan de Hofkamer. Herita heeft de ambitie om op gepaste termijnen een waaier aan nieuwe formules aan te bieden en de ruimten te ontsluiten voor zaalverhuur.

“Maar begrijpelijkerwijs, gezien de fragiliteit van de historisch waardevolle ruimten zal dit proces geleidelijk verlopen, met een systematische monitoring van het gebruik van de ruimten en oog voor de capaciteit van het gebouw”, zo klinkt het.

Inmiddels werd ook de binnentuin heraangelegd en in 2021-2022 werden de gevels van de voorbouw gerenoveerd.

www.herita.be

Unicum: het boekentoilet

Had François Adrien Van den Bogaert humor of wilde hij gewoon uitpakken met iets speciaals? Op de eerste verdieping van Den Wolsack is er nog iets unieks te vinden: een boekentoilet.

Vanaf de achttiende eeuw werd de pot die toen als toilet dienstdeed namelijk wat verdekt opgesteld. ‘t Is te zeggen: in de Hofkamer had de toiletpot het uitzicht van een stapel boeken. De “imitatiebibliotheek” was ingericht met boven- en onderaan lambriseringen met beschilderde doeken en uitgevoerd in met leder beklede houten ruggen van ‘leesboeken’. Deze ruimte kon beschouwd worden als het meest luxueuze wc-vertrek uit zijn tijd, en stond in schril contrast met de modale ‘kakhuyskens’ in de 18de eeuw.

Dat het toilet destijds zo werd ingericht, is wellicht omdat het aan de kant van het raam ligt. Door de boekenruggen lijkt het, van buitenaf gezien, een bibliotheek. Helaas is er in de jaren 1960 een brand geweest, waardoor de boekbanden ernstig beschadigd werden. Aangezien te weinig informatie over de leren ruggen bekend is, was een reconstructie ervan niet aangewezen. Voor de restauratie werd zoveel mogelijk van het bestaande materiaal behouden en werd een verdere degradatie voorkomen.

Het Plantin-Moretus Museum: zicht op het beheer van een uniek stuk UNESCO-werelderfgoed

“Het erfgoed omvat drie eeuwen

aan vakmanschap”

De stad Antwerpen kent een veelzijdig karakter met drukke winkelstraten en hippe boetieks, maar evenzeer met straten en pleinen die doen vertragen. De Vrijdagmarkt is zo’n plek.

Een bijzondere blikvanger aan de rand van deze markt: het Plantin-Moretus Museum.

Dit architectonisch en historisch juweel is de enige intacte renaissance- en barokdrukkerij die wereldwijd erkend is als UNESCO-Werelderfgoed. Erfgoed en Visie begeleidde de opmaak van een beheersplan dat voor de komende 24 jaar als leidraad moet dienen. Bouwhistoricus Stefanie van der Wallen legt uit hoe dit meesterwerk tot stand kwam. “Het opstellen van zo’n beheersplan vereist een diepgaande visie die àlle aspecten van het erfgoed omvat”, luidt het. “We zijn trots dat we dit project konden realiseren.”

“We hadden zelf niet voldoende kennis over wat het betekent om een huis van deze omvang als monument uit te baten”, begint Iris Kockelbergh, directeur van het Plantin-Moretus Museum. Daarom gaf het museum het gespecialiseerde architectuur- en adviesbureau Erfgoed en Visie de opdracht een beheersplan op te stellen. “Zo’n plan is niet alleen een leidraad voor het behoud, maar ook een visie voor hoe het museum zich kan blijven ontwikkelen als een dynamische ontmoetingsplaats voor cultuur en geschiedenis, én hoe het goed onderhouden kan worden”, benadrukt Stefanie van der Wallen, bouwhistoricus bij Erfgoed en Visie.

“Een beheersplan is zowel een visiedocument als een praktisch werkinstrument. Het dient als draaiboek voor effectief beheer, gericht op het behoud van onroerend erfgoed en zijn unieke erfgoedwaarden. Het is dus absoluut

belangrijk dat zoiets met kennis van zaken wordt opgesteld.”

Het beheersplan moet rekening houden met alle aspecten van het erfgoed zoals ruimtelijke ordening, leefmilieu, toerisme … Maar vooral: hoe beheer je erfgoed de komende 24 jaar. “Bij Erfgoed en Visie dachten we daarom bijvoorbeeld ook na over het materiaalgebruik: lood of zink voor de dakgoten, dat was een belangrijke vraag”, legt Stefanie uit. Daarnaast werd een uitgebreide inventarisatie opgemaakt van alle roerende goederen. “We brachten ook ruimtelijke knelpunten in kaart om de herinrichting van personeelsruimtes en tijdelijke expo-ruimtes later te kunnen realiseren.”

Bovendien stelde Erfgoed en Visie een dakenplan op om de effectieve toestand van de daken in kaart te brengen en vervolgens volledig te restaureren.

Plantin-Moretus Museum

Vrijdagmarkt 22

2000 Antwerpen

Kennis niet enkel voor clerici en adel

Wie het kent, zal het kunnen beamen: het museum is een lust voor het oog. Het hangt er vol wandtapijten. De muren zijn bedekt met goudleer. En overal hangen schilderijen van belangrijke meesters en staan er beeldhouwwerken tentoongesteld. Aan de muren prijkt een reeks portretten die de familie Moretus bij Rubens bestelde. De wereldbollen, drukpersen, letterkasten, stempels en matrijzen, gietvormen … Je komt ogen te kort om alles waar te nemen.

“Alles wat je ziet is echt”, benadrukt Stefanie. “Het woonhuis en het volledige drukkersatelier van de familie Plantin en Moretus zijn intact bewaard.” Deze drukker was een van de invloedrijkste en grootste uit de westerse wereld

in de zestiende eeuw. Het bedrijf was een soort spin in het web: het verspreidde kennis. En dat is opmerkelijk, want kennis was vanaf toen duidelijk niet langer alleen maar voorbehouden voor clerici en adel. Dat alles maakt het zo belangrijk om ervoor te zorgen dat dit erfgoed in de beste omstandigheden kan bewaard blijven.”

UNESCO-Werelderfgoed

Bovendien staat het Plantin-Moretus Museum geregistreerd als UNESCO-Werelderfgoed. In het rapport met de toekenning van het label lezen we dat het museum de enige bewaarde drukkerij en uitgeverij uit de renaissance en barok herbergt. Dit historische pand, in het hart van één van Europa’s vroegste boekdrukkunststeden, onthult het verhaal van Christoffel Plantin en Jan Moretus, pioniers van de typografie.

Het erfgoed omvat drie eeuwen aan vakmanschap, van 1576 tot 1867, en werd later omgetoverd tot een museum dat inzicht biedt in de historische verbinding tussen het gezinsleven, werk en handel van de 16e tot de 18e eeuw. Met originele werkplaatsen, een rijke bibliotheek, onschatbare archieven erkend door UNESCO en kunstwerken van Rubens vormt het Plantin-Moretus Museum een indrukwekkend monument van zowel intellectuele geschiedenis als architectonische schoonheid.

En het museum is bovendien meer dan een toevluchtsoord voor boekenliefhebbers; met haar verschillende museumstukken en talrijke archieven is het ook een venster naar het verleden.

“Na een ingrijpende herinrichting in 2016 is het museum opnieuw een levendige plek

Negen generaties, een echte familiegeschiedenis

Christoffel Plantin, echtgenoot van Jeanne Rivière, vestigde zich in 1548 in Antwerpen als boekbinder en leerbewerker. In 1555 gaf hij noodgedwongen het vak van boekbinder op voor dat van drukker. Na een tiental jaar was de drukkerij financieel stevig gevestigd.

‘Plantin’ was een naam als een klok. Na de dood van Plantin kwam de drukkerij in handen van schoonzoon Jan Moretus. Nadien bloeide ze verder op onder Plantins kleinzoon, Balthasar I Moretus, die van 1610 tot 1641 de leiding had over het bedrijf. De volgende Moretussen teerden op het werk van hun voorouders en herdrukten vooral succesvolle titels.

Vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw daalde de productie van de drukkerij echter zeer snel. Op 20 april 1876, drie eeuwen nadat Plantin zich hier gevestigd had, verkocht Edward Moretus het Plantijnse Huis aan de Vrijdagmarkt met al wat het bevatte aan drukkersmateriaal.

waar bezoekers de essentie van Plantin en zijn invloedrijke familie kunnen ervaren”, aldus Stefanie van der Wallen. “De interactieve tentoonstellingen brengen de verhalen van Christoffel Plantin, zijn familie en hun baanbrekende werk in de boekdrukkunst tot leven. Met het beheersplan hebben we hier een plan uitgezet voor de toekomst, iets wat een monument als dit absoluut verdient.”

Merksplas-Kolonie: hoe Erfgoed en Visie dit uniek stukje erfgoed herbestemde

“Het verhaal van een sociaal laboratorium dat uitgroeide tot cultureel erfgoed”

Tussen de kaarsrechte dreven van zomereiken en de uitgestrekte groene velden van Merksplas, doemt een landschap op dat niet alleen historisch intrigeert, maar ook visueel betovert. Hier ligt Merksplas-Kolonie, een site die een uniek verhaal vertelt over sociale hervormingen, armoedebestrijding en architecturale vooruitgang in de 19e eeuw. Dankzij Stichting Kempens Landschap, Erfgoed en Visie, en architect Kurt Loomans is deze historische plek nu herboren als een levendig cultureel en toeristisch ankerpunt. We nemen je mee in dit bijzondere verhaal.

Sociaal experiment

Merksplas-Kolonie werd in 1825 opgericht door de Maatschappij van Weldadigheid om armoede in België en Nederland te bestrijden. Het doel was kwetsbare groepen, zoals armen en wezen, een kans te geven om zich te integreren door middel van arbeid en opleiding in de landbouw en ambachtelijke industrieën.

Na enkele decennia kende Merksplas-Kolonie een periode van aanzienlijke uitbreiding en herinrichting. Van 1870 tot 1902 werd het complex volledig herontworpen door Victor Besme, een stedenbouwkundig ontwerper die nauw samenwerkte met koning Leopold II. Besme had vooral een … gedurfde visie, waarvoor de kolonisten zelf werden ingezet.

Het was een innovatief project waarin arbeid niet alleen economische waarde had, maar ook sociale en morele hervorming moest brengen.

“De Kolonie was niet alleen een plaats van overleving, maar een sociaal laboratorium waar nieuwe ideeën over armoedebestrijding werden getest”, zegt Kurt Loomans. “Van ver buiten België kwamen mensen kijken naar

het indrukwekkende complex. Het was een volledig zelfvoorzienend dorp, zo was er een school, ziekenhuis en een hotel. Daarnaast had het dorp ook een eigen tramlijn, telegraaf en postkantoor. Voor de werkgelegenheid van de landlopers was er een hoevecomlex en verschillende ateliers gebouwd.

“De kolonisten werkten in de landbouw, de ambachten en de industrieën, maar moesten ook bij de herinrichting helpen. Een van de opvallendste werken was de herinrichting van een gigantische varkensstal, die plaats moest bieden aan zo’n 95 varkens. Elk varken had zijn eigen uitloopdeurtje en kon genieten van de

buitenlucht in een afgebakende zone, wat vooruitstrevend was voor die tijd”, aldus Kurt Loomans.

Het dagelijks leven

Het dagelijks leven in de Kolonie draaide om hard werken en gemeenschapszin. “De kolonisten leefden samen in een streng georganiseerde omgeving waar iedereen een rol te vervullen had.” Er werd ook veel aandacht besteed aan onderwijs. Het doel was dat bewoners hun eigen toekomst konden verbeteren door het leren van een vak. “Het was geen plek waar mensen afhankelijk waren van liefdadigheid, maar waar ze door eigen inspanningen hun omstandigheden konden verbeteren,” aldus architect Loomans. Toch had het sociale experiment ook zijn beperkingen: de strikte discipline en het streven naar uniformiteit beperkten de individuele vrijheden.

Van verval naar heropleving

Na de afschaffing van de Wet op de Landloperij in 1993 leek het einde van de Kolonie nabij. Gebouwen stonden leeg en raakten in verval. Toch werd de site gered dankzij de inzet van de lokale gemeenschap. Het platform ‘Red Merksplas-Kolonie’ en de oprichting van Stichting Kempens Landschap in 1997 speelden hierin een cruciale rol.

Met steun van verschillende overheden en gemeentes - en onder leiding van vzw Kempens Landschap - bleven de gronden en gebouwen in publieke handen. Deze samenwerking zorgde ervoor dat de Kolonie niet alleen beschermd

werd, maar ook herbestemd en opengesteld kon worden voor toekomstige generaties.

Herbestemming

In 2010 werd Erfgoed en Visie aangesteld om een overkoepelende visie te ontwikkelen voor de herbestemming van de Kolonie. Op dat moment was de site ernstig verwaarloosd. “Er waren jaren van leegstand geweest, enkele daken waren ingestort, enz. Wind en regen hadden vrij spel, wat leidde tot schade aan zowel de gevels als het interieur,” vertelt Kurt Loomans. “Meteen werden er ingrijpende werken uitgevoerd om het verval een halt toe te roepen.”

Volgens Kurt Loomans was het ook hier essentieel om de herbestemming van dit historisch erfgoed uit te voeren met zoveel mogelijk respect voor de oorspronkelijke architectuur: “Wij streven ernaar de bestemming aan te passen aan de gebouwen, in plaats van de gebouwen aan te passen aan de bestemming.”

Vandaag is Merksplas-Kolonie een levendig cultureel en toeristisch centrum. Interactieve tentoonstellingen en rondleidingen brengen de rijke geschiedenis tot leven, terwijl bezoekers de kans krijgen om het verleden zelf te ontdekken in de sobere, maar betoverende gebouwen en het zorgvuldig onderhouden landschap. Dankzij de inzet van velen blijft Merksplas-Kolonie een stille getuige van weldadigheid en een inspirerende bron voor de toekomst.

Iedereen herbestemt

Pieter Verfaillie over circulariteit en erfgoed

Erfgoed en Visie geeft bouwkundig erfgoed zoals publieke gebouwen, schoolgebouwen, stations en pakhuizen op toplocaties in steden, een nieuw glorieus leven. “Goede locaties en materialen zijn eindig. Wij breken niet af, maar bouwen voort en denken vooruit: verder dan alleen ontwerpen en verder dan alleen vandaag”, klinkt het bij Pieter Verfaillie, oprichter van bow architecten, dat op 1 juli 2024 fuseerde met Erfgoed en Visie.

Herbestemmen met een circulaire blik

Erfgoed en Visie streeft integrale monumentenzorg na zodat het erfgoed niet alleen bewaard, onderhouden en gerestaureerd wordt maar ook een zinvolle meerwaarde krijgt voor de samenleving. “Door onze kennis en ervaring te bundelen, kunnen we nog betere diensten leveren en onze gezamenlijke visie op herbestemming en restauratie van erfgoed verder laten groeien”, vertelt Pieter Verfaillie. “We maken nu, samen met bow architecten, deel uit van de United Experts Group, een kennisnetwerk van zo’n 15 adviesbedrijven met complementaire expertises waaronder ook Herbé. Dat is een studiebureau gespecialiseerd in de herbestemming van complexe erfgoedprojecten.”

Je passie voor herbestemming resulteerde op 12 mei 2024 ook in een heuse Herbestemmingsdag. Wat was daarvan de bedoeling?

“Voor de vijfde verjaardag van bow en vanuit het jonge Herbé wilden Ruben Willaert en ik iets teruggeven aan de maatschappij. Zo organiseerden we in 2024 de allereerste Herbestemmingsdag. Onze insteek is dat iedereen herbestemt of zal herbestemmen, want iedereen bestemt. Dat gebeurt met onze gebouwen, onze kleren, onze auto’s, onze IT. Herbestemming is een heel brede noemer. Het is meer en meer een gemene deler die we

terugvinden in alle motoren waar onze maatschappij op draait. Het gaat erom dat overal waar we ons begeven, dat alles wat we vandaag rond ons zien en gebruiken, vroeg of laat een nieuwe bestemming krijgt. Met 21 zeer diverse projecten in alle Vlaamse provincies was de eerste Herbestemmingsdag een succes.”

Op LinkedIn omschrijf je jezelf als ‘herbestemmer, gespecialiseerd in verantwoorde en rendabele projecten’. Kan je dat wat concreter maken?

“Ik verwijs graag naar het herbestemmingsonderzoek voor de Sint-Machutuskerk in Wannegem (Kruisem). Sinds 2015 wordt de kerk niet meer gebruikt voor wekelijkse misvieringen. In 2021 voerden we, volgens de regels van het Agentschap Onroerend Erfgoed, een herbestemmingsonderzoek uit. De gemeente had eerder een kerkenbeleidsplan opgesteld (2016-2017), maar dat was onbenut gebleven. Een plan voor een urnenkerk bleek economisch niet haalbaar en miste draagvlak.

Wij zagen een andere kans: vlak naast de kerk ligt Heuvelheem, een zorgorganisatie voor mensen met een beperking, gehuisvest in het oude klooster. Ons voorstel? Het ruimteoverschot van de kerk combineren met het ruimtetekort van Heuvelheem. Herbestemmen is namelijk meer dan enkel restaureren: het vraagt doorgedreven onderzoeken – van stedenbouwkundig tot financieel – om tot een breed gedragen oplossing te komen.

Het resultaat is een restauratieproject dat zorg en gemeenschap centraal stelt. De kerk krijgt een nieuwe functie als ruimte voor dagbesteding, terwijl het hart van de dorpsgemeenschap blijft kloppen.”

Duurzaamheid als kompas voor herbestemming

Hoe draag jij als architect bij aan de duurzaamheidstransitie?

“Door bij herbestemming steeds te zoeken naar de grootste meerwaarde voor onze planeet, samenleving, gebruikers en investeerders. Herbestemming draait om het hergebruiken van wat we hebben – een duurzaamheidsprincipe. België en Europa hebben een rijk patrimonium, maar generaties lang worden sites gesloopt en vervangen. Onze expertise in herbestemmen en restaureren laat zien dat er genoeg gebouwen én gebruikers zijn; het komt neer op de juiste match.

Wij werken met ons onderzoeksmodel van de 3 G’s: gebouw, gebruiker en geld. De gebruiker is cruciaal, maar moet zich aanpassen aan het gebouw. Niet elke functie past bij een gebouw, zeker niet bij monumenten. Bij een plan dat niet respectvol is – zoals appartementen in een kapel – haken we af. Altijd vertrekken we vanuit behoud, waardering en het vinden van de juiste functie voor het gebouw.”

Hoe koppel je dat aan circulariteit?

“De herbestemming die je vandaag doet, moet over 50 jaar opnieuw gebeuren. De ingrepen die je vandaag doet en de materialen die je vandaag gebruikt, moeten er dan weer uitkunnen zonder de afvalberg te vergroten. Elk gebouw is als een ‘ajuin’. Het heeft een aantal lagen. Je moet bekijken welke lagen je tegenkomt en hoe lang die meegaan, wat intussen ruim gedocumenteerd is. Een keuken gaat bijvoorbeeld minder lang mee dan de gevelbekleding. Daarom is het belangrijk om te zorgen voor een goed casco, een wind- en regendichte structuur, mogelijk basis tot goed geïsoleerd. Daarnaast is het noodzakelijk om goed na te denken over de technieken, wat niet makkelijk is. Vloerverwarming is moeilijker omdat die aan alles kleeft. Alles wat de materialen niet zuiver houdt, is niet circulair omdat je twee of drie verlijmde materialen moet weggooien.”

Hoe kunnen we de slaagkansen van duurzame herbestemmingsprojecten vergroten?

“Bedrijven en mensen moeten meer afstand nemen van het nieuwe en meer naar het verhaal kijken van ‘iemand zoekt een gebouw en een gebouw zoekt iemand’ en die twee

)“bij elke herbestemming zoeken we de grootste meerwaarde voor onze planeet, samenleving, eigenaars-investeerders en ons erfgoed”

met elkaar verbinden. En dan vooral grondig nadenken over wat we in die gebouwen gaan doen, wetende dat contexten altijd maar evolutief zijn en veranderen. Een andere uitdaging voor herbestemmingsprojecten en zeker voor erfgoed, is dat de fase van vermarkting niet altijd gelijkstaat met verkoop. Het gaat eigenlijk om de overdracht van eigendomsrechten. Er ontstaan allerlei soorten nieuwe formules zoals erfpachten en huurkopen waardoor de financiële wereld mee moet denken om oplossingen te bieden voor ons patrimonium dat we moeten herbestemmen.”

Van oude klinknagels tot nieuwste technieken

Historische Scheldekaaien in Antwerpen krijgen tweede leven

Hoe herstel je een erfgoedparel van meer dan een eeuw oud? Het antwoord vind je in het verhaal van de Noordelijke afdaken aan de Antwerpse Scheldekaaien, die duidelijk getekend zijn door de tand des tijds. In opdracht van AG Vespa, het autonoom stadsontwikkelingsbedrijf van Antwerpen, kreeg Erfgoed en Visie de kans om deze historische parel een tweede leven te geven. In deze Tech Talk nemen we je mee achter de schermen van deze uitzonderlijke restauratie, die nog volop bezig is.

Ken je ze, die afdaken aan de Schelde in het hart van ‘t Stad? Ze werden gebouwd in de tweede helft van de 19e eeuw en dienden eenvoudigweg als bescherming voor arbeiders en vrachtvervoerders tegen regen en kou tijdens het laden en lossen van schepen. Zovele decennia later dragen diezelfde afdaken zonder meer bij aan het historische stadsbeeld van Antwerpen.

De fundamentele uitdaging begon bij de constructiekern van de afdaken: hun metalen, volledig geklonken structuur. Waar ieder normaal mens zou redeneren dat de moderne lastechnieken een antwoord zouden bieden op de herstellingen, bleek voor deze structuur geen optie. Metallurgisch onderzoek toonde aan dat de samenstelling van het 19de-eeuwse metaal – rijk aan onzuiverheden zoals fosfor en zwavel – lassen te risicovol maakt. De lasverbindingen worden als dusdanig nietstructureel beschouwd. En dus keerde het team van Erfgoed en Visie terug naar de basis. Zoals in ‘the good old times’ werden gloeiend hete klinknagels in de constructie verwerkt. Het resultaat? Een stevige verbinding die trouw blijft aan de oorspronkelijke bouwtechnieken.

Niet alleen de traditionele klinknagels werden terug bovengehaald. Waar volgens de oorspronkelijke bouwtechnieken gebruik werd gemaakt van boutverbindingen voor de assemblage op de werf, werd ook die techniek door het restauratieteam hernomen in de restauratiefilosofie. Ook voor de afwerking werd teruggegrepen naar de oorspronkelijke

kleurstelling. Een donkere grijstint voor zowat de volledige metaalstructuur van de afdaken.

600 klinknagels

En dan is er nog het fronton van de afdaken –de fijne geajoureerde stalen platen, alsook een vroeg voorbeeld van thermische verzinking. Met respect voor de geschiedenis werd elk onderdeel van het fronton geïnspecteerd, en werden de beschadigde platen minutieus gerestaureerd. Geen kleinigheid: daarbij ging –en gaat – het om meer dan 600 klinknagels per fronton, die met de hand verwijderd worden en vervolgens manueel opnieuw geplaatst worden.

“Je kan je wel inbeelden wat een titanenklus dit is. Zeker omdat we de hedendaagse technieken en de authentieke manier van werken, bijna als een soort eerbetoon, combineren”, onderstreept Karen Bernaerts, projectleider bij Erfgoed en Visie.

Hergebruik van historisch materiaal

Duurzaamheid, in z’n meest letterlijke vorm, speelt dan ook een sleutelrol in deze restauratie. Historisch materiaal krijgt een tweede leven in de afdaken. Ook onderdelen die tijdens de restauratie worden vervangen, worden zo veel mogelijk hergebruikt om elders aan te vullen in de constructie. “Op die manier houden we het vakmanschap van weleer in stand”, aldus collega Julie Tyberghien.

2025: Een jaar vol kansen voor duurzaam ondernemerschap in de architectuur

Het was niet het meest bemoedigende nieuwsjaar voor de bouwwereld, 2024. Na de euforie van de postcoronale bouwboom volgde de realiteit van stijgende energieprijzen, inflatie en een haperende economie. Afgeschrikt schroefden overheden, projectontwikkelaars en particulieren hun investeringen in het bebouwde patrimonium terug. Vooral duurzame projecten met een langetermijnvisie kregen rake klappen. En als eerste schakel in deze keten worden architecten als eersten met deze crisis geconfronteerd.

Maar zoals Winston Churchill ooit zei: “Never let a good crisis go to waste.” We moeten de huidige uitdagingen aangrijpen als kans. Het is nu hét moment om de schijnwerpers te richten op duurzaam ondernemerschap binnen onze sector. Duurzaam ondernemen draait om meer dan ecologie alleen. Er is aandacht nodig voor drie componenten: de impact van onze activiteiten op het leefmilieu, de rechtstreekse impact op mensen en de financiële gezondheid van het bedrijf. En precies in dat samenspel schuilt het succes van de architect van morgen. Bedrijven die zich toeleggen op duurzaam bouwen, hebben niet alleen innovatieve concepten nodig, maar ook gelukkige en gemotiveerde medewerkers. Een toekomstgericht HR-beleid is dus cruciaal. Tegelijkertijd vraagt de huidige economische onzekerheid om financiële veerkracht. Een stevige buffer biedt niet alleen stabiliteit, maar stelt bureaus ook in staat om hun ecologische impact te blijven vergroten.

Daarom keren in 2025 de Jo Crepain Prijzen terug. Met awards zoals de Low Impact Award, Social Impact Award, Best Employer Award en Best Entrepreneur Award worden architectenbureaus gevierd die uitblinken in specifieke aspecten van duurzaam ondernemerschap. De ultieme onderscheiding, de Jo Crepain Award, bekroont het kantoor dat deze pijlers het meest succesvol weet te combineren. Deze prijzen zijn meer dan een erkenning; ze zijn een inspiratiebron. Ze tonen dat duurzaam ondernemen niet alleen noodzakelijk, maar ook haalbaar en lonend is. Want uiteindelijk gaat het niet alleen om bouwen voor vandaag, maar om een blijvende, positieve impact voor morgen. Zo kunnen we ervoor zorgen dat de architectuursector deze moeilijke tijden niet alleen doorstaat, maar er sterker uitkomt.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.