
4 minute read
DURF TE VRAGEN
Jane Goodall met chimpansee Wounda, een wees. Het dier werd toen net vrijgelaten op Tchindzoulou Island. Foto: Brice Ngomo
trouwde. Ik heb de dieren inderdaad namen gegeven – later werd me verteld dat het wetenschappelijker zou zijn om nummers te gebruiken – maar eerlijk, ik had het anders toch gedaan. David Greybeard was erg kalm en ik denk dat zijn acceptatie de andere apen er uiteindelijk van overtuigde dat ik toch niet zo gevaarlijk was. Ik zag de chimpansee grasstengels als gereedschap gebruiken om termieten uit een termietenheuvel te vissen – hun aarden nest. Later zag ik hoe hij bladeren van een twijgje trok om het voor dat doel geschikt te maken. Destijds was de westerse wetenschap er nog van overtuigd dat alleen mensen in staat waren om gereedschap te maken. Het was de belangrijkste reden voor de tweedeling tussen mens en dier. We werden gedefinieerd als ‘de mens, de gereedschapsmaker’.” “Tegenwoordig weten we dat dieren echt veel intelligenter zijn dan mensen vroeger dachten. Chimpansees en andere mensapen kunnen vierhonderd of meer woorden Amerikaanse gebarentaal leren, complexe problemen op een computer uitwerken en ze houden van schilderen en tekenen, net als sommige andere dieren, zoals varkens. Maar dat moment, met David Greybeard en zijn gebruik van gereedschap, heeft alles veranderd. Ook voor mij persoonlijk. National Geographic wilde mijn research bekostigen toen de eerste beurs afliep, en ze stuurden Hugo (van Lawick, een Nederlander, red.) om alles te filmen. Ik was niet echt op zoek naar een partner, maar Hugo kwam naar de rimboe en daar zaten we dan met zijn tweeën. Allebei redelijk aantrekkelijk. Allebei dol op dieren. Allebei natuurliefhebbers. Het was overduidelijk dat het zo moest zijn. (Ze zijn gescheiden in 1974. Later trouwde ze met Derek Bryceson, de directeur van Tanzanian Parks, maar ze verloor hem nog geen vijf jaar later aan kanker, red.)” “In 1977 heb ik het Jane Goodall Institute (JGI) opgericht, om chimpansees en andere primaten te beschermen. Ik heb veel geleerd over de problemen waarmee de apen werden geconfronteerd, maar ik heb ook geleerd met welke ellende de bevolking in en rondom hun leefgebieden te kampen had. Verlammende armoede, gebrek aan goed onderwijs en gezondheidszorg, en verarming van het land door bevolkingsgroei. Toen ik in 1960 naar Gombe ging, maakte het deel uit van de grote equatoriale gordel van bossen die zich over Afrika uitstrekte. Tegen 1990 was het een kleine oase van bos geworden, te midden van volledig kale heuvels. Er woonden meer mensen dan het land kon onderhouden, te arm om voedsel van elders te kopen, worstelend om te overleven. De bomen waren gekapt om voedsel te verbouwen of houtskool te maken. Ik leerde veel over de vernietiging van hun leefomgeving in het bos en over het begin van de handel in bushmeat, de commerciële jacht op dieren voor voedsel en het doden van moeders om hun jonkies als huisdier of voor amusement te verkopen. Ik besefte hoe precair de situatie is
van veel Afrikaanse mensen in en rond de leefgebieden van chimpansees. De verschrikkelijke armoede, het gebrek aan gezondheids- en onderwijsfaciliteiten en de verarming van de grond...” “De problematiek van chimpansees is onlosmakelijk verbonden met die van mensen. Alleen door de mensen te helpen konden we de chimpansee helpen. Om een begin te maken verdiepte ik me in de situatie van de dorpen rond Gombe. Er was geen adequate infrastructuur voor gezondheidszorg, geen stromend water of elektriciteit. Meisjes moesten na de basisschool thuis helpen of op het land en ze werden jong uitgehuwelijkt, soms als ze pas dertien jaar oud waren. Oudere mannen hadden vaak vier vrouwen en een groot aantal kinderen. In 1994 startten we met het Jane Goodall Institute (JGI) met Tacare. In die tijd was het een heel nieuwe benadering van natuurbehoud. George Strunden, het brein achter het programma, stelde een klein team van zeven plaatselijke Tanzanianen samen. Ze gingen naar twaalf dorpen en vroegen hoe hij hen kon helpen. De mensen wilden meer voedsel verbouwen en betere klinieken en scholen, dus daar zijn we begonnen, in nauwe samenwerking met Tanzaniaanse overheidsfunctionarissen. De eerste jaren spraken we niet eens over het redden van chimpansees.” “We hebben ook microkredietbanken opgericht, om microleningen te verstrekken. De eerste ontvangers waren bijna allemaal vrouwen. Intussen wordt de Tacare-methode ook toegepast in de zes andere Afrikaanse landen waar jgi actief is, met als resultaat dat de chimpansees en hun bossen, en ook andere wilde dieren, beschermd worden door de mensen die daar wonen. De toekomst ligt in hun handen.” “Het is ook niet alleen zo dat we deel uitmaken van de natuur en er afhankelijk van zijn. We hebben de natuur echt nódig. Door ecosystemen te beschermen, door steeds meer delen van de wereld opnieuw te laten verwilderen waken we over ons eigen welzijn. Onderzoek bevestigt dat, en ik vind deze kwestie ongelooflijk belangrijk. Ik heb tijd in de natuur nodig. Al is het maar om onder een boom te zitten of te wandelen in deze bossen of te luisteren naar zingende vogels. Het geeft rust in deze dwaze wereld!” “De problemen waarmee de planeet kampt, zijn gigantisch. En als ik ze zorgvuldig analyseer, lijken ze soms schier onmogelijk op te lossen. Soms denk ik: waarom ben ik in hemelsnaam hoopvol? Maar ik ben het. Deels omdat ik koppig ben. Ik geef gewoon niet op. En deels omdat we niet precies kunnen voorspellen wat de toekomst ons zal brengen. Dat kunnen we gewoon niet. Niemand weet hoe het allemaal zal lopen.” ■
Het boek van hoop van - Levenslessen voor een mooiere toekomst van Jane Goodall en Douglas Abrams is uitgegeven bij HarperCollins.
WIN WIN WIN! Markant Magazine mag drie exemplaren weggeven. Stuur een mail naar redactie@markantvzw.be

In haar eerste dagen in Gombe bracht Jane Goodall uren door met haar verrekijker, op zoek naar chimpansees in het bos. Foto Hugo van Lawick