Schrijvers checklist

Page 1

HANDVATTEN VOOR HET SCHRIJVEN VAN EEN VLOEIENDE TEKST MET EEN VERHAAL (OFFLINE ÉN ONLINE) www.malikasoudani.nl SCHRIJVERS CHECKLIST Malika Soudani

Schrijvers checklist Malika soudani

© Malika Soudani
Inhoud 4 Malika Soudani Over mij 5 Schrijvers checklist Waarom? 6 Cheat Sheet Voor nieuwe (schrijf)projecten 12 Een scherpe tekst Vormgeving & consistentie 14 Inclusieve taal Keuzes & positie bepalen 13 Eerste keer herschrijven Kill your darlings 16 Webteksten Search Engine Optimization 11 Een vloeiende tekst Taalgebruik & stijl 9 Tekststructuur Rode draad 8 Identiteit van het werk Titels, tussenkoppen & taal

Malika Soudani Over mij

Mijn naam is Malika Soudani (1997, Amsterdam). Ik ben afgestudeerd creatief schrijver en ik ben werkzaam als redacteur, schrijfcoach en vakdocent creatief schrijven. Daarnaast organiseer ik schrijfworkshops en -cursussen op maat en draag ik mijn werk voor op diverse podia. Naast een carrière als schrijver, ambieer ik als criminoloog in spe een beleids- en/of onderzoeksfunctie te bekleden waarin ik mij kan inzetten voor sociaal-culturele en maatschappelijke ontwikkelingen op institutioneel niveau. In de toekomst hoop ik tevens ooit een literair kookboek te publiceren.

In 2021 studeerde ik af in Creative Writing aan ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Voor mijn afstudeerwerk schreef ik de verhalende poëziebundel Waar ik een slaapkamer heb gehad. Sinds 2021 studeer ik Criminologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Voor meer info en eventueel contact ga je naar www.malikasoudan

Schrijvers checklist

Waarom?

De Schrijvers checklist is gebaseerd op veelvoorkomende taal- en stijlfouten die ik tot op heden ben tegengekomen tijdens mijn werk als redacteur. Daarnaast bevat de checklist de belangrijkste concrete schrijftips die ik tijdens mijn opleiding aan ArtEZ heb geleerd.

Schrijven is net als zingen: theoretisch gezien kan iedereen het, maar beschik je ook over de kennis en techniek om het in de praktijk goed te kunnen? De Schrijvers checklist is een compact document dat beginnende schrijvers handvatten biedt om hun schrijfwerk nóg beter te maken en ervaren schrijvers scherp houdt.

Bonus

Op basis van verschillende maakprocessen zowel tijdens als na mijn studie heb ik een Cheat Sheet ontwikkeld, die erg handig is gebleken bij het starten van nieuwe (grote) schrijf- en andere maakprojecten. De Cheat Sheet helpt je om niet uit het oog te verliezen wat de kern is van je project en dient ter inspiratie en motivatie tijdens het maakproces. Belangrijk is om ervoor te zorgen dat de Cheat Sheet gedurende het project relevant blijft. Dat kan betekenen dat je sommige informatie en lijstjes moet aanpassen.

5

Cheat Sheet

Voor nieuwe (schrijf)projecten

1. Belangrijke data en contactpersonen

Noteer belangrijke data zoals deadlines en andere afspraken (met jezelf en/of met anderen) en de gegevens van personen die je gedurende dit project zou willen benaderen.

2. Concept

Beschrijf in één tot vijf zinnen (maximaal honderd woorden) de kern/het concept van het project. Zie het als de flaptekst van een boek of het museumbordje naast een kunstwerk.

3. Belang

Wat is het belang van dit project? Je kunt ingaan op het belang van dit project voor de doelgroep, mede-kunstenaars, de maatschappij en/of jezelf.

4. Zoekopdracht

Hypothetische situatie: je eindproduct is af (feest!). Een student heeft je in het ov horen praten over het proces van het project en wat er uiteindelijk uit is gekomen. De student gaat wanneer die thuiskomt naarstig op zoek naar het project, maar weet niks over jou en het eindproduct behalve wat jij er in het ov over hebt verteld. Welke termen zijn zó kenmerkend voor het eindproduct dat de student het online zou kunnen vinden? Noem minstens vijf kenmerken/kernwoorden/zoektermen (mag ook een korte combinatie van woorden zijn).

6

Houd een lijstje bij met dingen die je voor dit project wilt doen, kijken, lezen, luisteren, kopen, mailen, niet wilt vergeten, etc.

Naar eigen behoefte in te vullen.

4
5. Identiteit
6. ‘Good artists copy, great
Wie is je doelgroep? Hoe spreek je die doelgroep aan? Wat is het doel van dit project? Alvast een tip: https://overheid.vlaanderen.be/sites/default/files/media/ Communicatie/heerlijk helder/HeerlijkHelder Brochure A
Checklist.pdf?timestamp=1517955906
van het eindproduct
artists steal’
Pablo Picasso Wie en/of wat inspireert jou (in het algemeen of binnen de context van dit project)? Van wie kopieer of steel je (of van wie zou je dat willen doen)? 7. Alles-lijstje
8. Andersoortige aantekeningen
7

Identiteit

van het werk

Titels, tussenkoppen & taal

Tussenkoppen en titels

Gebruik voor tussenkoppen en titels altijd elementen uit de tekst en/of onderwerpen die sterk naar voren komen in de tekst.

Houd de tussenkoppen en titels compact (denk aan 1-4 woorden en anders maximaal 1 regel).

Taal

Voor informerende en non-fictie teksten kun je kiezen om dieper op een thema, concept, woord of voorbeeld in te gaan in een informatieballon, voetnoot, kanttekening of in een apart vormgegeven tekstvak. Op die manier maak je een tekst toegankelijk voor een breder publiek. Onthoud wel: onderschat nooit je lezer!

Vraag jezelf voor het taalgebruik in de tekst af: Wie is de doelgroep?

Welk jargon past in de context van deze tekst en is het überhaupt nodig om jargon te gebruiken?

Wat is het doel van de tekst?

Credibiliteit

Afhankelijk van de door jouw gekozen doelgroep is het belangrijk om stellingen en generaliserende uitspraken te onderbouwen door middel van eigen ervaringen, eigen onderzoek, wetenschappelijke onderzoeken/literatuur en/of ervaringen van andere mensen.

8

Tekststructuur Rode draad

Algemeen Rode draad

Elke tekst, ongeacht het genre en de vorm, heeft een begin, midden en een eind. Het kan helpen om, voordat je begint met schrijven, op papier te zetten wat er ongeveer in het begin, midden en eind van de tekst gebeurt (dat wordt ook wel een outline genoemd).

Per scène/hoofdstuk: het principe van een begin, midden en eind kun je niet alleen toepassen op de gehele tekst, maar ook op de aparte scènes en/of hoofdstukken waar de tekst uit bestaat. Ook hier geldt dat je kunt proberen om het begin, midden en eind grofweg uiteen te zetten op papier. Tijdens het schrijven kan dat altijd nog veranderen, maar deze structuur geeft je handvatten om überhaupt te beginnen met schrijven én om een gestructureerde tekst te schrijven. Voor de rode draad in een verhaal kun je kijken naar welke onderwerpen er allemaal in een tekst worden besproken.

Voor het herschrijven: zijn die onderwerpen te groeperen?

Geef in een lange tekst tijdens het (her)schrijven bijvoorbeeld elke groep een eigen kleur. Op die manier houd je tijdens het knippen en plakken makkelijk overzicht op welk thema, waar in de tekst wordt behandeld. Zo kun je ook makkelijker in de tekst verwijzen naar pagina’s.

9

Op basis van die groepering kun je kijken naar waar de onderwerpen elkaar (inhoudelijk) raken. Welk verhaal wordt er verteld en welk onderwerp dient als kapstok voor dat verhaal? Zo heb je in de basis altijd iets om op terug te vallen als je een vloeiend begin, midden en eind wilt schrijven of als je een laatste hand wil leggen aan de structuur van de tekst.

Volgorde

Stel jezelf over alle informatie in de tekst de vraag: wat heeft de lezer nodig om de tekst met aandacht, interesse, een open houding en vertrouwen in het woord/de kennis/intentie van de auteur te lezen? Alles wat je naar aanleiding van die vraag kunt markeren in de tekst, kun je het best naar voren schuiven in de tekst. (Zie ook de verwijzing naar de Trechtermethode op bladzijde 16).

Het kan ook juist de bedoeling zijn dat je wilt dat de lezer helemaal in diens eigen werkelijkheid de tekst induikt en pas achteraf inzicht krijgt in wat bepaalde woorden/concepten/thema’s/onderwerpen/etc. voor de auteur of een personage betekenen. Zolang je maar bewust bent van de manier waarop je de lezer beïnvloedt of kunt beïnvloeden.

Eenheid

Een vuistregel is dat elk hoofdstuk van je tekst verweven moet zijn met het hoofdstuk daarvoor en het hoofdstuk daarna. Datzelfde geldt voor kopjes binnen een hoofdstuk en zelfs ook voor de alinea's binnen die kopjes.

10

Een vloeiende tekst Taalgebruik & stijl

De basis

Actief taalgebruik leest over het algemeen fijner dan passief taalgebruik: https://onzetaal.nl/taaladvies/lijdende-vormpassieve-vorm.

Voorkom herhaling van woorden: diversiteit in woorden maakt een tekst mooier en leesbaarder. Gebruik zo nu en dan signaalwoorden om ‘droge’ teksten en ‘taaie’ zinnen te voorkomen: https://onzetaal.nl/taaladvies/signaalwoorden-lijst. Maak de zinnen niet te lang. Zeker bij non-fictie en informerende teksten is de vuistregel: geef niet te veel verschillende informatie weg in één zin en blijf bij één of twee onderwerpen per alinea.

Schrijf, zeker in fictie, volgens het show don’t tell principe: https://nl.wikipedia.org/wiki/Show, don%27t tell. Let op het correct gebruiken van ‘de’ en ‘het’ (tenzij je bewust van de regels afwijkt in je tekst. In dat geval geldt: wees consequent!): https://onzetaal.nl/taaladvies/de-hetalgemene-regels.

Herschrijf complexe zinnen die niet per se complex hoeven te zijn: https://onzetaal.nl/taaladvies/tangconstructie.

11

Een scherpe tekst Vormgeving & consistentie

Consistentie in taal en vormgeving

Als de vormgeving, het gebruik van hoofdletters, leestekens en andere aanduidingen in de tekst consistent zijn, heeft een verhaal meer ruimte om inhoudelijk uiteen te lopen. Daarnaast maakt het een tekst fijn om te lezen en getuigt het van kunde. Maak een keuze in quotering. Hoe quote je iemand in een zin of alinea en vanaf welke lengte wordt een quote een blokquote (en hoe geef je die vorm)? Voor formele non-fictie zoals wetenschappelijke teksten zijn er verschillende schrijfrichtlijnen beschikbaar met hapklare regels voor de vormgeving van een tekst waaronder de vormgeving van quotes. De bekendste richtlijnen zijn APA, MLA en Chigago. Maak een keuze in het wel of niet plaatsen van een komma na ‘en’ en ‘of’ in een zin en pas dat consequent toe. Maak schrijfrichtlijnen voor de tekst. Denk aan lettertype, lettergrootte, regelafstand, uitlijning, inspringen (begin nieuwe alinea en blokcitaten), cursivering, vetgedrukte tekst, kleuren, markeringen etc. Dit is vooral belangrijk wanneer je met meerdere auteurs aan één tekst schrijft. 12

Eerste keer herschrijven Kill your darlings

Puntje(s) op de i

Stijgers afbreken: lees je tekst wanneer het af is nog eens en kijk kritisch naar het begin en het eind. Vaak beginnen schrijvers met een onnodige inleiding die de kern van het verhaal afzwakt. Zoek naar een begin dat pakkend en duidelijk is.

Tip: het eind is vaak een sterk, of op zijn minst interessant, begin.

Let op het gebruik van overbodige woorden (verkleinwoorden, wat/iets/uiteindelijk/ gewoon/etc. en wees zuinig met bijvoeglijk naamwoorden: https://onzetaal.nl/taaladvies/bijvoeglijk-naamwoord).

Let ook op overbodige zinnen. Wat voegt een zin, fragment of scène toe aan de tekst? Ondersteunt het de sfeer en/of het inhoudelijke verhaal of is het fluff? Denk hierbij ook aan het show don’t tell principe.

Containerbegrippen: vermijd containerbegrippen zoals veel, gewoon, mooi, groot, lelijk, spannend etc. Voor de lezer is het veel boeiender om te weten waarom iets mooi is vanuit de ogen van een personage of de schrijver. Als laatste: kill your darlings. Schrap wat wordt herhaald en schrap wat eigenlijk niet in deze tekst hoort (ook als je het zo'n mooi woord/mooie zin/mooie passage vindt)!

13

Inclusieve taal Keuzes & positie bepalen

Een goed begin is het halve werk Nuttige bronnen

Vermijd discriminerend en uitsluitend taalgebruik. Overweeg content waarschuwingen (CW) te gebruiken of trigger warnings (TW) bij gevoelige of gewelddadige content. Zijn bepaalde termen niet te vermijden om welke reden dan ook? Dan kun je nadenken over het schrijven van een disclaimer.

Een tekst inclusief of inclusiever maken kan al zo eenvoudig zijn als het gebruiken van neutrale voornaamwoorden (die/diens en hen/hun). Bijvoorbeeld:

De leraar die of wiens; ‘Vrouwen’ en ‘mannen’ vervangen door ‘mensen’ of ‘personen’ of een groep als geheel benoemen, bijvoorbeeld ‘studenten’ of ‘respondenten’;

Als je verwijst naar zijn/haar of zij/hij kun je ook zeggen ‘die’, ‘diens’, ‘hen’ of ‘hun’.

Er zijn een aantal publicaties verschenen die dieper ingaan op de staat van de Nederlandse taal en de veranderingen die we kunnen maken om de taal inclusiever te maken. De volgende publicaties raad ik aan wanneer je twijfelt over welke woorden er wel en niet worden gebruikt als het gaat over diversiteit en inclusie. De publicatie van Code Diversiteit & Inclusie geeft daarnaast handvatten om taal en woorden te bevragen en daarover in gesprek te gaan:

14

https://www.oneworld.nl/collecties/het-taaldossier/ (NL & ENG).

https://www.materialculture.nl/en/publications/wordsmatter (NL & ENG).

https://codedi.nl/artikel-training/handreikingwaarden-voor-een-nieuwe-taal/ (NL).

15

Webteksten Search Engine Optimization

SEO-proof schrijven voor online zichtbaarheid

Bedenk per pagina wat het doel is van de pagina en spits je content daarop toe.

Verwijs waar mogelijk naar andere pagina’s op je website door middel van hyperlinks.

Een webpagina heeft een tekst van minimaal 300 woorden nodig.

Elke alinea is maximaal 150 woorden lang (dat leest optimaal op zowel laptops als tablets en smartphones).

Begin elke pagina met de belangrijkste informatie bovenaan (schrijf volgens het Trechtermodel: begin met de belangrijkste en algemene informatie en werk toe naar steeds meer details. Een lezer moet uit de eerste alinea(‘s) de kern van de tekst kunnen halen).

Werk met tussenkopjes om de overzichtelijkheid van de pagina's en besproken onderwerpen te waarborgen (zie bladzijde 8 voor tips voor het schrijven van tussenkoppen en titels).

Kies per pagina een zoekwoord (kernwoord) of een korte samenstelling van woorden (bijvoorbeeld 'coaching in Amsterdam') en herhaal dat drie of vier keer in de tekst, waarvan één keer het liefst al in de inleiding van de tekst. Die/dat woord(en) kun je ook in de titel en/of in een tussenkopje verwerken.

16

Onthoud bij het kiezen van zoekwoorden dat mensen vaak zoeken op wie (naam), wat (dienst of product), waar (webshop/locatie) en/of wanneer (datum/tijd/seizoen/jaar).

Maak zinnen niet te lang. Een zoekmachine wordt het gelukkigst van ongeveer vijftien woorden per zin. Wil je mensen iets laten doen, bijvoorbeeld dat ze zich inschrijven op een nieuwsbrief? Noem dan de nadelen op van het feit dat ze nog niet zijn ingeschreven zijn in plaats van de voordelen. Schrijf bijvoorbeeld wat een niet-nieuwsbrieflezer nu al heeft gemist gevolgd door een uitnodiging: 'niks meer missen? Schrijf je in!'

Uit onderzoek blijken mensen namelijk sneller te handelen wanneer ze het gevoel hebben dat ze iets missen.

17

Schrijvers checklist Malika soudani

Schrijver | Vakdocent creatief schrijven | Redacteur Kunst, cultuur & inclusie | Student Criminologie Spiritualiteit, mediatie & koken www.malikasoudani.nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.