#LOYALPARTNERS
Uw paard in TOPVORM door GEZONDE VOEDING! GEEN WEDSTRIJDEN MEER, ONWETEND WANNEER WE TERUG ZULLEN KUNNEN BUITENKOMEN,.. TIJDENS DEZE ONVOORZIENE PERIODE VAN RUST HEEFT JE PAARD OOK NOOD AAN WAT EXTRA AANDACHT. IN DIT ARTIKEL GEVEN WE GRAAG HET NODIGE ADVIES OM PAARDEN TE VOORZIEN VAN DAT EXTRAATJE OM OP KRACHTEN TE KOMEN EN VOORAL TE BLIJVEN. Tekst: Jolien Bertels – Technisch commercieel verantwoordelijke paardenvoeders AVEVE
HET BELANG VAN EEN GOED VOEDERMANAGEMENT Of het nu gaat over een herstellend paard, een oud paard of een kern gezond paard, bezuinigen op kwaliteit in ruw- en krachtvoeder mag men nooit doen. Een weloverwogen voederbeleid zal in veel gevallen verteringsproblemen voorkomen en zo ook een hele hoop dierenartskosten uitsparen. Ook hier geldt het motto: ‘beter voorkomen dan genezen’! Vaak wordt een standaard voederbeurt gestart met het geven van de krachtvoeders. Meestal omdat de paarden reeds enkele minuten tegen de deur staan te stampen. Pas na het krachtvoeder volgt het ruwvoeder. Helaas zijn er maar weinig stallen waar er bewust net het tegenovergestelde wordt gedaan. Toch is het aan te raden eerst het ruwvoeder te verdelen. Door de kleine maaginhoud van het paard, mag men er vanuit gaan dat paarden die vaak op stal blijven tegen de ochtendlijke voederbeurt een zo goed als lege maag hebben. Het gevolg hiervan is dat de maagwand bij dergelijke paarden vaak ook meer aangetast zal zijn door het resterende maagzuur. Dit zorgt bij veel paarden voor maaggevoeligheid, maagzweren, ontstekingen en andere verteringsongemakken. Paarden die met dergelijke gevoeligheden te kampen hebben, eten vaak treuzelend en aarzelend hun krachtvoeder of wisselen een hap krachtvoeder af met wat hooi of stro. Bijkomend
32 | LRV magazine
kan men dergelijke problemen vaak vaststellen door overmatig geeuwen. Wanneer men echter eerst de maag voorziet van een gedeelte ruwvoeder, zal de opname van het krachtvoeder niet alleen makkelijker maar ook efficiënter verlopen. Het is zelfs zo dat paarden die op dergelijke wijze worden gevoederd vaak in aantal kilo’s krachtvoeder voldoende hebben aan een lagere hoeveelheid. Economisch niet oninteressant en dit vraagt uiteindelijk een minimale aanpassing in het dagelijkse voeder- en werkschema.
TIP De standaard hoeveelheid ruwvoerder komt overeen met 1 tot 1,5% t.o.v. het totale lichaamsgewicht van het paard. Indien er als instrooimiddel gekozen wordt voor bv. stro, dient dit ook te worden opgenomen in de rantsoenberekening. Let op, het betreft hier altijd een berekening van kilo’s droge stof (DS). M.a.w. als we ervan uit gaan dat hooi ongeveer 90% droge stof bevat, dienen we bij een paard van 500kg tussen de 5,5 kg en de 8 kg hooi per dag te voorzien (verdeelt over de verschillende voederbeurten). U zal merken dat dit qua volume vrij veel is. Het is dus zeker de moeite waard om het hooi eens af te wegen!
