1999 1211 nl dm interview wrede visioenen van een heelmeester [m fi m fi 45]

Page 1

Wrede visioenen van een heelmeester INTERVIEW IN DE MORGEN 1999

Leven is schilderen voor Philippe Vandenberg, desnoods met zijn eigen bloed. De ochtend van ons gesprek stonden zijn schilderijen nog in zijn atelier in Gent. Vanaf vandaag bekleedt een ruime selectie uit de productie vanaf 1995 de gehele benedenverdieping van het Museum voor Hedendaagse Kunst in Antwerpen. Meestal begin je een gesprek in het atelier van een kunstenaar met enkele gemeenplaatsen, over het weer of het verkeer bijvoorbeeld, kwestie van de artiest wat op zijn gemak te stellen. Per slot van rekening is die journalist met zijn notitieboekje een indringer in een intieme wereld. Maar Philippe Vandenberg vreest zijn kwetsbaarheid niet, bij hem is het bloot zijn een kracht geworden. Zonder aanloop begint hij op een erg persoonlijke wijze te formuleren wat schilderen voor hem betekent. lk sta op dat moment nog te gissen waar in deze loodsen de woonvertrekken wel kunnen zijn, want de kunstenaar woont hier met zijn zestienjarige zoon Mo. Op de tafel naast de kachel in het grote atelier staat een thermos, met thee zo blijkt later, en er zijn wat resten van een ontbijt te bespeuren. Op een andere tafel liggen zijn schetsboeken, het boek Job en catalogi van onder anderen Goya, Artaud en Grunewald. De hoge wanden van het grote atelier zijn bedekt met schilderijen. Sommige ogen op het eerste gezicht eerder grappig, zoals die met de armzalige, gekroonde koning of met de drie kleine mannetjes achter elkaar op stap over een pad dat door een ondefinieerbaar leeg landschap leidt. Maar op andere werken zijn grimmige visioenen uitgebeeld met flagellanten, naakte mannen die ezels verkrachten of beulen die hun slachtoffers in stukken zagen of anderszins doodmartelen. Bij een van die doeken met een martelscene staat de naam van de Duitse terroriste Ulrike Meinhof geschreven. Dit is de perversiteit zoals Jeroen Bosch ze heeft verbeeld, ruik ik hier de geur van tondel en zwavel? Schilderen is in elk geval geen pretje voor Philippe Vandenberg. Gelukkige kunst bestaat niet, hij beaamt wat Braque schreef: "L'art est une blessure qui devient lumiere." "Er is niets zo moeilijk als een schilderij maken," stelt Philippe Vandenberg. "De schilder moet geloven in de traagheid, de traagheid brengt het schilderij. Ik kan het schilderij niet kiezen, het komt mij halen om door mij geschilderd te worden als de tijd daar rijp voor is. De schilder kan enkel attent blijven, zodat hij de metaforen opmerkt die zich op zijn weg aanbieden." Zonder aarzelen bevestigt Philippe Vandenberg dat hij zich als schilder een soort medium voelt. Op de vraag of dat niet een wat zweverige, romantische visie is, antwoordt hij: "Integendeel. De kunstenaar is de enige realist in het systeem. Mensen verwarren de kunstenaar met de fantast of de chaoot. Maar de kunstenaar is precies iemand die via metaforische beelden met de werkelijkheid bezig is. Kunstenaar zijn betekent orde scheppen in de chaos. Bij elk werk legt hij grenzen, die in volgende werken weer moeten worden afgebroken. Want het unieke schilderij bestaat net zomin als de unieke roman. Niets van wat je creĂŤert is definitief of perfect, dat ligt niet in ons bereik. Alles is voorlopig en vaak ontstaat uit de vernietiging van het ene schilderij het volgende." De vele carnets op de tafel bevatten geen voorstudies voor schilderijen, zo logisch gaat dat niet bij Vandenberg, maar toch duiken beelden uit deze getekende dagboeken later in zijn schilderijen op. Bijvoorbeeld de drie brandende boeddhistische monniken die achter elkaar voortijlen. Deze voorstelling is ontstaan in Laos na de observatie van monniken die wandelend met een zwarte parasol boven het hoofd de hitte trotseerden. Zo zitten zijn schilderijen vol met beelden en belevenissen uit zijn eigen leven, en lang niet allemaal zo onschuldig. "Als een criticus zegt dat de werken 'wat anekdotisch' zijn, houdt dat blijkbaar een negatieve appreciatie in," stelt Vandenberg vast. "Maar schilderen betekent van mijn anekdote een werkelijkheid maken. De portretten van de wenende vrouw van Picasso, die het symbool geworden zijn voor het leed van de oorlog, ontstonden na een ruzie met Dora Maar. Misschien zijn de tranen er gekomen nadat Picasso zijn vriendin een oorveeg had verkocht, omdat ze zo jaloers was bijvoorbeeld. Maar toch is het schilderij een metafoor geworden voor wat de Fransen la condition humaine noemen."


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.