Brief aan Karel Dierickx mei 1997
Genoteerd van scan print
Philippe Vandenberg aan K.D.
Gent, mei 1997
Beste K., Ik zie het schilderij meer en meer als drager van het visioen, en alleen bestaand - bijna ondergeschikt - in functie, ten dienste van het visionaire, de visionair. Daarmee bedoel ik niet dat het schilderkunstige - of wat eigen is aan de magie van het manipuleren van verf, kleur, materie, vorm etc. - onbelangrijk wordt, maar op zichzelf bestaand mij niet belangrijk genoeg meer is, hoe geladen de 'trillingen' ook kunnen zijn. De 'peinture-peinture', waarbij de nadruk ligt op het schilderij, waar de spanning ligt in het copuleren met de verf is mij slechts een magere troost. Ik moet 'iets' schilderen, een visioen. Een spanning tussen bvb.2 gekleurde verfvelden is mij te weinig geworden en god weet hoe ik er mij aan gelaafd heb. Alleen het visionaire beeld kan nog enkele poorten openen voor mijn vloed aan vragen en twijfels betreffende de dingen die ik maak en die ik beleef. Een schilder als Philip Guston is een prachtig voorbeeld (en een pracht van een schilder). GeĂŤvolueerd van een 'volbloed' lyrisch abstracte 'expressionist' naar een genadeloze visionair met een beeld van een wereld (de zijne, de onze) waarvan hij voelde dat het hem - en ook ons - onmeedogenloos zal afslachten en waaraan we - wat we ook doen - niet kunnen en niet zullen kunnen ontsnappen. Guston is groots in zowel zijn consequenties als in zijn breuken. Tot in zijn laatste schilderijen vinden we sporen van zijn vroegere lyrische elans zowel qua kleur als qua toets, maar hij heeft er het visioen aan toegevoegd. De man die stikt onder de taartjes, de nachtschilder, de roker, de wenende zon etc... zijn zovele geniale beelden waarin de prachtige mokerslag, die ons zijn manier van schilderen toedient, de snee van het scalpel van zijn visionaire thematiek draagt en ik schrijf wel draagt. Hij is een extremist, een guerillaschilder, zoals ook de oude Picasso dat geworden was: schilderen dat gaat over het niet opgeven van de strijd, het blijven betoveren, het blijven beroeren, kortom de voorliniepositie in de strijd tegen de dood van het licht. Guston heeft net zoals Bacon en Picasso een visioen gegeven van het beeld van de late 20ste eeuwse mens zoals Goya dat gedaan heeft voor zijn tijd of Bosch voor de middeleeuwse mens. En wat te denken over de twijfel? Vriend of vijand? Engel of Demoon? Vernietiger of schepper? De Twijfel die duwt en de Twijfel die doodt. Zowel schilderen als schrijven blijft ergens een angstaanjagende bezigheid aangezien ik het als een strijd zie tegen de nog meer angstaanjagende leegte van de domheid. Daarom, K., wat heeft al mijn - onze?- generositeit voor zin? Maar de domheid is nu eenmaal niet uit te roeien, het is des duivels zaad, hij die zich aftrekt boven de wereld en sproeit en sproeit zoals Felicien Rops het ooit zo prachtig tekende.