1982 1204 nl gordts a vandenberg schilderen is bevrijden [m fi 607]

Page 1

Schilderen is bevrijden INTERVIEW André Gordts 4 december 1982

Waar staat het werk van Philippe Vandenberghe nu? Bex schrijft dat mijn werk aansluit bij de grote schilderkunstige traditie. Ik zou eraan toevoegen: bij de Vlaams-Nederlandse schilderkunstige traditie, zowel qua vorm als qua inhoud. Het heeft niets te maken met recente ontwikkelingen in de kunst, noch met perioden uit de voorbije kunstgeschiedenis zoals dat gepropageerd wordt door de critici van de nieuwe schilderkunst. Ik voel mij een schakel in de ketting komend van Rembrandt, Goya en Rubens over Permeke, Gust De Smet, Cox en anderen. Duidt die schakel op de thematiek of op de techniek? Zowel naar vorm als naar inhoud. Beide gaan samen. De meer dramatische gedrevenheid van de Germaanse schilderkunst t.o.v. het ludieke, het meer epicuristische van de zuiderse schilderkunst. Er zijn echter ook nog connecties met de Spaanse schilders zoals Velasquez, Ribera en Goya, omdat ik vind dat deze schilderkunst dicht bij de Vlaamse staat. Waar zit die inhoudelijke overeenkomst? Inhoudelijk zou je kunnen stellen dat er twee soorten schilders bestaan, twee soorten schilderijen. Schilderijen die het intellect prikkelen en schilderij die meer het zenuwstelsel prikkelen en ik geloof meer in deze laatste. Een criticus in België, Emile Langui, maakt een onderscheid tussen dyonisische en apollinische kunst: gaat het daarom ? Ja. Ik had problemen bij het formuleren van de thematiek. Tien jaar geleden, als beginneling, bepaal je het motief: naaktfiguur of portret. Andere mensen nemen een stilleven of een landschap. Ik weet niet of ik nu nog vertrek van dat naakt. Met "naakt" bedoel je het figuratieve element? Nu begin ik het schilderij leeg, zonder bepaalde bedoeling, en in veel gevallen kom ik na een tijdje terug tot bepaalde fragmenten van dat naakt of van die kruisiging. De figuratie die in het begin een springplank was, ervaarde ik op den duur als een wurgende veiligheidsgordel tijdens het proces. Er zijn zeer veel elementen die een rol spelen bij het maken van een schilderij. Ik denk dat het toeval een heel grote rol speelt in mijn werk, maar dan wel een gedirigeerd, gecontrolleerd en geprovoceerd toeval. Een toeval dat nieuwe perspectieven opent. Geen toeval à la surrealisme, peinture automatique? Hoegenaamd niet. Je kunt dat toeval aanvaarden of niet. Daar ligt het samengaan tussen luciditeit en discipline. Ik zet mij dus voor een compleet leeg doek en begin daarop te werken. Een soort primaire impuls, aggressie, een buitenschilderkunstige impuls is nodig. Dan zet je dus een punt of een lijn op het doek. Is het belangrijk dat het "abstract" of "figuratief" is? Het komt erop aan dat je een compositie krijgt die een zekere kracht uitstraalt. Je moet erop ploeteren tot het op zijn poten staat. Dan komt het figuratieve om de hoek kijken. Maar wat of hoe je ook schildert, het stramien moet er staan. Het lijkt mij niet mogelijk een zuiver abstract schilderij te maken. Rothko of Mondriaan zijn wel zeer ver gegaan, maar ik weet niet of het mogelijk is een schilderij te maken dat geen contact zou hebben met het figuratieve. Na een tijdje herken ik toch steeds een bepaald motief, een gekruisigde, een liggend naakt. Ik ben altijd geboeid geweest door de menselijke figuur als motief en dat geraak ik niet kwijt. Wil ik ook niet. Een tijdje geleden begon ik aan een triptiek en na een tijdje stonden er drie figuren op: een centrale gekruisigde, een linker- en een rechterfiguur. Verwijzingen naar Grünewald of naar triptieken met wenende vrouwen. Gewoon toevallig. Ik kies voor dat toeval.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.