ENERGIE IN DE FYSIEKE LEEFOMGEVING BESPAREN Verkenning van een modelmatige aanpak voor het vinden van besparingskansen in de gebouwde omgeving. April 2016
SPATIAL STRATEGIES
Colofon ‘Energie in de fysieke leefomgeving: besparen’
April 2016 In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Posad spatial strategies Boris Hocks Karlijn Kokhuis Jaap Witte Martijn Hollestelle Contactgegevens Binckhorstlaan 36 2516 BE Den Haag +31 70 3222869 www.posad.nl
SPATIAL STRATEGIES
Inleiding Deze opdracht is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Doel van de opdracht is om te verkennen of er een methodische aanpak mogelijk is om besparingskansen in de bebouwde omgeving in beeld te brengen en daarbij kijken tegen welke technische en data-gerelateerde beperkingen we aanlopen. De toepassing van de methodiek moet inzicht geven in de relatie tussen besparingspotentie in een gebied en de reductiekenmerken van een woning of bedrijfspand. Het gaat dus om een reeks van indicatoren die verbonden worden en direct inzichtelijk op kaart verschijnen. De gemeente Leiden is gebruikt als pilotlocatie om deze methode te toetsen. Resultaten en lessen worden in de volgende pagina’s beknopt beschreven. Omdat het om een conceptmodel gaat dat als ‘proof-of-concept’ slechts op één gemeente is getest, kunnen aan de technischeen energetische uitkomsten geen rechten worden ontleend. Gegevens in dit model zijn vaak op pandniveau weergegeven. Deze komen voort uit een set kengetallen. Het resultaat vormt een benadering van de werkelijkheid. De kaarten zeggen dus (nog) niets over het daadwerkelijke energiegebruik op pandniveau. Deze opdracht gaat niet alleen over het bedenken van een werkend model, maar ook over het detecteren van problemen rond de input en de rekenmethode. De rapportage is vormgegeven als een uitgeschreven versie van de eindpresentatie. Voor vragen kunt u contact opnemen met de auteurs.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
5
1. Kansen vinden 2. Het model stap voor stap - energiegebruik - maatregelen - besparingspotentie 3. Waar lopen we tegenaan? 4. Voorbeelden: wie/wat/waar/hoeveel? 5. Vooruitblik en aanbevelingen
SPATIAL STRATEGIES
Leeswijzer De rapportage is vormgegeven als een uitgeschreven versie van de eindpresentatie. Voor vragen kunt u contact opnemen met de auteurs. • In hoofdstuk 1 is beschreven hoe het besparingsmodel is opgebouwd, op welke manier kansen voor besparing kunnen worden gevonden en wat de relatie van dit model is met de grotere energieopgave. Dit gebeurt aan de hand van een schema dat een aantal denkstappen beschrijft. • In hoofdstuk 2 worden de stappen van het besparingsmodel één voor één beschreven. • In hoofdstuk 3 vormt een intermezzo over de technische problemen waar we bij deze verkenning tegenaan zijn gelopen. Het gaat om kanttekeningen die betrekking hebben op de beschikbaarheid (en betrouwbaarheid) van data of op de rekenmethode. Kanttekeningen die te maken hebben met de visualisatie of de keuze van modelstappen, worden in de overige hoofdstukken per onderwerp behandeld. • In hoofdstuk 4 worden een aantal voorbeelden gegeven van de manier waarop het model besparingskansen voor de gebouwde omgeving in beeld kan brengen. • In hoofdstuk 5 wordt vooruitgeblikt op eventuele doorontwikkeling van het model en hoe een koppeling van dit model met andere gegevens rond energie en ruimte meer kansen biedt. Hierbij is ook aanzet gedaan voor een interface. Tot slot wordt een aantal aanbevelingen gedaan ten behoeve van vervolgonderzoek in de toekomst.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
7
1. KANSEN VINDEN
SPATIAL STRATEGIES
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
9
benodigd
regionale energieopgave
ENERGIE OPWEKKING OF RESTWARMTE
SLOOP/NIEUWBOUW
WKK OP GROENGAS MAATWERK
ELEKTRIFICEREN WARMTEVOORZIENING RESTWARMTE NABIJGELEGEN FUNCTIE?
NEE
NEE BEHOUDEN
ALTERNATIEVEN: HIER STARTEN
MAATWERK
ZIJN ER VEEL DEZELFDE GEBOUWEN IN DE STAD?
LAGE PRIORITEIT
NEE
NEE
EC-MAATSCH. FILTER
IS HET GEZAMENLIJKE ENERGIEGEBRUIK HOOG?
ALTERNATIEVEN: MAATWERK/INDIVIDUELE AANPAK
GAS (WARMTE)
SLOOP-NIEUWBOUW?
IS ER EEN AANSLUITING OP HET WARMTENET MOGELIJK?
JA
WARMTENET AANSLUITEN
VERVANGEN DOOR GROENGAS
ZIJN ER VEEL DEZELFDE GEBOUWEN IN DE BUURT?
JA
JA
NEE
IS ER ÉÉN EIGENAAR OF BEHEERDER?
WELK SOORT ENERGIE?
GAS, OVERIG
VERVANGEN DOOR BIOMASSA
JA NEE
NEE
ELEKTRIFICATIE
SELECTIE MOGELIJKE MAATREGELEN
START
IS HET ENERGIEGEBRUIK HOOG?
JA
SELECTIE VOLGORDE VAN TOEPASSING
IS DE ENERGIEBESPARINGSPOTENTIE HOOG?
ELECTRICITEIT
TOETS ONAFHANKELIJKHEID/ UITSLUITING
JA
VERVANG DOOR DUURZAME STROOM
JA
ENERGIELEVEREND TECHNISCHE BESPARINGSOPTIES: MAATWERK/INDIVIDUELE AANPAK
NEE
IS ER ÉÉN EIGENAAR OF BEHEERDER?
BLIJFT ER EEN RESTVRAAG OVER?
NEE
NUL OP DE METER JA
SELECTIE MOGELIJKE MAATREGELEN TECHNISCHE OPWEK/ BESPARINGSOPTIES: HIER STARTEN
SELECTIE VOLGORDE VAN TOEPASSING TOETS ONAFHANKELIJKHEID/ UITSLUITING
EC-MAATSCH. FILTER
focus: besparingsopgave
SPATIAL STRATEGIES
Het model staat niet op zichzelf Een model om besparingskansen in beeld te brengen kan worden gezien als onderdeel van een groter geheel van denkstappen. Het schema laat zien dat er meerdere gegevens benodigd zijn voordat de besparingspotentie kan worden gegenereerd. Alternatieven zijn mogelijk wanneer besparen niet kansrijk is en er zijn vervolgstappen te formuleren nadat er (alternatieven voor) besparingsmaatregelen zijn toegepast. Om de meest relevante kansen te vinden voor besparing in de bebouwde omgeving, is het noodzakelijk om dit model in dit grotere geheel te zien.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
11
ENERGIE OPWEKKING OF RESTWARMTE
SLOOP/NIEUWBOUW
WKK OP GROENGAS MAATWERK
ELEKTRIFICEREN WARMTEVOORZIENING RESTWARMTE NABIJGELEGEN FUNCTIE?
NEE
NEE BEHOUDEN
ALTERNATIEVEN: HIER STARTEN
MAATWERK
ZIJN ER VEEL DEZELFDE GEBOUWEN IN DE STAD?
LAGE PRIORITEIT
NEE
NEE
EC-MAATSCH. FILTER
IS HET GEZAMENLIJKE ENERGIEGEBRUIK HOOG?
ALTERNATIEVEN: MAATWERK/INDIVIDUELE AANPAK
GAS (WARMTE)
SLOOP-NIEUWBOUW?
IS ER EEN AANSLUITING OP HET WARMTENET MOGELIJK?
JA
WARMTENET AANSLUITEN
VERVANGEN DOOR GROENGAS
ZIJN ER VEEL DEZELFDE GEBOUWEN IN DE BUURT?
JA
JA
NEE
IS ER ÉÉN EIGENAAR OF BEHEERDER?
WELK SOORT ENERGIE?
GAS, OVERIG
VERVANGEN DOOR BIOMASSA
JA NEE
NEE
ELEKTRIFICATIE
SELECTIE MOGELIJKE MAATREGELEN
START
IS HET ENERGIEGEBRUIK HOOG?
JA
SELECTIE VOLGORDE VAN TOEPASSING
IS DE ENERGIEBESPARINGSPOTENTIE HOOG?
ELECTRICITEIT
TOETS ONAFHANKELIJKHEID/ UITSLUITING
JA
VERVANG DOOR DUURZAME STROOM
JA
ENERGIELEVEREND TECHNISCHE BESPARINGSOPTIES: MAATWERK/INDIVIDUELE AANPAK
NEE
IS ER ÉÉN EIGENAAR OF BEHEERDER?
BLIJFT ER EEN RESTVRAAG OVER?
NEE
NUL OP DE METER JA
SELECTIE MOGELIJKE MAATREGELEN TECHNISCHE OPWEK/ BESPARINGSOPTIES: HIER STARTEN
SELECTIE VOLGORDE VAN TOEPASSING TOETS ONAFHANKELIJKHEID/ UITSLUITING
EC-MAATSCH. FILTER
SPATIAL STRATEGIES
Kansen vinden: het gehele model (1) Het model leent zich om opzoek te gaan naar kansen voor het besparen van energie in de bebouwde omgeving. De kansen die uit het model naar voren komen, kunnen een handvat bieden voor een strategie of aanpak. Hieronder worden een aantal voorbeelden geschetst van mogelijke uitkomsten van het model. Energiegebruik Voordat de besparingspotentie kan worden bepaald, moet het energiegebruik van een pand bekend zijn. Als dit verbruik hoog is, is het interessant om te kijken naar mogelijkheden voor energiebesparing. Als het energiegebruik van ĂŠĂŠn pand laag is, lijkt besparen niet evident, maar als er wel sprake is van een grote homogene groep panden die gezamenlijk veel energie gebruiken en gemakkelijk als groep aan te pakken is, kan dit een kans opleveren. Alternatieven Als er een hoog energiegebruik is, maar de besparingspotentie is er nauwelijks, dan moet er gezocht worden naar alternatieven. Het zoeken naar alternatieven kan ook gelden voor een pand met een hoge besparingspotentie die erg moeilijk te realiseren is of voor een pand dat na maximaal besparen nog steeds een bepaald restgebruik kent.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
13
is er één type gebouw dat
waar moeten we op zoek
wat voor andere
op zichzelf niet veel energie
naar andere oplossingen?
oplossingen?
gebruikt maar dat vaak voorkomt en eenvoudig aan te pakken is? ENERGIE OPWEKKING OF RESTWARMTE
SLOOP/NIEUWBOUW
WKK OP GROENGAS MAATWERK
ELEKTRIFICEREN WARMTEVOORZIENING RESTWARMTE NABIJGELEGEN FUNCTIE?
NEE
NEE BEHOUDEN
ALTERNATIEVEN: HIER STARTEN
MAATWERK
ZIJN ER VEEL DEZELFDE GEBOUWEN IN DE STAD?
LAGE PRIORITEIT
NEE
NEE
EC-MAATSCH. FILTER
IS HET GEZAMENLIJKE ENERGIEGEBRUIK HOOG?
ALTERNATIEVEN: MAATWERK/INDIVIDUELE AANPAK
GAS (WARMTE)
SLOOP-NIEUWBOUW?
IS ER EEN AANSLUITING OP HET WARMTENET MOGELIJK?
JA
WARMTENET AANSLUITEN
VERVANGEN DOOR GROENGAS
ZIJN ER VEEL DEZELFDE GEBOUWEN IN DE BUURT?
JA
JA
IS ER ÉÉN EIGENAAR OF BEHEERDER?
NEE
WELK SOORT ENERGIE?
GAS, OVERIG
VERVANGEN DOOR BIOMASSA
JA NEE
NEE
ELEKTRIFICATIE
SELECTIE MOGELIJKE MAATREGELEN
START
IS HET ENERGIEGEBRUIK HOOG?
JA
SELECTIE VOLGORDE VAN TOEPASSING
IS DE ENERGIEBESPARINGSPOTENTIE HOOG?
ELECTRICITEIT
TOETS ONAFHANKELIJKHEID/ UITSLUITING
JA
VERVANG DOOR DUURZAME STROOM
JA
ENERGIELEVEREND TECHNISCHE BESPARINGSOPTIES: MAATWERK/INDIVIDUELE AANPAK
IS ER ÉÉN EIGENAAR OF BEHEERDER?
NEE
BLIJFT ER EEN RESTVRAAG OVER?
waar gaat de druk
NEE
NUL OP DE METER JA
SELECTIE MOGELIJKE MAATREGELEN TECHNISCHE OPWEK/ BESPARINGSOPTIES: HIER STARTEN
SELECTIE VOLGORDE VAN TOEPASSING
op het elektriciteitsnet omhoog?
TOETS ONAFHANKELIJKHEID/ UITSLUITING
welke maatregelen zijn hier
EC-MAATSCH. FILTER
technisch toepasbaar? wie kan ik aanspreken voor de hoogste
bijvoorbeeld: welke maatregelen zijn hier economisch haalbaar?
besparingspotentie?
SPATIAL STRATEGIES
Kansen vinden: het gehele model (2) Besparen Wanneer er wel voldoende potentie is voor technische besparing, kan worden bekeken hoe dit het beste te realiseren is. In dit geval kan het zinvol zijn om je eerst af te vragen of er sprake is van één eigenaar of beheerder, die mogelijk eenvoudiger aan te spreken is of te motiveren is. Wanneer dit niet het geval is, zou gezocht kunnen worden naar individuele oplossingen of alternatieven. Restvraag Wanneer er na besparen geen restvraag meer overblijft, kan dit betekenen dat een pand volledig zelfvoorzienend is en netto als ‘nul op de meter’ kan functioneren óf dat een pand een overschot aan energie heeft en energie kan leveren. Dit laatste kan consequenties hebben voor het net of kansen bieden voor nabijgelegen panden die niet tot minstens 100% besparing komen. Energiebehoefte Wanneer er na besparen nog een substantieel energievraag over is, kan gezocht worden naar alternatieven. Deze alternatieven - energieopwekking - zijn afhankelijk van de energievorm (warmte, gas of elektriciteit). Alternatieven worden niet uitgebreid beschreven omdat ze buiten de scope van deze studie vallen, maar in het schema is een aanzet gedaan waarbij duidelijk wordt dat alternatieven uiteenlopen van het slim inzetten van duurzame opwekking, tot aan eventueel de radicale keuze tot sloop-nieuwbouw.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
15
BEHOUDEN
L DEZELFDE IN DE STAD?
L DEZELFDE N DE BUURT?
NERGIEHOOG?
ALTERNATIEVEN: HIER STARTEN
MAATWERK
LAGE PRIORITEIT
JA
SLOOP-NIEUWBOUW?
NEE
EC-MAATSCH. FILTER
IS HET GEZAMENLIJKE ENERGIEGEBRUIK HOOG?
ALTERNATIEVEN: MAATWERK/INDIVIDUELE AANPAK
JA
NEE
IS ER ÉÉN EIGENAAR OF BEHEERDER?
WELK SOORT ENERGIE?
JA NEE
SELECTIE MOGELIJKE MAATREGELEN JA
SELECTIE VOLGORDE VAN TOEPASSING
IS DE ENERGIEBESPARINGSPOTENTIE HOOG?
TOETS ONAFHANKELIJKHEID/ UITSLUITING
JA
TECHNISCHE BESPARINGSOPTIES: MAATWERK/INDIVIDUELE AANPAK
NEE
IS ER ÉÉN EIGENAAR OF BEHEERDER?
JA
BLIJFT ER EEN RESTVRAAG OVER?
NEE
JA
SELECTIE MOGELIJKE MAATREGELEN TECHNISCHE OPWEK/ BESPARINGSOPTIES: HIER STARTEN
SELECTIE VOLGORDE VAN TOEPASSING TOETS ONAFHANKELIJKHEID/ UITSLUITING
EC-MAATSCH. FILTER
SPATIAL STRATEGIES
Het besparingsmodel Als uit het model blijkt dat er sprake is van een technische besparingspotentie is, bij voorkeur bij één gebruiker/beheerder, dan kan er worden gekeken met welke maatregelen deze potentie ]RX NXQQHQ ZRUGHQ JHUHDOLVHHUG HQ LQ ZHONH YROJRUGH GLW KHW PHHVW HIÀFLsQW LV RP XLW WH YRHUHQ Bij een uitbreiding van het model kunnen er nog extra economische of maatschappelijke criteria worden toegevoegd om het aantal technisch toepasbare maatregelen te reduceren of uit te breiden. Ook is de volgorde waarop maatregelen worden toegepast te veranderen. Overige aspecten zoals de terugverdientijd van een maatregel of de gewenste/toelaatbare ruimtelijke impact zouden aan het model kunnen worden toegevoegd.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
17
2. HET MODEL STAP VOOR STAP
SPATIAL STRATEGIES
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
19
e ss la ot te k gr o
bouwjaargroep type x type x
type x
GJ/m²
type x
type x
GJ/m² 2015>
GJ/m²
GJ/m²
kantoor 1920 300m2
2015>
GJ/m² 2015>
type x
GJ/m²
2015> type x
2015>
GJ/m²
GJ/m²
GJ/m² 2015>
<xxxx
type x
GJ/m²
<xxxx type x
type x
<xxxx
GJ/m²
2015>
<xxxx
<xxxx type x
type x
GJ/m²
GJ/m²
<xxxx type x
type x
GJ/m²
<xxxx
<xxxx
type x
gebouwtype
type x
<1900
GJ/m²
SPATIAL STRATEGIES
Kengetallen energiegebruik Het energiegebruik van panden wordt berekend op basis van kengetallen. Idealiter zouden hiervoor werkelijke gegevens (zoals EAN-aansluitingen) kunnen worden gebruikt, maar deze gegevens kennen een hoge privacy gevoeligheid. Voor overheden beschikbare gegevens over werkelijk energieverbruik op basis van bijvoorbeeld ‘Energie in Beeld’ zijn onvoldoende betrouwbaar om een juiste inschatting te maken op pandniveau. In ‘Energie in Beeld’ wordt er geen data getoond bij minder dan 5 gebruikers per postcode en wordt het energiegebruik van deze postcodes opgeteld bij de eerstvolgende postcode in het beheer van de betreffende netbeheerder. Deze kan in een totaal ander gebied liggen en deze energiegegevens zijn niet meer terug te herleiden op pandniveau. Voor de berekening van het energieverbruik in het model is daarom gekozen voor een benadering op basis van kengetallen. Hiervoor is er gezocht naar de meest betrouwbare en best toepasbare bron in bestaande literatuur.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
21
Woningbouw: 8 x 11= 88 kengetallen Kengetallen per m² per woningtype (8) en bouwjaargroep (11) Vesta (PBL, 2012)
SPATIAL STRATEGIES
WONINGBOUW Voor het schatten van het energiegebruik per m² voor woningbouw
is gebruik gemaakt van kengetallen uit het Vesta model van het
1900-1929 1930-1945
Planbureau voor de Leefomgeving uit 2012. Voor ieder woonadres is vervolgens op basis van het vloeroppervlak, het bouwjaar en het woningtype een huidig energiegebruik geschat aan de hand van deze kengetallen. Hierbij is een onderverdeling gemaakt tussen gas en elektriciteit. Deze kengetallen verschillen per bouwjaargroep. De verdeling van de groepen zijn door Posad aangepast, waardoor op sommige grenzen wijzigen zijn ten opzichte van Vesta.
1946-1959 1960-1972 1973-1979 1980-1993 1994-2003 2004-2012 2013-2014 >2015
6DPHQYRHJLQJ YDQ 9HVWD FDWHJRULHsQ vóór 1800 en 1800-1899 Gebouwen voor de spouwmuur Vooroorlogs, waarschijnlijk met spouwmuur Wederopbouw Vesta categorie Vesta categorie Isolatieverbeteringen na oliecrisis, VDPHQYRHJLQJ 9HVWD FDWHJRULHsQ Effecten 1e bouwbesluit Effecten 2e bouwbesluit Effecten 3e bouwbesluit Nieuwbouw huidige standaard
Kanttekeningen â&#x20AC;˘ +HW 9HVWD PRGHO EHYDW ]RJHQDDPGH *HRPDUNWSURĂ&#x20AC;HOHQ ZRQLQJERXZW\SHV 2S EDVLV YDQ GH beschikbare (Geo)data zijn deze echter niet allemaal te onderscheiden in het model. In deze studie wordt KHW DDQWDO FDWHJRULHsQ GDDURP WHUXJJHEUDFKW WRW YHUVFKLOOHQGH W\SHV â&#x20AC;˘ In Vesta wordt het energiegebruik opgesplitst in elektriciteit, ruimteverwarming en tapwaterverwarming. In deze studie is aangenomen dat de energie die benodigd is voor ruimteverwarming en warm tapwater beide kunnen worden beschouwd gasverbruik. â&#x20AC;˘ De nu beschikbare dataset met woningbouwtypes die door Posad in het najaar van 2015 is aangekocht bij RIGO is niet geheel accuraat, met name in oude stadscentra, waardoor er rekening gehouden moet worden met een foutmarge. â&#x20AC;˘ Voor monumenten gelden andere kengetallen. Er is wel overleg geweest met de dienst monumenten van de gemeente Leiden en het is bij ons bekend om welke panden het gaat, maar door de korte doorlooptijd van deze studie zijn er geen aangepaste kengetallen bepaald voor de monumentale gebouwvoorraad.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
23
Utiliteitsbouw: 25 x 5 x 7 =875 kengetallen Kengetallen per m² per gebouwtype (25), bouwjaargroep (5) en grootteklasse (7) ECN (2016)
SPATIAL STRATEGIES
UTILITEITSBOUW Voor het schatten van het huidige energiegebruik van utiliteitsbouw zijn kengetallen van ECN uit 2016 gebruikt. Voor 24 utiliteitsbouwtypes zijn in dit rapport kengetallen gegeven voor het energiegebruik per m². Deze zijn verder uitgesplitst in 7 verschillende grootteklassen (<500, 501-1.000, 1.001-2.000, 2.001-5.000, 5.001-10.000, 10.001-20.000, >20.000). Ook is het verbruik in door ECN uitgesplitst naar vier leeftijdsgroepen (<1977, 1977 ! +LHUPHH RQWVWDDQ ELM EHQDGHULQJ HQNHOH FDWHJRULHsQ KHEEHQ GH]HOIGH NHQJHWDOOHQ 24*7*4= 672 verschillende energieverbruiken per m². Het energiegebruik is daarnaast nog uitgesplitst naar gas als elektriciteit. Posad stelt voor om, met het oog op toekomstige uitbreidingen van het model, de selectie uit te breiden tot 28 utiliteitsbouwtypen door stations/OV gebouwen, parkeergarages bovengronds en parkeergarages ondergronds toe te voegen en kantoren op te splitsen in een hoogbouw en laagbouw categorie. Hierdoor ontstaat, bij koppeling naar de fysieke leefomgeving, een uitgebreider beeld. Voorbeeld: hoewel niet alle soorten parkeergarages veel energie gebruiken, kunnen ze in de toekomst wel een rol spelen in het verduurzamen van de gebouwde omgeving, door het terugwinnen van warmte of als de gestalde auto gaat fungeren als energiebuffer. Kanttekeningen â&#x20AC;¢ Niet ieder gewenst gebouwtype is uit de voor ons beschikbare datasets te selecteren. â&#x20AC;¢ De kengetallen die nu worden gebruikt voor het schatten van het gebouw gebonden energiegebruik ]LMQ JHEDVHHUG RS KHW HQHUJLHJHEUXLN YDQ GH JHKHOH JHERXZYRRUUDDG LQ 1HGHUODQG LQ GLH VSHFLÃ&#x20AC;HNH XWLOLWHLWVERXZ FDWHJRULH %LM KHW LQ]RRPHQ QDDU ppQ VSHFLÃ&#x20AC;HN SDQG LQ GH LQ GLW RQGHU]RHN EHVWXGHHUGH UHJLR NDQ KHW JHEUXLNHQ YDQ ODQGHOLMNH JHPLGGHOGHV ]RUJHQ YRRU HHQ VLJQLÃ&#x20AC;FDQWH DIZLMNLQJ YDQ GH ZHUNHOLMNKHLG â&#x20AC;¢ Industrie is in dit onderzoek niet meegenomen omdat 1) het energiegebruik te veel afhangt van de VSHFLÃ&#x20AC;HNH IXQFWLH RP WH NXQQHQ VFKDWWHQ RS EDVLV YDQ NHQJHWDOOHQ HQ GH EHUHLNEDUH HQHUJLHEHVSDULQJ vaak meer afhangt van het veranderen van productieprocessen dan van het verduurzamen van panden, waardoor deze besparingspotentie buiten de scope van dit onderzoek valt. - april 2016 - Posad Spatial Strategies
25
4,97 PJ
0 10% = 0,497 PJ
SPATIAL STRATEGIES
Energiegebruik per pand Op deze kaart is te zien wat - op basis van de hiervoor beschreven kengetallen - het energiegebruik per pand is. Hier is het totale energiegebruik (gas en elektra) per pand weergegeven. In het model is een uitsplitsing naar gas- en elektriciteitsverbruik mogelijk. De schaalverdeling is zó gekozen dat iedere kleurschakering als groep evenveel energie gebruikt, namelijk 10% van het totaal. De kleine groep felrode panden gebruikt dus evenveel energie als alle licht gele panden samen. Hierdoor ontstaat inzicht in het orde-grootte gebruik van panden ten opzichte van de rest van de stad en krijgt de gebruiker van de kaart meer gevoel voor waar de grootste opgave ligt. Deze legenda geeft in combinatie met de kaart een gevoel voor zowel de hoeveelheid energie DOV KHW DDQWDO SDQGHQ ZDDU KHW RP JDDW ,Q GH JUDÀHN ZRUGW
adressen panden
ook het aantal panden genoemd, evenals het aantal adressen in die panden per groep. Het kan namelijk zo zijn dat één pand 10000
meerdere adressen bevat. Dit kan een aanwijzing zijn dat een pand moeilijker aan te pakken is. Hierover in hoofdstuk 4 panden) en energieverbruik wordt door de bijbehorende JUDÀHN YHUGHU YHUGXLGHOLMNW
aantal
meer. Deze samenhang tussen de groepsgrootte (in aantallen 5000
Er tekenen zich duidelijk donker gekleurde gebieden af, waar relatief veel energie wordt gebruikt. Slechts 4% van de panden lijkt verantwoordelijk voor ca. de helft van het energiegebruik. In deze panden bevinden zich echter wel veel meer dan 35% van het aantal adressen.
4,97 PJ
0 10% = 0,497 PJ
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
27
Utiliteitsbouw Isolatie dak Isoleren spouwmuur Isoleren muur (binnenzijde) Isoleren muur (buitenzijde) Isoleren gevelpanelen Van enkel naar HR++ glas Van dubbel naar HR++ glas Isoleren vloer Verlichting van HF naar TL WTW (lucht) WTW zwembad (lucht) WTW zwembad (water) WTW douchewater Achterzetraam Automatische buitenzonwerking Solatube WTW uit koel/vries installaties Luchtgordijn slimme deur Afdekking koelmeubelen Koudewiel Verdampingskoeling (DEC koeling) Stralingsverwarming
Gebouwgebonden opwekking/opslag Warmtepomp (elektrisch, opp>70m2) Zonneboiler PV (los ivbm mogelijke productie) WKO WKK
Ubouw: obv ECN 2014, CE Delft 2015, Agentschap NL 2011, Millieucentraal, TNO 2007, Duurzaam MKB
SPATIAL STRATEGIES
Maatregelen utiliteitsbouw Voor de meest voorkomende besparingsmaatregelen in de utiliteitsbouw is gebruik gemaakt van de kengetallen van ECN uit 2014. Daarnaast zijn er een aantal relevante besparingsopties die worden toegevoegd in dit model maar die niet in dit ECN onderzoek voorkomen. Hiervoor zijn aanvullende besparingspercentages gezocht of berekend op basis van onderstaande bronnen . Deze berusten veelal op aannames, die bij een verdere doorontwikkeling van de methode kunnen worden aangescherpt. De maatregelen die in dit onderzoek zijn meegenomen, zijn op de sheet hiernaast in zwart vermeld. Van enkele maatregelen wordt het potentieel als relevant gezien om in beeld te brengen, maar zijn nog geen bruikbare besparingspercentages voorhanden. Deze maatregelen zijn in grijs gedrukt. Naast maatregelen die het gebruik omlaag brengen, worden enkele gebouw gebonden opslag of opwekmaatregelen toegepast die het resterende energiegebruik compenseren. In theorie kan hiermee ook meer opgewekt worden dan op het adres wordt gebruikt. Echter, voor deze studie is de opwekking gelimiteerd tot het compenseren van het energiegebruik. Enige uitzondering hierop zijn PV cellen. De opwekpotentie hiervoor is gelimiteerd door het dakoppervlak maar kan meer zijn dan het energiegebruik van het adres. In de besparingskaart is PV dan ook niet opgenomen, maar wordt als losse kaart aan het eind van dit rapport toegevoegd. Waar mogelijk is gewerkt met kengetallen voor besparing in GJ/m2, echter, voor sommige maatregelen is het logischer om te rekenen met een percentage (als het gaat om bijvoorbeeld een warmtepomp, waarbij het grootste gedeelte (~90%) van de warmtevraag kan worden opgewekt en Âź van die procentuele besparing op gas als absolute stijging van het elektriciteitsverbruik (in MJ) wordt meegerekend) of er zijn slechts percentages beschikbaar vanuit de informatiebron. - april 2016 - Posad Spatial Strategies
29
Woningbouw besparingspakket * HR 107 ketel Isolatie dak Isolatie schil Isoleren gevelpanelen Isoleren muur Isoleren spouwmuur Isoleren vloer Van dubbel naar HR++ glas Van enkel naar HR++ glas WTW douchewater LED basisverlichting Waterbesparende douche Aanwezigheidsdetectie WTW (lucht) Stralingsverwarming Waterbesparende douche
Gebouwgebonden opwekking/opslag Warmtepomp (elektrisch, opp>70m2) Zonneboiler PV (los ivbm mogelijke productie) WKO WKK
Wbouw: obv Agentscgap NL, 2011, Millieucentraal 2014, CE Delft, 2015 * besparingspakket obv modelwoningen Agentschap NL, besparingspakket obv energiesprong maatregelen naar 0-opde-meter zou een goede aanvulling zijn
SPATIAL STRATEGIES
Maatregelen woningbouw Voor het bepalen van het percentage besparing op gas is de publicatievoorbeeldwoningen 2011 van Agentschap NL gebruikt. In deze brochure is de huidige woningvoorraad tot 2005 gecategoriseerd in 7 woningtypes en 5 leeftijdsgroepen. Deze woningtypes zijn gekoppeld aan de 8 woningtypes in dit model. Per voorbeeldwoningen is een voorgesteld besparingspakket gepresenteerd met daarin de kosten en de mate waarin dit het verbruik van gas verminderd. Voor maatregelen die van invloed zijn op de elektriciteitsvraag is eerst het aanvullende besparingspakket uit dezelfde publicatie gebruikt, en daarnaast zijn voor enkele maatregelen ‘losse’ bronnen gebruikt (CE Delft, 2015; Energietrends, 2014; Vesta 2012). Waar mogelijk is gewerkt met kengetallen voor besparing in GJ/m2, echter, voor sommige maatregelen is het logischer om te rekenen met een percentage (als het gaat om bijvoorbeeld een warmtepomp, waarbij het grootste gedeelte (~90%) van de warmtevraag, kan worden opgewekt en ¼ van die procentuele besparing op gas als absolute stijging van het elektriciteitsverbruik (in MJ) wordt meegerekend) of er zijn slechts percentages beschikbaar vanuit de informatiebron.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
31
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 1 1 1 1 0 0 1 0 0 1 1 1 0 1 1 1 1 1 0 0 0 1 1 1 1 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 1 1 0 1 1 0 1 0 0 1 1 0 0 1 1 0 1 0 0 1 1
1 0
maatregel gaat goed samen maatregelen sluiten elkaar uit
Maatregel Maatregel
maatregel megenomen in model maatregel (nog) niet megenomen in model
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 1 1 0 0 1 0 1 0 1 1 1 1 1 0 1 1 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
0 1 1 0 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0
1 1 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0
1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 0 0 0 1 1 1 1 1 0 1 0 0 1 1 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 1 0 1 0 0 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 1 0 1 0 0 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 1 0 1 1 0 0 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 0 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 0 1 1 1 0 0 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 1 0 0 1 1 1 0 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 0 1 0 1 0 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 0 1 1 0 1 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 0 0 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 1 0 1 0 0 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 1 1 0 1 1 0 1 1 0 0 1 1 1 0 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 0 1 1 1 1 1 0 1 0 1 1 1 0 1 1 1 1 1 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 1 1 0 1 0 0 1 1 0 0 1 1 0 1 0 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 1 1 0 1 0 0 1 1 0 0 1 1 0 0 0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 1 1 0 1 1 0 0 1 1 1 0 1 1 0 1 1 1 1 0 0 1 0 0 0 1 0 1 1 1 0 0 1 0
0 0
Warmte uit riool
Brandstofcel
Stadsverwarming
Geothermie
warmtenet
koudenet
Restwarmte
WKO gedeeld
windturbines op terrein (urba
Absorptiekoeling
WKK
Gasabsorptiewarmtepomp
Warmtepompboiler
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
WKO
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Verdampingskoeling (DEC-k
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Nieuwbouw
Pelletkachel
1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 1 1
water/water warmtepomp
1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Warmtepomp
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 0 0 0
micro-WKK (HRe)
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 0
Wit dak
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 1
PV-cellen
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Zonneboiler
WTW (lucht)
Koudewiel
Stralingsverwarming
Luchtgordijn 'slimme deur'
Perlator
Waterbesparende douche
WTW douchewater
Afdekking koelmeubelen
Restwarmte (Stoomcondens
Solatube
Verlichting: LED-basisverlich 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0
Brandstofcel met warmtepo
0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0
Warmte uit de gracht/water
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Inreglen verwarming (HR-ket
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Verlichting naar HF-TL
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Hoge Temperatuurkoeling (H
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Lage temperatuur verwarmin
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
windturbines op het gebouw
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
isolerende glasfolie
Achterzetraam
van dubbel naar HR++ glas 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 0 0 0
automatische buitenzonweri
0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 0 0
Triple Solar
1 1 1 1 1 1 1 0
PVT-cellen
0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
PV-glas
van enkel naar HR++ glas
Isoleren vloer 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1
WTW_zwembad_(lucht)
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1
WTW_zwembad_(water)
0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 0 0 0
Zoneregeling klimaat en lich
0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 0 0
Slimme thermostaat (bewus
0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 0
Isoleren muur (buitenzijde)
1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Isoleren gevelpanelen
0
Isoleren muur (binnenzijde)
Isoleren spouwmuur
0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Isoleren schuin dak
Isolatie dak
Techniek Isolatie dak Isoleren schuin dak Isoleren spouwmuur Isoleren muur (binnenzijde) Isoleren gevelpanelen Isoleren muur (buitenzijde) Isoleren vloer van enkel naar HR++ glas PV-glas van dubbel naar HR++ glas Achterzetraam isolerende glasfolie Slimme thermostaat (bewustwording en monitorin Zoneregeling klimaat en lichtsysteem Verlichting naar HF-TL Verlichting: LED-basisverlichting Solatube Restwarmte (Stoomcondenstaat) Afdekking koelmeubelen WTW douchewater Waterbesparende douche Perlator Luchtgordijn 'slimme deur' Stralingsverwarming Koudewiel WTW (lucht) WTW_zwembad_(water) WTW_zwembad_(lucht) Zonneboiler PV-cellen PVT-cellen Triple Solar Wit dak automatische buitenzonwering windturbines op p het gebouw (urban windmills) micro-WKK (HRe) Warmtepomp water/water warmtepomp Pelletkachel Lage temperatuur verwarming (LTV) Hoge Temperatuurkoeling (HTK) Inreglen verwarming (HR-ketel) Nieuwbouw Verdampingskoeling (DEC-koeling) WKO Warmtepompboiler Gasabsorptiewarmtepomp WKK Absorptiekoeling windturbines op terrein (urban windmills) WKO gedeeld Restwarmte koudenet warmtenet Geothermie Stadsverwarming Brandstofcel Brandstofcel met warmtepomp Warmte uit de gracht/water Warmte uit riool
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 0 1 1 0 1 1 0 0 1 1 1 0 1 1 0 1 1 1 1 0 0 1 0 0 0 1 0 1 1 1 0 0 1 0 0
0
SPATIAL STRATEGIES
Inventarisatie van relevante maatregelen Om te zien waar in de bebouwde omgeving relatief veel energie kan worden bespaard, is op basis van gebouwtype, oppervlakte, en gebouwleeftijd een inschatting gemaakt hoeveel energie er per adres kan worden bespaard ten opzichte van het huidige gebruik. Om tot een inschatting van deze potentie te komen is een aantalstappen doorlopen. Door middel van deskresearch is een inventarisatie gemaakt naar ca. 60 besparingstechnieken die (nu of in de nabije toekomst) interessant kunnen zijn om toe te passen binnen de bebouwde omgeving. Voor het maken van deze eerste longlist zijn verscheidende bronnen gebruikt. De belangrijkste hiervan zijn: • Duurzaam MKB: website van Stimular, database van >500 besparingstips in 39 branches • Kenniscentrum InfoMil • Milieu Centraal: initiatief van toenmalig ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM), een onafhankelijke voorlichtingsorganisatie over duurzaam leven • De Groene Menukaart: een initiatief van Wubbo Ockels over de verduurzaming van Amsterdamse grachtengordel. • Voor datacenters is een apart document gebruikt van Agentschap-NL: Duurzaam Koelen van datacenters. Bij het samenstellen van zowel de longlist, de shortlist per gebouwtype, en de toepassingsvolgorde per gebouwtype is er een beroep gedaan op de deskundigheid van Rien van Os, deskundige uit de LQVWDOODWLHEUDQFKH +LM KHHIW ELM KHW VDPHQVWHOOHQ DGYLHV HQ UHÁHFWLH JHJHYHQ 0HW ]LMQ DGYLHV LV HHQ ¶FRQWUROH· ingevoegd die de literatuurvoorbeelden verbind met de dagelijkse praktijk en praktische haalbaarheid. Desgewenst kan de samenstelling en volgorde van toegepaste besparingsmaatregelen worden aangepast, mits er kengetallen voor de bijbehorende besparingspotenties bekend zijn. - april 2016 - Posad Spatial Strategies
33
A C kantoor
F
kantoor 1920 300m2
I
M J
80% besparingspotentie
Mogelijke besparingsmaatregelen
Voorkeur besparingsmaatregelen GJ/m² of % gas
e
Totale besparing na maatregelen GJ/m² of % gas
e
GJ/m² of % gas
e
A
isolatie dak
x%
x%
A
isolatie dak
x%
x%
A
isolatie dak
x%
x%
B
isoleren spouwmuur
x%
x%
C
isoleren muur (binnenzijde)
x%
x%
C
isoleren muur (binnenzijde)
x%
x%
C
isoleren muur (binnenzijde)
x%
x%
F/H
van enkel naar HR++ glas
x%
x%
F
van enkel naar HR++ glas
x%
x%
D
isoleren muur (buitenzijde)
x%
x%
H/F
achterzetraam
x%
x%
J
verlichting naar HF-TL
x%
x%
E
isoleren gevelpanelen
x%
x%
I
isoleren vloer
x%
x%
M
automatische buitenzonwering
x
x
F
van enkel naar HR++ glas
x%
x%
J
verlichting naar HF-TL
x%
x%
L
warmtepomp
x%
-x%
G
van dubbel naar HR++ glas
x%
x%
N
WTW (lucht)
x%
x%
H
achterzetraam
x%
x%
M
automatische buitenzonwering
x
x
I
isoleren vloer
x%
x%
K
gasabsorptiewarmtepomp
x%
x%
J
verlichting naar HF-TL
x%
x%
L
warmtepomp
x%
x%
K
gasabsorptiewarmtepomp
x%
x%
O
WKO
x%
x%
L
warmtepomp
x%
x%
P/Q
absorptiekoeling
x%
x%
M
automatische buitenzonwering
x
x
Q/P
PV-cellen
x%
x%
N
WTW (lucht)
x%
x%
O
WKO
x%
x%
P
absorptiekoeling
x%
x%
Q
PV-cellen
x%
x%
SPATIAL STRATEGIES
Besparingspotentie: berekening (1) Van elk van de maatregelen in de longlist is bekeken bij welke gebouwtypen en welke jaartalgroepen ze van toepassing kunnen zijn, en welke 10 tot 20 maatregelen het meest relevant zijn per gebouwtype. Per jaartalgroep is bekeken welke besparingsmaatregelen uit de shortlist waarschijnlijk al aanwezig zijn, deze kunnen worden uitgesloten, en welke maatregelen nog genomen kunnen worden. Daarnaast is per jaartalgroep de volgorde van de maatregelen opnieuw vastgesteld. Aan de hand van het huidige energieverbruik worden de maatregelen één voor één berekend, waardoor een nieuw restgebruik ontstaat. Als maatregel A is toegepast, wordt het besparingspercentage of aantal GJ/m2 van maatregel B dus berekend over het resterende energieverbruik. Sommige besparingsopties sluiten elkaar uit, of komen alleen voor in combinatie met een andere besparingsmaatregel. Zo kan niet én dubbelglas worden geplaatst in plaats van enkelglas, én HR++ glas in plaats van dubbelglas. In het rekenmodel wordt eerst de technisch-energetisch meest aantrekkelijke optie meegenomen en de opties die daar niet compatibel mee zijn worden vervolgens uitgesloten zodat andere besparingsmaatregelen als het ware ‘omhoog’ schuiven in de volgorde.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
35
SPATIAL STRATEGIES
Besparingspotentie: berekening (2) Deze manier van berekenen is voor iedere gebouwtypologie in iedere jaartalgroep opnieuw gedaan, zowel voor woningbouw als voor utiliteitsbouw. Kanttekeningen • Voor monumenten zijn deze besparingsmaatregelen (en in mindere mate ook het geschatte energieverbruik per m2) hoogstwaarschijnlijk niet accuraat. Hoewel er gesprekken zijn gevoerd met de projectleider duurzame monumentenzorg van de gemeente Leiden, bleek het binnen het tijdsbestek van deze opdracht niet mogelijk om aangepaste kengetallen te formuleren. • Voor deze studie is de gebouwgebonden energieopwekking– vaak meegerekend onder besparing- gelimiteerd tot een maximum van het energiegebruik van diezelfde energievorm, waarbij gas en warm water wel onder één noemer worden geschaard. Een uitzondering daarop is de opwekking middels PV cellen. Deze is los berekend en niet weergegeven in de standaard kaarten voor besparingspotentie. Zie hiervoor ook hoofdstuk 5.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
37
SPATIAL STRATEGIES
Besparingspotentie per pand en per adres Er zijn verschillende manieren om de besparingspotentie op een kaart weer te geven. De kleinste nog zichtbare schaal is die van het pand. Vaak wordt een pand als geheel aangepakt als het gaat om zwaardere besparingsmaatregelen. Dit is echter niet altijd het geval. In een pand kunnen zich namelijk veel verschillende adressen en functies bevinden. Om in beeld te brengen in welke panden de adressen liggen waar gemiddeld per adres -dus per eigenaar of gebruikerde potentie het hoogst is, is ook het energiegebruik teruggerekend naar adres geplot. Daarnaast zegt het aantal adressen in het pand iets over de complexiteit van de opgave: hoe meer eigenaren en gebruikers in ĂŠĂŠn pand: hoe complexer het proces.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
39
Merenwijk
Bio Science Park
Trekvlietzone
3,65 PJ
0 10% = 0,365 PJ
SPATIAL STRATEGIES
Besparingspotentie per pand Op deze kaart is te zien dat er een aantal groepen panden zijn die een hoge besparingspotentie hebben, bijvoorbeeld op het Bio Science Park, langs de Trekvliet en in de Merenwijk. De totale besparingspotentie op basis van de huidige kengetallen is 3,7 PJ. Dit is veel ten opzichte van het gebruik van 5 PJ maar hierbij moet in het achterhoofd gehouden worden dat het enkel gaat om wat er technisch mogelijk lijkt. Economische en maatschappelijke afwegingen om maatregelen wel of niet toe te passen zijn binnen de scope van deze studie nog niet meegenomen. adressen panden
aantal
10000
5000
3,65 PJ
0 10% = 0,365 PJ
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
41
3,65 PJ
0 10% = 0,365 PJ
SPATIAL STRATEGIES
Besparingspotentie per adres Deze kaart verschiet iets van kleur ten opzichte van de vorige kaart. Hier is duidelijk te zien dat een aantal panden in dezelfde 10-procentsgroep vallen als in de vorige kaart. Dit zijn de panden die veel energie gebruiken ĂŠn maar een beperkt aantal adressen bevatten. Voor een aanpak per adres blijven deze interessant. Voor een groot aantal andere panden is te zien dat ze in een andere groep vallen. Een pand dat hier veel lichter kleurt dan in de vorige kaart kan duiden op een complexer proces bij aanpak adressen panden 35175
aantal
10000
5000
2,45 PJ 3,65
0 10% = 0,365 PJ
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
43
Merenwijk
SPATIAL STRATEGIES
Voorbeeld: de Merenwijk In de voorbeeldlocatie in de Merenwijk staat een groot aantal panden. Rond een relatief ODDJ PDDU JURRW ZLQNHOFRPSOH[ VWDDQ HHQ DDQWDO ZRQLQJERXZ Ă DWV 2RN ]LMQ HU HHQ DDQWDO geschakelde woningen te zien.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
45
afbeelding: google.nl/maps
SPATIAL STRATEGIES
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
47
SPATIAL STRATEGIES
De Merenwijk per pand en per adres. Een onderscheid tussen grote en kleine panden is direct te zien maar op het eerste gezicht lijkt er niet veel verschil in besparingspotentie voor de grotere panden in deze wijk. Wanneer de EHVSDULQJVSRWHQWLH SHU DGUHV ZRUGW JHSORW YHUGZLMQHQ GH LQGLYLGXHOH ZRQLQJERXZÁDWV QDDU de achtergrond, een lagere groep. Het kan natuurlijk nog steeds zijn dat er sprake is van één eigenaar (bijvoorbeeld een woningbouwcorporatie), wat de aanpak vergemakkelijkt. Daarover is in hoofdstuk 4 meer te vinden.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
49
3,66 PJ
0 10% = 0,366 PJ
SPATIAL STRATEGIES
Warmte: gasbesparing Binnen de beperkte tijdspanne van dit onderzoek, is aangenomen dat besparingen op ruimteverwarming en warm tapwater een gasbesparing opleveren. Besparingen op deze twee gebruiksdoelen voor gas zijn verantwoordelijk voor het grootste deel van de totale besparingspotentie.
adressen panden
aantal
10000
5000
3,66 PJ
0 10% = 0,366 PJ
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
51
Vrijstaande woningen 19XX-19XX GJ/m² of %
isolatie pakket A
isolatie dak
C
isoleren muur (binnenzijde)
E
van enkel naar HR++ glas
G
achterzetraam
G H
achterzetraam isoleren vloer
J
warmtepomp
O
gas
e
565
0
90%
-25%
WTW-douchewater
50
0
M
zonneboiler
33
0
I
verlichting LED-basisverlichting
0
5
besparing
huidig verbruik
na besparing
SPATIAL STRATEGIES
Van gas naar elektriciteit Een aantal besparingsmaatregelen heeft een toename van het elektriciteitsgebruik tot gevolg. Dit geldt bijvoorbeeld voor de warmtepomp. De warmtepomp gebruikt elektriciteit om laagwaardige warmte uit bijvoorbeeld omgevingslucht om te zetten naar hoogwaardiger warmte voor bijvoorbeeld ruimteverwarming of warmwater. Hoewel de warmtepomp het gasverbruik van een vrijstaande woning wel met 90% kan reduceren, heeft deze maatregel een toename van het elektriciteitsgebruik tot gevolg. Netto is er echter nog steeds sprake van een energiebesparing. Dit kan echter wel gevolgen hebben voor het netwerk. Bij grootschalige toepassing en gelijktijdig gebruik van warmtepompen in bepaalde wijken kan (zonder buffering van warmte) bijvoorbeeld het elektriciteitsnetwerk overbelast raken. Aan de andere kant wordt hier het gasnetwerk nagenoeg overbodig.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
53
-0,23 PJ
0
0,21 PJ
10% = 0,044 PJ SPATIAL STRATEGIES
Elektriciteitsbesparing In deze kaart is te zien dat een aantal panden in hun elektriciteitsgebruik omlaag gaan, maar GDW HU RRN HHQ Ă LQN DDQWDO SDQGHQ MXLVW PHHU HOHNWULFLWHLW JDDQ JHEUXLNHQ +HW ]LMQ YRRUDO GH panden die elektrisch verwarmd kunnen worden (middels een warmtepomp of plaatselijk door bijvoorbeeld stralingsverwarming), waar dit voorkomt. Kanttekening PV Gebouwgebonden opwekking van elektriciteit door PV-cellen is nog niet in deze kaart verwerkt. De potentie voor PV is in een aparte kaart weergegeven (zie later in deze presentatie). De opwekpotentie van een
18049
adressen panden
pand of adres kan theoretisch namelijk groter zijn dan het elektriciteit verbruik van een pand, zeker nadat
10000
andere besparingsmaatregelen op elektriciteit zijn toegepast. Dit zou het beeld van de daadwerkelijke aantal
besparingspotentie sterk vertroebelen. 5000
-0,23 PJ
0
0,21 PJ
10% = 0,044 PJ
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
55
3. WAAR LOPEN WE TEGEN AAN?
SPATIAL STRATEGIES
Waar lopen we tegenaan bij een modelmatige benadering? Basisgegevens over de ruimtelijk kenmerken van een gebied en kengetallen voor energiegebruik en besparing vormen de input voor het model. Zoals een ketting zo sterk is als zijn zwakste schakel, maakt onbetrouwbare, verouderde of onnauwkeurige input de uitkomst van het model minder zuiver. Deze opdracht gaat niet alleen over het bedenken van een werkend model, maar ook over het detecteren van problemen rond de input en de rekenmethode. In dit hoofdstuk worden in relatie hiertoe een aantal noties meegegeven over: • Brondata • Kengetallen • Methode • Gebruik & Privacy
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
57
Inschattingen obv kengetallen zegt niks over werkelijkheid op pandniveau. Is dat erg? â&#x20AC;˘ Ja, als het doel is om op korte termijn een strategie op pandniveau te bepalen*
* Bovendien gaat dan een privacydiscussie spelen
afbeelding: Rick Akkerman, BAM
SPATIAL STRATEGIES
Model en werkelijkheid Het is allereerst goed om te beseffen dat de geprojecteerde waarden niet de werkelijkheid weergeven, ze vormen slechts een benadering. De waarden zijn gebaseerd op landelijke NHQJHWDOOHQ GLH ZRUGHQ WRHJHNHQG DDQ SDQGHQ RS EDVLV YDQ KXQ VSHFLĂ&#x20AC;HNH NHQPHUNHQ Ingrepen die al gedaan zijn op pandniveau, zijn hier slechts op basis van landelijke gemiddelden in verwerkt. Het is dus zo dat een waarde uit dit model op pandniveau vrijwel nooit overeen zal komen met de werkelijk situatie. Of dit erg is hangt af van welke vraag je wilt beantwoorden. Als er op zeer korte termijn op pandniveau een aanpak moet worden gekozen, dan zal eerst nader onderzoek nodig zijn. Als het doel is om per deelgebied in een stad een strategie te kiezen voor verduurzaming of voor bijvoorbeeld subsidiebeleid, zal deze benadering volstaan.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
59
Inschattingen obv kengetallen zegt niks over werkelijkheid op pandniveau. Is dat erg? â&#x20AC;˘ Ja, als het doel is om op korte termijn een strategie op pandniveau te bepalen* â&#x20AC;˘ Nee, als het doel is om een strategie te bepalen voor de gebouwde omgeving of voor subsidiebeleid
afbeelding: J. Opperman, www.tielse.nl
SPATIAL STRATEGIES
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
61
1
brondata
BAG bevat (veel) onnauwkeurigheden en is erg grof • 8ERXZ LQGHOLQJ YHUÀMQW REY EHGULMYHQUHJLVWHU /HLGHQ nog steeds handmatige correcties nodig niet landsdekkend beschikbaar regelmatige updates, indeling obv SBI en KvK
SPATIAL STRATEGIES
Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) In de BAG staan alle panden en adressen geregistreerd in combinatie met een aantal kenmerken, zoals bouwjaar, oppervlakte, adresgegevens en gebruikersdoel. De categorisering YDQ KHW JHEUXLNHUVGRHO LV JHPDDNW RS EDVLV YDQ GH FDWHJRULHsQ GLH LQ KHW ERXZEHVOXLW ]LMQ opgenomen. De BAG bevat echter vele onzuiverheden. Het is bijvoorbeeld niet bekend hoe actueel de gegevens zijn die in de BAG staan. De BAG wordt iedere maand geĂźpdatet, maar dit wil niet zeggen dat de gemeentes alle informatie actueel hebben. Daarnaast is op basis van de BAG niet te zien wat het werkelijke gebruiksdoel is, of bij meerdere functies, het hoofdgebruik. Ook komen dubbele waarden voor bijvoorbeeld oppervlakte voor, die bij automatische verwerking de informatie vertroebelen. Vanuit de BAG zijn we gestart met het maken van een database op basis van deze kenmerken, waarbij we waar mogelijk handmatig de grootste fouten hebben gecorrigeerd. Deze database hebben we vervolgens uitgebreid met nieuwe, meer gedetailleerde kenmerken uit het Bedrijvenregister Zuid-Holland. Dit is echter geen open data.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
63
1
brondata
Geen open data over woningbouwtypes beschikbaar • commercieel verkregen (RIGO) • nog steeds (veel) onnouwkeurigheden • betere commerciele data is duur (~1 euro/adres)*
*commerciele bedrijven zoals Geophy vragen hiervoor tot 1 euro per pand.
SPATIAL STRATEGIES
Open data woningbouwtypes en monumenten Op het moment dat deze studie is uitgevoerd waren er nog geen open datasets beschikbaar waarin onderscheid wordt gemaakt naar woningbouwtype. Het kadaster is hier wel mee bezig, maar stelt ze nog niet beschikbaar als open data. Om toch onderscheidende kengetallen DDQ ZRQLQJHQ WRH WH NXQQHQ NHQQHQ LV HHQ FRPPHUFLsOH GDWDVHW DDQJHNRFKW ELM 5,*2 Deze set onderscheid 5 verschillende woningtypen. Bij toepassing bleek deze set, met name LQ GH KLVWRULVFKH ELQQHQVWDG ]HHU RQQDXZNHXULJ (U ]LMQ DQGHUH FRPPHUFLsOH SDUWLMHQ DFWLHI die datasets leveren met de gewenste gebouwkenmerken, maar dit kan een zeer kostbare aangelegenheid worden. Indicatief gaf bijvoorbeeld Geophy aan dat de prijs per adres van deze data rond de 0,5 tot 1 euro ligt. De gemeente Leiden telt alleen al meer dan 60.000 adressen.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
65
1
brondata
WOZ is nauwkeuriger voor woningbouw, nog niet doorgevoerd ivbm late beschikbaarheid • doorvoeren middels aggregeren naar huidige groepen: 1 week extra tijd • doorvoeren inclusief andere klassen en kengetallen: 3 weken extra tijd
NOTIES SPATIAL STRATEGIES
Registratie Waardering Onroerende Zaken (WOZ) Informatie uit de WOZ registratie kan helpen om de gebouwkenmerken te bepalen omdat de hoogte van de WOZ belasting gekoppeld is aan gebouwkenmerken. Deze dataset wordt beter bijgehouden en bevat meer gedetailleerdere informatie over gebouwtypes dan de BAG. Deze data is echter niet open toegankelijk en kwam te laat voor deze studie beschikbaar.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
67
1
brondata
Mutatiegraad â&#x20AC;¢ Aanpassingen in de BAG of KvK zijn niet goed te duiden
SPATIAL STRATEGIES
Mutatiegraad Nu wordt op basis van gebruik, grootte en bouwjaar ingeschat wat de staat van een pand is. Hierin zijn aannames verwerkt over de gemiddelde penetratiegraad van besparingsmaatregelen. Echter, als bekend zou zijn welke aanpassingen al gedaan zijn, dan kan het â&#x20AC;&#x2DC;verbouwjaarâ&#x20AC;&#x2122; als uitgangspunt gaan gelden. Op dit moment zijn de mutaties in de BAG of in de data van het kadaster nog niet, of niet geautomatiseerd te duiden.
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
69
1
brondata
Aanbeveling 1HHP GH :2= DOV EDVLV PDDU ]HOIV GDQ ]LMQ HU YHHO H[WUD Ã&#x20AC;OWHUV QRGLJ
SPATIAL STRATEGIES
- april 2016 - Posad Spatial Strategies
71