DYSLEXIE ALGEMEEN
toegenomen: van 11,5% in 2003 naar 17,9% in 2015 (OESO, PISA rapport). Deze achterstand wordt al opgelopen in het basisonderwijs. Een zorgelijke ontwikkeling omdat jongeren met een taalachterstand een groot risico lopen om de laaggeletterden van de toekomst te worden. In Nederland zijn 1,3 miljoen mensen tussen 16 en 65 jaar laaggeletterd. Dat staat gelijk aan zeker 1 op de 9 Nederlanders in deze leeftijdscategorie. Tegelijkertijd constateren we dat het aantal leerlingen met de diagnose ernstige enkelvoudige dyslexie (EED) in het basisonderwijs (7,7%) en het aantal leerlingen en studenten met een dyslexieverklaring in het vervolgonderwijs (619%) boven de (wetenschappelijk berekende) verwachting ligt.
LAAGGELETTERD IN DE MAATSCHAPPIJ Gevolgen van laaggeletterdheid zijn enorm. Laaggeletterden zijn minder vaak actief op de arbeidsmarkt, hebben minder vaak een vaste aanstelling, hebben vaker een laag inkomen, hebben minder vertrouwen in de medemens en beoordelen hun gezondheid vaker als matig tot slecht. Daarnaast zijn er ook economische gevolgen. De totale jaarlijkse kosten van laaggeletterdheid in Nederland zijn ca. € 560 miljoen. Per laaggeletterde komt dit neer op gemiddeld € 550 per jaar (bron: PWC, 2013).
DE ROL VAN HET ONDERWIJS DE VIER PIJLERS VAN DE INTEGRALE AANPAK (BOVENSCHOOLS)
De problematiek
Leesproblemen, laaggeletterdheid en dyslexie
Het continuüm
Signalering, preventie, remediëren en compenseren; goed afgestemd op de verschillende fases in de schoolloopbaan.
Het proces
Uniforme uitvoering o.b.v. 1. Sturen: screening-, monitoring- en projectmanagement; 2. Middelen: specialistische educatieve software; 3. Borgen: onderwijsadvies, -training en –begeleiding
De actoren
Samenwerkingsverband Passend Onderwijs, besturen, directies scholen, leerkrachten, leerlingen, ouders en gemeenten
10
Laaggeletterdheid en dyslexie zijn grote maatschappelijke thema’s die beide in sterke mate met het onderwijs zijn verbonden. Het onderwijs draagt immers de primaire verantwoordelijkheid voor het aanleren van de lees- en spellingvaardigheden en het voorkomen en verminderen van leesproblemen (van der Leij, 2016). Toch blijkt de kwaliteit van de begeleiding van leerlingen met lees- en/of spellingproblemen van school tot school sterk te wisselen. Het kost scholen grote moeite om extra ondersteuning op zorgniveau 3 (individueel, buiten de klas) te bieden aan leerlingen bij wie lees-