Te k s t : J o h a n K o n i n g F o t o g r a f i e : W i l l e m v a n Wa l d e r v e e n
Tom Egbers:
“Ik weet niet waar ik zal sterven, maar ik ben en blijf Almeloër.” Ook de eeuwige jeugd wordt blijkbaar een jaartje ouder. Dat Tom Egbers dit jaar Abraham ziet, zal velen verbazen. De Almeloër in hart en nieren woont alweer jaren in Amsterdam, maar Twente zal hem altijd lief blijven. Voor Twentelife maakte hij dan ook graag tijd vrij om te praten over zijn roots, zijn werk en zijn ambities. Over zijn zwart-wit gestreept hart, maar ook over de veranderlijke omroepwereld én de al even wispelturige voetbalwereld.
O
p uitnodiging van Egbers nemen we met een verfrissing plaats in de tuin naast het Videocentrum, het gebouw van waaruit de meeste uitzendingen van Studio Sport worden gemaakt, op het Mediapark in Hilversum. De gebouwen zijn naargeestig, want van beton, maar de groene omgeving en de zonnige zondag maken veel goed. Inderdaad, díe zinderende zonnige zondag waarin de beslissingen in de eredivisie vallen. Tóch heeft de sportpresentator deze dag tijd gereserveerd om Twentelife te ontvangen. “Ik vind het hartstikke leuk in Twente. Maar het soort chauvinisme van spandoeken met ‘Proud to be a Tukker’, die je soms in voetbalstadions ziet hangen, heb ik niet. Ik vind het heel leuk om er te zijn en heb er natuurlijk mijn eigen persoonlijke geschiedenis. Het is voor mij warm om er naar terug te keren en ik geneer me er ook niet voor dat ik er vandaan kom. Ik ben er wel trots op, doch niet overdreven trots.”
Amsterdam Tom Egbers woont ook al weer jarenlang in Amsterdam. “Ik ben en blijf natuurlijk een Almeloër. Mijn kinderen zijn een soort halve Amsterdammers: ze krijgen mee van waar ze vandaan komen. Zowel van de kant van mijn vrouw als van mij.” Samen met zijn vrouw Janke Dekker heeft de sportpresentator twee kinderen, een zoon van tien jaar en een dochter van veertien. “Met mijn zoon ben ik vorig jaar voor het eerst naar een voetbalwedstrijd in een stadion geweest, Ajax tegen Heracles in de Arena. Híj was teleurgesteld dat er geen doelpunt viel, maar ik vond het een geweldige uitslag. Hij zegt sindsdien: ‘Ik ben helemaal voor Heracles, behalve als ze tegen Ajax spelen’. Dat moet je hem ook gunnen, want hij is geboren in Amsterdam en groeit daar op. Ook vanwege mijn kinderen weet ik niet of ik ooit terugga naar Almelo. Ik ben trouwens nog helemaal niet bezig met de late herfst van mijn carrière.
Eerst moet ik samen met mijn vrouw mijn kinderen goed opvoeden, zij zijn toch geworteld in Amsterdam. Ik ben zoals gezegd een Almeloër, maar dat is iets dat meer in je DNA zit, dan dat het de plicht moet zijn om er altijd te blijven of terug te keren.” Twents spreekt hij niet, maar wel goed en verzorgd Nederlands en Engels. Én plat-Almeloos. “Dat kan ik volgens mij behoorlijk goed”, lacht hij. “Met collega Dione de Graaff – volgens mij samen met Karin Bloemen de enige twee mensen die ik ken die niet uit Almelo komen, maar wel het dialect goed spreken – spreek ik voor de grap wel eens Almeloos op de redactie. ‘Oh Tommie, nog eev’n Almeloooos’, zegt ze dan.” Nomadenbloed Al vlot in zijn leven was de jonge Tom Egbers zich bewust van de grootsheid van de wereld. “Ik wist dat er aan »