Deze masterproef behandelt de problematiek van peri-urbane gebieden. Door de groeiende verstedelijking vervaagt de grens tussen stad en platteland en ontstaat een nieuw gebied met zowel kenmerken van het platteland als de stad in zich. Het gevolg is dat de open ruimte onder druk staat van de bebouwing en bovendien te maken krijgt met zowel stedelijke als landelijke functies die hun plaats opeisen in de open ruimte. In deze masterproef wordt vertrekkende vanuit de dynamiek in de open ruimte, op zoek gegaan naar een productief landschap als mogelijke drager van de ontwikkeling van deze gebieden. Onder een productief landschap wordt verstaan: open ruimtes die zo beheerd worden dat ze ecologisch en economisch productief worden en een maatschappelijke meerwaarde opleveren. Meer specifiek werd toegespitst op de rol van landbouw hierbij, gezien hun aandeel in grondgebruik en grote uitdagingen waarmee ze te maken krijgen.