HBL_HortusLeiden 2025

Page 1


Hortus Leiden

GROENE OASE SINDS 1590

Schilderen van zomerse geuren

Theobroma cacao
Akebia quinata
Abrus precatorius
Kohleria amabilis
Tradescantia virginiana
Cucullia verbasci
Aristolochia salvadorensis
Macroglossum stellatarum
Hoya multiflora
Hoya caudata
Hoya lasiantha
Thalia geniculata

‘Er is heel veel veranderd en verbeterd’

De Hortus botanicus Leiden staat aan het begin van een nieuwe periode. Na bijna twintig jaar stopt Paul Keßler als prefect van de Hortus. Voor hem wordt een waardige opvolger gezocht. Ook Peter Inklaar, de afgelopen vijf jaar zakelijk directeur, vertrekt. Tom Schreuder, werkzaam geweest in de Keukenhof, gaat begin 2025 aan de slag. Een goed moment om met de directie terug te blikken en vooruit te kijken. [tekst] John van Ruiten

Een nieuwe koers

Paul Keßler werd in 2006 benoemd tot prefect. Hij werkte al sinds 1988 bij het Rijksherbarium, destijds onderdeel van de Universiteit Leiden, waar zijn focus op Zuidoost-Aziatische bomen lag (zie ook het artikel over ‘plantenmens’ Paul Keßler elders in dit magazine). “Twintig jaar geleden stond de Hortus er heel anders voor dan nu”, vertelt Paul Keßler. “Het bezoekersaantal lag veel lager. De verbinding met het universitaire onderwijs en de onderzoeksgroepen was op een laag peil terecht gekomen, en voor de ontwikkeling van de Hortus was er weinig geld en eigenlijk ook weinig steun. Er leefde nog steeds het sentiment uit de jaren 70 en 80, toen diverse universiteiten hun botanische tuin afstootten, omdat de wetenschappelijke waarde ervan in twijfel werd getrokken.” Paul vervolgt: “Dat was enigszins begrijpelijk, want botanische tuinen waren eind vorige eeuw nogal behoudend en conservatief. Ze gingen onvoldoende mee met nieuwe ontwikkelingen in de technologie en wetenschap, zoals biochemie, moleculaire biologie en DNA-onderzoek. Voor het bredere publiek hadden de tuinen een wat ouderwetse en stoffige uitstraling.”

De Hortus in beweging Paul zag het als zijn taak om de Hortus in beweging te krijgen door de outreach naar het publiek te versterken, wat hij toen al erg belangrijk vond. Daarnaast wilde hij de inbedding in de Universiteit Leiden verbeteren door het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek. De Hortus is een ideale plek om interdisciplinair onderzoek te faciliteren. Hij voerde veel gesprekken en koos voor een meer zakelijke aanpak: plannen maken, een jaarverslag opstellen en betere faciliteiten voor bezoekers realiseren, zoals een vernieuwde entree en een winkel. Een eerste prioriteit was het aantrekken van meer bezoekers. Paul en zijn team konden eigen initiatieven nemen. Zo werd hij lid van de groep museumdirecteuren in Leiden. In samenwerking met de Vrienden werden meer activiteiten en tentoonstellingen georganiseerd. Er werd in een breder netwerk geïnvesteerd, ook met het oog op fondsenwerving. Onder andere de contacten met de bloembollensector werden aangehaald. Het aantal vrijwilligers groeide gestaag; tegenwoordig helpen er meer dan honderd vrijwilligers mee in het tuinonderhoud en bij rondleidingen. “Daar ben ik heel dankbaar voor,” benadrukt Paul.

De Vrienden van de Hortus spelen een cruciale rol: “Ze zijn voor ons van groot belang in de verbinding met het publiek en zorgen voor mond-totmondreclame. Ik weet zeker dat we op hen kunnen rekenen als er ooit bedreigende situaties voor de Hortus zouden ontstaan.”

Terugblik op successen

Reflecterend zegt Paul: “Zo terugkijkend kunnen we vooral trots zijn op de positie die we nu hebben. Er is een sterke verbinding met de samenleving. Gemeenten passen hun groenbeleid aan op basis van inzichten van onze promovendi, en bij internationaal wetenschappelijk onderzoek speelt de Hortus opnieuw een rol van betekenis. Samenwerkingen met universitaire centra, onder andere in Indonesië, een gebied waar ik nog steeds een voorliefde voor heb, zijn een voorbeeld van hoe we wetenschappelijk relevant

blijven. Onze Hortus is echt universiteitswaardig! We dragen positief bij aan de uitstraling, met promovendi, studenten op alle niveaus en met een goede samenwerking met het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML), het Instituut Biologie Leiden (IBL) en Naturalis.”

Paul vervolgt: “Samen met ons team hebben we ervoor gezorgd dat bezoekers zich zeer welkom voelen. We merken bijvoorbeeld ook aan aanvragen voor stages dat studenten heel graag een werkperiode hier willen doorbrengen, zowel in het groen als in de ontvangst van bezoekers en in bijvoorbeeld communicatie, collectiebeheer of activiteiten die we organiseren.”

Peter Inklaar vult aan: “We zijn natuurlijk al heel lang een officieel museum. Na de coronaperiode, waarin we veel last hadden van beperkende maatregelen, hebben we onze bezoekers echt teruggewonnen. Na Naturalis hebben we inmiddels al twee jaar het hoogste bezoekersaantal van alle Leidse musea! In 2024 verwelkomden we zelfs meer dan 250.000 bezoekers. Dat is mede te danken aan investeringen zoals de nieuwe vijver, de verlichting door de tuin, de Mediterrane tuin en wat we intern het Rondje Sterrewacht noemen, waarbij de looproute om de Oude Sterrewacht is doorgetrokken.”

Zijn er ook tegenslagen?

“Zeker,” zegt Paul. “Zo waren de verwachtingen hooggespannen voor rondleidingen met koptelefoons, maar daar bleek helaas weinig belangstelling voor. Ook was jammer dat we het wereldwijde BGCI-congres van 2027 niet naar Leiden hebben weten te halen.”

Paul is trots op wat er de afgelopen twintig jaar is bereikt. “De Clusiustuin is weer terug op de historische plek, de Tropische Kas is opgeknapt en vergroot, er is een Chinese tuin aangelegd, een buitenkas voor bolgewassen, de Wintertuin, entreegebied en prachtige wandelpaden. Samen met het team hebben we de Hortus op veel punten verbeterd.”

Vooruit kijken

Dit alles ziet er zonnig uit, maar er zijn ook zorgen. “De bezuinigingen op universitaire programma’s zijn een punt van aandacht. Kunnen we voldoende onderzoek blijven doen? En hoe betrekken we jongeren en studenten blijvend bij ons werk?” Peter: “Om dit alles te realiseren, is het Hortusteam gegroeid van minder dan twintig vaste medewerkers in 2019 naar ongeveer 35 in 2024. De Hortus is geen organisatie die gericht is op het maken van winst. Onze doelstelling is zoveel mogelijk mensen laten leren over het belang van de natuur in een rustige omgeving. Om dat voor elkaar te krijgen hebben we flink geïnvesteerd in ons team. Samen met veel vrijwilligers werkt dit team iedere dag keihard om ons succes te blijven waarmaken. Mede dankzij de geweldige steun van de Vrienden van de Leidse Hortus lukt het ons om die investeringen mogelijk te maken.”

Peter Inklaar (links) en Paul Keßler [foto] Simone Both

Voorwoord

Wat betekenen planten voor mensen? Wat doen planten in de vele culturen? Hoe zijn planten door de eeuwen heen gebruikt? En welke ervaringen, gevoelens en verhalen hebben mensen daarbij? Deze en nog vele andere vragen gaan we verkennen tijdens het themajaar van 2025: Plant & mens, zowel in de Hortus als in de overige Nederlandse botanische tuinen.

Planten staan aan de basis van ons bestaan. Zonder planten is leven niet mogelijk. We hopen dan ook dat de aandacht voor dit thema het besef van die verbondenheid versterkt, en dat het belang van het behoud van botanische verscheidenheid en biodiversiteit als basisvoorwaarde voor het voortbestaan van de mensheid steeds duidelijker wordt. Het beheren en behouden van die biodiversiteit is een belangrijke taak voor ons allen.

Het afgelopen jaar was een succesvol jaar voor de Hortus. We verwelkomden een recordaantal bezoekers. Een looproute rondom de Oude Sterrewacht en een schitterende Mediterrane tuin werden aangelegd, mede met steun van de Vrienden. De Hortus en het Instituut Sterrewacht zijn hun samenwerking gestart in het bezoekerscentrum van de Oude Sterrewacht. De nieuwe bewegwijzering is geplaatst! Ook zijn de informatieborden van de tuindelen en bij onze kroonjuwelen vernieuwd. Daarnaast konden bezoekers de rol van geur in de natuur ontdekken in de Geurbeleving.

In de afgelopen jaren heeft de Hortus, gesteund door de Vrienden, prachtige nieuwe initiatieven genomen en geïnvesteerd in faciliteiten en de plantencollecties. Het toegewijde team van de Hortus zorgt er elk seizoen voor dat het een genot is om de tuin te bezoeken en om deel te nemen aan de diverse activiteiten. Tuinonderdelen zoals de Clusiustuin, de Chinese Kruidentuin, de Wintertuin, het vijvergebied en de nieuwe Mediterrane tuin zijn in de laatste jaren gerealiseerd. Ook de informatie die u op verschillende manieren bereikt

Plant & mens

(via rondleidingen, sociale media, de website, het magazine, boekjes, folders, posters, en dergelijke) en de prachtige winkel met een ruime keuze maken het des te plezieriger om de Hortus in ons hart te sluiten.

Het komende jaar staat het in onze Hortus bol van activiteiten rondom het jaarthema ‘Plant & mens’ en de tentoonstelling ‘Planten & Planeten’. Wij nodigen u van harte uit om deel te nemen, of gewoon regelmatig langs te komen en te genieten van de tuin in al zijn verscheidenheid.

Voor de Hortus wordt 2025 ook een bijzonder jaar, omdat er een nieuwe directie aan de slag gaat. Voor Peter Inklaar (zakelijk directeur), is een opvolger, Tom Schreuder, aangetrokken. Paul Keßler, sinds 2006 prefect, gaat in 2025 met pensioen, en de zoektocht naar zijn opvolger loopt. Ook het Vriendenbestuur werkt aan versterking met nieuwe bestuursleden.

Uit de enquête die het afgelopen jaar is gehouden, is duidelijk naar voren gekomen dat velen trots zijn om als Vriend of Adoptant aan de Hortus verbonden te zijn. Vanuit verschillende achtergronden en ervaringen is die vriendschap gegroeid. Met elkaar werken we eraan om die onderlinge verbondenheid de komende jaren nog meer inhoud en diepgang te geven.

Wij wensen u een mooi ‘Hortusjaar’ toe!

Paul Keßler, prefect Hortus botanicus Leiden

Peter Inklaar, zakelijk directeur Hortus botanicus Leiden

John van Ruiten, voorzitter Stichting Vrienden van de Leidse Hortus

bestuur. Op de Vriendendag 2025 zullen we hier stil bij staan, maar we willen hem nu alvast bedanken. Ton staat als een huis.

Hij was er altijd, had zijn huiswerk steeds klaar en was een stabiele factor in het team. Behalve zijn gedegen boekhoudkundige expertise heeft Ton ook een enorme band met de Hortus en de medewerkers. Dit alles en zijn grote mensenkennis maakten hem een waardevolle kracht in het bestuur.

Het Hortusmagazine wordt klimaatneutraal geproduceerd. CO₂ wordt gecompenseerd via het project ‘Nederland PLUS’. De officiële CO₂-compensatie vindt plaats via het ‘Project Togo’, dat een duurzaam ecosysteem en betere leefomstandigheden voor de lokale bevolking daar creëert. Maar bovendien gaat er per CO₂-ton vijf euro naar de Nieuwe Dordtse Biesbosch. Het magazine heeft een certificaat gekregen van NatureOffice ter bevestiging dat alle CO₂ die is uitgestoten bij de productie is geregistreerd en gecompenseerd. Het drukproces bij drukkerij Tuijtel/Damen, waar het magazine gedrukt wordt, is zo duurzaam mogelijk. Het papier is FCS- en PEFC-gecertificeerd en er wordt geen gebruik gemaakt van chloor tijdens het productieproces.

Wilt u het magazine voortaan liever alleen digitaal lezen en niet thuis ontvangen? Dan kunt u dat aangeven via hortusvrienden@hortus.leidenuniv.nl.

Rest mij alle medewerkers hartelijk te bedanken en u veel lees- en kijkplezier

Namens de redactie, Adri Mulder, hoofdredacteur

v.l.n.r. John van Ruiten, Paul Keßler, Peter Inklaar ©Simone Both
Ton van Zijp
Peter Inklaar, Paul Keßler en John van Ruiten [foto] Adri Mulder

Plantenmarkt

zaterdag 10 mei 2025 10 - 17 uur

Mid zomer nacht

Museumkaart vrijentree

Ginkgo in herfstkleur

zaterdag 21 juni 2025 vanaf 19.30 uur tickets via hortusleiden.nl

[foto cover] Ilona Hartensveld
Merlijn en zijn oma Marie-José genieten van de planten en bomen in de Hortus.
[foto’s pag. 2/3] Jan Meijvogel: ‘Mijn mooiste foto’s’

18 24 54

Carolus Clusius Baka jager-verzamelaar Lavendel

THEMA Plant & mens

Themajaar ‘Plant & mens’ (Hanneke Jelles) 08

Pilaren van het leven (Annemarie Broersma) 10

Ginkgo biloba, boom van het jaar 2024 (Mia Buma) 14

Kids in de Hortus (Margot Lodewijk) 22

Een reus in het regenwoud (Thomas Heger) 24

Pothoofdplanten (Norbert Peeters) 26

De Hortus, het steunen waard (Adri Mulder) 36

Een plantenmens (Adri Mulder) 42

Botanie en tekenen: Verfplanten (Annemarie Broersma) 46

Kustbescherming door mangrovebossen (Bregje van Wesenbeeck) 50

Het schilderen van zomerse geuren (Esmée Winkel) 54

En verder:

Afscheid Paul Keßler en Peter Inklaar (John van Ruiten) 04

Voorwoord (John van Ruiten, Paul Keßler, Peter Inklaar) 05

450 jaar Universiteit Leiden (Mathilde Simons) 18

Jubileum Jan Meijvogel (Jack Sluijs) 28

Seizoenspagina’s (Hanneke Jelles, Mathilde Simons) 30

Steun de Hortus 35

In memoriam Lies Rookhuizen (Kees Langeveld, John van Ruiten, Carla Teune) 38

Brug tussen kennis en natuur (Jack Sluijs) 40

Vriendenactiviteiten 45

Planten & Planeten (Emma Knapper) 52

Een vertrouwde hand in de Varentuin (Jack Sluijs) 56

De Clusiustuin in kaart gebracht (Mathilde Simons) 58

Aanleg Mediterrane tuin afgerond 62

Hortus botanicus Leiden

3

Jaarthema samenwerkende botanische tuinen: Plant & mens

28/08/2024 11:06

Wereldwijd verdwijnt de kennis over het traditionele, kleinschalige gebruik van planten door de mens. Botanische tuinen zijn de ideale plekken om verhalen te verzamelen en vast te leggen over wat je met planten kunt doen. Zo kunnen we nog meer mensen de ogen openen voor het belang en de schoonheid van planten. De Leidse Hortus neemt hierin het voortouw. [tekst]

Hanneke Jelles, [afbeeldingen] Joris Smidt, De Handelsplanten
8 Hortus botanicus Leiden 2025

Vrienden van de Leidse Hortus hoeven we niets te vertellen: zij houden van planten. Maar veel anderen hebben weinig interesse in planten. Mensen daarentegen, die vindt vrijwel iedereen wel interessant. Hoe mooi zou het zijn om de belangstelling voor de botanie te vergroten door ook mensen met een brede culturele interesse aan te spreken? Die groep zal zeker nieuwsgierig zijn naar het traditionele, kleinschalige en lokale gebruik van planten. Vooral als de voorbeelden herkenbaar en dicht bij huis te vinden zijn.

Kun je dat eten?

Plant & mens is ons jaarthema voor 2025. Onder deze noemer richten we ons op het ambachtelijke gebruik van planten. Als medicijn, als voedsel, voor rituele doeleinden, om mee te bouwen, te verven en als vezelplant. Wereldwijd verdwijnt de kennis over hoe planten gebruikt kunnen worden. Wanneer we een groep bezoekers uit Japan of China rondleiden, dan is standaard de vraag: kun je die plant eten? Het antwoord weten we meestal niet. We weten waar de plant vandaan komt en tot welke plantenfamilie hij behoort, maar waarvoor hij vroeger werd gebruikt, dat is vaak onbekend.

Hart van de Hortus

Het hart van een botanische tuin is het collectiebeheersysteem. Hierin staat informatie over elke plantensoort in de collectie, die via de Garden Explorer op de website van de Hortus is in te zien. De Hortus wil verhalen verzamelen en vastleggen en deze toevoegen aan de Garden Explorer. Dat doen we niet alleen: alle tuinen aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Botanische Tuinen doen mee. Wellicht nemen ook tuinen buiten Nederland deze werkwijze over, zodat we informatie kunnen delen en uitwisselen en op die manier grote stappen kunnen zetten.

Voorpret

Deze zomer zijn we al begonnen aan een serie online artikelen op de website Nature Today, die wekelijks duizenden lezers trekt. Elke week

komt een plant aan bod, met zijn historie en gebruik. Lezers reageren op de artikelen en delen hun eigen ervaringen. We organiseren een serie feestelijke Science Cafés, waar bezoekers uitgenodigd worden hun verhalen te delen. De ‘oogst’ wordt in films verwerkt en krijgt een plaats in de plantendatabase van de Hortus. De teksten en informatie die we zo verzamelen, kunnen door alle botanische tuinen worden gebruikt om in 2025 aandacht aan het thema te besteden in de eigen tuin.

Informatie

• Science Cafés in de Leidse Hortus: 16 mei 2025 Theefamilie; 6 juni Composietenfamilie (zonnebloem, sla bijvoorbeeld.); 8 augustus Vlinderbloemenfamilie (peulvruchten en indigo bijvoorbeeld); 26 september Nachtschadefamilie (peper, paprika, tomaat, tabak, aardappel bijvoorbeeld); 10 oktober Grassen. Kijk in de loop van het jaar op hortusleiden.nl voor het programma.

• Meer informatie: botanischetuinen.nl en naturetoday.nl

Al in 1886

Aandacht voor het ambachtelijk gebruik van planten was er vroeger meer dan nu. Zo schreef Rijksherbariumdirecteur W.F.R. Suringar in 1886:

“De weldaden van het plantenrijk omringen ons aan alle kanten. De woning die ons huisvest, de kleeding die ons dekt, het brood dat wij eten, zoovele geneesmiddelen die ons helpen in ziekte, ook zooveel wat het leven veraangenaamt, de sappige vrucht die ons laaft in de hitte van de zomer, de fonkelende wijn die onze feesten opluistert, het papier waaraan wij onze gedachten toevertrouwen, en wat niet al, brengt ons dagelijks in herinnering, hoe ruime overvloed van gaven ons in de plantenwereld is geschonken.”

Pieter Baas, voormalig directeur van het Nationaal Herbarium Nederland, citeerde professor Suringar in het boek Planten voor dagelijks gebruik (C. Kalkman), en wij herhalen dat hier graag.

Pilaren van het leven

Annelies Henstra [foto] Adri Mulder
Annelies bij haar geliefde boom [foto] Adri Mulder 10 Hortus botanicus Leiden 2025

Bomen, en in het bijzonder oude bomen, bieden ons mensen veel. Reden om er in het kader van het themajaar ‘Plant & mens’ aandacht aan te besteden. Adri en ik bezoeken

Annelies Henstra, één van de auteurs van het boek Boswerk samen met kunstschilder

Christiaan Kuitwaard en dichter Jan Kleefstra.

[tekst] Annemarie Broersma [foto’s] Adri Mulder, Klaas Henstra, [afbeelding] Christiaan Kuitwaard

Annelies is gepromoveerd als jurist op het gebied van mensenrechten. Tijdens een sabbatical ontdekte ze haar groene hart, zoals ze het zelf noemt. Geïnspireerd door het boek ‘Last Child in the Woods’ van Richard Louv werd ze pleitbezorgster van het recht voor kinderen op contact met de natuur. De resolutie die zij hierover heeft ingediend op het IUCN Worldcongres van 2012 in ZuidKorea is vrijwel unaniem aangenomen door de leden van de IUCN, de internationale unie voor natuurbescherming. In 2016 werd dit thema op de agenda geplaatst van het Kinderrechtencomité van de VN. Vervolgens groeide haar liefde voor bomen en bossen, mede dankzij haar man die boomexpert en houtkunstenaar is, met wie ze op de Utrechtse Heuvelrug op de Amerongse Berg ging wonen. De Utrechtse Heuvelrug is een nationaal park en omvat veel bossen waarin ook oude boskernen voorkomen.

Oud natuurlijk bos, rijk aan planten en diersoorten, is één van de zeldzaamste vegetatievormen in Nederland. Voor veel Nederlanders zijn bossen de meest aansprekende natuur. Annelies is ook zeer betrokken bij het bos en ervaart ‘bospijn’ wanneer ze in haar omgeving ziet dat prachtige bossen met veel loofbomen worden kaalgekapt en vervangen door productiebossen, waarbij oude

boskernen soms achteloos worden meegekapt. `Het is landbouw met bomen’, vindt Annelies, ‘want bospercelen veranderen in productieakkers die worden beheerd met grote bosbouwmachines. Die krijgen niet de tijd om de natuurwaarde van een bos op te bouwen’.

Wat bieden bomen ons? ‘Planten doen iets wat wij mensen niet kunnen,’ vervolgt Annelies: ‘ze maken hun eigen voedsel.’ Wij zijn voor ons voedsel afhankelijk van planten. Bovendien produceren planten de voor ons zo belangrijke zuurstof. Bomen zijn onder de planten grootproducenten. Maar bomen vervullen nog meer belangrijke functies (ecosysteemdiensten) in de levensprocessen op onze planeet. Ze slaan koolstof op en zuiveren de lucht door fijnstof op te vangen. Ze houden met hun wortels de bodem vast en bufferen mede daardoor water. Op hete dagen bieden ze verkoeling. Grotere bossen beïnvloeden via verdamping het klimaat. Oudere bomen vervullen deze functies veel beter dan jonge bomen en trekken met hun bobbelige structuren en holtes ook steeds meer dieren en plantensoorten aan. Annelies noemt bomen daarom ‘pilaren van het leven’. Zelfs na hun dood hebben ze nog een grote natuurwaarde. Op een dode boomstronk wemelt het van het leven, de reden dat sommige bosbeheerders dode bomen bewust laten staan.

Publieksdag op de Broekhuizerlaan [foto] Klaas Henstra

De holle beuk [foto] Adri Mulder

De holle beuk, Amerongse bos, Christiaan Kuitwaard

Om al deze functies te kunnen vervullen hebben bomen een goede standplaats nodig. Behalve in bossen komen oude bomen ook voor in lanen en tuinen en dan is goed beheer noodzakelijk. Als je bomen moet kappen en vervangen duurt het heel lang voordat je weer oude bomen hebt. Dit brengt het gesprek op de Broekhuizerlaan in Leersum, waar Annelies tegenwoordig actief is in het beheer van 270 oude beuken. In 2020 dreigde een massale kap van ongeveer 680 oude bomen langs deze Broekhuizerlaan, omdat ‘de bomen slecht waren’. Boomchirurg Jørn Copijn hoorde van de kapplannen en is op onderzoek uit gegaan. Hij constateerde dat de meeste bomen helemaal niet slecht waren en nog lang mee zouden kunnen. Er bleken meer partijen en burgers te zijn die het zonde vonden om een hele monumentale laan te kappen en dan weer op nul te beginnen. Dit leidde ertoe dat een deel van de laan in het beheer is gekomen bij de speciaal daartoe opgerichte Stichting Behoud en Beheer Broekhuizerlaan, waardoor uiteindelijk de gehele laan is blijven staan. Deze stichting monitort de bomen die onder haar beheer zijn en grijpt alleen in indien nodig vanwege de veiligheid. Annelies heeft binnen het bestuur het beheer in haar portefeuille.

We eindigen met een bezoek aan een oude beuk hoog op de Amerongse Berg. Een schilderij van deze ‘oude holle beuk’ siert de voorzijde van haar boek Boswerk. De boom staat te midden van jongere beuken, mogelijk allemaal familie. Hij ziet er stevig uit en heeft een brede beschuttende kroon. De takken zijn sterk en kronkelend en de kroon is vol blad. Pukkels en rimpels sieren de huid van de stam, tekenen van hoge ouderdom. Dikke knoestige wortels komen hier en daar boven de zandige bodem uit. Ze reiken even ver als de kroon. Deze holle beuk laat prachtig zien hoe bomen trauma’s overleven. Een groot gedeelte van de stam is weg; mogelijk was er ooit een blikseminslag of is er een grote tak uitgebroken. De enorme wond is vervolgens omwald en afgegrendeld, waardoor de resterende boom gezond is gebleven. Binnenkant is buitenkant geworden. We zien een overlever en het verhaal van wat hij heeft meegemaakt.

Hortus botanicus Leiden

Ginkgo biloba Boom van het Jaar 2024, belichaamt verbinding ‘Plant & mens’

Afgelopen jaar kan het je niet zijn ontgaan: onze Ginkgo biloba heeft de verkiezing van de Boom van het Jaar 2024 gewonnen! Mocht je het toch hebben gemist: Vroege Vogels, Radio Sleutelstad en Omroep Max met

Teun en zijn opa live bij Tijd voor Max op NPO1 besteedden er zendtijd aan en de kranten schreven erover.

Teun Honsbeek heeft de Ginkgo voorgedragen als de Zuid-Hollandse inzending. Met hulp van het door hem opgerichte Ginkgo-team wist hij 5216 stemmen te verzamelen. Voor dit interview ontmoet ik hem in het Hortus

Grand Café, waar hij rechtstreeks uit school naar toe komt, want Teun zit in zijn eindexamenjaar.

[tekst] Mia Buma [foto’s] Arjen Kennis, Adri Mulder, Cunie Sleijpen [afbeelding] Rinny Kooi
Met de oorkonde van de 1ste prijs in de Boom van het Jaar-verkiezing met allen die eraan hebben bijgedragen [foto] Adri Mulder
14 Hortus botanicus Leiden 2025

Hoe ben jij gekomen tot het voordragen van de Ginkgo als boom van het jaar?

Teun windt er geen doekjes om: het is zijn grootvader

Ton Cornelisse die het idee heeft opgevat om de Ginkgo voor te dragen, maar door zijn grote inzet voor dit project heeft hij zijn kleinzoon weten te winnen om er ook vol voor te gaan. ‘Opa weet zoveel van de natuur en vertelt er zo enthousiast over, dat ik het nu ook oppik en veel meer ga begrijpen’. Dankzij de kennis en inzet van zijn opa doet Teun enorme ervaring op. Niet alleen over bomen en hun belang in ecosystemen, maar over alles wat er bij komt kijken, zoals het voeren van campagne, teamleider zijn, het te woord staan van de pers en het inzetten van communicatie, zoals social media. ‘Ik zit nu al op LinkedIn, terwijl dat eigenlijk alleen wordt gebruikt door mensen met een baan’.

Wat is jouw persoonlijke motivatie om je in te zetten voor de verkiezing?

‘Het leereffect, vooral leren samenwerken, en het competitie-element van de verkiezing. Maar ook heeft meegespeeld dat niet zo lang geleden mijn andere grootmoeder overleed. Daardoor besefte ik hoe mooi het is dit nu samen met mijn opa te kunnen doen. Het vergroot en verdiept onze opa-kleinzoonrelatie. We lijken op elkaar, hij is mijn oudere versie. We spraken af dat opa de grote supporter is van deze actie en ik het gezicht en de link naar de jonge generaties’.

Door wie wordt de jaarlijkse verkiezing georganiseerd en wat beoogt de organisator?

De Stichting tot Behoud van Natuur en Landschap (SBNL Natuurfonds) is de organisator en het gaat over verhalen van bomen die het verdienen om steeds opnieuw verteld te worden, soms generaties lang. SBNL hoopt zo bomen te verbinden met mensen en het bewustzijn van de waarde van volwassen bomen bij een groter publiek te creëren. Het gaat in de verkiezing dus niet om de oudste, de dikste of de mooiste boom. Denk aan een legende of een boom die op een bepaalde manier belangrijk is voor de gemeenschap.

Wat is de hoofdreden voor jou om de Ginkgo voor te dragen?

‘In overleg met de Hortusmedewerkers is gekozen voor de Ginkgo omdat het verhaal zo bijzonder is. Het geslacht Ginkgo getuigt van oerkracht. In de Jura-periode, 201 – 145 miljoen jaar Juraperiode, leefden er al Ginkgo-soorten. Die hebben dinosauriërs onder zich door zien lopen. Het geslacht overleefde de gigantische meteorietinslag die 66 miljoen jaar geleden de uitsterving van dinosauriërs veroorzaakte. Wij wisten alleen van zijn bestaan door fossielen, totdat plantenzoekers ontdekten dat de Ginkgo nog steeds groeit in Japan. Daar was hij overigens geïmporteerd uit China’.

Veel belangstelling voor levend fossiel
Ton Cornelisse en Teun Honsbeek [foto] Adri Mulder
[foto] Cunie Sleijpen
Hortus botanicus Leiden
Teun Honsbeek bij Radio Sleutelstad [foto] Arjen Kennis
Vruchten aan de vrouwelijke tak [foto] Adri Mulder
16 Hortus botanicus Leiden 2025

Vieren & vergaderen in het groen

Omgeven door weelderige bloemen, eeuwenoude bomen, tropische kassen en water is de Hortus een prachtige plek voor alle soorten evenementen. Of het nu gaat om een feest zoals een bruiloft, jubileum of borrel, of een zakelijke bijeenkomst zoals een vergadering, lezing, congres of diner: de Hortus biedt alle mogelijkheden in een paradijselijke omgeving.

Boek nu!

hortusleiden.nl/zaalverhuur

450 UniversiteitjaarLeiden

Carolus Linnaeus [foto] Simone Both
18 Hortus botanicus Leiden 2025

OWat hebben een prinses, Carl Linnaeus en het stoepplantjesproject met elkaar te maken? In eerste instantie lijkt er weinig verband, maar het zijn alle drie voorbeelden van de manier waarop de Universiteit Leiden en haar instellingen, zoals de Hortus botanicus, hun tijd vooruit zijn. In 2025 viert de Universiteit Leiden haar 450-jarig bestaan met als thema ‘De tijd vooruit’.

[tekst] Mathilde Simons [foto’s] Simone Both, A. van Vliet [afbeeldingen] Wikimedia Commons

p 8 februari 1575, enkele maanden na Leidens Ontzet, werd de Universiteit Leiden opgericht in het Barbaraklooster aan het Rapenburg. De stad Leiden had veel te verduren gehad door de Spaanse belegering. De komst van de universiteit moest een nieuwe impuls geven. Dit blijkt geslaagd te zijn, want Leiden is een toonaangevende universiteitsstad geworden.

Vijftien jaar na de oprichting van de universiteit, op 9 februari 1590, is de Hortus botanicus Leiden gesticht als medicinale kruidentuin voor geneeskundestudenten. Een eeuwenoude universitaire tuin dus, maar meerdere keren in de geschiedenis zijn tijd vooruit.

De tulpen van Marie de Brimeu

Aan het eind van de 16e eeuw, vlak na de oprichting van de universiteit en de Hortus, mochten vrouwen niet studeren. Toch hielden sommigen zich bezig met wetenschap, zoals Marie de Brimeu (1550-1605). Zij was van jongs af aan bezig met het kweken van bloemen en werd door de plantkundige Lobelius genoemd als een van de belangrijkste tulpenkwekers

in de Lage Landen. In de jaren 1590 woonde zij als prinses van Chimay in Leiden. Deze titel kreeg ze door haar tweede huwelijk met de prins van Chimay, een prinsdom in Henegouwen dat nu in België ligt.

De Brimeu onderhield een intensieve correspondentie met Carolus Clusius, die haar regelmatig zaden en bollen stuurde. Toen Clusius in 1591 benaderd werd met de vraag of hij prefect van de recent opgerichte Hortus wilde worden, wees hij dat eerst af. In de tussentijd werd plantkunde gedoceerd in de ‘Groene Academie’, de privétuin van Justus Lipsius, met wie De Brimeu ook correspondeerde. Aan hem schreef ze dat ‘de Heren van de stad’ haar de supervisie over de tuin wilden geven om deze te behoeden voor verwildering. Bijzonder, omdat vrouwen niet mochten studeren en al helemaal niet doceren. En alhoewel De Brimeu over dit eervolle aanbod zou nadenken, zou ze toch liever hebben dat haar goede vriend Clusius gehoor gaf aan het verzoek om naar Leiden te komen.

Samen met Johan van Hoghelande, een bevriende tuinier, bleef zij druk uitoefenen op Clusius. Ze bood Clusius zelfs een deel van

haar privétuin aan naast de toekomstige Hortus, zodat ze als buren konden samenwerken. Pas toen nam Clusius het aanbod aan. In de tuin van De Brimeu zou een deel van de vracht nieuwe gewassen die Clusius naar Leiden stuurde. tot bloei komen, waaronder tulpen die hij via zijn internationale contacten verkreeg.

De tulpen uit de tuinen van Clusius en De Brimeu vormden de basis van de latere bloembollencultuur achter de Noordzeeduinen. De betrokkenheid van De Brimeu laat zien hoe vrouwen ondanks uitsluiting van formeel onderwijs, een essentiële bijdrage leverden aan wetenschappelijke vooruitgang.

Marie de Brimeu [afbeelding] Wikimedia Commons
Brimeura amethystina het plantengeslacht
Brimeura is naar Marie de Brimeu vernoemd [afbeelding] Wikimedia Commons

Inspiratie voor Carl Linnaeus

In de 18e eeuw speelde de Hortus een cruciale rol in het baanbrekende werk van de Zweedse botanicus Carl Linnaeus (1707-1778). Tijdens zijn verblijf in Nederland van 1735 tot 1738 legde Linnaeus de basis voor zijn revolutionaire classificatiesysteem in zijn werk Systema Naturae, dat de standaard zou worden voor de wetenschappelijke indeling van planten en dieren. Gedurende deze periode bezocht hij Leiden om de beroemde Herman Boerhaave te ontmoeten, een vooraanstaand arts, onderzoeker en hoogleraar aan de universiteit, die van 1709 tot 1730 prefect van de Hortus was geweest. Linnaeus kon zo ook de Leidse Hortus verkennen.

Jaren later ontwikkelde Linnaeus zijn systeem van binomiale nomenclatuur, waarbij elke soort slechts twee namen kreeg: een geslachtsnaam en een soortnaam. Dit systeem was een enorme verbetering ten opzichte van de chaotische naamgeving die daarvoor gebruikelijk was, waarbij planten en dieren vaak meerdere, uitgebreide beschrijvingen als naam hadden. Ook bestonden er veel verschillende ideeën over hoe planten moesten worden ingedeeld: op basis van de kenmerken van bloemen of vruchten, de hoogte van de planten of hun gebruik in de geneeskunde. Linnaeus bracht met zijn systeem orde in deze verwarring, waardoor een uniforme en praktische manier van classificatie ontstond, die de wetenschappelijke wereld voorgoed zou veranderen.

Stoepplantjes: een vooruitstrevend initiatief

Ook in de 21e eeuw is de Hortus zijn tijd vooruit. Vlak voor de coronapandemie richtte de Hortus zich op wilde planten die groeien in de kleine kieren en spleten van stoepen, trottoirs, en andere stedelijke oppervlakken zoals muren en gevels. Hoewel deze planten vaak over het hoofd worden gezien of als onkruid worden beschouwd, zag Hoofd Educatie Hanneke Jelles de waarde in van deze bescheiden flora. Zij hernoemde ze stoepplantjes en daarmee was een fenomeen geboren.

Stoepplantjes zijn belangrijk voor de stedelijke biodiversiteit: ze brengen kleur in de omgeving, bieden verkoeling en dragen bij aan het beheersen van wateroverlast. Om de aandacht voor deze planten te vergroten, introduceerde de Hortus in Nederland ‘botanisch stoepkrijten’: maak een plantje zichtbaarder door zijn naam erbij te krijten! Dit werd een ware rage in de tijd dat mensen in en rondom huis gekluisterd zaten. Het project leidde tot een zakgids en zelfs tot een speciale wetenschappelijke stoepplantjes-onderzoeker: Nienke Beets.

Het project heeft ervoor gezorgd dat de term ‘stoepplantjes’ een begrip is geworden. Mensen koesteren de stoepplantjes in hun tuin en verzorgen ze. Ook de gemeente Leiden verwijdert ze niet meer in de buitenwijken. Zo maakt de Hortus nog steeds een verschil met vooruitstrevende initiatieven.

Bekijk lustrumtentoonstelling ‘De eeuwige student’ in de Hortus botanicus

Al 450 jaar studeren telkens nieuwe generaties aan de Universiteit Leiden, de oudste universiteit van Nederland. Schilders, tekenaars en fotografen - onder wie veel studenten zelf – brengen dat al die eeuwen in beeld. In een lustrumexpositie zet de universiteit haar studenten in de schijnwerpers. Hoe studeerden zij vroeger? En nu?

Reis mee door de tijd en ontdek dat er niet alleen veranderingen, maar ook veel constanten zijn. Leren van docenten, studeren in bibliotheken, observeren in de Hortus botanicus of de Leidse Sterrewacht, zweten voor tentamens, met geliefde rituelen de studie afsluiten. En natuurlijk houden studenten, zo zien we hier, zich lang niet alleen met studeren bezig. De expositie toont ook beelden van 450 jaar studentenleven, wonen op kamers en studentenprotesten door de eeuwen heen.

De lustrumtentoonstelling is te zien van 22 april t/m 26 oktober 2025 in de Hortus botanicus. Niet in de buurt? De expositie zal via universiteitleiden.nl/450 ook online te bekijken zijn.

Botanisch practicum 1948 in het P.J. Vethgebouw [foto] A. van Vliet
Canadese fijnstraal [foto] Simone Both
20 Hortus botanicus Leiden 2025
Zachte ooievaarsbek [foto] Simone Both
Mathilde Simons [foto] Simone Both
Hortus botanicus Leiden 2025 21

hortus Kids Plant & mens

Stel je voor dat er geen bomen, planten en bloemen zouden zijn. Dat zou saai zijn, toch? De natuur is natuurlijk niet alleen maar mooi, maar helpt ons ook een handje. Zo levert de natuur ons bouwmaterialen, eten, geneesmiddelen… en ga zo maar door. Daarom is het thema van de Hortus dit jaar Plant & mens . Wat kun jij allemaal met planten doen? Dat gaan we je vertellen…

Lente

Brandnetelsoep

Je kent brandnetels vast alleen als vervelende planten waaraan je je kunt prikken. Maar wist je dat je er ook een heerlijke soep mee kunt maken? De lente is hiervoor de beste tijd! Doe stevige tuinhandschoenen aan en knip met een schaar de jonge, sappige, lichtgroene toppen uit de brandnetel. Verzamel de brandneteltoppen in een emmer, was ze thuis in een vergiet en laat ze uitlekken.

Voor het recept heb je het volgende nodig:

100 g fijngehakte brandnetelbladeren

1 klontje roomboter

• 1 ui, fijngesneden

• 1 knoflookteentje, uitgeperst

• 1 middelgrote (zoete) aardappel, geschild en in stukjes

1 liter hete groentebouillon

100 ml (koks)room

Doe de roomboter in de pan, fruit de ui ongeveer 2 minuten en voeg daarna de knoflook toe. Roer een minuutje door en doe dan de aardappel erbij. Roer nog een minuutje door. Doe vervolgens de groentebouillon erbij en de brandnetels. Laat de soep ongeveer een kwartiertje koken. In ieder geval moeten de aardappelen gaar zijn. Pureer de soep met een staafmixer en voeg naar smaak peper en zout toe.

Brandnetel & weegbree [afbeelding] Maxime Boersma

Oei! Heb je je geprikt tijdens het plukken van de brandnetels? Niet getreurd. Overal groeit smalle weegbree. Pluk wat blaadjes, kneus ze en doe dit op de plekken waar het jeukt. Die nare jeuk zal dan snel verdwijnen. De smalle weegbree is trouwens een stoepplantje. Wil je meer weten over stoepplantjes? Kijk dan op de website van de Hortus onder het kopje ‘Stoepplantjes’.

Zomer

Een lekker stokje om op te kauwen

Ken je zoethout al? Een stokje om op te kauwen en wat lekker zoet smaakt? Het grappige is dat zoethout eruitziet als een takje, maar in feite de wortel is van deze plant. Je kunt een zoethoutplant in je tuin zetten. Na drie jaar kun je dan de wortel oogsten. Maar je kunt natuurlijk ook naar een oudhollands snoepwinkeltje te gaan, die heeft ze vast nog wel te koop.

Kleuren met krokus

Heb je wel eens paella gegeten? Een Spaans gerecht met gele rijst? De kleur van de rijst komt van saffraan. Dat zijn stampers die in het hart van een saffraankrokus groeien. Deze specerij is het duurste ter wereld, omdat deze oranje draadjes met de hand uit de krokus moeten worden geplukt. Gelukkig heb je maar één draadje nodig om je eten kleur en smaak te geven.

Herfst Winter

KINDERSPEURTOCHT

In de Hortus kun je dit jaar speuren naar planten die wij als mens kunnen gebruiken. Denk aan mangrove, bamboe, vezelbanaan, salie, zoethout, wilg... Deze speurtocht is vanaf begin april tot na de herfstvakantie op te vragen bij de kassa van de winkel.

TIP

Loop door de Hortus vooral ook door naar de Oude Sterrewacht voor de tentoonstelling ‘Planten & Planeten’. Daar is voor jou altijd iets te doen!

WORD JEUGDVRIEND!

Kom je graag in de Hortus? Word ook Jeugdvriend! Je steunt hiermee de Hortus, en in ruil hiervoor heb je het hele jaar door gratis toegang. Plus: eenmaal per jaar mag je meedoen aan een toffe rondleiding. Jeugdvriend zijn heeft nog meer voordelen, kijk hiervoor op de website van de Hortus onder kopje ‘Vrienden’.

SPECIAAL VOOR OUDERS MET JONGE KINDEREN

Jonge kinderen zijn meestal niet van die uitslapers. Neem ze mee naar Kleuterdans. Terwijl je zelf geniet van een kopje koffie to go, danst en speelt Maxime een uurtje met de kleuters. Meer informatie op de website van de Hortus onder het kopje ‘Zien en doen’.

Maretak met kerst

Soms kun je in de winter hoog in een boom grote ballen zien zitten. Dikke kans dat het om maretak gaat, een plant die zich lekker in een andere boom nestelt om in te groeien. Met kerst worden maretakken – op z’n Engels mistletoe - wel als versiering in huis opgehangen. En de traditie is: sta je met iemand onder een maretak, dan moet je die ander een zoen geven.

Een reus in het regenwoud

Leren van de cultuur van de Baka–jager-verzamelaars

Samen met Tinde van Andel en Sandrine Gallois heeft Thomas Heger onderzoek gedaan bij de Baka in het Congolese regenwoud. Zij zijn een groepjager-verzamelaars vroeger bekend als ‘pygmeeën’ met een enorme kennis van de biodiversiteit in hun omgeving. Helaas staat hun levenswijze onder druk door de invloed van globalisering.

[tekst] Thomas

Baka met Tinde en Thomas [foto] Sandrine Gallois
Heger [foto’s] Sandrine Gallois, Thomas Heger

Op de stoffige oranjerode paden richting het Congolese regenwoud in Zuidoost Kameroen wordt het snel duidelijk: de natuur is hier heer en meester. Torenhoge Irvingia’s, getooid in hun roze schutbladeren, wuiven ons tegemoet. Hoe verder de weg vanuit de Kameroense hoofdstad Yaoundé ons voert, hoe meer het bos ons omsluit als een eindeloze kathedraal.

Ik ben op pad met de legendarische etnobotanicus Tinde van Andel, die zelf nog is opgeleid door de wereldberoemde Paul Maas, en Sandrine Gallois, een Franse anthropologe die jaren in dit bos heeft gewoond waar we nu met groot ontzag naar binnen rijden. Achter het stuur zit Allain, onze Kameroense chauffeur, die hier al sinds jaar en dag onderzoekers heen en weer pendelt en zweert daar ooit een boek over te zullen schrijven. Hij geeft aan graag even te willen stoppen om een baton de manioc op te pikken: een gefermenteerde, in bananenbladeren gewikkelde cassavewortel, die ruikt naar een combinatie van penetrante oude kaas en rotte vis.

In het dorpje Le Bosquet waar we na een lange, enigszins misselijkmakende rit aankomen, worden we warm onthaald door oude bekenden van Sandrine. De dorpelingen behoren tot de Baka, een groep voormalige jager-verzamelaars die vroeger ‘pygmeeën’ werden genoemd. Als een van de vele nomadische volkeren in het Congolese regenwoud beschikken ze over een ongekend grote kennis van de biodiversiteit in dit gigantische bos, dat zich uitstrekt over twee miljoen vierkante kilometer (50x Nederland!).

Het leefgebied van de Baka verandert snel. Veel van de plantensoorten die de Baka gebruiken in hun keuken zijn vruchten van bomen in het bos. Juist deze bomen zijn ook zeer waardevol voor de houthakkers die steeds dieper in het bos doordringen. Daarnaast heeft de Kameroense regering jarenlang geprobeerd om het nomadische leven van de Baka om te vormen naar een sedentair bestaan met nette dorpjes en landbouw. Ontwikkeling noemen ze dat.

Ons gezelschap trekt onder leiding van enkele wijze dorpelingen het bos in. Om de kennis van de Baka te documenteren vragen we hun bij elke eetbare plant naar de naam, het gebruikte

deel, de toepassing – en de bereidingswijze ‒een wildplukwandeling zoals ik die nog nooit heb meegemaakt. Het gebruik van eetbare planten van de Baka blijkt voor meer dan 45% uit producten afkomstig van bomen te bestaan. Vooral de Irvingiaceae, vanwege de gelijkenis ook wel ‘bush mangoes’ genoemd, zijn een belangrijke voedingsbron. Daarnaast gebruiken ze wel negen verschillende soorten Dioscoreaceae, gewoonlijk yams genoemd. Dit zijn klimplanten met eetbare, ondergrondse knollen. Er is een yamsoort voor barre tijden, eentje die door families gedeeld wordt en zelfs eentje voor mensen die zijn vreemdgegaan. Al met al documenteren we de etnobotanische kennis van meer dan negentig plantensoorten.

Tijdens onze laatste wandeling manoeuvreert Baka-gids Apollinaire behendig over de smalle paadjes en boomstambruggetjes, terwijl hij zo nu en dan achteloos een boomslang weg mept. Ik, toch een goede veertig centimeter langer, probeer hem enigszins stuntelend bij te houden en glij zo nu en dan een beekje in. ‘T’es un géant, Thomas!’, klinkt het terwijl ik vriendelijk wordt uitgelachen – een Hollandse reus in het Afrikaanse woud.

Doorgesneden vrucht van een Irvingia [foto] Thomas Heger Een Irvingia [foto] Thomas Heger Maaltijd [foto] Thomas Heger
Aframomum (Zingiberaceae) [foto] Thomas Heger
Aan het werk [foto] Thomas Heger
[foto] Sandrine Gallois

Pothoofdplanten

Deventer als vindplaats van buitenlandse flora

In de negentiende eeuw ontpopt Het Pothoofd, gelegen aan de IJssel in Deventer, zich tot een belangrijke overslagkade voor graan. Hier stonden kraanmachines en graansilo’s voor vrachtschepen uit onder meer Rusland en de Verenigde Staten. Vlakbij de kade lag een groot spoorwegemplacement voor verder graantransport. Een oplettend oog vond in de gelijknamige buurt Het Pothoofd, maar ook in de aangrenzende Raambuurt en op de spoorwerf, geregeld opmerkelijke planten. [tekst] Norbert Peeters

VVolgens een artikel uit 1898 waren er in een kwart eeuw op deze plaats meer dan honderd nieuwe soorten voor Nederland gevonden. De auteur, ene J.R. Katz, schrijft:

[…] toen onze meelfabrieken hun koren uit alle oorden der wereld lieten komen, trok natuurlijk een stroom van landverhuizers ons land binnen: Hongaren, Italianen, Russen, Oostenrijkers, Syriërs en Californiërs om strijd1

Bij het overladen en ziften werd geregeld gemorst en werd graanafval gedumpt. Hiertussen bevonden zich zaden van akkeronkruiden uit het land van herkomst. Veel konden niet gedijen in ons klimaat, maar een enkeling voelde zich thuis en begon te floreren. Langs de kade, in de bermen, perken en tussen de straatstenen vonden (amateur)botanici tal van verstekelingen uit verre contreien. Een enkele soort bleek zelfs zo succesvol dat ze volgens de auteur ‘haar karakter als Pothoofdplanten verloren en ’t burgerrecht in onze flora (heeft) gekregen.’

Wereldlandschap (lijnets)

Geen vindplaats staat zo vaak vermeld in de latere delen van Flora Batava als ‘Pothoofd’. Neem bijvoorbeeld de berichten van lerares Mejuffrouw Justine Kroon aan Frederik Willem van Eeden. In 1880 wijst zij hem per brief op de aanwezigheid van grijskruid (Berteroa incana) en in 1885 ontdekt ze ‘Oostersche bunias’ (nu bekend als grote hardvrucht (Bunias orientalis) . Ook verzamelaars, zoals de botanicus Hendrik Jan Kok Ankersmit, vinden er onder meer rode hoornpapaver (Glaucium corniculatum) en de raket van de Wolga (Sisymbrium volgense). Kortom, de oude Hanzestad deed haar naam eer aan als Fundgrube van buitenlandse flora. Zozeer zelfs dat de botanicus Hendrik Heukels, van de gelijknamige Heukels’ Flora, de categorie ‘Pothoofdplanten’ introduceerde als de algemene aanduiding voor planten die per ongeluk door menselijk toedoen verschenen bij havens, spoorweglocaties en andere transportplaatsen. Ook ging hij zelf naar Het Pothoofd en vond groot stinkend liefdegras, wat hij vervolgens aanbood voor de Flora Batava. De vondst leverde in het lemma de vermelding op: ‘Nieuw voor de Flora van Nederland’.

De naam ‘Pothoofdplant’ bleef niet plakken. Naast de botanische vakterm ‘adventief’ verschijnen er ook synoniemen in de volkstaal. Zo wordt er begin twen en nieuwe burgers’, overduidelijk ontleend aan de migratiekunde.

Passanten zijn de soorten die zich kenmerken door een kort verblijf. Ze verschijnen ergens, maar door een ongunstig klimaat of andere nadelige leefomstandigheden brengen ze geen kiemkrachtige zaden voort om zich te vestigen.

‘Aankomelingen’ zijn planten die ergens oorspronkelijk niet thuis behoren, maar zich meer of minder regelmatig vermenigvuldigen en verspreiden. Maar hun verspreiding beperkt zich tot de cultuurgronden.

Tot slot zijn er de ‘nieuwe burgers’ die zich in het wild te midden van de inheemse flora blijvend vestigen.

Het Pothoofd is geenszins de enige plek waar deze passanten, aankomelingen en nieuwe burgers verschijnen. Er komen ook buitenlandse zaden mee met ladingen grind en stenen voor dijkenbouw en spoorwegtaluds, via de wolhandel in balen ongekamde wol uit landen zoals Australië en Nieuw-Zeeland en zelfs via de import van vogelvoer. Kortom, dat Nederland een handelsland is toont zich ook in zijn flora.

1Katz, J.R. (1898), ‘Over Pothoofdplanten’, De Levende Natuur, vol. 3 (10), pp. 188-190.

Jan Meijvogel, een vakman in alle opzichten

Jan Meijvogel is inmiddels al 30 jaar een bekend gezicht in de Hortus botanicus Leiden, waar hij als fotograaf en vrijwilliger talloze bijzondere momenten vastlegt. Op 4 december 2024 vierde hij een indrukwekkend jubileum: hij was toen 60 jaar verbonden aan de Universiteit Leiden. Jans carrière begon echter niet in de botanische wereld, maar op zee, waar hij ervaring opdeed met navigatie. Zijn interesse in sterrenkunde leidde hem naar de beroemde professor Oort van de Leidse Sterrewacht, die hem in 1964 vroeg bij de universiteit te komen werken als hoofd van de Civiele Dienst.

[tekst] Jack Sluijs [foto’s] Jan Meijvogel, Adri Mulder
Stanhopea nigroviolacea [foto] Jan Meijvogel
Sterrewacht [foto] Jan Meijvogel

Jan accepteerde de baan per 1 december 1964 en ging wonen in het gebouw van de Sterrewacht, waar hij omringd werd door prominente wetenschappers, zoals de professoren Oort, Oosterhoff en Van de Hulst. Op verzoek van professor Oort volgde hij naast zijn werk colleges sterrenkunde om met deze kennis publieksvoorlichting te geven voor de Sterrewacht. Jan gaf sindsdien regelmatig lezingen over sterrenkunde en hij liet duizenden mensen door de sterrenkijkers naar het heelal kijken. Daarnaast leerde hij precisiefotografie voor de bestudering van dubbelsterren en begon hij ook films te maken. Dit deed hij niet alleen voor de Sterrewacht, hij maakte ook films over andere onderwerpen, onder andere over de Pilgrim in Leiden en de Leidse Kampeervereniging LCKV.

Na zo’n 25 jaar bij de Sterrewacht maakte Jan de overstap naar de subfaculteit Biologie binnen de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. Zo kwam hij in de Hortus terecht. Al snel werd gezien dat Jan naast zijn werk voor de Civiele Dienst ook over een bijzonder fotografietalent beschikte. Hem werd gevraagd de plantencollecties te fotograferen, met name de collectie orchideeën, die van groot wetenschappelijk belang is. Bloemen van elke nieuwe soort moeten heel precies worden gefotografeerd voor publicaties. Jaarlijks stuurde Jan deze foto’s ook naar het maandblad Orchideeën. Ondanks zijn drukke agenda, waarin hij ook de lezingen en publieksvoorlichting voor Sterrenkunde voortzette, genoot Jan volop van deze veelzijdige taken.

Inmiddels is Jan met pensioen, maar hij blijft onvermoeibaar actief. Op 1 december 2024 was hij exact 60 jaar aan de Universiteit verbonden. Eerst in loondienst en daarna aansluitend als vrijwilliger, want Jan is met zijn 87 jaar nog steeds dagelijks in de Hortus te vinden. Daarnaast was Jan tot 31 december 2024 zo’n 10 jaar de paddenstoelenexpert van Nederland en beantwoordde hij maandelijks vragen hierover voor Roots Magazine.

Nog steeds plaatst Jan wekelijks foto’s van alles wat er in de Hortus te zien is op zijn Facebookpagina, waarop hij bijna 5.000 volgers heeft; de Hortus plaatst die vervolgens weer op de eigen pagina. Dankzij deze voortdurende reeks van wekelijkse foto’s is het eenvoudig om terug te vinden wat er in welke periode heeft gebloeid. Dat is nuttig, maar voor Jan is het belangrijkste dat hij de Hortus toegankelijk maakt voor mensen die door omstandigheden of beperkingen de tuin niet kunnen bezoeken. Juist dat aspect maakt dat Jan dit met veel plezier nog vele jaren wil blijven doen. Een jubilaris die er al 60 jaar op heeft zitten en nog altijd onvermoeibaar doorgaat: een vakman in alle opzichten.

Op 14 november vorig jaar werd Jan tot zijn grote verrassing verblijd met de Universiteitspenning. Die werd hem wegens zijn jubileum en bijzondere verdiensten uitgereikt door de vice-rector van de universiteit Erwin Muller. Een welverdiende eer! Op de rand van de penning is gegraveerd: Per astram ad hortem (Van de sterren naar de tuin).

Coelogyne gibbifera [foto] Jan Meijvogel Eria graminea [foto] Jan Meijvogel
Jan in actie [foto] Adri Mulder
Hortus botanicus

De Hortus in alle seizoenen

In de tuinen en kassen van de Hortus is iedere dag iets nieuws te ontdekken. Elk seizoen heeft zo zijn eigen hoogtepunten voor je in petto, maar zeker is dat de Hortus altijd een oase van rust is. In het jaar 2025 staat de Hortus in het teken van het thema ‘Plant & mens’. Welke planten hebben bijzondere eigenschappen die ze geschikt maken om mee te bouwen, als geneesmiddel, als voedsel, welke spelen een rol bij rituelen? In ieder seizoen ontdek je nieuwe verhalen over het gebruik van planten. Op deze pagina’s vind je een overzicht van alle activiteiten in 2025.

Winter

Juist in de eerste maanden van het jaar zijn de monumentale Hortusbomen op hun mooist. Speur naar de vroegste bloeiers, bekijk de vogels in hun winterkleed, wandel rond de Oude Sterrewacht en warm op in de Tropische Kassen of in het Hortus Grand Café. Het seizoensplattegrondje vertelt over planten die gebruikt worden als bouw- en brandstof, voor muziekinstrumenten, gereedschap of voor winterse rituelen.

Plantenverhalen

• Taxus

• Maretak

• Mangrove

• Bamboe

De Hortus is elke dag open van 10.00-17.00 uur. Op 25 december t/m 1 januari is de Hortus gesloten.

Tijdelijk in de Hortus

• Trees that bark, t/m 23 maart Fotograaf Mark Kohn toont de structuren die hij zag in boomschors.

• Planten & Planeten, vanaf 7 februari woensdag t/m zondag in de Oude Sterrewacht

Instapexcursie winter

Elke zaterdag

Winterlezing Vrienden

23 januari

Workshop schoonheidNatuurlijke van de Romeinen

25 januari, 21 februari, 14 maart

De Hortusimker vertelt

2 februari

Avondje Sterrewacht

(entree via Sterrewacht)

6 februari, 27 februari

Workshop botanische microscopie

9 februari, 9 maart

Zondagwandelingen

Thema Plant & mens 9 februari, 9 maart

Workshop (volwassenen)Blauwdruk

16 februari, 16 maart

Workshop Blauwdruk (jong en oud)

26 februari, 2 maart

Wetenschappelijk tekenen met Esmée Winkel

28 feb, 1 maart

Hoger Onderwijs Voor Ouderen

7 maart Start HOVO-cursus ‘Planten & planeten’ (vier colleges)

Landelijke Sterrenkijkdagen

(entree via Sterrewacht) 7-9 maart

Start Hortus Jeugd Universiteit

vanaf 9 maart (vier bijeenkomsten)

• Vleeseters

• Varens

• Teak Kroonjuwelen

Stadsnatuur Safari

9 februari, 9 maart

• Mysore-winde

• Monumentale bomen

De plantenverhalen zijn te vinden met behulp van een speciale themaplattegrond. De plattegrond is gratis mee te nemen bij de kassa. Voor elk seizoen is er een.

Kijk op hortusleiden.nl voor het volledige overzicht van onze activiteiten en tickets.

Lente

In het voorjaar barst de Hortus van het leven, het is haast te veel om te bevatten. De themaplattegrond leidt je langs eetbare planten en hun verhalen; het Science café op 16 mei wordt een feestelijk hoogtepunt rond het thema ‘thee’. Vergeet de Plantenmarkt niet.

De Hortus is elke dag open van 9.00-18.00 uur.

Tijdelijk in de Hortus

• Trees that bark, t/m 23 maart Fotograaf Mark Kohn toont de structuren die hij zag in boomschors.

• Planten & Planeten, woensdag t/m zondag in de Oude Sterrewacht

• Fotopresentatie jubilerende universiteit, 22 april-26 oktober

De eeuwige student

Instapexcursie lente

Elke zaterdag

Yoga in de tuin

Elke woensdag van juni-september

Voorjaarscursus botanisch tekenen met Anita Walsmit Sachs

1 april-4 april

Natuurclub

start 3 april (vier bijeenkomsten)

Avondje Sterrewacht

(entree via Sterrewacht)

3 april, 8 mei, 5 juni

De Hortusimker vertelt

6 april, 1 juni

Vriendendag

12 april

Plantenverhalen

• Japanse kornoelje

• Wijnstok

• Thee

• Granaatappel

• Tulp

Kleuterdans

13 april, 11 mei

Zondagwandelingen

13 april, 11 mei, 8 juni

Stadsnatuur Safari

13 april, 11 mei, 8 juni

Clusiuslezing

15 april Tinde van Andel: Rauwolf herbarium

Stekjesruilmiddag

16 april, 18 juni

Plantenmarkt

10 mei

Science café Thee

16 mei

Science café Composieten

6 juni

Museumnacht

14 juni

Kroonjuwelen

• Goudenregen

• Jadebloem

• Bloeiende bollen

Kijk op hortusleiden.nl voor het volledige overzicht van onze activiteiten en tickets.

[foto] Cunie Sleijpen
Lamium orvala

Zomer

Op warme dagen vind je verkoeling onder onze monumentale bomen, of bij de Planten & Planeten tentoonstelling. Een jaarlijks hoogtepunt is de Midzomernacht: zo bijzonder om in de avondschemering door de tuin te dwalen, van muziek naar toneel, van koffie naar cocktail.

De Hortus is elke dag open van 9.00-18.00 uur.

Tijdelijk in de Hortus

• Fotopresentatie jubilerende Universiteit, 450 jaar studentenleven

• Planten & Planeten, woensdag t/m zondag in de Oude Sterrewacht

Instapexcursie zomer

Elke zaterdag

Midzomernacht

21 juni

Yoga in de tuin

Elke woensdag van juni-september

Clusiuslezing

Donderdagrondleidingen in juli en augustus (NL en Engels)

1 juli Joop Schaminee: het levend archief

Zomercursus Botanisch

Tekenen met Anita Walsmit Sachs

8 juli-11 juli

Open Imkerijdagen

12 juli-13 juli

Stadsnatuursafari

13 juli, 10 augustus

Zondagwandelingen

13 juli, 10 augustus, in september is er geen zondagrondwandeling

Baby op het blad

18 juli

De Hortusimker vertelt

3 augustus

Science café Vlinderbloemigen

8 augustus

Kleuterdans

10 augustus, 7 september

Natuurclub start 4 september (vier bijeenkomsten)

Hortus Jeugd Universiteit start 7 september

Nacht van ontdekkingen 20 september (onder voorbehoud)

Open Monumentendagen 13-14 september

Stekjesruilmiddag 17 september

Plantenverhalen

• Zoethout

• Hop

• Papaver

• Roos

• Zwarte peper

Kroonjuwelen

• Reuzenwaterlelie

• Heilige lotus

• Orchideeën

• Cistus

Kijk op hortusleiden.nl voor het volledige overzicht van onze activiteiten en tickets.

Lotus hirsutus
Hortus botanicus Leiden

Herfst

Overal rijpen vruchten en zaden, het blad verkleurt in allerlei warme tinten, paddenstoelen poppen op tussen de boomwortels. Wat is er fijner dan uitwaaien in de Hortus op een zonnige herfstdag. Bekijk de tuin met nieuwe ogen met de themaplattegrond, schrijf je in voor een van de activiteiten en ontmoet andere Hortusvrienden.

Plantenverhalen

• Nieuwzeelands vlas

• Saffraankrokus

• Vezelbanaan

• Moerbei

• Schaafstro

Kroonjuwelen

• Goudenregen

• Jadebloem

• Najaarsbloeiende bollen

De Hortus is elke dag open van 10.00-17.00 uur, met uitzondering van 3 oktober.

Tijdelijk in de Hortus

• Fotopresentatie jubilerende Universiteit, 450 jaar studentenleven, tot medio oktober

• Planten & Planeten, woensdag t/m zondag in de Oude Sterrewacht

• Plant & mens: Verfplanten in de Oude UB met de Vereniging van Botanisch Kunstenaars Nederland, 31 oktober-20 december

Instapexcursie herfst

Elke zaterdag

Workshop levensechte bloemen van papier maken

21 september, 19 oktober, 16 november

Meditatie in de tuin

24 september

Yoga in de tuin

24 september

Science café Nachtschade

26 september

100 Bruggen Loop

27 september-28 september

Clusiuslezing

30 september José van Paassen: landschapsherstel

De Hortusimker vertelt

5 oktober, 7 december

Natuurclub (vier bijeenkomsten), start 9 oktober

Science café Grassen

10 oktober

Groene Kinderboekendag

11 oktober

Zondagwandelingen

12 oktober (paddenstoelen), 9 november (wintersmaken), 14 december (Plant & mens)

Kleuterdans

12 oktober

Stadsnatuursafari

12 oktober, 9 november, 14 december

Herfstcursus botanisch tekenen met Anita Walsmit

Sachs

14 oktober-17 oktober

Proeverijwandeling

Middeleeuwen

19 okt, 26 okt, 2 nov, 15 nov, 22 nov, 29 nov

Wetenschappelijk tekenen met Esmée Winkel

24-25 oktober

Hoger Onderwijs voor Ouderen

planten uit de oudheid, start 7 november, vier bijeenkomsten

Kijk op hortusleiden.nl voor het volledige overzicht van onze activiteiten en tickets.

[foto] Cunie Sleijpen
Hortus botanicus Leiden

Adopteer een boom of plant

U kunt de Hortus ook steunen door uw favoriete plant, boom of bank te adopteren.

Veel van de bomen en struiken in de Hortus zijn al eeuwenoud en hebben daarom speciale verzorging en aandacht nodig. De Hortus stelt u in de gelegenheid voor een bepaalde periode één of meerdere bomen en/of struiken te adopteren. Adopteren kan vanaf € 250,- per jaar. Iemand een adoptie cadeau doen kan ook. Een uniek en inspirerend geschenk voor een huwelijk of jubileum of ter nagedachtenis aan een dierbare. U kunt per jaar beslissen of u de adoptie van uw boom of plant wilt voortzetten. Als Adoptant hebt u toegang tot de Hortus en Vriendenevenementen voor 4 personen.

Voor meer informatie over de te adopteren planten en bomen kunt contact opnemen met 071 5275 144 of hortusvrienden@hortus.leidenuniv.nl.

Schenken en nalaten

De Leidse Hortus is meer dan een groene oase in de stad. De bijzondere plantencollectie, het onderzoek dat eraan gedaan wordt, het waarborgen van biodiversiteit, de schoonheid ervan, dit alles moet gekoesterd worden. Door te schenken of de Hortus in uw testament op te nemen draagt u hieraan bij en blijft u voortleven in onze Hortus.

De Stichting Vrienden van de Leidse Hortus heeft een culturele ANBI-status. Dit betekent dat er belastingvoordeel kan zijn in het geval dat u een schenking doet aan de stichting. Dit geldt ook bij boomadopties. De belastingdienst maakt een onderscheid tussen particuliere giften en giften door bedrijven.

Voor meer informatie of een persoonlijk gesprek kunt u vrijblijvend contact opnemen met Patricia Vandecasteele, publiekszaken en fondsenwerving, via 071 – 527 3599 of p.g.m.vandecasteele@hortus.leidenuniv.nl.

Kijk voor meer informatie op www.hortusleiden.nl/steun-ons

De Hortus het steunen waard

Piet van Rijn adopteerde twee bomen in de Hortus vanwege zijn liefde voor natuur en wetenschap. Zijn fascinatie begon al tijdens schooluitstapjes, en nu draagt hij bij aan de toekomst van de Hortus door zowel recreatie als onderzoek te steunen.

[tekst] Adri Mulder [foto’s] Hanneke Jelles, Adri Mulder, Petra Sonius [afbeelding] Aet Alev-Kilg
Mispel [foto] Adri Mulder
Aquarel van de mispel [afbeelding] Aet Alev-Kilg

Piet begon zijn carrière als bibliothecaris en werkte vervolgens jarenlang als ambtenaar. Dat vond hij absoluut niet saai; voor de Verenigde Naties heeft hij reizen gemaakt en gewerkt in verre landen. Daarna werkte hij als beleidsmedewerker bij de Tweede Kamer, de laatste jaren was hij betrokken bij de renovatie van de Eerste Kamer. Inmiddels is hij een paar jaar met pensioen.

Zijn enthousiasme voor de Hortus ontstond al vroeg: met zijn middelbare school in Noordwijkerhout ging Piet al op excursie naar de Hortus. Op het moment dat zijn situatie het toestond goede doelen te steunen, besloot hij een boom in de Hortus te adopteren. De Stichting Vrienden van de Hortus steunt voornamelijk de publieksfunctie, maar met het opkomen van burgerwetenschap ondersteunt de stichting ook het stoepplantjesproject van Nienke Beets en het Verborgen Stadsnatuuronderzoek van Tim Claerhout. Piet was blij dit te horen, want het is nadrukkelijk zijn bedoeling om via de adoptie van zijn boom ook de wetenschap te steunen.

Piet heeft ervoor gekozen de Bronvaux-mispel (Crataegomespilus dardarii) te adopteren. Omdat het een mooie boom is, maar vooral omdat hij in de door Piet zeer geliefde Japanse tuin staat. De mispel werd al in 1912 in de Hortus geplant, ruim vóór de aanleg van de Japanse tuin. De boom is één van de weinige niet-Japanse planten die daar zijn blijven staan. Er zit een heel apart verhaal aan de mispel, zie het kader. Hortusvriendin Marijke Pilgram maakte jarenlang gelei van de vruchten van deze mispelboom voor de Hortusmedewerkers. Piet had het bijzondere verhaal over ‘zijn’ boom nog niet eerder gehoord en betreurt dat hij de gelei nooit heeft kunnen proeven. Hij pleit dan ook voor meer communicatie vanuit de Hortus met de Adoptanten over hun geadopteerde bomen.

Dankzij de mogelijkheid voor belastingaftrek via de ANBI-regeling besloot Piet nog een boom te adopteren. Zijn historische interesse leidde hem naar een zeer oude boom: de dadelpruim (Diospyros lotus) die al in 1740 is geplant. Hij staat vlak voorbij de ginkgo en hij ziet er inderdaad heel oud uit, maar is niettemin springlevend. De dadelpruim is tweehuizig, wat betekent dat er zowel mannelijke als vrouwelijke planten van de soort voorkomen. De adoptieboom van Piet is mannelijk, maar verderop in de Hortus staat een jonge vrouwelijke plant. Daar komen dus de vruchtjes aan.

Piet geniet volop van zijn geadopteerde bomen en raadt iedereen aan ook een plant in de Hortus te adopteren. Het is een prachtige manier om zowel van de natuur te genieten als de Hortus te ondersteunen.

Plant & mens

[tekst] Jan Hengstmengel

De Bronveaux-mispel is een bijzonder voorbeeld van een door mensen gecreëerde plant, want het is een hybride tussen een mispel en een eenstijlige meidoorn. In het wild komt hij niet voor. De oudst bekende hybride van deze twee soorten is een geënte mispel-bovenstam op meidoorn-onderstam, die in 1895 groeide in de tuin van ene heer Dardar in Bronvaux nabij Metz. Vlak onder de entplaats ontsproten hybride takken, die kenmerken vertoonden van beide oudersoorten, maar in verschillende combinaties. Ze werden getoond aan de gebroeders Simon-Louis, boomkwekers uit Plantières (eveneens bij Metz), die ze verder zijn gaan kweken via enting en vermeerdering. Ze publiceerden de enthybride in 1899 onder de naam + Crataegomespilus dardari, wat volgens de huidige internationale nomenclatuurregels gecorrigeerd moet worden in Crataegomespilus dardari. Of de enthybride in 1912 vanuit deze kwekerij in Plantières naar Leiden is gekomen is niet bekend.

Piet bij de dadelpruim [foto] Adri Mulder
Piet bij de mispel [foto] Adri Mulder
Mispelgelei [foto] Petra Sonius

In memoriam Lies Rookhuizen

Op 7 maart van het afgelopen jaar overleed Lies Rookhuizen, oud-secretaris van de Vrienden van de Leidse Hortus. Zij heeft voor de Hortus en de Vriendenstichting veel betekend. Dankzij haar inzet heeft de stichting nu een solide basis om de ontwikkeling van de Hortus botanicus te ondersteunen. [tekst] Kees

Lies schildert water [foto] Geralda Odinot
Langeveld, John van Ruiten, Carla Teune [foto’s] Hanneke Jelles, Geralda Odinot, Familie Rookhuizen, Maggie Sharp
38 Hortus botanicus Leiden 2025

In mei 2003 trad Lies aan als secretaris van de Vereniging Vrienden van de Leidse Hortus, een bestuursfunctie die toen al twee jaar ad interim werd ingevuld. Lies vond dat deze belangrijke functie vast moest worden bezet. Ze is tot 2015 secretaris gebleven. Haar nauwkeurigheid en initiatieven werden zeer gewaardeerd. Samen met bestuursleden zoals Kees Langeveld, Bob Lodder en Carel Wijffelman versterkte zij de daadkracht van het bestuur, investeerde in de Hortus en mede daardoor verstevigde zij de positie van de Hortus binnen de Leidse universitaire gemeenschap.

Lies was ook een stuwende kracht in de omvorming van de vereniging naar een stichting om slagvaardiger te kunnen opereren, hoewel ze in haar hart de stichtingsvorm minder democratisch vond. Onder haar initiatief werden ‘visie-gesprekken’ gevoerd met sleutelfiguren van de universiteit. Deze gesprekken waren erop gericht de missie van de stichting en het belang van de Hortus onder de aandacht te brengen van de universiteitsbestuurders. Deze lobby heeft ongetwijfeld bijgedragen aan een verandering in het denken van de universiteit over de Hortus: van een kostenpost naar een parel waarmee je kunt pronken.

Gedreven en initiatiefrijk, maar ook gedisciplineerd en rustig volhoudend pakte ze zaken aan en stimuleerde anderen dat ook te doen. Tegelijkertijd was ze heel praktisch ingesteld: ze organiseerde vriendendagen, smeerde broodjes en hielp de hele dag met het uitserveren en inschenken van koffie en thee. Daardoor kende ze veel Vrienden persoonlijk en had ze veel contact met hen. Vergaderingen van het bestuur vonden vaak plaats bij Lies thuis aan

de Rijnsburgerweg. In de sfeervolle bibliotheek in het mooie huis of in de prachtige tuin, want als biologe was zij een groot plantenliefhebber en had ze ook veel plantenkennis. Ze reisde graag, onder andere met haar vriendin Carla Teune, naar verre bestemmingen (o.a. Japan, China, Zuid-Afrika). Ze genoot enorm van tuinen bezoeken en lange wandelingen maken. En daarbij kon ze haar hobby fotografie fijn uitleven. Een andere hobby was het beschilderen van porselein met onderwerpen uit de botanie en de natuur.

Na een hersenbloeding kon Lies al dit soort activiteiten niet meer ondernemen. Dit viel haar heel zwaar, al wist zij ook in de laatste fase van haar leven de regie te behouden. Lies zal worden herinnerd als een aangenaam persoon, als iemand die voor goede doelen als de Hortusvrienden heel hard werkte en die de Vriendenstichting en de Hortus grote diensten heeft bewezen.

Dat onze Leidse Hortus momenteel zo mooi is en aan bezoekers zoveel genoegen schenkt, hebben wij mede aan Lies Rookhuizen te danken.

Parfumbereiding in het oude Egypte [Musée du Louvre, Parijs]
Lies in haar tuin met Romke van de Kaa [foto] Hanneke Jelles Lies in Schotland (2023) [foto] Maggie Sharp
Lies Rookhuizen [foto] familie Rookhuizen

De Hortus als brug kennistussen en natuur

‘Living Botany’ v.l.n.r. Nienke Beets, Roderick Bouman, Annas Rabbani, Tim Claerhout en Paul Keßler [foto] Mathilde Simons
Bouw van de Tropische kassen in 1938 [foto] Hortusarchief
40 Hortus botanicus Leiden 2025

De Hortus botanicus Leiden hoeft niet te klagen over onbekendheid bij het grote publiek. Mensen komen immers van heinde en verre om deze prachtige tuin te bezoeken. Het is een plek waar wetenschap en publiek op een toegankelijke manier met elkaar in contact komen, wat de Hortus een unieke positie binnen de universitaire wereld geeft.

[tekst] Jack Sluijs [foto’s] Roderick Bouman, Hortusarchief, Mathilde Simons

Roderick Bouman is gepromoveerd op het plantengeslacht Phyllanthus. Begonnen als promovendus bij de Hortus werkt hij er nu als wetenschappelijk collectiebeheerder. Naast beheer van de collectie en het doen van eigen onderzoek begeleidt hij ook promovendi.

De Hortus valt onder de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. Daaronder vallen meerdere instituten voor onderzoek en onderwijs, zoals het Instituut Biologie Leiden (IBL) en het Centrum voor Milieuwetenschappen (CML). Vroeger vormden het Rijksherbarium en de Hortus samen ook een dergelijk instituut, maar inmiddels is het herbarium samengevoegd met herbaria van andere instellingen in Nederland en ondergebracht bij Naturalis Biodiversity Center. De Hortus bleef daarna enigszins geïsoleerd achter.

Dit betekende echter niet dat wetenschappelijk onderzoek verdween. De Hortus is altijd nauw betrokken geweest bij tal van onderzoeksprojecten, vooral over orchideeën en vleesetende planten, maar ook bij experimenten over bijvoorbeeld de zouttolerantie bij muggen. Daarnaast zijn er promovendi die werken aan maatschappelijke thema’s door onderzoek te doen naar stoepplantjes en verborgen stadsnatuur. Ook zijn er samenwerkingsprojecten met het buitenland, bijvoorbeeld met Indonesië.

Koen op zoek met expert Jan

De wetenschappelijk directeur vormt samen met collectiebeheerder Roderick en de promovendi een onderzoeksgroep genaamd ‘Living Botany’. Roderick wil met deze groep het wetenschappelijk onderzoeksprogramma verder structureren. De Hortus gaat zich richten op drie hoofdlijnen: de evolutie van biodiversiteit, divers onderzoek

gebaseerd op de Hortuscollecties, en het samenspel tussen botanie en de maatschappij. In de komende jaren worden nieuwe methodes voor DNA-onderzoek ontwikkeld, wordt het archief ontsloten en wordt voortgebouwd op bestaande burgerwetenschap- en conservatieprojecten. Zo verstevigt de Hortus zijn positie binnen de universiteit en de opleiding biologie en wordt het een aantrekkelijke plek voor studenten en promovendi die gericht op zoek zijn naar onderzoeks- en leerervaringen. Bovendien zullen de onderzoeksresultaten leiden tot verhalen waar bezoekers van kunnen genieten.

Wanneer de Hortus op termijn meer wil dan alleen onderzoek faciliteren en wetenschappelijk onderzoek bevorderen, is het essentieel dat universitaire instituten de waarde inzien van intensieve samenwerking met de Hortus. Op dat vlak heeft de Hortus veel te bieden. De Hortus is namelijk een belangrijke plek voor het in stand houden van bedreigde plantensoorten. Op den duur zou zelfs gedacht kunnen worden aan het conserveren van specifieke bedreigde gebieden. De tuinen en kassen bieden de mogelijkheid voor gestructureerd onderzoek aan levende materie bij veel meer plantensoorten dan in een standaard lab, want naast onderzoek naar herbariummateriaal kan levend materiaal natuurlijk niet ontbreken. Bovendien beschikken de medewerkers over de specialistische kennis om dit levende materiaal goed te onderhouden.

Wetenschappelijke onderzoeken spelen een rol in de educatie en voorlichting richting het publiek via lezingen en workshops. De Hortus heeft zo een prachtige positie om een brug te vormen tussen wetenschap en het grote publiek. Begrip en interesse zijn essentieel voor de wetenschap, omdat maatschappelijke relevantie een levensader vormt voor de universiteit.

Evolutie, educatie en behoud

Archiefonderzoek [foto] Roderick Bouman
Monsters nemen van bollen [foto] Roderick Bouman
Preparaten met Nepenthes worden in een microscoop ingeladen [foto] Roderick Bouman
Onderzoek aan bekers van Nepenthes [foto] Roderick Bouman

Een plantenmens

Zijn vader adviseerde Paul Keßler in te gaan op een aanbod om te promoveren op een biotechnologisch onderwerp. Maar Paul voelde weinig voor een carrière op dat terrein en sloeg het af. Zijn advies aan jonge mensen: kies een studie die echt bij je interesses past. Zelf ervoer hij hoeveel energie hij kreeg van zijn studie in een vak dat hem oprecht fascineert: de plantentaxonomie. Hierdoor kan hij zijn wetenschappelijke expertise ook op een inspirerende manier overbrengen. Als prefect van de Leidse Hortus is hij goed terechtgekomen.

[tekst] Adri Mulder [foto’s] Adri Mulder, Wikimedia Commons

Oliepalmplantage naast regenwoud [foto] Wikimedia commons
Uvaria arum [foto] Wikimedia commons

Vanaf zijn twaalfde werkte Paul in de zomervakantie op een kwekerij in De Bilt, waar kleine aantallen van veel verschillende soorten werden gekweekt. Omdat hij in Duitsland, waar hij is opgegroeid, al vanaf zijn tiende op het gymnasium Latijn leerde, was hij vertrouwd met de Latijnse namen van al die soorten. Hierdoor liet de eigenaar hem al snel niet meer wieden, maar zaden oogsten en de juiste Latijnse naam erbij zetten. Op die kwekerij werden ook veel soorten uit de steenbreekfamilie (Saxifragaceae) gekweekt, die Paul heel mooi en interessant vond.

Voor zijn masterstudie in Kaiserslautern stelde hij zijn hoogleraar voor onderzoek te doen naar Saxifragaceae Dat kon niet, omdat iemand anders daar al mee bezig was. De professor werkte zelf aan dde flora van Ceylon en met name de Annonaceae, een grote plantenfamilie met bomen, struiken en enkele lianen. Hij stelde Paul voor een geslacht uit deze familie te onderzoeken in ZuidoostAzië. Volgens Wim Vink van het Rijksherbarium telde het geslacht orophea daar wel tachtig soorten. Wim zei: ‘Dat is geen masterstudie, maar een promotieonderzoek. Als je akkoord gaat, moet je de voorwaarde stellen dat je op dit onderwerp kunt promoveren.’ Zo is het gegaan. Paul heeft veel onderzoek gedaan naar verschillende geslachten van de Annonaceae. Een geweldige familie, aldus Paul. Hij promoveerde op het onderzoek en schreef een boek over alle geslachten van de familie. Toen hij als postdoc bij het Rijksherbarium kwam, heeft hij eerst ook nog aan Annonaceae gewerkt en daarna heeft hij veel verschillende projecten in Zuidoost-Azië uitgevoerd.

Koen op zoek met expert Jan

Sommige Annonaceae hebben eetbare vruchten. Van de vruchten van de zuurzak (Annona muricata) worden ijs en frisdrank gemaakt. Tijdens zijn studententijd ging Paul in Nederland regelmatig naar toko’s om dit soort producten te kopen. In Duitsland waren die destijds niet verkrijgbaar.

Annonaceae lieten Paul nooit meer los. Nu begeleidt hij een promovendus, Annas Rabbani, die een geslacht uit de Annonaceae, Uvaria, in kaart probeert te brengen. Hij onderzoekt de fylogenie (de natuurlijke verwantschap en evolutie van soorten) en gebruikt daarvoor ook DNAanalyse. Paul geniet van deze interdisciplinaire aanpak. Zelf heeft hij tijdens zijn vele reizen naar de Oost ook altijd met veel plezier samengewerkt met collega’s uit allerlei disciplines.

Genieten van interdisciplinaire aanpak

Na de renovatie in 2013 is in de tropische kassen een teakboom geplant, een boom met heel sterk en duurzaam hout en daardoor veel toegepast, ook in de kassen in de Hortus. De teakboom groeit in moessonbossen, waar lange droge periodes worden afgewisseld met hevige regenval. De boom herinnert Paul aan de tijd dat hij de boomflora in Zuidoost-Azië onderzocht, zowel in moessonbossen als in laaglandbos. Helaas wordt het laaglandbos met zijn grote biodiversiteit bedreigd. Hier komen onder andere durian, meranti en bomen uit de familie van de Annonaceae voor. Veel bos is gekapt en vervangen door oliepalmplantages en uitheemse eucalyptusbomen. Door steenkool- en goudwinning en de aanleg van de nieuwe hoofdstad in Indonesië op Kalimantan is nog meer bos verdwenen. Eenmaal weg is het bijzonder moeilijk om zo’n laaglandbos weer te herstellen. Daarom is van groot belang dat deze bossen worden beschermd. Paul heeft daaraan bijgedragen met zijn vele onderzoeken in de regio.

Klimplanten op de teakboom in de Tropische kas [foto] Adri Mulder
Paul bij de Asimina triloba, een Annonacae in de Systeemtuin [foto] Adri Mulder
Vrucht van de zuurzak, Annona muricata [foto] Wikimedia commons

Bouwen met Huurman, daar komt iets moois van.

www.huurman-leiden.nl

INHEEMSE VASTEPLANTEN

Tuincentrum De Driesprong

Gefeliciteerd met het 50-jarig jubileum!

We wensen jullie een florerende toekomst. Griffioen Wassenaar Vasteplantenkwekerijen

GA VOOR WILD EN INHEEMS MET GRIFFIOEN OOK VERKRIJGBAAR BIJ HORTUS BOTANICUS LEIDEN PARTICULIER

Onderdeel van
Hortus botanicus Leiden 2025

Vriendenactivititeiten in 2025

Clusiuslezing 15 april

Vriendendag 12 april

Afscheidscollege Paul Keßler

Paul Keßler neemt wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd dit jaar afscheid als prefect van de Hortus. Hij heeft deze functie sinds 2006 vervuld. Daarvoor maakte hij als medewerker van het Rijksherbarium (nu Nationaal Herbarium Nederland) diverse onderzoeksreizen naar ZuidoostAzië. Hij deed veel onderzoek aan de plantenfamilie Annonaceae. In 1996 verzamelde Paul bladeren en bloemen van een tot dan toe onbekende soort tijdens een expeditie in Berau op het Indonesische deel van Borneo. De soort is naar hem genoemd: Saurauia kessleri. Ook een plant uit de koffiefamilie heeft zijn naam gekregen: Timonius kessleri. Paul is LUF-hoogleraar ‘Botanische tuinen en botanie van Zuidoost-Azië’. Hij heeft veel betekend voor de wetenschap in de Hortus. Nu hij met pensioen gaat, geeft hij tijdens de Vriendendag een afscheidscollege. Uiteraard grijpen we de gelegenheid aan om op gepaste wijze met de Hortusvrienden afscheid te nemen van Paul.

Tinde van Andel over het Rauwolf herbarium Verreweg het mooiste boekherbarium ter wereld is het ‘Syrische Rauwolf herbarium’. Het bevat zo’n 200 gedroogde planten, met wortel en al uitgegraven en opgeplakt als kunstwerk door de Duitse arts en botanicus Leonhard Rauwolf tijdens zijn reis door Libanon, Syrië, Irak, Koerdistan en Palestina tussen 1574 en 1576. Granaatappels, pistachenootjes, henna, aubergine, narcissen en bananen: de Europeanen hadden er nog geen weet van. Rauwolf verzamelde ze niet alleen. Hij beschreef ook uitvoerig het gebruik dat men ervan maakte en de zeden en gewoonten van de vele volkeren uit het Midden-Oosten. Tinde van Andel, etnobotanica en bijzonder hoogleraar op de Clusiusleerstoel, vertelt over deze prachtige collectie, ooit verkocht aan de Habsburgse keizer, nu in de schatkamer van Naturalis.

Clusiuslezing 30 september

José van Paassen over landschapsherstel

Clusiuslezing 1 juli

Joop Schaminée over het Levend Archief Emeritus hoogleraar Botanie en vegetatiekunde Joop Schaminée (u kent hem mogelijk van het TVprogramma ‘Professors op Pad’) spreekt over de actuele ontwikkelingen bij ’zijn’ Levend Archief. Deze stichting is in 2017 opgericht met het doel de biodiversiteit en genetische diversiteit in Nederland te behouden door het verzamelen en het bewaren van zaden van inheemse plantensoorten die dreigen te verdwijnen, vooral door het verloren gaan van habitat. Er ligt een accent op de zogenaamde RodeLijstsoorten, maar ook andere kwetsbare soorten worden opgenomen. De zaden worden ingezameld van authentieke herkomst- en vindplaatsen. Hun behoud wordt geborgd door ze langjarig op te slaan in de Nationale zadencollectie in Nijmegen en in Wageningen. De collectie, die wordt ingezet voor de versterking van verzwakte populaties en – onder strikte voorwaarden – eventuele herintroducties, is inmiddels behoorlijk gegroeid. Een in 2024 verstrekte grote subsidie van de Nationale Postcode Loterij zal een verdere stimulans zijn voor vergroting van kennis, behoud en herstel en publiekscommunicatie over dit onderwerp.

José van Paassen werkt als docent Plantenecologie en Natuurbeheer aan de Wageningen Universiteit. Zij doet samen met studenten onderzoek naar hoogveenherstel in Nederland. Cultuurhistorisch hebben venen een slechte reputatie: het waren vaak ontoegankelijke gebieden met verraderlijke gronden en ‘dwaallichten’. Het merendeel van het hoogveen in Nederland is ontgonnen voor turf of is ontwaterd. Hoogvenen zijn echter geweldige systemen met een groot vermogen zichzelf in stand te houden –mits de waterhuishouding op orde is. Er komen fascinerende planten voor. Naast allerlei prachtige veenmossen is er bijvoorbeeld de vleesetende zonnedauw, zijn er kruipende veenbessenstruikjes en soorten als lavendelheide te vinden. Essentieel hierin zijn veenmossen die hoogveenbulten vormen. José onderzoekt of hoogveenvorming gestimuleerd kan worden door het lokaal uitzetten van deze veenmossen, en met succes!

Tinde van Andel [foto] Daan van der Hoeven
José van Paassen [foto] Esther van Hoof

Botanie en tekenen, een liefde in verbluffende precisie

Wede in de Hortus
Hortus botanicus Leiden

Het onderwerp ‘heirloom’, erfgoed in het Nederlands, staat in 2025 internationaal centraal voor botanische kunstenaars. In Nederland is in het kader van het thema ‘Plant & mens’ gekozen voor verfplanten. Marianne van der Stee-Kuiper is nauw betrokken bij de organisatie van de tentoonstelling door de Vereniging van Botanisch Kunstenaars Nederland (VBKN), een mooie aanleiding om haar te interviewen.

[Tekst] Annemarie Broersma [foto’s] Adri Mulder [afbeeldingen] Marianne van der Stee-Kuiper

Op initiatief van de American Society of Botanical Artists (ASBA) doen botanische kunstenaars uit zo’n 25 landen mee aan een tentoonstelling rondom het overkoepelende thema heirloom : erfgoed van planten. Elk land kiest een eigen thema en organiseert rond 18 mei, de internationale dag van botanische kunstenaars, daarover een tentoonstelling. In Nederland valt dit samen met de jaarlijkse ledententoonstelling van de VBKN. Rond die datum vindt er ook een internationale online show plaats waarin alle deelnemende landen worden vertegenwoordigd.

Samen met andere bestuursleden van de vereniging stelde Marianne het Nederlandse thema vast: Verfplanten, kleur van Nederlandse bodem (in het Engels: Dye plants, color from Dutch soil). Marianne is namens de vereniging de contactpersoon voor de ASBA, waarvan ze ook lid is. Zij heeft gezorgd dat de Nederlandse tentoonstelling van de originele aquarellen gaat plaatsvinden in De Kruidhof, een botanische tuin in Buitenpost. Daarna is de tentoonstelling vanaf oktober te zien in de Oude UB in Leiden. Zelf doet ze uiteraard ook mee. Ze werkt ten tijde van het interview aan haar aquarel van de wede ( Isatis tinctoria ). Zie het kader.

Marianne tekende als kind al veel en deed mee aan tekenwedstrijden. Toch koos ze aanvankelijk voor een opleiding aan de Middelbare Tuinbouwschool, waar ze kennis van botanie opdeed. Die kennis zette ze in tijdens haar werk als bloemiste. Na een verblijf in het buitenland en de geboorte van haar kinderen pakte ze het tekenen weer op. Eerst via de Volksuniversiteit en daarna tien jaar lang bij Ars Aemula Naturae , de kunstenaarsvereniging in Leiden. In die tijd kwam het botanisch tekenen op haar pad en daarin kwamen haar liefde voor botanie en tekenen perfect samen. Vanaf dat moment heeft ze zich verder verdiept in beide disciplines. Zo volgde ze het mastervak ‘Plant Families of the Tropics’ aan de universiteit, de online basiscursus flora van Floron en vele cursussen botanisch tekenen in binnenen buitenland.

Benodigdheden [foto] Adri Mulder

Alambiek [foto] Adri Mulder
Duinplant oeverkruid
Marianne van der Stee-Kuiper
Duinplant: zeewinde
Wede (Isatis tinctoria)
Duinplant: zeewinde

Entree Pieter de la Courtgebouw [foto] Adri Mulder

Een en ander heeft zich vertaald in een gedegen werkwijze. Na het kiezen van het onderwerp start Marianne eerst een onderzoek. Ze bekijkt de plant heel precies met een loep: hoe ziet de bloem eruit, waar zitten de bladeren, zijn er haartjes te zien? Wat is de naam van de plant en tot welke plantenfamilie hoort hij? Indien nodig wordt de flora erbij gepakt om geen belangrijke kenmerken te missen. Het is een vereiste dat haar tekeningen botanisch correct zijn. Vervolgens maakt ze veel schetsen en werktekeningen. Als ze de plant of een deel daarvan (zoals bij een boom) niet mee kan nemen, tekent ze op locatie met potlood. Ze maakt ook foto’s en kleuraantekeningen. Daarna werkt ze een zwart-wit tekening van de plant of van delen ervan uit. Door te schuiven maakt ze een compositie van deeltekeningen en neemt die over op aquarelpapier. Dat wordt een soort kleurplaat. Ze schildert hem verder in kleur met aquarelverf waarbij ze een echte plant, eerdere schetsen, aantekeningen of foto’s als referentie gebruikt. Dit alles resulteert in een aquarel van de plant in levensechte kleuren en met precieze detaillering.

Deze passie en precisie zijn in al haar werken terug te zien, zelfs in de vakantieboeken die ze maakt. Daarin combineert ze botanische tekeningen met herbariummateriaal, foto’s van de omgeving, de datum en de plantennaam op één pagina. Op elke pagina vermeldt ze ook de plantenfamilie, zodat ze de bladen later eventueel ook per familie zou kunnen samenvoegen.

Het werk van Marianne is te zien op tentoonstellingen zoals de jaarlijkse tentoonstelling van de VBKN, maar ook in opdrachten die ze heeft uitgevoerd. Zo heeft ze een aantal aquarellen gemaakt voor het boek Bloeiende duinen van Rolf Roos en voor het Stoepplantjesalbum van de KNNV. Onlangs maakte ze zwart-wit tekeningen van paddenstoelen en hun onderdelen voor het Ascomycetenproject van de Nederlandse Mycologische

Stoepplantje: zandhoornbloem

Vereniging. In dit project wordt de mogelijkheid onderzocht om het enorme terrein van de Ascomyceten (een soort paddenstoelen) toegankelijk te maken voor een breder publiek. Daarnaast is ze te zien in een inspirerend instructiefilmpje van het tv-programma Het Klokhuis: ‘Stoepplantjes tekenen, doe het zelf’. In dit filmpje legt Marianne aan kinderen uit hoe je te werk gaat als je een madeliefje wilt tekenen. Het filmpje is te bekijken op de website van Het Klokhuis.

Duinplant: oeverkruid

Wede

Stoepplantje: gewone reigersbek

Voor het verven van textiel zijn drie basiskleuren nodig: rood, blauw en geel. Wede was ooit de enige plant in Europa die de kleur blauw kon leveren. Tegenwoordig wordt de plant Indigofera uit India hiervoor gebruikt omdat deze veel hogere concentraties blauwe kleurstof bevat. Op de website ‘plantaardigheden.nl’ onder het hoofdstuk ‘verfplanten’ staat beschreven hoe van wedebladeren de blauwe kleurstof wordt gemaakt. Voor haar onderzoek kocht Marianne een potje blauwe verf van wede en onderzocht de kleurmogelijkheden. Het bleek dat de verf niet lichtecht blijft. Ook is ze op zoek gegaan naar een echte bloeiende wedeplant, die ze vond in de Hortus. Ze kreeg een exemplaar mee. De plant is inmiddels uitgebloeid, maar de stengel met vruchten staat nog op haar werktafel terwijl ze de laatste hand legt aan de aquarel.

Botanische tekeningen van verfplanten die al vóór 1950 in Nederland voorkwamen

Van 12 april tot en met september 2025 te zien in de botanische tuin De Kruidhof, Buitenpost en vanaf oktober 2025 in de Oude UB aan het Rapenburg in Leiden.

Mangrovebossen als beschermers van tropische kusten

Kust met Mangroves
Rode mangrove

Mangroves, die prachtige, tropische, ondoordringbare wouden op de grens van land en zee, zijn relatief weinig onderzocht. Vanaf een steiger zien deze bossen er exotisch uit, maar het is een minder aantrekkelijk onderzoeksgebied als je erin moet waden door de modder, de hitte en de muggen. Toch is het belangrijk meer te weten te komen over deze ecosystemen: ze vormen namelijk een essentiële habitat voor vissen en schelpdieren, beschermen kusten tegen golven en erosie, en slaan bovendien het broeikasgas koolstofdioxide op.

[tekst en foto’s] Bregje van Wesenbeeck [afbeelding] Stefanie Ottens

Mangroves komen voornamelijk voor langs tropische en subtropische kusten, in intergetijdengebieden - gebieden die onder water staan bij hoogtij maar boven water komen bij laagtij - en langs rivieren. Wereldwijd zijn er ongeveer 73 soorten bomen, struiken en een echte palm ( Nypa fruticans ) die gevonden worden in mangrovebossen. De bekendste soorten zijn de zwarte mangrove ( Avicennia spec .) en de rode mangrove ( Rhizophora spec .).

Deze soorten zijn goed te herkennen aan hun kenmerkende bovengrondse wortels, die luchtwortels en steltwortels worden genoemd. Ook de zogenaamde wenkkrabben zijn kenmerkend voor mangrovebossen; bij laagwater komen ze soms met honderden tegelijk tevoorschijn uit gaatjes in de grond. Deze krabben lopen vaak zijwaarts, en de mannetjes zwaaien met hun opvallend grotere schaar om vrouwtjes aan te trekken.

Ik ben werkzaam aan de Technische Universiteit Delft en bij kennisinstituut Deltares en ik doe al jaren onderzoek naar mangroves vanuit de invalshoek van ecologie en waterveiligheid. Zonder mangrovebossen zien we dat kustgebieden gemakkelijker eroderen en dat grote stukken van de kust wegslaan. Mangroves vangen bij vloed fijn sediment uit het water op. Je ziet het modderige water het bos instromen en als het laag water wordt, dan zie je helder water weer het bos uitstromen. De bomen dempen golven en stroming waardoor er een rustige omgeving ontstaat waarin sediment naar de bodem kan zakken. Door dit bezinken van sediment wordt ook plantaardig materiaal,

Onderzoek naar krachten die tijdens stormen op de bomen inwerken

zoals bladeren en algen, vastgelegd in het bos. Hierdoor slaan mangrovebossen veel koolstof op. Ook daarom willen we deze bossen graag behouden en beschermen: als de bomen worden gekapt en het sediment wordt losgewoeld, komt de opgeslagen koolstof vrij als broeikasgas.

Mangroves worden bedreigd, bijvoorbeeld door verstedelijking of om plaats te maken voor vis- en garnalenvijvers. De gebieden waar mangroves groeien zijn geschikt voor de kweek van grote garnalen en daardoor worden de bossen op grote schaal gekapt. Lokale gemeenschappen gebruiken de bossen echter ook op duurzamere manieren: van de bladeren en zaden worden producten gemaakt zoals siroop, kroepoek en verf. Daarnaast bieden de bossen bescherming voor dorpen tegen tropische stormen. Op de universiteit doen we onderzoek naar de krachten die tijdens deze stormen op de bomen inwerken en hoeveel demping de bossen bieden bij stormvloed of hoge golven. Dit onderzoek kan helpen bij het maken van richtlijnen voor waterveiligheid en kan er ook voor zorgen dat de bossen niet vervangen worden door dijken. We zijn bij Deltares op zoek naar waterveiligheidsmaatregelen waarin we kennis van het bos en van waterveiligheid combineren om kustbewoners te beschermen tegen de ergste effecten van stormen, zonder dat alle mangrovebossen verdwijnen.

Waden

Planten & Planeten

Hoe is het leven op aarde ontstaan? Wat is jouw plek als mens op aarde en in het heelal? Hierover kun je filosoferen tijdens een bezoek aan de splinternieuwe presentatie ‘Planten & Planeten’, een unieke samenwerking tussen de Hortus en de Oude Sterrewacht. Meta Knol, ouddirecteur van Museum De Lakenhal en van Leiden European City of Science, bracht sterrenkunde en botanie bij elkaar in deze duizelingwekkende expositie, die vijf jaar zal blijven staan.

Meta Knol [foto] Mathilde Simons
[tekst] Emma Knapper [foto] Mathilde Simons

Allereerst wil Meta haar rol in de totstandkoming van Planten & Planeten nuanceren. ‘In september 2023 ben ik gevraagd te onderzoeken hoe de Hortus en de Sterrewacht samen het bezoekerscentrum konden programmeren. Ik heb samengewerkt met de creatieve breinen van beide organisaties. Inhoudelijk ben ik heel erg gevoed door sterrenkundige Frans Snik en Hortus-educatiemedewerker Thal Jonas. Ik heb goed geluisterd en er een mooie strik omheen gedaan.’

Wat hebben botanie en sterrenkunde dan met elkaar te maken? ‘Voor een antwoord daarop moet je vooral Planten & Planeten bezoeken,’ zegt Meta met een lach. ‘In werkelijkheid zijn de dingen vaak niet zo gescheiden als je denkt. Dat gevoel dat je een wezenlijk onderdeel bent van de wereld om je heen – dat kun je heel sterk hebben in de natuur, maar ook als je naar de sterren kijkt.’

Samen met werkgroepen uit de Hortus en de Sterrewacht ging Meta op zoek naar die overeenkomsten. Al snel kwamen ze uit bij de tiendesprongen van pedagoog Kees Boeke (1884-1966) en de kunstzinnige verbeelding daarvan, de film Powers of Ten (1977) van Charles en Ray Eames. Zij maakten de schaal van het universum voorstelbaar door een vierkante meter te nemen en deze steeds tot de tiende macht te vergroten en te verkleinen. Binnen no time zit je dan aan de grens van ons sterrenstelsel en in omgekeerde richting bereik je al snel de allerkleinste deeltjes: atomen, neutronen en quarks. Dat idee

werd de basis van de expositie. Meta: ‘In de vaste route van Planten & Planeten reis je in die sprongen van tien door tijd en ruimte, van vroeger via het heden naar de toekomst. Mijn favoriete ruimte wordt die over het heden. Daar laten we zien hoe belangrijk de natuur is voor onze aardbol. Het gaat er bijvoorbeeld over dat wij voor de zuurstof die wij moeten inademen, afhankelijk zijn van planten. En dat planten voor het proces van fotosynthese afhankelijk zijn van de zon. Alles hangt met elkaar samen. Waar sta jij dan in dat geheel?’

In vier van de acht ruimtes wordt ook hedendaagse kunst geëxposeerd, speciaal gemaakt voor Planten & Planeten. De keuze om kunstenaars te betrekken bij deze wetenschappelijke expositie was voor Meta vanzelfsprekend: ‘Een wetenschapper onderzoekt en dat is heel waardevol. Maar een kunstenaar maakt het invoelbaar, beleefbaar, voorstelbaar voor mensen.’ Zo ontwerpt Jos Agasi een audiovisuele installatie die de eerste ruimte waar je binnenkomt, zal vullen. Ga even zitten, is de uitnodiging, ontdek waar je terecht bent gekomen – een spannende, donkere ruimte, heel anders dan de Hortus waar je daarnet nog was.

Deze expositie is niet te beschrijven, alleen te beleven. Wanneer zal Meta tevreden zijn? ‘Ik hoop dat een bezoeker, nadat hij door alle ruimtes heen is gegaan, weer even gaat zitten in die eerste ruimte en denkt: wauw, wat heb ik nou eigenlijk allemaal gezien? En dat hij daarna met een nieuwe blik, vol verwondering over onze plek in de natuur, naar buiten loopt.’

In de 19e eeuw moest de Hortus een kwart van zijn grondgebied afstaan voor de aanleg van een nieuw universitair observatorium. Sindsdien hebben de Hortus en het Leidse universitaire instituut voor sterrenkunde, de Sterrewacht, nooit inhoudelijk samengewerkt. Maar nu is een nieuw tijdperk aangebroken: bij de opening van de Mediterrane tuin in 2024 tekenden prefect Paul Keßler en wetenschappelijk directeur Ignas Snellen een memorandum van samenwerking. Een van de onderdelen hiervan was het opzetten van een gezamenlijke programmering in het bezoekerscentrum van de Oude Sterrewacht, waarvan de ingang in de Hortus ligt. Vanaf 7 februari 2024 is daar de vijfjarige presentatie Planten & Planeten te zien. www.plantenenplaneten.nl

Met dank aan:

Het schilderen van zomerse geuren

Lavandula stoechas [afbeelding] Rembert
Dodoens - Stirpium
Lavandula angustifolia ‘Hidcote’ [afbeelding] Esmée Winkel

De Provence, met haar groene heuvellandschap, pittoreske dorpjes en paarse lavendelvelden zo ver het oog reikt, verwelkomt een ieder. Onvergetelijk was het schilderen van deze plant met haar karakteristieke geur, maar wat maakt dit wereldberoemde kruid toch zo bijzonder?

[tekst] Esmée Winkel, [foto’s] Adri Mulder [afbeeldingen] Esmée Winkel, Kruidboek [Rembert Dodoens]

Voor me op tafel liggen een beschilderd vel aquarelpapier, een kommetje water en een porseleinen schotel met zes kleurenschakeringen. Al urenlang probeer ik uiterst nauwkeurig met een fijn penseeltje de blauwgroene blaadjes aan het al getekende takje te schilderen. De kwast komt weer van het papier, en ik kijk op om de plant voor me nogmaals goed te bekijken. Een zomerse geur vult de kamer en de paars kleurende bloemen, die mooi contrasteren met het groen, kijken vrolijk alle kanten op. Hebben deze bloemblaadjes haren of toch niet?

Bedwelmd

Al in de oudheid werd het kruid gebruikt tijdens het baden. Daar schijnt de naam dan ook vandaan te komen. Het Latijnse woord lavare betekent namelijk ‘wassen’. Al eeuwenlang voorziet lavendel onder andere tafelolie, jam, kaarsen, potpourri en kussens van een herkenbaar aroma. Ook veel cosmetische producten zoals parfums, zeep, badzout, lotions en lippenbalsems bevatten de etherische oliën afkomstig uit dit gewas. Zelfs wasmiddelen en andere schoonmaakproducten kunnen tegenwoordig deze typische geur hebben.

Inmiddels is lavendel niet meer weg te denken uit onze samenleving. Samen met munt, rozemarijn en tijm behoort lavendel tot de familie van de lipbloemigen, ofwel Lamiaceae. Dit vermaarde kruid is vooral bekend uit de Provence, maar het komt van origine voor rondom het hele Middellandse Zeegebied. Sinds 2000 is de zogeheten ‘echte lavendel’ langzaam ingeburgerd geraakt in Nederland en inmiddels vrij algemeen. De bloemen worden vooral bezocht door bijen, hommels en koolwitjes. Ook het glimmende rozemarijnhaantje is dol op de plant en knabbelt graag aan de blaadjes.

Tegenwoordig is het een veel gekweekte plant, ook in de Mediterrane tuin van de Hortus. Een van de bekendste cultivars is Lavandula angustifolia ‘Hidcote’ (zie afbeelding). Deze cultivar zou vernoemd zijn naar Hidcote Manor in Gloucestershire, Engeland, waar hij begin 20e eeuw gekweekt werd door Lawrence Johnston. Hoewel lavendel een zeer geliefde plant is in borders, is het de lavendelolie die wereldwijd wordt gebruikt. Deze olie wordt met name verkregen uit de bloemen via destillatie: het plantenmateriaal wordt in water aan de kook gebracht. De oliën verdampen, worden opgevangen en vervolgens weer afgekoeld tot een vloeistof die gescheiden van de andere vloeistoffen kan worden verzameld. Er schijnen gemiddeld twintig planten nodig te zijn om één à twee flesjes olie te verkrijgen. Daar is dus heel wat lavendel voor nodig.

Bedwelmd door geur en kleur kijk ik weer op. De laatste penseelstreek is nu gezet. Net zoals met het schilderen van de nationale bloem van Nederland, zitten ook in deze aquarel vele schilderuren om al die delicate details te vangen op papier.

Lees meer over de kunstwerken van Esmée Winkel op www.esmeewinkel.nl.

Lavendel in de Mediterrane tuin [foto] Adri Mulder
Lavandula stoechas [foto] Adri Mulder

Een vertrouwde hand in de Varentuin

Miguel met een door hem gedoneerde varen, Woodwardia prolifera [foto] Adri Mulder

Inmiddels heeft Miguel zijn hbo-studie tuinbouw en agribusiness afgerond en ervaring opgedaan bij een kamerplantenkweker, waar hij planten opkweekte voor afnemers door heel Europa. Miguel is al lange tijd lid van de Nederlandse Varenvereniging. Met de kennis die hij daar opdeed, kon hij vervolgens aan de slag bij een bedrijf dat gespecialiseerd is in het opkweken van allerlei soorten varens.

De Hortus beschikt over een prachtige Varentuin die is aangelegd door Harry Roskam, de oudvoorzitter van de Varenvereniging. Miguel hielp er jarenlang als vrijwilliger, dus toen hij in 2024 bij de Hortus in dienst trad, lag het voor de hand dat hij de zorg voor de Varentuin op zich nam. Daarnaast verzorgt hij de Systeemtuin en is hij verantwoordelijk voor de techniek die verband houdt met waterbeheer in de Hortus.

Natuurlijk is er een verschil tussen commerciële bedrijven en de Hortus. Commercie betekent nadruk op doelmatigheid, kwaliteit en winst. Bij de Hortus zijn doelmatigheid en kwaliteit ook

De Hortus botanicus heeft altijd behoefte aan mensen met liefde voor groen. Sinds mei 2024 werkt Miguel Fernandez Voortman er. Hij heeft al een lange geschiedenis bij de Hortus: als scholier liep hij hier stage en volgde hij de allereerste cursus van de Hortus Jeugd Universiteit. Al voor zijn aanstelling werkte hij als vrijwilliger in de Varentuin van de Hortus.

[tekst] Jack Sluijs [foto’s] Eduard Groen, Adri Mulder

belangrijk, maar hier spelen zaken als nut voor de wetenschap en publieksvoorlichting ook een rol. Juist dat vindt Miguel interessant. Zo werkt hij aan uitbreiding van levend botanisch materiaal binnen plantengeslachten zoals vlier en zeedruif, bestemd voor genetisch onderzoek, taxonomie en plantenmorfologie.

Miguels expertise is ook bekend bij de Nederlandse Varenvereniging. Toen de Leidse Werfparkvrienden advies zochten over de beplanting met varens, werden zij direct doorverwezen naar Miguel in het Van der Werfpark staan monumentale bonen, heel mooi natuurlijk, maar gras wil daaronder niet goed groeien. Daar kun je wel goed varens planten. Miguel ontwierp een proefstuk met winterharde varens, waarbij hij rekening hield met de hoogte en kleuren van de verschillende soorten.

Miguel maakt zich sterk voor biodiversiteit in de Varentuin van de Hortus en in het Van der Werfpark. Daar liggen boomstammetjes die langzaam vergaan. Dat creëert een ideale omgeving voor paddenstoelen en insecten.

Daar zijn kikkers, padden en natuurlijk ook zangvogels heel blij mee. Ook in je eigen tuin kun je de biodiversiteit stimuleren door plantaardig materiaal op een rustig plekje te laten vergaan.

Op de vraag of Miguel zelf thuis ook planten heeft, vertelt hij dat hij zijn bijzondere varensoorten al doneerde door ze in zijn ‘eigen’ Varentuin in de Hortus te planten. Zo lopen werk en hobby in elkaar over en dat maakt het werken bij de Hortus des te leuker.

Aanplant in varentuin Van der Werfpark [foto] Eduard Groen
De varenachtige Selaginella douglasii [foto] Adri Mulder
Athyrium nipponicum [foto] Adri Mulder
Polystichum setiferum [foto] Adri Mulder

De Clusiustuin in kaart gebracht

Als je de Clusiustuin binnenstapt, ga je 400 jaar terug in de tijd: zo zag de Hortus eruit toen hij werd aangelegd door Carolus Clusius. Aan de hand van een beplantingslijst en met aanvullingen van illustraties uit de 16e en 17e eeuw is het ontwerp van de tuin en de beplanting van de bedden zo goed mogelijk nagebootst. Sinds vorig jaar zijn alle planten die in de Clusiustuin groeien opnieuw geïnventariseerd en vindbaar gemaakt in de Garden Explorer, de online plantenzoeker van de Hortus.

[tekst] Mathilde Simons [foto’s] Jan Meijvogel, Ralph Reniers, Mathilde Simons [afbeelding] Woudanus 1610

Lenteklokje Leucojum vernum [foto] Jan Meijvogel
Lieve Poolen [foto] Mathilde Simons
58 Hortus botanicus Leiden 2025

De Hortus in 1610 [afbeelding] Woudanus

Dit was de stageopdracht van Lieve Poolen (20), studente Toegepaste Biologie aan Aeres Hogeschool, met collectiebeheerders

Roderick Bouman en Nina van den Ban als haar begeleiders. Zij kreeg de grote taak om alle bestaande inventarisaties samen te voegen én de planten, letterlijk, in kaart te brengen.

Een renaissancetuin met vier kwadranten

De Clusiustuin is een typische renaissancetuin: verdeeld in vier kwadranten, die op hun beurt zijn onderverdeeld in rechthoekige bedden. Voor kwadranten A, B en C waren al digitale plattegronden gemaakt door vrijwilligers Gerda van Uffelen en Martin White, waardoor er een overzicht bestond van welke planten waar in welk bed horen. Voor kwadrant D was dit nog niet het geval. Met behulp van de historische

De plattegrond van de Clusiustuin in de Garden Explorer nu Lieve alle GPS-punten van de aanwezige planten heeft ingevoerd.

beplantingslijst checkte Lieve welke planten er wel of niet in de bedden thuishoren. Aan de hand van de lijsten uit IrisBG, het collectiebeheersysteem van de Hortus, heeft ze een inventarisatie gemaakt van alle planten die daadwerkelijk in het kwadrant aanwezig waren. Zo kan Clusiustuin-verzorgster Margaret Kong nu eenvoudig zien welke planten moeten worden gezaaid of aangeschaft. Het samenstellen van deze lijst voor alle planten was de eerste stap van Lieves stageproject.

De Garden Explorer: gps en foto’s voor een compleet overzicht

Vervolgens ging Lieve aan de slag met het uploaden van de gps-gegevens van de planten in de Clusiustuin in het collectiebeheersysteem van de Hortus. Dit deed ze met behulp van een speciale smartphone. Hierdoor werden de gegevens ook direct zichtbaar in de Garden Explorer, waarmee je online in de collectie van de Hortus kunt zoeken. Dankzij Lieves inspanningen zijn nu vrijwel alle planten in de Clusiustuin op te zoeken. Bovendien voegde ze foto’s van de planten toe om de identificatie gemakkelijker te maken.

Een favoriet kwadrant

Welk kwadrant vond Lieve het leukst om te inventariseren?

Kwadrant A, vertelt ze, waar veel bol- en knolgewassen te vinden zijn. Een van de planten die ze noemt, is het lenteklokje (Leucojum vernum), dat in de traditionele volksgeneeskunde werd gebruikt vanwege zijn invloed op het zenuwstelsel en zijn ontstekingsremmende en antimicrobiële werking.

In totaal heeft Lieve gegevens van meer dan 1000 planten toegevoegd aan de plantenzoeker. Een enorme klus waarvan de Hortus en zijn bezoekers nog vele jaren zullen profiteren.

Ontdek de Hortus-collectie in de Garden Explorer

Scan de QR-code of ga naar hortusleiden.gardenexplorer.org voor toegang tot de volledige collectie van de Hortus, inclusief de Clusiustuin. Bekijk GPS-locaties en foto's van duizenden planten en ontdek hun verhalen online.

Clusiustuin nu [foto] Ralph Reniers

Burgemeester Kasteleinweg 5 1431 BX Aalsmeer

info@fertiplant.nl

+31 (0)297 345 324

In 2025 bestaat de Universiteit Leiden 450 jaar. Wandel de Science Route en ontdek wetenschappelijk Leiden. Voor ¤6,95 verkrijgbaar bij VVV Leiden, Stationsweg 26. Also available in English.

Colofon

Magazine van de Hortus botanicus Leiden 2025

‘Hortus Leiden’ is een jaarlijkse uitgave van de Stichting Vrienden van de Leidse Hortus en de Hortus botanicus Leiden. Het magazine wordt kosteloos verspreid onder de Vrienden van de Leidse Hortus.

Redactie:

Annemarie Broersma, Mia Hopperus Buma, Mathilde Simons, Adri Mulder (hoofdredacteur), Jack Sluijs

Met bijdragen van:

Gerbrand van den Ban, Annemarie Broersma, Mia Hopperus Buma, Thomas Heger, Jan Hengstmengel, Peter Inklaar, Hanneke Jelles, Paul Keßler, Emma Knapper, Kees Langeveld, Margot Lodewijk, Adri Mulder, Norbert Peeters, John van Ruiten, Mathilde Simons, Jack Sluijs, Carla Teune, Bregje van Wesenbeeck, Esmée Winkel

Fotografie:

Guy Ackermans, Simone Both, Roderick Bouman, Sandrine Gallois, Eduard Groen, Ilona Hartensveld, Thomas Heger, Klaas Henstra, Daan van der Hoeven, Esther van Hoof, Hortusarchief, Hanneke Jelles, Arjan Kennis, Jan Meijvogel, Adri Mulder, Geralda Odinot, Collectie Overijssel, Ralph Reniers, Familie Rookhuizen, Maggie Sharp, Mathilde Simons, Cunie Sleijpen, Petra Sonius, A. van Vliet, Bregje van Wesenbeeck, Wikimedia Commons

Afbeeldingen en illustraties:

Iris van den Akker, Aet Alev-Kilg, Flora Batava, Rembert Dodoens, Handelsplanten, Rinny Kooi, Christiaan Kuitwaard, Stefanie Ottens, Joris Smidt, Marianne van der Stee-Kuiper, Esmée Winkel, Woudanus

Met medewerking van:

Roderick Bouman, Miguel Fernandez Voortman, Annelies Henstra, Teun Honsbeek, Paul Keßler, Meta Knol, Annette Los, Jan Meijvogel, Lieve Poolen, Piet van Rijn, Marianne van der Stee-Kuiper, Laura Teekens, Nuala Teerink, Gerda van Uffelen

Vormgeving:

Britt de Looff

Lagrouw Communicatie, Nieuwendijk, www.lagrouwsc.nl

Stichting Vrienden van de Leidse Hortus Bestuur per 1 januari 2025

John van Ruiten Voorzitter

Mia Hopperus Buma 1ste Secretaris

Adri Mulder 2de Secretaris

Gerbrand van den Ban Penningmeester

Annette Los PR en Communicatie

Vacature wordt begin 2025 ingevuld voor een bestuurslid

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door print-outs, kopieën, of op welke andere manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Hoe zijn de donaties van de Vrienden van de Leidse Hortus in 2024 besteed?

Hoe zijn de donaties van de Vrienden van de Leidse Hortus in 2024 besteed? In 2024 heeft de Stichting ruim € 100.000 ontvangen aan reguliere en incidentele bijdragen van Vrienden en Adoptanten. Dit is vergelijkbaar met de bijdragen in voorgaande jaren. Daarnaast ontving de Stichting nog enkele legaten. Tot slot heeft de Stichting uit eerder ontvangen erfenissen en uit het Van Steijnfonds een bedrag beschikbaar gesteld van circa € 280.000.

Met de bijdragen van de Vrienden en Adoptanten was het mogelijk om de Hortus te steunen bij het bomenonderhoud en bij verschillende publieksactiviteiten zoals de Plantenmarkt en de Midzomernacht. Daarnaast heeft de Stichting voor de realisatie van het themajaar Geur bijgedragen aan educatiemateriaal en themagerichte aanvulling van collectie en materiaal. Met de bedragen uit eerdere erfenissen en het Van Steijnfonds kon de Stichting in aanvulling op de aanleg van de ‘Ronde Sterrewacht’ in 2024 bijdragen aan de realisatie de Mediterrane tuin. Daarnaast zijn er bijdragen verstrekt voor onderzoek en onderwijs (Citizen Science: stoepplantjes en verborgen stadsnatuur) en voor de nieuwe bewegwijzering en informatievoorziening in de Hortus. Een totaalbeeld van de inkomsten en uitgaven van de Stichting is te lezen op onze website. Daar vindt u - naast de jaarverslagen - de financiële jaarverslagen over afgelopen jaren. Het jaarverslag en het financieel jaarverslag 2024 worden na vaststelling in het voorjaar eveneens op de website geplaatst.

Gerbrand van den Ban, penningmeester

Vrienden en Redactie Magazine

Postbus 9500, 2300 RA Leiden hortusvrienden@hortus.leidenuniv.nl www.hortusleiden.nl/vrienden

NL68 INGB 0003 9138 13 KvK 41169121

Hortus botanicus Leiden Rapenburg 73, 2311 GJ Leiden T. 071-527 51 44 info@hortusleiden.nl www.hortusleiden.nl

Vriend worden? hortusleiden.nl/wordvriend

De aanleg van de Mediterrane tuin is afgerond

Ontdek een klimaatbestendige tuin vol planten die zowel tegen droge als natte periodes kunnen, zoals olijfbomen, dennen en cipressen. Laat je zintuigen prikkelen door de geur van lavendel, rozemarijn, tijm en salie.

Met dank aan de Stichting Vrienden van de Leidse Hortus en alle andere donateurs.

DJOSER

De andere manier van reizen

Djoser Rondreizen

Meer dan 250 pagina's prachtige groepsrondreizen.

Djoser Family

Ontdek de wereld met je kinderen.

Djoser Wandel & Fiets

Beleef een land op een actieve manier.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.