3 minute read

en ontwikkelingen

Stappenplan voor initiatiefnemers

Hoe een initiatiefnemer de omgevingsdialoog moet voeren is niet bepaald (vormvrij). Activiteiten en daarmee omgevingsvergunningen verschillen van elkaar. Er is geen afvinklijstje te geven dat op elke activiteit van toepassing is.

Advertisement

Om op een gedegen wijze de belangen van omwonenden en andere belanghebbenden inzichtelijk te maken, is onderstaand stappenplan opgesteld. 1. Bepalen van de omgeving en belanghebbenden.

In elk geval bestaat de omgeving uit de aangrenzende percelen. Verder is de omgeving afhankelijk van de invloed op de verdere omgeving. Denk aan milieu- en verkeerseffecten, die vaak een grotere invloedssfeer kennen.

Afhankelijk van het onderwerp, kunnen ook andere belanghebbenden betrokken zijn, zoals bijvoorbeeld maatschappelijke organisaties.

Voor een goede afspiegeling van de belangen, denkt de initiatiefnemer ook aan kwetsbare groepen. Kwetsbare groepen zoals ouderen of mensen die minder goed kunnen lezen en schrijven. Het is wenselijk dat initiatiefnemers zich inspannen om ook deze groepen bij de omgevingsdialoog te betrekken. 2. 2. De omgeving en andere belanghebbenden informeren

De initiatiefnemer informeert in een vroeg stadium (in de fase van het eerste idee of initiatief) zelf de omgeving of andere belanghebbenden over zijn voornemen en nodigt hen uit voor een dialoog (zie 3). Het is niet noodzakelijk dat iedereen in de omgeving daadwerkelijk verschijnt. 3. De dialoog voeren

Een dialoog is een open gesprek tussen meerdere partijen. De gemeente adviseert de volgende stappen aan te houden:

a) De aanvrager legt uit wat zijn plannen zijn; b) Dit vindt bij voorkeur plaats bij de initiatiefnemer of bij de omwonende thuis; c) Omwonenden (de omgeving) wordt de gelegenheid geboden om hierop te reageren; d) De aanvrager gaat in op de reacties; e) Hij geeft aan of hij wel of niet iets met de opmerkingen doet of kan doen; f) Hij geeft aan waarom hij dit wel of niet doet of kan doen; g) De omwonenden wordt de gelegenheid geboden aan te geven of zij hier wel of niet tevreden mee zijn; h) De aanvrager geeft aan wat de vervolgprocedure is. 4. Van de gesprekken wordt een bewonerseffectrapportage (BER) gemaakt. De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor het maken van dit verslag. Daarin staat in ieder geval vermeld: a) De datum waarop de dialoog heeft plaatsgevonden; b) Met wie de dialoog is gevoerd (eigenaar of gebruiker van welk object); c) Een samenvatting van wat door de initiatiefnemer en de omwonenden is gezegd en wat de uiteindelijke uitkomst was van het gesprek. Wat heeft de initiatiefnemer met de reacties gedaan (motivering); d) Op welke wijze het verslag is terug- gekoppeld.

Het verslag van de initiatiefnemer kan tezamen met de eventuele reacties vanuit de omgeving worden aangeleverd bij het aanvragen van de omgevingsvergunning. Een resultaat (in de vorm van een alternatief of van instemming met het project) is niet vereist.

Wanneer een omgevingsdialoog?

Het is tamelijk overdreven om een omgevingsdialoog te eisen bij elke ingreep in de ruimte. De schaal en de omvang van het plan zijn in deze afweging van groot belang. De plaatsing van een dakkapel of een schutting bijvoorbeeld kan voor de direct aanwonenden serieuze impact hebben. Maar dit rechtvaardigt geen plicht om een uitgebreide dialoog te voeren met de omgeving. Dit neemt niet weg dat het verstandig is en fatsoenlijk om het gesprek aan te gaan met de buren bij vergunningsvrije plannen. Bij vergunningplichtige plannen die passen binnen het omgevingsplan stimuleert en adviseert de gemeente om de richtlijnen van de omgevingsdialoog toe te passen.

Vergunningplichtige plannen die niet voldoen aan het omgevingsplan - en die door de gemeenteraad als zodanig zijn aangewezen - vereisen een omgevingsdialoog.

11.3 Monitoring van beleid en ontwikkelingen

Drie-jaarlijkse actualisering

In hoofdstuk 1 is al betoogd dat de omgevingsvisie niet meer moet worden beschouwd als een statisch product, maar meer als iets dynamisch om in te kunnen spelen op de zich snel voltrekkende maatschappelijke veranderingen. Wijzigingen zullen het minst snel nodig zijn in het ruimtelijk raamwerk en de beschrijving van de kernkwaliteiten. Maar zodra er aanpassingen noodzakelijk zijn in de benoemde trends en de uitwerking van de visie - zoals in de omgevingsagenda - dient de rapportage opnieuw ter vaststelling aan de raad te worden voorgelegd. Projecten kunnen immers afgerond zijn, in prioriteit stijgen of dalen of onuitvoerbaar blijken. Om te voorkomen dat ook niet-ingrijpende

This article is from: