3 minute read

7.9 boslandschap

GROOTSCHALIG

LINTEN WATER

Advertisement

DIVERSITEIT

WOONBOS & RECREATIE CONSERVERING TOERISME & RECREATIE

INNOVATIE

7.9 Boslandschap

Oorspronkelijk landschap

De stuifduinen werden rond 1900 bebost, ervoor was het heidegebied. Een stukje van het akkercomplex ’t Hof is mee bebost.

Ontwikkeling van het landschap

In de loop van de 14de eeuw werd een korenmolen gebouwd in een heidegebied ten zuid-oosten van Lieshout. In de eeuwen daarna werd de naam Molenheide gaandeweg gebruikt om de gehele heide ten zuiden van Lieshout aan te duiden. Aan het eind van de 17de eeuw werd bepaald dat Molenheide gemeenschappelijk bezit werd van de inwoners van de heerlijkheid Lieshout. Het was ten strengste verboden om in de Molenheide zand af te halen van de duinen en de zandbergen. Dit om zandverstuivingen zo veel mogelijk te voorkomen. Het heidegebied werd rond 1900 bebost. De Ruweeuwsels is vanaf einde 19de eeuw tot ca. 1950 gebruikt voor populierenteelt. Daarvoor maakte het deel uit van het Lieshouterbos.

Pas in 1955 werd het plan ‘Villaterrein’ opgesteld en werd een deel van de Molenheide woongebied, aanvankelijk voor vakantiehuizen ten behoeve van welgestelde Eindhovenaren. Dit ‘weekend- en vakantieoogmerk’ bracht met zich mee dat woonbos Molenheide zich decennialang autonoom en anoniem ontwikkelde.

Op dit ogenblik wordt een groot deel van het bos gebruikt voor permanente bewoning, anno 2020 voor de huisvesting van 121 huishoudens. De bewoners hebben zich de recente jaren meer georganiseerd en streven meer erkenning als woonwijk na.

Ontwikkelingsrichting

Het gebied boslandschap dient met name voor wonen en extensieve vormen van recreatie. Vanwege de natuurwaarde en bebossing zijn grootschalige energieprojecten (wind en zon) hier onwenselijk dan wel onmogelijk.

De woongemeenschap Molenheide - met ongeveer honderd huishoudens - profileert zich meer en meer als een georganiseerde buurt en wenst ook als zodanig te worden erkend. De recreatieve ontwikkeling van het gebied ondervindt hinder van de ligging van het totale

bosgebied op het grensvlak van drie gemeenten, met elk hun eigen invalshoek en accenten.

Door de toenemende droogte neemt de kans op bosbranden toe. In het geval van woonbos Molenheide zou een bosbrand (kunnen) resulteren in een ongekend menselijk en economisch drama. De gemeente neemt daarom het initiatief voor een brandveiligheidsplan. De prioriteit is hoog.

BOSLANDSCHAP

Hoofdthema WOONBOS EN RECREATIE

Kenmerken

Beleving

Identiteit • stuifduinen op dekzand • bebost met een mix van oud bos, jong bos, woonbos en Ruweeuwsels. • exclusief wonen in bosomgeving • akkercomplex ’t Hof • zandwegen

• Ruweeuwsels • Duvelsberg

• natuur en bossen • rust en stilte

• Wind- en zonne-energie • Grootschalige landbouw • Teeltondersteunende voorzieningen • Alternatieve woonvormen • Bedrijvigheid cat. 1 – 2 • Huisvesting arbeidsmigranten

• Voedselbos

• Wonen • Extensieve recreatie • Bed & Breakfast (max. 2 kamers) • Natuurbehoud

7.10 Samenvatting verkeerslichtmodel

Het verkeerslichtlichtmodel is gebruikt om op een heldere wijze te kunnen communiceren over de ruimtelijke mogelijkheden en onmogelijkheden binnen een gebied. In tabelvorm zijn zoveel als mogelijk de richtinggevende standpunten per gebied weergegeven.

De kleur rood betekent dat de gemeente niet (meer) zal meewerken aan de introductie of uitbreiding/ontwikkeling van de hierbij genoemde ruimtelijke functies. De reden is dat het verzoek niet past bij de identiteit, het wensbeeld of de ontwikkelingsrichting van het gebied. Deze verzoeken worden niet gehonoreerd.

De kleur groen betekent dat de gemeente wél medewerking zal verlenen aan de introductie van een nieuwe functie of de uitbouw van een bestaande functie, mits het plan aan de gebruikelijke voorwaarden voldoet. Code groen laat dus onverlet dat mogelijk voorwaarden aan de medewerking worden verbonden. In het geval het verkeerslicht oranje kleurt zal de gemeente in het specifieke geval tot een afweging komen over de toelaatbaarheid, waarbij de breedrond-diep methode wordt toegepast (zie paragraaf 11.1). Uiteraard speelt hierbij niet alleen het lokale beleid een rol, maar dient de functie ook te worden getoetst aan nationaal en/of provinciaal beleid. Uitgangspunt van de gemeente is een ja, mitshouding conform toekomstvisie van Laarbeek: ‘Samen daadkrachtig en energiek naar 2030’. De gemeente beziet samen met de initiatiefnemer of onder voorwaarden toch medewerking kan worden verleend.

Toepassing van het verkeerslichtmodel bieden zowel de aanvrager en potentiële investeerder als de ambtelijk toetser - in een vroeg stadium - zoveel mogelijk klaarheid over de haalbaarheid van een initiatief.

Ruimtelijke functies en aspecten welke niet in het verkeerslichtmodel zijn opgenomen - een limitatieve opsomming is immers onmogelijk - worden automatisch als code ‘oranje’ aangemerkt.

This article is from: